Or see the index
Taal aan weerszijden van het instrument
1.
De koffer, bewapend, riffbestendig,
klapt open om de gitaar af te stemmen
op aanstaande feestwarmte. Langoureus
als verhalen die de wijnstokkenplanter inzet
met aarde.
De handen, nog eens uitvallend
in een moment van plankenkoorts,
nagelen zich aan het noten vangend meidenkoor.
Geen beter braakpoeder voor zangers
dan een strak halssnoer van klinkers.
Hengelen naar genera van de gitaar:
aan de plastiek rond haar waagt zich
in zijn smidse van ritmes een stamelaar,
pooier van de kortste stilte.
2.
Harmonieuze katten, donker als dennenbomen,
slopen door het gras zonder enig geluid.
Ze wisten niet dat het gras ronddraaide.
De katten kregen katten, grijs sloeg het gras uit.
3.
De gitaren, ontladen van blauwe toonaarden,
rusten elk in een hoek van de kamer.
Daarstraks werden ze dicht bijeen alsmaar slechter horend gezelschap
nog opgeroepen als een waarachtig ding,
maar niet zo behandeld.
Ze willen nu
het rockmotief regelvast binnenrollen,
gezamenlijk drie octaven afleggen,
zonder later aan de spelers te moeten trekken of van hen terug te veren,
op eigen houtje snaren doen afspringen,
huiverend voor het open akkoord in nadat lang aangehouden hen ombuigen zal
tot gladde ratelslangen de wurging nabij.
4.
De straatmuzikant neemt een magere kat onder handen. Zoveel pels vernikkelt zijn eelt.
Hij luistert naar de resonanties achter haar gejank
en een vervalsing die daarin sluipt.
Haar darmen hangen te drogen boven de krater,
die zijn instrument aanzien geeft en opspaart wat nog
negen levens lang moet doorklinken.
Hij speelt goedgunstig, zoals de kat
uit het bedelzingen is geboren opnieuw in Nashville.
Met verwijzingen naar songs van Lovin’ Spoonful en naar
“The Man with the Blue Guitar” van Wallace Stevens.
Richard Steegmans
(Uit: Richard Steegmans: Ringelorend zelfportret op haar leeuwenhuid, uitgeverij Holland, Haarlem, 2005)
Richard Steegmans (Hasselt, 1952) is dichter en muzikant met een grote voorliefde voor rock, pop, soul, blues, country uit de jaren 60. Hij publiceerde de dichtbundels Uitgeslagen zomers, uitgeverij Perdu, Amsterdam, 2002, en Ringelorend zelfportret op haar leeuwenhuid, uitgeverij Holland, Haarlem, 2005. Gedichten van zijn hand verschenen in de literaire tijdschriften De Gids, Poëziekrant, Parmentier, DWB, Deus ex Machina, De Brakke Hond, Tortuca, Krakatau, Tzum en in talrijke bloemlezingen.
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive S-T, Steegmans, Richard
Over het doorstaan van de rijpheid
kan ik allerhande vruchten uit vreemde landen
ongeschonden in een mand op je hoofd laden
erop toezien dat ze geen connotaties aangaan
met een tot woordeloos geslagen lichaamsdeel
tegenwerpen dat op je buik opgediend worden
ze uit de bluts houdt, ze op het stilleven drukt
ze in voorhoedegevechten brengt tegen de tong
die van elke schaal de vlezigste bodem afzoekt
in de wetenschap dat een eetbare banaan zaadjes
ontbeert, van haar kweker het snoeimes trotseert
of zal ik met Burlatkersen je paternosteren
Richard Steegmans
(Uit: Richard Steegmans: Ringelorend zelfportret op haar leeuwenhuid, uitgeverij Holland, Haarlem, 2005)
Richard Steegmans gedichten
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive S-T, Steegmans, Richard
Blues met bekentenis
Eens beroept de geliefde zich op een ommekeer van gevoelens,
loopt ze op een onzichtbare morgen voorgoed zonder koffers zijn idioom uit.
Hij neemt voor kort de kleur aan
van een overgewaaid bevattelijk lied,
zeult het knaagdier als in de voering
van winterjassen mee in bluesmuziek.
Verlamde neger, doordrenkte schoenenen een grof pak, vlooit zijn stem na
in ritmes waarop zijn mannelijkheid is
vertrapt. Een man van herhaalde malen.
Blues is uitgelicht een botsing
van klank op dichtgeslagen deuren.
Blues is achteropgeraakte
liefde, een uitgeleefde die overgaat in schoongewreven instrumenten, waarmee
voor nieuwe liefde weer geen mond kan gesnoerd.
Straten, met de lome lengte nu van veel nog te vergeten dagen,
waren hun zij aan zij zo gewend van
blues is geen onderdak bekend.
Richard Steegmans
(Uit: Richard Steegmans: Ringelorend zelfportret op haar leeuwenhuid, uitgeverij Holland, Haarlem, 2005)
Richard Steegmans gedichten
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive S-T, Steegmans, Richard
Verwisseling van de hoofden
De grotere, mooie zussen van mijn kamergenoot
waren echte teenagers, hielden van Buddy Holly.
Ik was tien jaar, verbleef zes hoog in het ziekenhuis,
leed aan een long waarin zich water had opgehoopt.
Uit een raam op de gang zag ik de zeven koolmijnen
in mijn provincie. Ik kende hun plaatsnamen en kon
de terril aanwijzen waarover elke dag mijn vader liep.
Herfst, de roetmoppen waren al uit de schoorsteen geveegd,
een vrachtauto laadde kolen af op ons erf
– de mijnwerkers mochten per dag een volle emmer
naar huis dragen, kolenbons sparen. Nadat ik kolen
in kruiwagens had geschopt telde ik mijn handblaren.
Kompel was hij niet, zijn naamwoord lichtte ik uit
compulsieve rompzinnen. Hij werkte in ’t zonlicht
boven op de mijn, schop ter hand, is in veertig jaar
niet één keer in de schacht afgedaald. Op de terril
won hij op een regendag vertrouwen van een jonge,
verdwaalde hond, bracht hem in zijn tas op de bus mee naar huis.
Er zijn jonge hondjes van gekomen.
Het ijverig bespuugde eelt in zijn handen is verdwenen.
Op zijn schouders staat soms mijn hoofd, dat bevangen raakt
door enge gedachten aan de reusachtige dreiging
van zware aardlagen op de diepdonkere, hete delfplek,
waar een claustrofobie, het eeuwig uitschurend stof en
nesten van ratten de totale schedelholte willen innemen.
Of op mijn schouders zijn hoofd, waarin ik eenvoudig denk
de dood te kunnen afhouden die hem onder de grond stopt.
Richard Steegmans
(Uit: Richard Steegmans: Ringelorend zelfportret op haar leeuwenhuid, uitgeverij Holland, Haarlem, 2005)
Richard Steegmans (Hasselt, 1952) is dichter en muzikant met een grote voorliefde voor rock, pop, soul, blues, country uit de jaren 60. Hij publiceerde de dichtbundels Uitgeslagen zomers, uitgeverij Perdu, Amsterdam, 2002, en Ringelorend zelfportret op haar leeuwenhuid, uitgeverij Holland, Haarlem, 2005. Gedichten van zijn hand verschenen in de literaire tijdschriften De Gids, Poëziekrant, Parmentier, DWB, Deus ex Machina, De Brakke Hond, Tortuca, Krakatau, Tzum en in talrijke bloemlezingen.
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive S-T, Steegmans, Richard
Nachtlied, afluisterbaar
Je nadert aan het eind van een doormijmerde middag
het drinkgelagenplein
en knoopt nog een uurtje zonneschijn
los uit je bandana.
Rond een tafel dicht bij elkaar praten drie vrouwen
over hun welwillend voorbijgaan aan het punt dat de nacht
hen doorgaans scheidt –
je voorziet de halfzachte punten
waarop ze haveloos in de morgenschemering
zich samenvallen laten.
De verzamelde tinten
van de benen van de ene zijn eender
als die van de rug van een andere, van wie je
het nooit gedroomde voorkomen verwisselbaar acht
met dat van de uit iedere schaduw wegschuivende
en naar een dienster wuivende derde.
De dienster die de caféterrassen af zal sluiten
kan zeggen: ‘Dames, we komen op het punt
dat de nacht ons scheidt.’ Of: ‘Goedenacht,
er wachten meerdere heren die u regelrecht
met de deur in hun onvervalste slaaphouding
laten vallen.’
Op de drie loskomende tongen leg je een lijstverhaal
waarin je beter wel dan niet wordt opgevoerd.
Ken ook hier je hoekplaats, buiten hun toedoen, zolang de nacht
in ouvertures je aan het opstrijken is.
Richard Steegmans
(Uit: Richard Steegmans: Ringelorend zelfportret op haar leeuwenhuid, uitgeverij Holland, Haarlem, 2005)
Richard Steegmans gedichten – kempis.nl poetry magazine
More in: Archive S-T, Steegmans, Richard
Valeri Brumel (1942-2003)
Vanuit een betonnen bestaan inzoomend
op lichaamskunst: de lat ligt op zekere
hoogte en op de hoogte is de springer.
Toeschouwers die aan hem willen tillen.
Aan de rand van een speelveld, dor en doorkruist,
als de bleker van beelden, maakt hij zijn opwachting.
Niet meer afgeleid wil hij het even hoog
krijgen in zijn hoofd, waar al zekerheid heerst
omtrent de aanloop en het afstootpunt blind
benaderd hard wordt. Dit is nooit uitstellen
tot aan een robuuste horde op de horizon, tot
aan een grens waarachter de verschuiving stuikt.
Prikkeldraad uitgerold – eens scheurt die buik.
Hij springt naar wat de val breken zal, bekomt
rond de lat van alle ruimte het alleengebruik.
Richard Steegmans
(Uit: Richard Steegmans: Ringelorend zelfportret op haar leeuwenhuid, uitgeverij Holland, Haarlem, 2005)
Richard Steegmans gedichten
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive S-T, Steegmans, Richard
Misleiding in de dans
1.
omdat hij ook als oorbijter
geen klank kan halen uit zijn doek
schotelt waarachtig de schilder je ogen het pijnpunt voor:
zomernachten waarin het daglicht een tempering doormaakt,
onvindbaar puin van ingestorte balzaalmuren nabij de zee
wat moeten heren terwijl ze dansen toch aan
met dames in lange, ondoorschijnende jurken
die het voorzichtig aantikken van de voeten erotiseren
een dame in het wit
en een in het zwart die durft
een bloem te vertrappen op de gladste drempel
die zich laat insnoeren
als het glazen vat van een zandloperze komen niet aan dansen toe
maar ontwrichten zich als muziekbron
de schilder onmachtigbeiden hoogblond
en daarom toortsen voor de belichting
van een danspaar tussen hen in
dat mekaar de benen afsnijdt
onberispelijk in het verraadmekaar in de slaap toevoerende ogen kijkt
en van de dame in het rood
– zo zij aan de heer die met haar danst
iets overhoudt – zal de jurk verder
ritsloos afglijden op de grond
in hun naijver horen de dames
in de branding elk een ander soort muziek
drumt het zich uit de schootsvellen, worden ze dover
voor een onmatig geschilderd lied
waarop het dansen
hemelsbreed uitdraait op een voortwiegen
in lichtbundels, op het invlechten van hun modellendom
2.
toon je als een pretmaker met het pijnpuntig palet
dan geen muzikanten
… of neemt de branding met een bassriff dat op zich
doe je oog eens uit
vang het in een droge kwast
mik het op je doek, precies daar,
waar een figuur die je vorige nacht
hebt aangebracht, een heer opgezweept
door de schrikkeldans, je eigenste gezicht moet krijgen
zo sta je, schilder, met mij
oog in oog, geen caleidoscoop verleidelijk tussen ons in
reppen kan niet meer
van de zoute monden op het doek
die lang uitgepraat het vuur van je ingespuwd krijgen
voor een danser telt muziek, een zwierige partner,
maar nu meer nog, met dat oog van je, de omgeving
en wat daarin aan overspeligheden uit de hemel valt
menig oog, buiten het doek, ziet deze nacht verstoord
door het maan- of zonlicht dat stompzinnig de zee inglijdt
je drukt een dame en dansant dicht tegen je aan
maar je oog, over haar schouder, valt naast haar
alsof het geslepen moet aan de wispelturige vormen
van ieder (van alles voor je uitspokend) achterwerk
in een contrapas die het uitschuiven belet
nu kan je oog helemaal rondgaan, langs achter
de voorgrond naderen, mijn eenzijdige blik
op de dames als muziekbron vernietigen
mij, terwijl het soms aanknipt, brengen op het scherpste
oorspronkelijkste woord voor wat omstandig
in dikke verf de gezichten uitloopt
Richard Steegmans
naar het schilderij ‘Dans van het leven’ van Edvard Munch
(Uit: Richard Steegmans: Ringelorend zelfportret op haar leeuwenhuid, uitgeverij Holland, Haarlem, 2005)
Richard Steegmans (Hasselt, 1952) is dichter en muzikant met een grote voorliefde voor rock, pop, soul, blues, country uit de jaren 60. Hij publiceerde de dichtbundels Uitgeslagen zomers, uitgeverij Perdu, Amsterdam, 2002, en Ringelorend zelfportret op haar leeuwenhuid, uitgeverij Holland, Haarlem, 2005. Gedichten van zijn hand verschenen in de literaire tijdschriften De Gids, Poëziekrant, Parmentier, DWB, Deus ex Machina, De Brakke Hond, Tortuca, Krakatau, Tzum en in talrijke bloemlezingen.
Richard Steegmans gedichten – kempis.nl poetry magazine
More in: Archive S-T, Steegmans, Richard
Vriendinnen, woorden weghalend
hoorde je de man naast je op een terras niet zeggen
oude vriendin is weg en nieuwe vriendin is ook al weg
niet dat ze weg zijn
van de nagalm van krachtwoorden die hun bedriegerij ontbinden,
van hun verstrekkers van omcirkelde intimiteit, van begoocheling
rond gevoelens waarover de uitspraken aankomen als zweepslagen
weg zijn ze, losgelaten
zoals de briefschrijver na veel bedenktijd
een anekdote achter zijn plompe woorden opheft
zoals de huid aan zomerse tinten inboet
naarmate in een handspiegel de herfst verstrijkt
bevind je roekeloos in hun gezichtsveld, op hun schootsafstand
ontwaar velden en distanties die ze eenmaal onderweg
in de korte boot aan het uitroeien zijn
wat door de ene verbluffend is afgedaan
als een anekdote op de rand van het adorabele
blijft voor anderen een bloedernstig bod tegen het ongenaakbare
Richard Steegmans
(Uit: Richard Steegmans: Ringelorend zelfportret op haar leeuwenhuid, uitgeverij Holland, Haarlem, 2005)
Richard Steegmans (Hasselt, 1952) is dichter en muzikant met een grote voorliefde voor rock, pop, soul, blues, country uit de jaren 60. Hij publiceerde de dichtbundels Uitgeslagen zomers, uitgeverij Perdu, Amsterdam, 2002, en Ringelorend zelfportret op haar leeuwenhuid, uitgeverij Holland, Haarlem, 2005. Gedichten van zijn hand verschenen in de literaire tijdschriften De Gids, Poëziekrant, Parmentier, DWB, Deus ex Machina, De Brakke Hond, Tortuca, Krakatau, Tzum en in talrijke bloemlezingen.
Richard Steegmans gedichten
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive S-T, Steegmans, Richard
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature