Or see the index
Mary Shelley verblijft op haar veertiende bij een familie in Schotland, waar een innige vriendschap ontstaat met Isabella Baxter.
Samen dwalen ze in het gebied dat al eeuwen verhalen herbergt over monsters en geesten, en op een dag stuiten ze diep in het bos op een man die geen man is. De ledematen log en lelijk, een hoofd dat noch menselijk, noch dierlijk is.
Vier jaar later brengt Mary met haar geliefde Percy Shelley een bezoek aan haar vrienden John Polidori en Lord Byron, bij het Meer van Genève. ’s Avonds bij het haardvuur vertellen ze elkaar verhalen. Een flintertje herinnering brengt haar terug naar haar tijd met Isabella in Schotland, en ook naar David Booth, een zeer intelligente, charismatische, maar tegelijk ook griezelige man, die een grote interesse in Mary en Isabella ontwikkelde. Dan dient ook het monster uit het bos zich weer aan, en vanuit die gedachte ontstaat haar verhaal over het monster van Frankenstein.
Mary is een ode aan de verbeelding, een verhaal over creëren, over de onlosmakelijke band tussen fantasie en werkelijkheid. En evenals Mary Shelley toont Anne Eekhout de kracht van een vrouw wanneer die iets ter wereld brengt wat niemand voor mogelijk had gehouden.
Anne Eekhout debuteerde in 2014 met de roman Dogma, die werd genomineerd voor de Bronzen Uil voor het beste debuut, op de longlist stond van de AKO Literatuurprijs en die wordt vertaald in het Duits. In 2016 verscheen Op een nacht (genomineerd voor de BNG Literatuurprijs) en in 2019 Nicolas en de verdwijning van de wereld, dat de prijs voor het Beste Boek voor Jongeren won. In november 2021 verschijnt de roman Mary waarin met verbluffende verbeeldingskracht de achttienjarige schepper van het meesterwerk Frankenstein tot leven wordt gewekt.
# new novel
Mary
Auteur: Anne Eekhout
Type: Gebonden
ISBN: 9789403153315
NUR: 301
Aantal pagina’s: 384
Uitgever: De Bezige Bij
Verschijningsdatum: 18-11-2021
Prijs: 24,99
• fleursdumal.nl magazine
More in: #Biography Archives, - Book News, - Bookstores, Archive E-F, Archive S-T, Byron, Byron, Lord, Keats, Keats, John, Mary Shelley, Percy Byssche Shelley, Shelley, Shelley, Mary, Shelley, Percy Byssche
Percy Bysshe Shelley
(1792-1822)
Good-night
Good-night? ah! no; the hour is ill
Which severs those it should unite;
Let us remain together still,
Then it will be good night.
How can I call the lone night good,
Though thy sweet wishes wing its flight?
Be it not said, thought, understood –
Then it will be — good night.
To hearts which near each other move
From evening close to morning light
The night is good, because, my love,
They never say good-night.
Slaap zacht
Slaap zacht? o nee, het uur valt zwaar
Dat binden moest wie scheiden wacht;
Verblijven wij steeds bij elkaar,
Dan wordt het pas: slaap zacht.
Hoe noem ik slapen “zacht”, alleen,
Al steunt ’t zijn vlucht als jij ’t lief zegt?
Maar komt voor ’t zeggen, ’t wensen, geen
Moment, volgt slaap zacht echt.
Voor harten altijd dicht tesaam,
Van ’s avonds laat tot ’s morgens vroeg,
Is nachttijd, liefste, aangenaam
En slaap al zacht genoeg.
Vertaling Cornelis W. Schoneveld 2012
Percy Bysshe Shelley poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Percy Byssche Shelley, Shelley, Shelley, Percy Byssche
Percy Byssche Shelley
(1792-1822)
To Night
Swiftly walk o’er the western wave,
Spirit of Night!
Out of the misty eastern cave,
Where, all the long and lone daylight,
Thou wovest dreams of joy and fear,
Which make thee terrible and dear, –
Swift be thy flight!
Wrap thy form in a mantle grey,
Star-inwrought!
Blind with thine hair the eyes of Day;
Kiss her until she be wearied out –
Then wander o’er city, and sea, and land,
Touching all with thine opiate wand –
Come, long-sought!
When I arose and saw the dawn,
I sighed for thee;
When light rode high, and the dew was gone,
And noon lay heavy on flower and tree,
And the weary Day turned to his rest,
Lingering like an unloved guest,
I sighed for thee.
Thy brother Death came, and cried,
Wouldst thou me?
Thy sweet child Sleep, the filmy-eyed,
Murmured like a noontide bee,
Shall I nestle near thy side?
Wouldst thou me? – And I replied,
No, not thee!
Death will come when thou art dead,
Soon, too soon –
Sleep will come when thou art fled;
Of neither would I ask the boon
I ask of thee belovèd Night –
Swift be thine approaching flight,
Come soon, soon!
1821
Percy Byssche Shelley
Aan de nacht
Jaag snel over de westgolf voort,
Geest van de Nacht!
Uit de mistgrot van ‘t oosters oord,
Waar, ‘t daglicht lang, jij eenzaam wacht,
En bange en blije dromen weeft,
Wat angst, en vriendschap, voor je geeft, –
Snel zij je jacht!
Neem ‘n mantel, grijs, met sterbeslag,
Sla hem om!
Blinddoek met j’ haardos eerst de Dag;
Kus haar dan moe, weerom en weerom –
Ga daarna stad, en land, en zeeën af,
‘t Al rakend met je opiumstaf –
Gezochte, kom!
Toen de ochtend gloorde voor mijn oog,
Gold jou mijn zucht;
Toen dauw weg was, en het daglicht hoog,
Toen ‘t groen leed door de middaglucht,
En toen moe de Dag zocht naar zijn rust,
Dralend als ‘n gast, lang weggekust,
Gold jou mijn zucht.
Je broer de Dood kwam, en vroeg,
“Zocht je mij?”
Je zoet kind Slaap, die ‘n oogfloers droeg,
Gonsde als een middagbij:
“Wou jij dat ik naast je sliep?
Zocht je mij?” – Waarop ik riep,
“Weg hier, jij!”
Dood komt na jouw laatste zucht,
Gauw, te gauw –
Slaap komt als jij bent gevlucht;
De gunst die ik nu vraag van jou
Vraag ik hun niet, geliefde Nacht –
Eindig hier gezwind je jacht,
Kom gauw, gauw!
Vertaling Cornelis W. Schoneveld
Uit: Bestorm mijn hart, de beste Engelse gedichten uit de 16e-19e eeuw gekozen en vertaald door Cornelis W. Schoneveld, tweetalige editie. Rainbow Essentials no. 55, Uitgeverij Maarten Muntinga, Amsterdam, 2008, 296 pp, € 9,95 ISBN: 9789041740588
Kempis.nl poetry magazine
More in: Archive S-T, Percy Byssche Shelley, Shelley, Shelley, Percy Byssche
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature