In this category:

Or see the index

All categories

  1. AFRICAN AMERICAN LITERATURE
  2. AUDIO, CINEMA, RADIO & TV
  3. DANCE & PERFORMANCE
  4. DICTIONARY OF IDEAS
  5. EXHIBITION – art, art history, photos, paintings, drawings, sculpture, ready-mades, video, performing arts, collages, gallery, etc.
  6. FICTION & NON-FICTION – books, booklovers, lit. history, biography, essays, translations, short stories, columns, literature: celtic, beat, travesty, war, dada & de stijl, drugs, dead poets
  7. FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor's choice, etc.
  8. LITERARY NEWS & EVENTS – art & literature news, in memoriam, festivals, city-poets, writers in Residence
  9. MONTAIGNE
  10. MUSEUM OF LOST CONCEPTS – invisible poetry, conceptual writing, spurensicherung
  11. MUSEUM OF NATURAL HISTORY – department of ravens & crows, birds of prey, riding a zebra, spring, summer, autumn, winter
  12. MUSEUM OF PUBLIC PROTEST
  13. MUSIC
  14. PRESS & PUBLISHING
  15. REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS
  16. STORY ARCHIVE – olv van de veestraat, reading room, tales for fellow citizens
  17. STREET POETRY
  18. THEATRE
  19. TOMBEAU DE LA JEUNESSE – early death: writers, poets & artists who died young
  20. ULTIMATE LIBRARY – danse macabre, ex libris, grimm & co, fairy tales, art of reading, tales of mystery & imagination, sherlock holmes theatre, erotic poetry, ideal women
  21. WAR & PEACE
  22. ·




  1. Subscribe to new material: RSS

Swarth, Hélène

· Hélène Swarth: Liefde · Hélène Swarth: Liefde

Hélène Swarth: Liefde

- heleneswarth

Hélène Swarth

(1859-1941)

 

Liefde

I

En langs een wand van rotsen, rug aan rug,

Volgde ik een pad verlicht door maan noch zon.

Toen stond ik vóór een afgrond en ik kon

Geen handbreed verder en geen stap terug.

 

En de angst des doods kwam over me, ik begon

Te beven en ik riep: – ‘Wie bouwt me een brug?’

En ‘t ver gebergte gaf mij, hoonend-stug,

Mijn woorden weêr, tot wanhoop mij verwon.

 

Toen zag ik naast me een marmerbleek gelaat,

Met donkere oogen, vonklende in den nacht,

En ‘k hoorde een stem, gebiedend, schoon zeer zacht:

 

‘Zoo ge om mijn hals vertrouwend de armen slaat,

Draag ík u over de’ afgrond!’ – Ik dan, als

Een kind, sloeg de armen, zwijgend, om zijn hals.

 

II

Ik hoorde ‘t ruischen van zijn vleugelslag

En anders niet. Toen vroeg ik: – ‘Wie zijt gij?

‘k Voel me aan uw borst zóó veilig en zóó blij,

Als hadde ik niet geleefd vóór dezen dag.’

 

Maar zwijgend vloog hij voort naar de andre zij

Van de’ afgrond, en ik weende om wat ik zag:

De weemoedswel, die in zijne oogen lag,

Vloeide over. – ‘Engel, is die traan voor mij?’

 

En na een wijle sprak hij: – ‘Ja, ik ween

Om wat ge in mijn naam lijden moest weleer,

En wéér moet lijden. Zie, hier blijft ge alleen.’

 

En in een woud liet hij met mij zich nêer,

Sloot met een kus mijne oogen en… vloog heen.

En ‘k zeeg ter aarde en hoorde en zag niet meer.

 

Hélène Swarth poetry

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive S-T, Swarth, Hélène


Hélène Swarth: Liefde

Hélène Swarth

(1859-1941)

Liefde

 

I

En langs een wand van rotsen, rug aan rug,

Volgde ik een pad verlicht door maan noch zon.

Toen stond ik vóór een afgrond en ik kon

Geen handbreed verder en geen stap terug.

 

En de angst des doods kwam over me, ik begon

Te beven en ik riep: – ‘Wie bouwt me een brug?’

En ‘t ver gebergte gaf mij, hoonend-stug,

Mijn woorden weêr, tot wanhoop mij verwon.

 

Toen zag ik naast me een marmerbleek gelaat,

Met donkere oogen, vonklende in den nacht,

En ‘k hoorde een stem, gebiedend, schoon zeer zacht:

 

‘Zoo ge om mijn hals vertrouwend de armen slaat,

Draag ík u over de’ afgrond!’ – Ik dan, als

Een kind, sloeg de armen, zwijgend, om zijn hals.

 

 

II

Ik hoorde ‘t ruischen van zijn vleugelslag

En anders niet. Toen vroeg ik: – ‘Wie zijt gij?

‘k Voel me aan uw borst zóó veilig en zóó blij,

Als hadde ik niet geleefd vóór dezen dag.’

 

Maar zwijgend vloog hij voort naar de andre zij

Van de’ afgrond, en ik weende om wat ik zag:

De weemoedswel, die in zijne oogen lag,

Vloeide over. – ‘Engel, is die traan voor mij?’

 

En na een wijle sprak hij: – ‘Ja, ik ween

Om wat ge in mijn naam lijden moest weleer,

En wéér moet lijden. Zie, hier blijft ge alleen.’

 

En in een woud liet hij met mij zich nêer,

Sloot met een kus mijne oogen en… vloog heen.

En ‘k zeeg ter aarde en hoorde en zag niet meer.

 

Hélène Swarth poetry

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive S-T, Swarth, Hélène


Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature