Or see the index
Francisca Stoecklin
(1894-1931)
An die Liebe
Alle suchen sie dich
und überall lockst du.
Aus tausend Verhüllungen schimmert
dein unenträtselt Gesicht.
Aber wenigen nur
gewährst du Erfüllung,
selige Tage, reines Glück.
Zärtlich wehn dich die Blumen,
die scheuen Gräser,
der Schmetterlinge heiterer Flug;
wilder der Wind
und das ewig sich wandelnde Meer.
Wunderbar strahlst du
aus den Augen des Menschen,
der ein Geliebtes
in seinen Armen hält,
vom tönenden Sternenhimmel überwölbt.
In die zitternde Seele
schweben Schauer
von Leben und Tod.
Francisca Stoecklin Lyrik
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive S-T, Stoecklin, Francisca
Tot 29 mei 2016
Theo van Doesburg
Een nieuwe kijk op leven, kunst en technologie
BOZAR / Paleis der Schone Kunsten (Bozar) Brussel
Deze tentoonstelling geeft, voor het eerst in België, een zicht op het veelzijdige oeuvre van de Nederlandse kunstenaar Theo van Doesburg, de spilfiguur van de kunststroming De Stijl. Het multidisciplinaire oeuvre van deze artistieke geestverwant van Piet Mondriaan wordt gepresenteerd in de context van de belangrijkste internationale kunststromingen waar hij bij betrokken was.
Met werk van o.a. Theo van Doesburg, Piet Mondriaan, Bart van der Leck, Kurt Schwitters, Georges Vantongerloo, Hans Arp, El Lissitzky, Victor Servranckx, Gerrit Rietveld, César Domela, Jean Hélion, Karel Maes . . .
De Nederlandse kunstenaar Theo van Doesburg (1883-1931) was actief als schilder, dichter, typograaf, kunsttheoreticus, interieurarchitect… Hij had van meet af aan een uitgesproken multidisciplinaire aanpak: hij had een kunst voor ogen die ingreep op alle vlakken van het leven en hij streefde naar het idee van het ‘totaalkunstwerk’.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog stond hij aan de wieg van één van de belangrijkste kunststromingen van Europa, De Stijl. Van Doesburg richtte het gelijknamige kunsttijdschrift in 1917 op en verzamelde hiertoe gelijkgestemde kunstenaars, architecten en designers rond zich: de bekendste is ongetwijfeld Piet Mondriaan, maar ook Antony Kok, Bart van der Leck, J.J.P. Oud, Vilmos Huszár, Gerrit Rietveld en Georges Vantongerloo maakten deel uit van dit oorspronkelijke collectief. De leden van De Stijl streefden onder impuls van Van Doesburg naar een radicale hervorming van de kunst, in interactie met de maatschappij, wetenschap en technologie.
Onder de dynamische leiding van Theo van Doesburg verspreidden de ideeën van De Stijl zich al snel als een inktvlek door Europa. Hij ontpopte zich tot een energetisch sleutelfiguur van de Europese avant-garde.
De caleidoscopische tentoonstelling presenteert Theo van Doesburg als een visionaire kunstenaar en fascinerende persoonlijkheid. Alle facetten van zijn multidisciplinaire oeuvre komen aan bod.
De focus ligt daarnaast ook op de creatieve dynamiek die heerste tussen de verschillende kunstenaars van de avant-garde en de kruisbestuiving tussen de diverse disciplines die hieruit voortsproot. De bezoeker ontdekt zo’n 140 schilderijen, tekeningen, foto’s, tijdschriften, publicaties, meubels, maquettes en glasramen van Theo van Doesburg en zijn artistieke tijdgenoten.
De tentoonstelling is thematisch-chronologisch opgebouwd en start in 1917 met de kunst en het gedachtengoed van de Nederlandse beweging De Stijl, en volgt dan het artistiek parcours van Van Doesburg doorheen Europa.
Reis met kunstenaar Theo van Doesburg naar het begin van de twintigste eeuw en snuif de revolutionaire sfeer op van de avant-garde in deze tentoonstelling Theo van Doesburg. Een nieuwe kijk op leven, kunst en technologie. In 1917 richtte hij samen met Piet Mondriaan de kunststroming De Stijl op in Nederland. Om hun abstracte beeldtaal internationaal te promoten trok Van Doesburg door Europa. In Parijs kwam hij in aanraking met de kunst van de dadaïsten en begon zelf dadaïstische poëzie te schrijven. In Weimar stelde hij zijn nieuwe schoonheidsbewustzijn voor aan de architecten van het Bauhaus. Hij reisde Europa rond en zorgde ervoor dat zijn vooruitstrevende beeldtaal niet alleen opdook in schilderijen, maar ook in gebouwen, meubels en interieurs.
Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog werd de Europese avant-gardebeweging gedreven door een behoefte aan verandering en de hoop op een betere toekomst. In zijn streven naar heropbouw had de Nederlander Theo van Doesburg (1883–1931) – meer dan welke andere kunstenaar ook – een belangrijk aandeel; hij trok de neoplasticistische esthetiek, die Mondriaan voor de schilderkunst had gedefinieerd, open naar alle disciplines: beeldhouwkunst, architectuur en toegepaste kunsten.
De tentoonstelling, die begint bij de oprichting van de beweging De Stijl in 1917, legt de nadruk op de bijzondere creativiteit en het dynamisme van Van Doesburg. Door zijn uitgebreide netwerk en talrijke reizen wist hij stromingen die op het eerste gezicht onverzoenbaar leken, zoals het dadaïsme en het neoplasticisme, te verenigen. Het traject van Van Doesburg kan worden omschreven als een voortdurend zoeken naar synthese in overeenstemming met zijn initieel doel: een nieuwe kunstexpressie creëren, in interactie met de complexiteit van het leven en met de evolutie van de wetenschap en de techniek, om zo te bouwen aan een nieuwe wereld.
Om de wereld te veranderen was een revolutie nodig. Maar waar Van Doesburg, Piet Mondriaan en Kurt Schwitters naar streefden, was een revolutie van de kunst zelf: daarin onderscheidden zij zich van de in die tijd sterk verspreide opvatting dat de kunst ‘in dienst van de Revolutie’ moest staan, een ideaal dat door charismatische kunstenaars als El Lissitzky en André Breton werd gehuldigd.
‘Theo van Doesburg. Een nieuwe kijk op leven, kunst en technologie’ toont een reeks werken die aan dat esthetische programma beantwoorden, en vestigt tevens de aandacht op het exemplarische activisme van Van Doesburg. Om zijn project een internationale dimensie te geven, vormde hij eerst, samen met Bart van der Leck, Vilmos Huszár, Georges Vantongerloo, Jan Wils, Antony Kok, J.J.P. Oud en Gerrit Rietveld een beweging rond Piet Mondriaan. Later vernieuwde hij de kunststroming en maakten onder anderen Cornelis van Eesteren, Friedrich Vordemberge-Gildewart en César Domela er deel van uit. In de loop van de jaren bleef Van Doesburg onvermoeibaar zijn ideeën en zijn creativiteit ontwikkelen en verzamelde hij talrijke kunstenaars om zich heen. (…)
De tentoonstelling ‘Theo van Doesburg. Een nieuwe kijk op leven, kunst en technologie’ – de titel is geïnspireerd op een artikel van Van Doesburg dat in 1922 in De Stijl verscheen – wil de bijzondere betekenis van deze kunstenaar duidelijk maken, zowel aan de hand van zijn artistieke realisaties als van zijn activisme, dat een andere manier was om zijn filosofisch, artistiek en collectief ideaal te verwezenlijken. Talrijke kunstenaars, onder wie Mondriaan, hebben hun internationale bekendheid in ruime mate aan hem te danken.
De Theo van Doesburg retrospectieve in BOZAR is een mooie aanleiding om aandacht te schenken aan I.K. Bonset, de legendarische schrijversnaam van Van Doesburg. De Nederlandse klankdichter Jaap Blonk – bekend van zijn uitvoering van Kurt Schwitters’ Ursonate – maakte op verzoek van BOZAR opnames van Bonsets gedichten. Ze zijn in de “Dada” zaal van de expo te beluisteren en werden ook geperst op een exclusieve vinyl single. “Jaap Blonk leest Theo Van Doesburg” verschijnt in een gelimiteerde oplage van 300 exemplaren en is te koop in de BOZAR BOUTIK. De poëzie van Bonset is ook te lezen in de literaire bezoekersgids.
Curator: Gladys Fabre
BOZAR/Paleis voor Schone Kunsten
Circuit Koningsstraat
Paleis voor Schone Kunsten
Koningsstraat 10
1000 Brussel
# Meer info op website BOZAR
fleursdumal.nl magazine
More in: Antony Kok, Art & Literature News, Bauhaus, Dada, De Stijl, Doesburg, Theo van, Exhibition Archive, Kok, Antony, Kurt Schwitters, Piet Mondriaan, Schwitters, Kurt, Theo van Doesburg
Tot 29 mei 2016
Theo van Doesburg
Een nieuwe kijk op leven, kunst en technologie
BOZAR / Paleis der Schone Kunsten Brussel
Reis met kunstenaar Theo van Doesburg naar het begin van de twintigste eeuw en snuif de revolutionaire sfeer op van de avant-garde in deze tentoonstelling Theo van Doesburg. Een nieuwe kijk op leven, kunst en technologie. In 1917 richtte hij samen met Piet Mondriaan de kunststroming De Stijl op in Nederland. Om hun abstracte beeldtaal internationaal te promoten trok Van Doesburg door Europa. In Parijs kwam hij in aanraking met de kunst van de dadaïsten en begon zelf dadaïstische poëzie te schrijven. In Weimar stelde hij zijn nieuwe schoonheidsbewustzijn voor aan de architecten van het Bauhaus. Hij reisde Europa rond en zorgde ervoor dat zijn vooruitstrevende beeldtaal niet alleen opdook in schilderijen, maar ook in gebouwen, meubels en interieurs.
Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog werd de Europese avant-gardebeweging gedreven door een behoefte aan verandering en de hoop op een betere toekomst. In zijn streven naar heropbouw had de
Nederlander Theo van Doesburg (1883–1931) – meer dan welke andere kunstenaar ook – een belangrijk aandeel; hij trok de neoplasticistische esthetiek, die Mondriaan voor de schilderkunst had gedefinieerd, open naar alle disciplines: beeldhouwkunst, architectuur en toegepaste kunsten.
De tentoonstelling, die begint bij de oprichting van de beweging De Stijl in 1917, legt de nadruk op de bijzondere creativiteit en het dynamisme van Van Doesburg.
Door zijn uitgebreide netwerk en talrijke reizen wist hij stromingen die op het eerste gezicht onverzoenbaar leken, zoals het dadaïsme en het neoplasticisme, te verenigen. Het traject van Van Doesburg kan worden omschreven als een voortdurend zoeken naar synthese in overeenstemming met zijn initieel doel: een nieuwe kunstexpressie creëren, in interactie met de complexiteit van het leven en met de evolutie van de wetenschap en de techniek, om zo te bouwen aan een nieuwe wereld.
Om de wereld te veranderen was een revolutie nodig. Maar waar Van Doesburg, Piet Mondriaan en Kurt Schwitters naar streefden, was een revolutie van de kunst zelf: daarin onderscheidden zij zich van de in die tijd sterk verspreide opvatting dat de kunst ‘in dienst van de Revolutie’ moest staan, een ideaal dat door charismatische kunstenaars als El Lissitzky en André Breton werd gehuldigd.
‘Theo van Doesburg. Een nieuwe kijk op leven, kunst en technologie’ toont een reeks werken die aan dat esthetische programma beantwoorden, en vestigt tevens de aandacht op het exemplarische activisme van Van Doesburg. Om zijn project een internationale dimensie te geven, vormde hij eerst, samen met Bart van der Leck, Vilmos Huszár, Georges Vantongerloo, Jan Wils, Antony Kok, J.J.P. Oud en Gerrit Rietveld een beweging rond Piet Mondriaan. Later vernieuwde hij de kunststroming en maakten onder anderen Cornelis van Eesteren, Friedrich Vordemberge-Gildewart en César Domela er deel van uit. In de loop van de jaren bleef Van Doesburg onvermoeibaar zijn ideeën en zijn creativiteit ontwikkelen en verzamelde hij talrijke kunstenaars om zich heen. (…)
De tentoonstelling ‘Theo van Doesburg. Een nieuwe kijk op leven, kunst en technologie’ – de titel is geïnspireerd op een artikel van Van Doesburg dat in 1922 in De Stijl verscheen – wil de bijzondere betekenis van deze kunstenaar duidelijk maken, zowel aan de hand van zijn artistieke realisaties als van zijn activisme, dat een andere manier was om zijn filosofisch, artistiek en collectief ideaal te verwezenlijken. Talrijke kunstenaars, onder wie Mondriaan, hebben hun internationale bekendheid in ruime mate aan hem te danken.
(BOZAR Brussel)
De Theo van Doesburg retrospectieve in BOZAR is een mooie aanleiding om aandacht te schenken aan I.K. Bonset, de legendarische schrijversnaam van Van Doesburg. De Nederlandse klankdichter Jaap Blonk – bekend van zijn uitvoering van Kurt Schwitters’ Ursonate – maakte op verzoek van BOZAR opnames van Bonsets gedichten. Ze zijn in de “Dada” zaal van de expo te beluisteren en werden ook geperst op een exclusieve vinyl single. “Jaap Blonk leest Theo Van Doesburg” verschijnt in een gelimiteerde oplage van 300 exemplaren en is te koop in de BOZAR BOUTIK. De poëzie van Bonset is ook te lezen in de literaire bezoekersgids.
Curator: Gladys Fabre
BOZAR/Paleis voor Schone Kunsten
Circuit Koningsstraat
Paleis voor Schone Kunsten
Koningsstraat 10
1000 Brussel
fleursdumal.nl magazine
More in: Antony Kok, Art & Literature News, Dada, De Stijl, Doesburg, Theo van, Kok, Antony, Kurt Schwitters, Piet Mondriaan, Schwitters, Kurt, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg
Chaim Levano
(Theatermaker, musicus, mimespeler en klankkunstenaar, (1928)) is op 17 februari 2016 overleden.
Chaim Levano was zijn hele leven gefascineerd door de historische avantgarde van de muziek, het theater en de literatuur. Zijn solo-performance van de Ursonate van dadaïst Kurt Schwitters werd overal zeer geprezen. Chaim Levano trad ook op met werk van avantgardisten als Gertrude Stein, Daniil Charms en Samuel Beckett.
Chaim Levano was verder o.a. lid van het experimentele mimegezelschap Waste of Time van Will Spoor. Verder was hij repertoirebegeleider van de dansgezelschappen Ballet der Lage Landen en het Amsterdams Ballet en werkte hij als repetitor van de opera-opleiding van het Amsterdams Conservatorium.
Daarnaast was Chaim Levano te zien in producties van het Holland Festival en de Theaterunie (De ui (1979), Gebed zonder end (1982)) en in voorstellingen van het Ro Theater (Mieke Mom (1985), Master Class (1987), De nieuwe kleren van de keizer (1988) en Zomerdans (1992).
In 2013 verscheen een film en boek over Chaim Levano:
Theater Levano
Een film en een boek over Chaim Levano
Camiel Hamans, Ben van Melick en Kees Hin (film)
Uitgeverij Huis Clos
nummer 46 | 2013
1000 exemplaren | 144 p | 15 x 24 cm | offset
letter FF Scala en DTL Caspari | papier Biotop 3
ISBN 978 90 79020 19 5
€ 27,50
Inclusief DVD
Best verzorgd boek 2013
Premier Award 2014 International Society of Typographic Designers
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book Lovers, Art & Literature News, Dada, In Memoriam, MUSIC, Schwitters, Kurt, THEATRE
Laure
(Colette Peignot 1903 – 1938))
D’où viens-tu ?
D’où viens-tu avec ton cœur
déchiré aux ronces du chemin.
Les mains calleuses de casseur de pierre
et ta tête gonflée comme une
outre piquée ?
Nous sommes ceux qui crient dans le désert
qui hurlent à la lune.
Je le sens bien maintenant : « mon devoir m’est remis. » Mais
lequel exactement ?
C’est parfois si lourd et si dur que je voudrais courir dans la
Campagne.
Nager dans la rivière
oublier tout ce qui fut, oublier l’enfance sordide et timorée.
Le vendredi saint, le mercredi des cendres.
l’enfance toute endeuillée à odeur de crêpe et de naphtaline
L’adolescence hâve et tourmentée.
Les mains d’anémiée.
Oublier le sublime et l’infâme
Les gestes hiératiques
Les grimaces démoniaques.
Oublier
Tout élan falsifié
Tout espoir étouffé
Ce goût de cendre
Oublier qu’à vouloir tout
on ne peut rien
Vivre enfin
« Ni tourmentante
Ni tourmentée »
Remonter le cours des fleuves
Retrouver les sources des montagnes
les femmes les vrais hommes travailleurs
qui enfantent
moissonnant
M’étendre dans les prairies
Quitter ce climat
Ses dunes, ses landes sablonneuses, cette grisaille et
ses déserts artificiels,
Ce désespoir dont on fait vertu,
Ce désespoir qui se boit
se sirote à la terrasse des cafés
s’édite… et ne demanderait qu’à nourrir très bien son homme
Vivre enfin
Sans s’accuser
ni se justifier
Victime
ou coupable
comment dire ?
Un tremblement de terre m’a dévastée
On t’a mordu l’âme
Enfant !
Et ces cris et ces plaintes
Et cette faiblesse native
Oui –
Et s’ils ont vu mes larmes
Que ma tête s’enfonce
jusqu’à toucher
le bois
et la terre
LAURE (Colette Peignot) poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: - Archive Tombeau de la jeunesse, Archive K-L, Laure (Colette Peignot)
Geburtsort Cabaret Voltaire
Es war nur eine kurze Episode, ein halbes Jahr «Cabaret Voltaire» zwischen Februar und Juni 1916, die sich in der Liegenschaft Spiegelgasse 1 abspielte. Bekannt ist, dass die Dadaisten den 1885 geschaffenen Saal auf der Hinterseite des Gebäudes nutzten und dass die Wände schwarz und die Decke blau gestrichen waren. Der Saal ist noch vorhanden, er wurde aber in den 1950er-Jahren kräftig umgebaut. Nicht einmal die heutigen Saalfenster mit ihrem auffälligen Stichbogensturz stammen aus der Zeit des Cabaret Voltaire. Man hat 1950 die ursprünglich noch viel grösseren Rechteckfenster historisierend verkleinert. Untersuchungen an den Wänden des Saals ergaben, dass alle vorgefundenen Farbschichten aus der Zeit von 1950 und später stammten. Unter diesen jungen Farbschichten kam eine Backsteinwand zum Vorschein, die ursprünglich mit einem Täfer verkleidet gewesen sein muss. Dieses ist 1950 entfernt worden. Auch die blaue Decke ist heute nicht mehr vorhanden. Somit finden sich – zumindest an den untersuchten Stellen – nicht einmal mehr Farbspuren des Zustandes von 1916. Aus der Zeit stammen der Grundriss und die Raumhöhe, sowie die Gusseisensäulen im Innern des Saales. Das Säulenpaar stützt seit 1885 die darüber stehende Hausfassade, die einfach hilft die Decke zu tragen und reicht bis in den mächtigen Gewölbekeller hinunter.
Obsession Dada: 165 Feiertage
Am 5. Februar 2016 jährt sich die Eröffnung des Cabaret Voltaire zum 100. Mal und Dada feiert damit ein Jahrhundert der Existenz. Gefeiert wird dies mit 165 Feiertagen und einer Manifestation unserer Obsession Dada. Wir tun dies mit den drei Themenbereichen Dadalogie, Akademie und Kunst mit dem Ziel, durch dieses Ritual eine Transformation des Cabaret Voltaire zu erreichen, um es zu dem zu machen, was es vor 100 Jahren war: eine Künstlerkneipe und ein freier Ort der zeitgenössischen Kunst. Wir tun dies, indem wir Schwung holen bei den Dadaisten, uns von ihnen inspirieren lassen und von ihnen lernen, mit Philosophen über Gesellschaft und Kunst nachdenken und mit Künstlerinnen und Künstlern die Energieeinheit Obsession entzünden.
Ausstellung «Obsession Dada»
Pünktlich zum 100. Geburtstag eröffnet in der Krypta des Cabaret Voltaire die von Adrian Notz und Una Szeemann kuratierte Ausstellung «Obsession Dada». Sie basiert auf Dokumenten aus dem Archiv des grossen Kurators Harald Szeemann. Für «Obsession Dada» werden u.a. Dokumente über das Museum der Obsessionen und die Agentur für geistige Gastarbeit publiziert.
«Ich sehe diese Ausstellung als eine Entdeckungsreise zu den vielen Intensionen von Obsessionen. Und auf diesem Weg begegne ich vielen wunderschönen Inseln», so Una Szeemann.
Mit einer raumgreifenden Installation, von ihr in konzipiert und in Zusammenarbeit mit Markus Kummer realisiert, wird eine Bühne für Obsessionen geschaffen, die wöchentlich mit Performances, Lesungen und Manifesten bespielt wird.
Den Auftakt macht am 5.2. das Kollektiv Lu Cafausu, gefolgt von Oppy De Bernardo & Aldo Mozzini, Garrett Nelson, Domenico Billar, Thomas Hirschhorn, Marcel Janco, Carlos Amorales, Michele Robecchi, Gianni Motti, Shana Lutker, Nedko Solakov, Pilar Albarracin, Lily Reynaud Dewar, Grupo EmpreZa, Königreiche von Elgaland-Vargaland (KREV) uvm.
«Offizium» für die 165 wichtigsten DadaIstinnen
Parallel widmet sich Adrian Notz im täglichen Offizium um 6:30h den 165 DadaistInnen. Am Feiertag von Hans Arp wird die «Die Schwalbenhode» vortragen. Sophie Taeuber-Arp wird am 24. Februar. zelebriert.
Wahrlich gefeiert wird allabendlich, an den Soiréen. So wird zum Beispiel mit 6 Tänzerinnen und einer Puppenspielerin am 10. Februar die Marionette «The Robot King» von Sophie Taeuber-Arp zum Leben erweckt, nach einer 36 stündigen «Hacktion» spielt am 5. März die Genfer Kultband «The Death Brothers» oder die internationale Performance Gruppe «Blago Bung», deren Name vom lautmalerischen Ausdruck von Hugo Ball abgeleitet wurde, kreiert für den 9. April ein Lyrik-Konzert.
«Obsession Dada»
5. Februar–15. Mai 2016
Dokumente aus dem Harald Szeemann Archiv
Wöchentliche Soiréen mit zeitgenössischen KünstlerInnen
165 Feiertage
Cabaret Voltaire
Spiegelgasse 1
8001 Zürich
# Meer info on website CABARET VOLTAIRE
fleursdumal.nl magazine
________________________________________________________
More on DADA 100
on websites about DADA poet Antony Kok,
Theo van Doesburg and others.
DADA in Tilburg: www.antonykok.nl
(also: www.fleursdumal.nl & www.jefvankempen.nl)
Archives DADA Tilburg
Archives Antony Kok Tilburg
Archives De Stijl Tilburg
________________________________________________
More in: Art & Literature News, Ball, Hugo, Dada, DADA, EXPERIMENTAL POETRY, Museum of Literary Treasures, MUSIC, The talk of the town, THEATRE
Laure
(Colette Peignot 1903 – 1938))
Je l’ai vue
Je l’ai vue – cette fois je l’ai vue
où ? à la limite de l’aube
et de la nuit
l’aube du jardin
la nuit de la chambre
avec un sourire qui craque
une patience d’ange
elle m’attend
Et je le sais bien
Puis d’une voix lointaine
elle m’a dit
Ah mais non
Tu ne deviendras pas folle
Entends-tu, tu ne te conduiras pas comme cela,
Tu feras ceci et cela. Elle parlait parlait sans que je ne
comprenne plus rien
Je la suivais malgré moi
Dans un froufrou de soie une robe à traîne avec beaucoup de
volants qui rebondissaient sur chaque marche.
elle a disparu
brillante bruissante
par un escalier étroit
et délabré
En haut
c’était le rayon d’hommes, des milliers de vêtements
Une pièce toujours fermée, surchauffée
Seule présente vivante :
elle
elle parcourait les espaces vides entre les mannequins
portant tous son masque
Laure poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive K-L, Laure (Colette Peignot)
100 Jahre Cabaret Voltaire Jubiläum
Das Cabaret Voltaire begeht den hundertsten Geburtstag von Dada und dem Cabaret Voltaire mit 165 Feiertagen: Einen für jede und jeden der 165 DadaistInnen, die bereits in der Dauerausstellung «Dada in Nuce» portraitiert wurden. 2016 fokussiert sich das Cabaret Voltaire wieder verstärkt auf die Zusammenarbeit mit zeitgenössischen KünstlerInnen, welche sich mit Dada auseinandersetzen. Mit täglich stattfindenden Soiréen will das Cabaret Voltaire in einer masslos überfordernden Bespielung bis zum Irrsinn, bis zur Bewusstlosigkeit einen künstlerischen Ort schaffen, in dem das Ereignis im Vordergrund steht.
Am 5. Februar 2016 wird das Cabaret Voltaire hundert Jahre alt. Als Geburtsort von Dada wollen wir dieses Ereignis von Februar bis Juli – der historisch-mythischen Entstehungszeit von Dada – exzessiv feiern. Denn hier, an der Spiegelgasse 1 in Zürich, wurde 1916 am Abend des 5. Februar im Saal der «Meierei» die «Künstlerkneipe Voltaire», welche später in «Cabaret Voltaire» umbenannt wurde, der erste Dada Abend ausgetragen. Tristan Tzara, Marcel Janco, Hans Arp, Sophie Taeuber-Arp, Hugo Ball, Emmy Hennings und Richard Huelsenbeck gehörten zu den Begründern. Der 5. Februar wird offiziell als Geburtstag von Dada gefeiert, obschon erst am 18. April 1916 die Bezeichnung «Dada» gefunden wurde. Das Cabaret Voltaire selbst war bis zum 23. Juni 1916 in Betrieb, als Hugo Ball im kubistischen Kostüm als magischer Bischof auftrat. Danach fand am 14. Juli 1916 im Zunfthaus zur Waag die erste Dada Soirée mit dem Vortrag des Eröffnungs-Manifests von Hugo Ball statt. Diesen Zeitraum bis zur Abreise von Hugo Ball und Emmy Hennings ins Tessin um den 18. Juli 1916 kann man als die mythische Entstehungszeit von Dada betrachten. Ein Jahr später wurde Dada in der «Galerie Dada» als Kunstbewegung berühmt und weltweit verbreitet.
Die 165 Feiertage zum hundertsten Geburtstag werden zu einer Legende, zu einer Gladiatorengeste, ähnlich derjenigen des ursprünglichen Cabaret Voltaire, zur Wiederaufführung einer Legende und zum Ausleben einer Obsession. Der «Obsession Dada» geht das Cabaret Voltaire auch in einer gleichnamigen Sonderausstellung (Eröffnung 5. Februar 2016) auf den Grund. Der Schweizer Kurator Harald Szeemann (1933–2005) hat sich mit Obsession der Kunst und dem Ausstellungsmachen verschrieben. Viele seiner Ausstellungen widmeten sich explizit Dada oder den Dada-Erben. Gemeinsam mit der Künstlerin Una Szeemann will das Cabaret Voltaire dieser Obsession im Archiv von Harald Szeemann im Getty Research Center in Los Angeles nachgehen und in Zusammenarbeit mit dem Getty Research Center eine Ausstellung samt Publikation entwickeln. Ein weiterer zeitgenössischer Künstler, welcher im Jubiläumsjahr im Cabaret Voltaire die erste «Soirée des Cubismo Ideologico» organisieren wird, ist der mexikanische Künstler Carlos Amorales, der Begründer der avantgardistischen Bewegung «Cubismo Ideologico». Er spürt in Lateinamerika dem Stern nach, welchen Marcel Duchamp sich einrasiert hat. Die schwedischen Künstler Carl Michael Hausswolff und Leif Elggren, Begründer der «Königreiche von Elgaland-Vargaland» (KREV), deren Territorium aus allen Grenzen und dem «Dazwischen» besteht, organisieren 2016 ein Gipfeltreffen, im Zuge dessen die Schweiz als Grenze von den Königreichen von Elgaland-Vargaland annektiert wird und somit alle Innen- und Aussengrenzen der Schweiz aufgehoben werden. Die Schweiz als «Vogelkäfig umgeben von brüllenden Löwen», wie Hugo Ball 1916 sagte, wird zur internationalen Grenze, einer neutralen Zone oder einem Kondomminium aller Staaten der Welt.
Dada Jubiläum im Cabaret Voltaire 5. Februar–18. Juli 2016
Cabaret Voltaire
Spiegelgasse 1 Dada-fotografie project ‘Hoe bluf ik mijn weg door fotografie?’
8001 Zürich
___________________________________________________________
More on DADA 100
on websites about DADA poet Antony Kok,
Theo van Doesburg and others.
DADA in Tilburg: www.antonykok.nl
(also: www.fleursdumal.nl & www.jefvankempen.nl)
Archives DADA Tilburg
Archives Antony Kok Tilburg
Archives De Stijl Tilburg
___________________________________________________________
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Ball, Hugo, Dada, Literary Events, Marcel Duchamp, THEATRE
Hendrik Nicolaas Werkman
(1882-1945)
Gestadige beweging
printa printo
cito typo
composita
colorita
sano corpo
bene torbo
bras de more
ras te vore
vaste code
baste mode
tanto tempo
desto presto
ante poco
sito foco
ador amo
para diso
sin peccato
nil dacapo
bene vista
male jacta
poke d’ore
pido lore
paso retro
volte metro
Hendrik Nicolaas Werkman poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive W-X, De Ploeg, Hendrik Nicolaas Werkman, Werkman, Hendrik Nicolaas
Laure
(Colette Peignot 1903 – 1938)
Le Corbeau
C’était dans la forêt
le silence et le secret
d’une étoile à multiples rayons.
Loin, à l’orée du bois
dans cette allée
que des arbres bas
couvrent en arceau
un enfant passa
perdu
effrayé, émerveillé de me voir
comme je l’apercevais lui-même
tout enchâssé dans une sphère à flocons de neige.
Les tourbillons nous rapprochaient
comme pour se jouer de lui et de moi.
Un soleil violet, hors d’usage
et des lueurs d’orage
nous glaçaient d’épouvante.
Les fées et les ogres se disputant décidément
notre commune angoisse
voulurent que la foudre déchirât
non loin de là
un grand arbre
qui s’ouvrit
comme un ventre.
Je bramai.
L’enfant, jambes nues zébrées de froid et capuchon
bien réel (à tordre)
rouvrit les yeux.
A ma vue, il s’enfuit.
Renonçant à le poursuivre
ramassant dans l’ornière un étrange destin
somme toute fort logique
je rebroussai mon chemin
« comme si de rien n’était »
mais je sentais à mon épaule
ce frôlement lourd et discret
de l’oiseau aux ailes noires
et le considérant avec douceur
j’eusse voulût que partout il m’accompagnât et
toujours me précédât
comme un chevalier son héraut.
De plus en plus perdue
heurtant les pierres
glissant sur les feuilles mortes
m’enlisant dans la vase d’un étang
j’arrivai à une maison abandonnée
un puits de mousse et vert de gris
un seuil défoncé
j’entrai.
Le papier à fleurs et moisi
ondulait par vagues
vers un plancher pourri
une cheminée béante
exhibait les traces encore intactes d’un feu éteint
cendres, tibias calcinés de frênes et de bouleaux.
Je poussais des portes sans gonds
dont la chute me terrifiait
j’ouvrais des fenêtres sans carreaux
comme si l’air me manquait.
Enfin, je montai un escalier dérisoire.
Les murs, couverts de graffitis étranges, inconnus
jamais vu
mettaient ma vie à nue
avec mon nom en toutes lettres mêlé à des crimes :
« et de quel droit ?
du droit des pauvres ».
Dans ce grenier souillé
l’oiseau me rejoignit
de son cri
pour fouailler les vivants
de son bec
pour dépecer les morts
l’ombre noire projetée sur moi
semblait élire une proie
La nuit ma trouvée
étranglée au fond du bois
Elle m’a enveloppée d’un halo de lune
et bercée dans la brume
une brume blanche, mouvante et givrée :
« je connais ton étoile
va et suis-la
Cet être sans nom
renié tour à tour
par la nuit et le jour
ne peut rien contre toi
et ne te ressemble pas
crois-moi
Lorsque demain à l’aube
ta tête sera jetée
au panier des guillotinés
souviens-toi
Assassin
Que toi seul
as bu à mon sein
« tout le lait de la tendresse humaine »
Laure (janvier 1936) poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive K-L, Laure (Colette Peignot)
Daniil Kharms
(1905-1942)
Sommergarten
Michajlov ging durch den Sommergarten,
eine Hängematte unter seinem Arm.
Er suchte ganz lange,
wo er die Hängematte aufhängen könnte.
Doch überall störten die lästigen Wärter.
Michajlov überlegte es sich anders
und setzte sich auf eine Bank.
Auf der Bank lag eine hinter gelassen Zeitung.
Eine hinter gelassen Zeitung.
Michajlov setzte sich auf die Zeitung
Und überlegte schnell weiter.
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive C-D, Archive K-L, Kharms (Charms), Daniil
Hendrik Nicolaas Werkman
(1882-1945)
Sabbath der eenvoudigen
Zij dansen de bestemmingen van de mens
dat hij niet in het leven is geroepen
om te jachten en te jagen
dat het goed is van ophouden te weten
en te rusten en te lachen
die oeroude, maar vandaag op grote schaal
vergeten wijsheid dansen zij
H.N. Werkman
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive W-X, De Ploeg, Hendrik Nicolaas Werkman, Werkman, Hendrik Nicolaas
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature