Or see the index
Hendrik Marsman
(1899-1940)
Sterfbed
Ik zie de zon nog in het venster staan
maar reeds vervaagt de schemering de uren.
Ik weet dat het niet lang meer duren kan,
totdat ik met den dood alleen zal zijn.
Gij hebt mij lief; ik heb vergeefs getracht
u zo volledig lief te hebben als gij mij;
vergeef het mij: ik heb het slecht gedaan,
en bid voor mij en ga dan van mij heen;
hoe teer en machtig het ook is geweest,
het heeft voor mij nu alles afgedaan.
Schrei niet, ik zal u nazien totdat gij
de deur volkomen achter u zult hebben afgesloten
en mij alleen gelaten met den dood;
ik heb een leven lang in lafheden verdaan, en groot
zal het ook in het eind niet zijn,
maar ik wil in het enige gevecht
dat er op aan komt, trachten geen knecht te zijn.
Kom, ga nu heen, slechts dan heb ik de kracht
dit laatste te doorstaan zoals gijzelf
dit laatste tussen u en mij doorstaat:
zonder veel tranen,
woordenloos en recht.
Hendrik Marsman poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, Marsman, Hendrik
Hendrik Marsman
(1899-1940)
Aan de dood
Dood
neem mij mee.
ik heb hier afgedaan.
ik wil op de rotsen te pletter slaan
en versplintren in open zee…
neem mij mee,
dood.
(Uit: Porta Nigra (1934))
Hendrik Marsman poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, Marsman, Hendrik
Hendrik Marsman
(1899-1940)
De bruid
Ik dacht dat ik geboren was voor verdriet —
en nu ben ik opeens een lied
aan ‘t worden, fluisterend door het ijle morgenriet
nu smelt ik weg, en voel mij openstromen
naar alle verten van de horizon,
en ik weet niet meer
waar mijn loop begon.
de schaduwen van blinkend witte wolken
bespelen mij en overzeilen mij;
en scholen zilvren vissen bevolken
mijne diepte en bliksemend voel ik ze mij
doorschieten en mijne wateren alom doorkruisen
en in mijn lissen vluchten
zij zijn mijn kinderen en mijn liefste dromen .. .
ik ben nu volgegoten met geluk.
de tranen die ik schreide en de zuchten
zie ik vervluchtigen tot regenbogen
die van mijn ogen springen naar de zon.
waar zijn de bergen van de horizon?
ik zie ze niet…
Hendrik Marsman poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, Marsman, Hendrik
Hendrik Marsman
(1899-1940)
Slapende vrouw
De onrust en de lichtbewogen
ontvanklijkheid van hare trekken
zijn weggewist en overtogen
door maanlicht, dat in zachte plekken
gestort ligt over kruin en peluw —
en dekens die haar slaap bedekken
welven het maanlicht tot een landschap,
een keten die zijn tere bekkens
van zilverglans doet overstromen —
hoe lieflijk droomt het hoofd daarboven:
de mond, die vlinders niet zou wekken
is vaag geopend en de ogen
die overdag het leven vingen
liggen behoedzaam nu geloken
tussen de ijle zwarte veren
van wimpers en van wenkbrauwbogen.
(Uit: Porta Nigra (1934))
Hendrik Marsman poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, Marsman, Hendrik
Hendrik Marsman
(1899-1940)
De vreemdeling
Laat mij alleen.
Dit is de tweesprong onzer wegen.
Gij hebt mij tot den versten rand geleid.
Maar keer hier om, ween niet.
Gij kunt den laatsten tocht naast mij niet schrijden,
noch ik met u, gij gaat hem eens alleen.
Gij zijt mij nochtans onverdeeld verpand:
Ik heb uw bloed den donkren kus gegeven
van hen, die boven dood en leven
ontstegen zijn. Ik ben hun afgezant.
Ik beid uw komst.
Wij zullen eens den zwarten wijn
van dood en donker uit één beker drinken,
wij zullen stromend in elkaar verzinken
en eeuwig zijn.
Vaarwel.
Ik keer niet weer.
Maar gij komt zelve, later.
Vaarwel, het water
roept voor de derde keer.
Hendrik Marsman poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, Marsman, Hendrik
Hendrik Marsman
(1899-1940)
De hand van de dichter
Glazen grijpen en legen;
veel jagen en reizen;
vrouwen omhelzen en strelen;
strijden op felle paarden
en blinkende wateren splijten;
spelen met licht en donker;
de dag en de nacht doorrijden
onder fluweel en schaduw en
flonkrende sterrenbeelden.
het staat niet in mijn hand gegrift;
en een hand is een leven, een lot;
ik lees slechts in fijn scherp schrift
– en dit geldt voor vroeger en later –
weinig liefde en wijn, veel water,
soms een racket, een zweep, maar
stellig nimmer een zwaard.
zo is mij enkel bewaard
langzaam maar vast te verwijven
in nijver monnikenwerk:
bidden en verzen schrijven
geel op geel perkament,
en mijn hand alleen te verstrengelen
met mijn eigen andere hand
en in een cel te versterven
oud op een houten bank.
Hendrik Marsman poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, Marsman, Hendrik
Hendrik Marsman
(1899-1940)
Maannacht
De maan breekt de wolken uiteen;
en stromende uit die wel breken
kolken en kreken, gletschers en meren
naar alle verten uiteen.
de aarde is klein en alleen,
een slingerend schip in het ruim,
dat zich stampend en schuin
overstag gaand in doodsangst
kampende boven houdt
op het kolkende water des donkers
onder het stormende schuim.
ik lig in het ruim naast een vrouw.
haar borsten rijzen en dalen;
zij slaapt, zij denkt nu alleen
in haar dromen aan het geluk;
hoe vredig haar ademhalen:
zij weet niets van de nood
van ons schip, zij hoort
de seinen niet gillen
noch het angstige fluiten
driemaal, als een signaal
van de dood.
gun mij nog twee uren slaap,
ik kán zo niet blijven waken.
– neem dan nu afscheid van haar,
misschien zult gij de morgen niet halen,
tenzij in een ander land.
ik schuif mijn hand in haar hand
– zie, even beven haar wimpers –
zo liggen wij naast elkaar
als tweelingen, sluimrende kindren.
zullen wij elkaar niet meer vinden
dan zij mij dood – of ik haar?
Hendrik Marsman poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, Marsman, Hendrik
Hendrik Marsman
(1899-1940)
Paradise regained
De zon en de zee springen bliksemend open:
waaiers van vuur en zij;
langs blauwe bergen van den morgen
scheert de wind als een antilope
voorbij.
Zwervende tussen fonteinen van licht
en langs de stralende pleinen van ‘t water,
voer ik een blonde vrouw aan mijn zij,
die zorgeloos zingt langs het eeuwige water
een held’re, verruk’lijk-meeslepende wijs:
‘Het schip van den wind ligt gereed voor de reis,
de zon en de maan zijn sneeuwwitte rozen,
de morgen en nacht twee blauwe matrozen –
wij gaan terug naar ‘t Paradijs.’
Hendrik Marsman poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, Marsman, Hendrik
Hendrik Marsman
(1899-1940)
De vrouw van de zon
‘Ik zag een vrouw, die schreed
alsof zij nooit zou sterven.’
A. Roland Holst
Vrij en eeuwig,
tijdeloos ontheven,
in een hoog en onaanrandbaar zweven,
schrijdt gij,
koninklijk geheven,
langs de blauwe muren van het licht.
o! de sneeuwstorm van uw gouden mantel
o! de zon, het diamanten vlamsel,
dat de heemlen uitstroomt uwer haren
langs de wolkenloze bergen van de dag
o! de nacht –
waar uw fonkelende gouden tocht
in de hoge, sidderende loop der herten
eenzaam eindigt,
in de diepste verten.
Hendrik Marsman poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, Marsman, Hendrik
Hendrik Marsman
(1899-1940)
De zee
Wie schrijft, schrijv’ in den geest van deze zee
of schrijve niet; hier ligt het maansteenrif
dat stand houdt als de vloed ons overvalt
en de cultuur gelijk Atlantis zinkt;
hier alleen scheert de wiekslag van het licht
de kim van het drievoudig continent
dat aan ons lied den blanken weerschijn schenkt
van zacht ivoor en koolzwart ebbenhout,
en in den dronk den geur der rozen mengt
met de extasen van den wingerdrank.
Hier golft de nacht van ‘t dionysisch schip
dat van de Zuilen naar den Hellespont
en van Damascus naar den Etna zwierf;
hier de fontein die naar het zenith sprong
en regenbogen naar de kusten wierp
van de moskee, de tempel en het kruis.
Hier heeft het hart de hoge stem gehoord
waardoor Odysseus zich bekoren liet
en ‘t woord dat Solon te Athene sprak;
en in de branding dezer kusten brak
de trots van Rome en van Babylon.
Zolang de europese wereld leeft
en, bloedend, droomt den roekelozen droom
waarin het kruishout als een wijnstok rankt,
ruist hier de bron, zweeft boven déze zee
het lichten van den creatieven geest.
Hendrik Marsman poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, Marsman, Hendrik
Hendrik Marsman
(1899-1940)
Herinnering aan Holland
Denkend aan Holland
zie ik brede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hoge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,
boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een groots verband;
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.
Hendrik Marsman poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, Marsman, Hendrik
Hendrik Marsman
(1899-1940)
Doodstrijd
Ik lig zwaar en verminkt in een hoek van de nacht,
weerloos en blind: ik wacht
op de dood die nu eindelijk komen moet.
het paradijs is verbrand: ik proef roet,
dood, angst en bloed.
ik ben bang, ik ben bang voor de dood.
ik kan hem niet zien,
ik kan hem niet zien,
maar ik voel hem achter mij staan.
hij is misschien rakelings langs mij gegaan.
hij sluipt op zware geruisloze voeten onzichtbaar
achter het leven aan.
hij is weergaloos laf:
hij valt aan in de rug;
hij durft niet recht tegenover mij staan;
ik zou zijn schedel te pletter slaan.
ik heb nu nog, nu nog, een wild ontembaar
verlangen naar bloed.
Ontwaken
Ik lig nog te bed in de blinkende morgen
en hoor in mijn hart en daarbuiten het ruisen der nieuwe zee,
reuken en blijde geluiden
en de bloeiende geuren der kruiden
vervliegend als schuim in het zonlicht
en op de wind drijft het mee.
nu is er rust en een wijdheid vol nieuwe kracht;
voor mijn vertwijfeling en mijn stoutmoedigste droom
een onpeilbaar heelal:
water, zonlicht en gletschers
en ook bij nacht de kristallen
der glinsterende eeuwige sneeuw.
en hier – aan mijn zijde – het dal:
als de zachte gebogen kust van een klein en sluimerend meer;
zie hoe hij zich vouwt
in de bocht van een tere
en onuitputlijke droom.
Hendrik Marsman poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, Marsman, Hendrik
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature