Or see the index
Mijnheer Cros gaat op een bijzondere manier in op het leven van Charles Cros (1842-1888).
Deze literaire ingenieur (Liesbeth van Nes) en boeiende buitenstaander (Bernlef) kan worden genoemd als de literaire voorloper op Dada, het surrealisme en het absurdisme, maar ook als de commercieel weinig gewiekste uitvinder van de fonograaf, de kleurenfotografie en (met een knipoog) de communicatie met andere planeten.
Een bescheiden selectie van zijn poëzie en monologen vormt in samenhang met zijn hinkende privéleven, de springplank voor losjes op zijn leven geïnspireerde schetsen, in proza, poëzie en beeld van Harry van Doveren, Kreek Daey Ouwens, Theo Rikken en Ineke van Doorn.
Charles Cros (1842-1888) was een Frans dichter. Hij mag worden gezien als een van de literaire voorlopers van het dadaïsme, het surrealisme en het absurdisme. Daarnaast was hij uitvinder van de fonograaf en de kleurenfotografie. Het lukte hem echter niet deze uitvindingen te gelde te maken.
Mijnheer Cros
Cros, Charles
Rikken, Theo – Doveren, Harry van – Doorn, Ineke van – Daey Ouwens, Kreek
ISBN 978-90-8684-162-2
Formaat: 12.5 x 20 cm.
Omvang: 128 pag.
€17,50
2018
Uitgeverij IJzer
new books
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Archive C-D, Art & Literature News, Cros, Charles, DADA, Ouwens, Kreek Daey, Photography, SURREALISM
Blauwe hemel
nieuwe dichtbundel van Kreek Daey Ouwens
door Carina van der Walt
Op Nationale Gedichtendag 2014 is de nieuwe dichtbundel van Kreek Daey Ouwens geïntroduceerd in Café De Nieuwe Liefde in Amsterdam. Blauwe hemel is in alle opzichten een goedverzorgde bundel – van de subtiele schakeringen van blauw en de illustratie op de omslag tot bij de laatste poëtische tekst op pagina 79:
Overjarige citroenen zijn bitter.
Je moet ze dezelfde dag nog eten.
Bij de eerste hap trekt je mond
zich samen. Alsof je in ijs bijt.
Maar je tong went eraan.
Met deze laatste tekst eindigt de beschrijving van het “overjarige” huwelijk van de hoofdpersoon, meneer Danie. De beschrijving van citroenen begint op p.9 in het eerste van de vijftien delen, waaruit de bundel is opgebouwd:
Ik koop citroenen, die zwaar zijn als ijzer.
Het perspectief is van meneer Danie. Alle “gedichten” zijn zonder titels. Ze zijn als kralen aan elkaar gesnoerd om samen één verhaal van een beknellend ongelukkig huwelijk te vertellen. Meneer Danie leeft samen met mevrouw Danie en hun magere kat, maar hij is verliefd op de kassière Larissa. Met zijn verliefdheid doet hij niks, behalve voortdurend aan Larissa te denken, in zijn gedachten met haar gesprekken te voeren en acht brieven aan haar te schrijven die allemaal beginnen met “Mijn Larissa”. Voor zijn pragmatische en even vereenzaamde vrouw voelt hij weinig. Zijn gevoelens van zwaarmoedigheid, angst en wanhoop worden overgedragen met alledaagse metaforen. Anemonen, angstdromen, een zilveren lepel en het dwangmatige tellen van strepen zijn pogingen om zijn ongelukkige leven voor zichzelf dragelijker te maken. Om een beetje houvast te krijgen.
Typografisch is de bundel zeer sober. Er zijn veel witte ruimtes op de pagina’s. Deze witte ruimtes compenseren de loodzware emoties die zich verschuilen achter alledaagse objecten of handelingen. Daey Ouwens’ taalgebruik is fijnzinnig. Haar observaties zijn treffend en dikwijls onontkoombaar. Om een indruk te geven van de constructie van Blauwe hemel volgt hier een van de kortste afdelingen.
Liefde
Opnieuw een angstige droom. Ik werd
zwetend wakker. Hoewel het nog nacht
was, tekende zicht achter de ramen een
doods, wit licht af. Ik ging mijn bed
uit. Ik bekeek mezelf in de spiegel.
Met stukjes en beetjes probeerde ik
mijn droom te duiden. Ik herinnerde
mij alleen dat die onbegrijpelijk en
beangstigend was. Ook mijn eigen ge-
zicht kwam mij vreemd en bang voor.
Ik sloot mijn ogen. Mijn gezicht bleef
me aanstaren. In een uiterste poging
het uit mijn hoofd te bannen, probeerde
ik de latten van de luxaflex te tellen.
Dat viel niet mee. Ik moest telkens op-
nieuw beginnen.
Gisteren woonde ik de uitvaart bij van
een verre neef. Iedereen wierp wat aarde
op de kist. De weduwe het eerst. Er ging
een schok door me heen, Larissa, zoveel
als ze op u leek! De buiging van haar
nek. Maar ik schrok ook, omdat ik zag
dat ze niet van hem hield. Dat je niet
van iemand houdt, is begrijpelijk. Niet
meer dan een fout. En zoals bij elke
fout kan ik er niet achter komen of een
mens het misschien zelf zo wil. Als dat
zo is, is je verstand er niet tegen op-
gewassen.
Het is opnieuw zeer koud. Bent u warm genoeg
gekleed? Dat winkelschort stelt toch niet
veel voor. En het tocht behoorlijk in die
hoek bij de kassa. Zorg goed voor u zelf,
Larissa. Ik kan niet voor u zorgen.
De Vlaamse gewoonte om de geliefde met “u” aan te spreken herinnert me aan de even zwaarmoedige debuutbundel van de Vlaming, Charles Ducal. Het huwelijk (1987) is een beklemmend relaas over het huwelijksleven. Ducal en Daey Ouwens delen een bijzondere manier van kijken. In de bundel van Daey Ouwens ligt elke tekst als een parel op precies de juiste plaatst. Je wenst het je ergste vijanden niet toe, maar bij lezing slaat regelmatig de ontluistering toe als de herkenbaarheid je in het gezicht staart.
CARINA VAN DER WALT
Kreek Daey Ouwens (Lindenheuvel, 1942) debuteerde in 1991 met Stokkevingers, een bundel verhalen en gedichten. In 1995 verscheen Tegen de kippen en de haan, in 2004 Kinderbed en in 2009 De achterkant, dat genomineerd werd voor de VSB Poëzieprijs 2009-2010.
Kreek Daey Ouwens: Blauwe hemel – Uitgever: Wereldbibliotheek 2014 – ISBN: 9789028425668 – Prijs: € 19,90 – 80 blz.
fleursdumal.nl magazine for art & literature
More in: - Book News, Archive O-P, Art & Literature News, Ouwens, Kreek Daey, Walt, Carina van der
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature