Or see the index
Theo van Doesburg (1883 – 1931)
was behalve beeldend kunstenaar ook criticus, tijdschriftredacteur, architect, dichter en wat al niet. en wat al niet.
Alles in zijn leven deed hij met een enorme gedrevenheid en doorzettingsvermogen. Steeds verkondigde hij luidruchtig zijn visie, en hij was niet gediend van tegenspraak.
Voortdurend was hij bezig zijn leven en dat van anderen richting te geven.
Als redacteur van De Stijl, het tijdschrift dat hij in 1917 met Piet Mondriaan en andere geestverwanten had opgericht, kwam hij in contact met iedereen die er in het modernistische Europa toe deed.
Over Van Doesburg zijn duizenden publicaties verschenen, maar deze monumentale biografie, waarvoor de auteurs talloze archieven in Europa en Amerika raadpleegden, is de eerste die alle facetten van dit veelkantige leven belicht.
Hans Renders (1957), verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen, schreef de geruchtmakende biografie van Jan Hanlo en is als criticus werkzaam voor Het Parool en Vrij Nederland. In 2000 publiceerde hij bij De Bezige Bij het boek Braak, over het vermaarde tijdschrijft van de Vijftigers waarin onder meer Remco Campert en Lucebert publiceerden. In 2004 verscheen zijn biografie van Jan Campert, Wie weet slaag ik in de dood en een bloemlezing uit het dichterlijke oeuvre van Jan Campert. Datzelfde jaar verscheen de door hem samengestelde uitgave Gevaarlijk Drukwerk. Een vrije uitgeverij in oorlogstijd. Renders is mede-oprichter van de Jan Hanlo-Essayprijs, redacteur van ZL (Literair-Historisch Tijdschrift) en medewerker van Histoire des Médias; Revue d’histoire en American Journalism History.
Sjoerd van Faassen is geassocieerd onderzoeker bij rkd- Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis en werkte mee aan Van Doesburgs Oeuvrecatalogus. Hij bezorgde twee uitgaven met Van Doesburgs correspondentie, en publiceerde onder meer een monografie over Nederlands-Belgische modernistische netwerken in het interbellum. Hij is redacteur van het cultuurhistorische tijdschrift Rode Haring. Onder zijn redactie verscheen onder meer Roomse ruzie, over het literaire tijdschrift De Gemeenschap (1925-1941).
Ik sta helemaal alleen
Biografie Theo van Doesburg
Auteur(s): Hans Renders, Sjoerd van Faassen
ISBN: 9789403134314
NUR: 641
Type: Gebonden
Aantal pagina’s: 784
Uitgever: De Bezige Bij
Verschijningsdatum: 29-09-2022
Prijs: 49,99
• fleursdumal.nl magazine
More in: #Biography Archives, - Book News, Agnita Feis, Antony Kok, Antony Kok, Archive E-F, Archive Q-R, Constuctivisme, Dadaïsme, De Stijl, Doesburg, Theo van, Essays about Van Doesburg, Kok, Mondriaan, Schwitters, Milius & Van Moorsel, Evert en Thijs Rinsema, Kok, Antony, Kurt Schwitters, Piet Mondriaan, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg (I.K. Bonset)
Antony Kok
schrijver en experimenteel dichter
door Jef van Kempen
Antony Kok werd op 18 april 1882 in Rotterdam geboren, als zoon van Pieter Kok en Sophia Hagen. Zijn vader was adjunct-commies bij de Staatsspoorwegen. Antony Kok overleed op 29 oktober 1969 te Haarlem.
Het grootste deel van zijn jeugd woonde Antony Kok in het Limburgse Maasbree. Na zijn middelbare schooltijd trad hij in het voetspoor van zijn vader door in 1899 ook bij de Staatsspoorwegen te gaan werken. Na eerst in ‘s-Hertogenbosch en Oisterwijk als klerk-telegrafist te hebben gewerkt kwam hij in 1908 naar Tilburg, waar hij het na verloop van tijd tot chef-commies zou brengen.
De eerste tien jaar woonde Kok, die zijn hele leven ongehuwd bleef, op kamers boven slagerij De Brouwer in de Tuinstraat. Hij zou in Tilburg later nog vier maal verhuizen.
In 1914 raakte Antony Kok bevriend met de Amsterdamse schrijver en schilder Theo van Doesburg, die tijdens de mobilisatie in de omgeving van Tilburg was gelegerd. Samen organiseerden zij in 1915 tweemaal een Soiree Intime, waarbij Van Doesburg gedichten voordroeg en Kok piano speelde. Onder invloed van Van Doesburg experimenteerde Kok dat jaar, als een van de eersten in Nederland, met het schrijven van klankpoëzie.
In die tijd ontstonden ook plannen voor het oprichten van een eigen tijdschrift, waarin zij hun opvattingen over de moderne beeldende kunst en literatuur zouden kunnen ventileren. Dat tijdschrift werd De Stijl, dat van 1917 tot 1932 verscheen en ook internationaal gezien een van de belangrijkste organen zou blijken voor de vernieuwing van met name beeldende kunst en architectuur. Behalve Van Doesburg en Kok behoorden tot de oprichters ook de schilders Huszàr, Van der Leck en Mondriaan, en de architecten Oud en Wils. Zij wilden de beeldende kunst ontdoen van alle overbodige versieringen en zich beperken tot het gebruik van de rechte lijn en de primaire kleuren.
Antony Kok debuteerde in 1917 met zijn gedicht Excelsior in het tijdschrift Eenheid. In hetzelfde tijdschrift publiceerde hij later nog de gedichten De Rozelaar (1917) en Gods Licht (1918). Verder werd in 1917 Koks experimentele gedicht De Wisselwachter in het tijdschrift Holland Express afgedrukt.
In het eerste nummer van De Stijl van oktober 1917 nam Van Doesburg een beschouwing van zijn Tilburgse vriend op met de titel: De moderne schilderij in het interieur.
Antony Kok zou in de loop van de tijd meer beschouwend proza in De Stijl publiceren, zoals Scheppen (1918), Denkextracten. Over organische schoonheid en Kunst en ontroering. Synthetische analyse (1919).
Hij was ook een van de ondertekenaars van de door Stijl-medewerkers gepubliceerde manifesten over beeldende kunst (1918) en literatuur (1920). Van Kok werden in het tijdschrift De Stijl maar twee gedichten opgenomen: in 1921 Stilte + stem (Vers in W) en in 1923 het acht jaar eerder geschreven Nachtkroeg. De beide gedichten, die voor het grootste deel bestonden uit klanknabootsende woorden, werden niet alleen door Theo van Doesburg, maar ook door Piet Mondriaan en Kurt Schwitters beschouwd als een belangrijke bijdrage tot de vernieuwing van de dichtkunst.
Schwitters nam het gedicht Stilte + stem (Vers in W) ook op in zijn eigen tijdschrift Merz. Geïnspireerd door Schwitters schreef Kok in 1923 een aantal dadaïstische gedichten, die echter pas na zijn dood werden gepubliceerd. Het overlijden van Theo van Doesburg in 1931 betekende het einde van het tijdschrift De Stijl.
In 1932 zou er nog een laatste aflevering verschijnen met daarin een In memoriam van de hand van Kok; dat zou tevens zijn laatste publicatie zijn. De omvangrijke briefwisseling tussen Van Doesburg en Kok is een van de belangrijkste bronnen met betrekking tot de geschiedenis van de beweging rond het tijdschrift De Stijl.
Antony Kok stond bekend als een bedachtzaam en vrijgevig man. Hij was een groot kunstminnaar en een mecenas, niet alleen voor bijvoorbeeld Piet Mondriaan maar ook voor regionale kunstenaars. In de jaren na het overlijden van zijn vriend Theo van Doesburg schreef hij nog zelden gedichten, maar legde zich geheel toe op het schrijven van aforismen.Tot aan zijn dood zou hij er vele duizenden schrijven, die hijzelf echter nooit heeft gepubliceerd.
In 1942 ging Antony Kok met pensioen bij de spoorwegen. De jaren daarna zou hij zijn belangstelling voor het spiritisme en de filosofie verder cultiveren en zich in 1946 aansluiten bij de beweging van De Rozenkruisers. Ter wille van die beweging verhuisde hij in 1952 naar Haarlem. In deze stad maakte Kok kennis met de schilder Kees Verweij, die ruim veertig portretten van hem maakte. De tekeningen, die door Kok van een titel waren voorzien, werden tentoongesteld, onder andere in het Stedelijk Museum Amsterdam en het Van Abbemuseum in Eindhoven (1954-1955).
Op 29 oktober 1969 overleed Antony Kok op 87-jarige leeftijd. De meeste publicaties van en over zijn werk kwamen na zijn dood tot stand. Als gevolg van de toegenomen belangstelling voor zijn werk en zijn persoon, werd begin 1985 in de Stadsschouwburg/Kultureel Sentrum van Tilburg nog een grote tentoonstelling aan de ‘Dichter bij De Stijl‘ gewijd.
Meer informatie over Antony Kok op website: www.antonykok.nl
Dit artikel verscheen eerder in: J. van Oudheusden, e.a. (red.), Brabantse biografieën. Levensbeschrijvingen van bekende en onbekende Noordbrabanders. Deel 1, Amsterdam/Meppel, 1992.
Verder gepubliceerd op 14 september 2017 op de website Brabants Erfgoed: https://www.brabantserfgoed.nl/
Op 29 oktober 2019 is het precies 50 jaar geleden dat Antony Kok, schrijver en experimenteel dichter, overleed in een Haarlems ziekenhuisbed.
Tot en met 5 januari 2020 is er een expositie te zien in het Dordrechts Museum over de Haarlemse kunstschilder Kees Verwey, onder de titel: Kees Verwey en zijn idolen. Hier zijn ook 30 portretten te zien van Antony Kok (gemaakt door Verwey) uit de collectie van het Rijksmuseum.
Bij deze expositie in Museum Dordrecht, verscheen de publicatie: Kees Verwey en zijn idolen.
Één van de hoofdstukken heeft als titel: ‘Antony Kok had me te pakken’ en is geschreven door de Antony Kok biografen Hanneke van Kempen en Jef van Kempen.
Kees Verwey en zijn idolen
Dordrechts Museum
2019
ISBN 978-90-71722-30-1
Redactie: Laura van den Hout, Judith Spijksma, Linda Janssen
‘Antony Kok had me te pakken’ door Hanneke van Kempen en Jef van Kempen geeft een beeld van de gang van zaken rond de vriendschap van Antony Kok en de Haarlemse schilder Kees Verwey en is geïllustreerd.
https://www.dordrechtsmuseum.nl/
antonykok.nl magazine
fleursdumal.nl magazine
29 oktober 2019
More in: Agnita Feis, Antony Kok, Archive K-L, DADA, De Stijl, Essays about Van Doesburg, Kok, Mondriaan, Schwitters, Milius & Van Moorsel, Evert en Thijs Rinsema, Hanneke van Kempen, Jef van Kempen, Kurt Schwitters, Kurt Schwitters, Literaire sporen, Piet Mondriaan, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg
Theo van Doesburg richtte in 1917 het tijdschrift De Stijl om het gedachtegoed van deze Nederlandse kunstbeweging weer te geven.
In 1920 nam hij het pseudoniem I.K. Bonset aan en publiceerde onder deze naam woord- en klankbeelden. Hij vond inspiratie bij onder andere Dadaïstische en Futuristische dichters die eveneens experimenteerden met woord en beeld. Dichters als de Italiaan Tommaso Marinetti en de Franse Stephane Mallarmé maar ook zijn vriendschap met de Tilburgse dichter Anthony Kok waren van invloed.
Er is een lijn te ontdekken tussen de experimenten van De Stijl als ook die van de Nederlandse schrijver en dichter Paul van Ostaijen (die in 1921 in het tijdschrift De Stijl negatief werd beoordeeld) naar de zogenaamde Concrete of Visuele poëzie, waarin het minder gaat over de klankkleur maar meer om het zichtbare beeld.
Curatoren: Diana Franssen en Willem Smit.
De tentoonstelling vindt plaats in de bibliotheek, deze is geopend van dinsdag tot en met vrijdag van 11.00 tot 17.00 uur. Weekends gesloten. De bibliotheek is gratis toegankelijk.
tentoonstelling
100 jaar De Stijl: Spel met letters
Onderdeel van het themajaar Mondriaan tot Dutch Design
01/09/2017 – 10/11/2017
Bibliotheektentoonstelling
van abbemuseum
contemporary art museum
bezoekadres
bilderdijklaan 10, eindhoven
# Meer informatie op website Van Abbemuseum
fleursdumal.nl magazine
More in: Antony Kok, Art & Literature News, De Stijl, Doesburg, Theo van, Exhibition Archive, FDM Art Gallery, Kok, Antony, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg
Tentoonstelling Stedelijk Museum Amsterdam
Chris Beekman, de afvallige van De Stijl
8 apr – 17 september 2017
Het Stedelijk Museum presenteert de vergeten De Stijl-kunstenaar Chris Beekman (Den Haag 1887-Blaricum 1964), als anarchist één van de meest politiek actieve kunstenaars verbonden aan deze beweging. Hij was vanaf 1917 betrokken bij De Stijl, keerde zich in 1919 van de groep af maar bleef tot 1922 abstract schilderen. Voor het eerst is het oeuvre van Beekman te zien, in een tentoonstelling van circa 80 werken, uit de collecties van het Stedelijk Museum Amsterdam, Museum Kröller Müller en het Amsterdam Museum.
Schilder en communist Chris Beekman was bevriend met links-radicalen als Bart van der Leck, Peter Alma en Robert van ’t Hoff. Zijn werken uit de beginjaren van De Stijl laten een grote vrijheid zien in geometrische vorm en kleur. Nadat Beekman een tijdlang een actieve rol binnen De Stijl speelde, kreeg hij in 1919 ruzie met De Stijl-voorman Theo van Doesburg. Aanleiding is een politieke actie: een petitie van kunstenaars gericht aan de Nederlandse regering om de communicatie met Russische geestverwanten weer mogelijk te maken. Van Doesburg verwijt Beekman De Stijl te willen politiseren en het komt tot een breuk. Beekman blijft aanvankelijk abstract werken, maar komt tot de conclusie dat abstractie een doodlopende weg is: de revolutie is meer gebaat bij figuratieve kunst met een sterk sociale inslag.
Trait-d’union tussen De Stijl en de Russische Revolutie
In de tentoonstelling is de breuk met De Stijl goed te volgen: waar Mondriaan zijn meest efemere zwart-wit werken schildert, zoekt Beekman gedesillusioneerd een weg terug naar het volk. Hiermee vormt hij een trait-d’union tussen De Stijl en de Russische Revolutie: ook daar keerde menig kunstenaar, waaronder Malevich, terug naar de figuratie.
De tentoonstelling brengt, naast zijn werk van direct voor, tijdens en na de De Stijl-periode, ook de directe context waarin Beekman werkte in beeld. Zo zijn er banden met onder meer Bart van der Leck en Piet Mondriaan, met wie hij in Laren bevriend raakte, en is ook werk te zien van Jacob Bendien, Johan van Hell en Ferdinand Erfmann, en vroeg, verrassend abstract werk van Carel Willink.
Vanaf eind mei 2017 wordt er een epiloog aan de tentoonstelling toegevoegd, waarin duidelijk wordt dat Beekman nummers van De Stijl, met foto’s van abstract werk en De Stijl architectuur, opstuurde naar Malevich. Onderzoek suggereert dat een trapontwerp van Van ’t Hoff wellicht van invloed is geweest op de ontwikkeling van de laatste fase van Malevich’ suprematisme: de Architektons.
De tentoonstellingen omtrent 100 Jaar De Stijl zijn onderdeel van een nieuw, langlopend onderzoeksprogramma van het Stedelijk. Daarin wordt de collectie van het museum, zonder onderscheid tussen beeldende kunst en vormgeving, op een experimentele manier benaderd, geïnterpreteerd en gepresenteerd. Ook de rijke geschiedenis van het instituut en de archieven worden daarbij betrokken.
Stedelijk Museum Amsterdam
Chris Beekman, de afvallige van De Stijl
Nog te zien t.m. 17 sep 2017
# Meer informatie op website Stedelijk Museum Amsterdam
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Constuctivisme, De Stijl, Exhibition Archive, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg
De Stijl bestaat 100 jaar en dat kan bijna niemand ontgaan zijn. Door Utrecht staat De Stijl volop in de aandacht: op de Stadshuisbrug staat een enorme Rietveldstoel, vrijwel elke etalageruit is versierd in Mondriaanstijl en het Centraal Museum heeft een tentoonstelling gewijd aan Rietveld. Maar tussen al dit Stijlgeweld mist er iets: aandacht voor de literaire kant van De Stijl. Beleef het in de expositie “Het vergif van den nieuwen geest” – De Stijl literair van 9 mei tot en met 7 juli in de Universiteitsbibliotheek.
Wanneer de naam Mondriaan valt denkt vrijwel iedereen aan zijn schilderijen. Toch heeft hij niet alleen een penseel ter hand genomen, maar ook de pen. Bekijk Mondriaan’s lussen van de L en hoe hij heeft gesleuteld aan zijn zinnen in het verhaal Klein Restaurant – Palmzondag, dat nog nooit eerder vertoond is.
De Letterklankbeelden van Theo van Doesburg oftewel I.K. Bonset hebben veel weg van de Snellenkaart van de oogarts, maar wees niet misleid want deze Letterklankbeelden waren een vernieuwing in de poëzie. Neem de Leesteekens en leesregels door en draag de Letterklankbeelden hardop voor. Ervaar zelf het gedicht van Van Doesburg!
De Stijl had een duidelijke visie en stond voor verandering. Dit is dan ook terug te lezen in de manifesten die geschreven zijn. De Stijl beperkte zich niet alleen tot Nederland. De manifesten verschenen in meerdere talen. De Nederlandse en Franse versie zijn voor deze expositie voor het eerst bijeen gebracht. Verwacht verder werk van o.a. Kurt Schwitters, Til Brugman, Agnita Feis, Antony Kok, Paul van Ostaijen, H. Marsman, Bert Schierbeek en Jan Hanlo.
Deze tweetalige expositie is samengesteld door Niels Bokhove, filosofie- en literatuurhistoricus en mede-auteur van ‘Utrecht Dada’ (2013), in opdracht van Het Literatuurhuis.
Expositie: “Het vergif van den nieuwen geest” – De Stijl literair
10 mei t/m 7 juli, gratis toegang
Universiteitsbibliotheek Binnenstad, Drift 27, Utrecht
Openingstijden: ma t/m vrij: 08.00 – 22.30 uur |za & zo: 10.00 – 22.30 uur
(let op: U heeft in het weekend, op feestdagen en na 17.00 uur alleen toegang op vertoon van een geldig legitimatiebewijs: rijbewijs, paspoort, identiteitskaart of een (digitale) UU-collegekaart mét pasfoto)
# meer info op website ILFU (International Literature Festival Utrecht)
fleursdumal.nl magazine
More in: Antony Kok, Antony Kok, Apollinaire, Guillaume, Art & Literature News, Baargeld, Johannes Theodor, Ball, Hugo, Constuctivisme, Dadaïsme, De Stijl, Doesburg, Theo van, Exhibition Archive, Kok, Antony, Kurt Schwitters, Kurt Schwitters, Literary Events, Majakovsky, Vladimir, Morgenstern, Christian, Ostaijen, Paul van, Piet Mondriaan, Piet Mondriaan, Schwitters, Kurt, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg (I.K. Bonset), Tzara, Tristan
Foto Antony Kok – Archief JVK Tilburg
GESCHIEDENIS VAN EEN BIOGRAFIE
Over Antony Kok
Door Jef en Hanneke van Kempen
‘De wereld van heden raast door in Dada’s voetspoor’ is een veel geciteerd aforisme van de dichter Antony Kok, dat hij schreef toen hij al oud was. Maar was Kok ook de Dada-dichter die auteur K. Schippers in hem zag, in zijn lezing ter gelegenheid van de opening van de grote Kok-tentoonstelling in de Stadsschouwburg / Kultureel Sentrum van Tilburg begin 1985? Bedoelde Kok, zoals K. Schippers zei, dat Dada niet behoorde tot een tijd of een plaats? Dat Dada niet gebonden was aan een beweging. Dat Antony Kok met zijn aforisme moet hebben bedoeld, dat Dada stond voor een mentaliteit, die van alle tijden was en van de hele wereld? 1)
Of was Antony Kok de man die alleen door toeval, door het feit dat hij beste vrienden zou worden met enkele van de grootste kunstenaars van de 20ste Eeuw, Theo van Doesburg( (1883 – 1931) en Kurt Schwitters, en in navolging van hen Dada-dichter werd, zoals J.A. Dautzenberg (1944 – 2009) in 1985 – in een paginagroot artikel- in De Volkskrant schreef: Een Dada-dichter die op latere leeftijd verstrikt zou raken in mystiek. 2)
Of is het allebei waar? Wat helpt het de biograaf die al 35 jaar probeert het leven van een ander te ontrafelen? Is het niet zo dat zowel Hugo Bal als Theo van Doesburg aan het eind van hun leven Rooms-katholiek zijn geworden? Daar hoor je nooit veel over.
Ottevanger haalt in haar zeer degelijke, maar weinig empathische brievenboek, zelfs meer dan eens dichter Til Brugman aan, die Antony Kok omschreef als een : ‘Een wezensvreemde man, die hij altijd al geweest was’. Is dat echt zo? 3)
Zoveel schrijvers, zoveel meningen. Kok is de afgelopen jaren gekenschetst als een wereldvreemde, een absurdist, een socialist, een pacifist, een religieus fanaat, een middeleeuwer, een dadaïst en nog zoveel meer.
# LEES HIER VERDER GeschiedenisVanEenBiografie PDF
Jaargang 35 – 2017 – nummer 1
Tijdschrift Tilburg
Jef van Kempen en Hanneke van Kempen:
Geschiedenis van een biografie. Over Antony Kok
En verder o.a.
Petra Robben: Mijmering over een Mondriaan in Tilburg. Internationale Tentoonstelling van Nijverheid, Handel en Kunst, 1913
Niko de Wit: ‘Den Does’, een uitkijktoren voor Tilburg. Een hommage aan Theo van Doesburg
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Antony Kok, Art & Literature News, Bauhaus, BIOGRAPHY, Dada, De Stijl, Doesburg, Theo van, Hanneke van Kempen, Jef van Kempen, Kok, Antony, Kurt Schwitters, Piet Mondriaan, Piet Mondriaan, Schwitters, Kurt, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg
Op woensdag 5 april verschijnt het eerste nummer van 2017 van ‘Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur’ met daarin uitgebreid aandacht voor Antony Kok, Theo van Doesburg, Piet Mondriaan en De Stijl.
Jef van Kempen en Hanneke van Kempen schrijven een ‘Geschiedenis van een biografie’ over hun op handen zijnde biografie van Antony Kok. Zij doen verslag van 35 jaar onderzoek naar het leven van Antony Kok, de dichter en spoorwegbeambte uit Tilburg die aan het begin van de Eerste Wereldoorlog vriendschap sloot met de Amsterdamse schrijver en schilder Theo van Doesburg. De omvangrijke briefwisseling tussen Van Doesburg en Kok is een van de belangrijkste bronnen met betrekking tot de geschiedenis van de beweging rond het tijdschrift De Stijl, dat een grote invloed had op de Nederlandse en internationale kunst.
Petra Robben gaat in haar artikel ‘Mijmering over een Mondriaan in Tilburg’ in op de Internationale Tentoonstelling van Nijverheid, Handel en Kunst in 1913. Niko de Wit vertelt over ‘Den Does’, een uitkijktoren voor Tilburg en een hommage aan Theo van Doesburg.
Losse nummers van Tijdschrift Tilburg zijn verkrijgbaar in de Tilburgse boekhandels Gianotten-Mutsaers en Livius de Zevensprong in Tilburg en bij boekhandel Buitelaar in Goirle.
‘Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur’ verschijnt drie keer per jaar en kost € 5,50
DE STIJL in Tilburg: voorpublicatie biografie Antony Kok
# Zie ook: website tijdschrift Tilburg
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Antony Kok, Art & Literature News, BIOGRAPHY, Constuctivisme, Dada, Dadaïsme, De Stijl, Doesburg, Theo van, Essays about Van Doesburg, Kok, Mondriaan, Schwitters, Milius & Van Moorsel, Hanneke van Kempen, Jef van Kempen, Kok, Antony, Kurt Schwitters, Piet Mondriaan, Piet Mondriaan, Schwitters, Kurt, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg
De correspondentie tussen Theo van Doesburg en de broers Rinsema geeft een doorkijk in hun persoonlijke dilemma’s ten tijde van grote maatschappelijke veranderingen.
Het moest eerlijker, socialer en de kunst zakelijker zonder versierselen. Rechte lijnen, primaire kleuren en een duidelijke vlakverdeling.
Dat het lang niet altijd meeviel blijkt uit hun brieven, geschreven in de periode 1915-1931, waarin uitvoerig van gedachten werd gewisseld over kunst, De Stijl, het leven en de dood.
Auteur Thijs Rinsema (1944) leidde overeenkomstig zijn opa Thijs en oudoom Evert een soort ‘dubbelleven’. Waar Thijs en Evert zich naast hun schoenmakersvak in kunst en literatuur verdiepten, combineerde Thijs jr. zijn apothekersvak met de studie algemene cultuurwetenschappen. Na zijn afstuderen verbond hij beide vakgebieden in een uitgebreid onderzoek en promoveerde in 2000 aan de universiteit in Leiden. Hij zegde het apothekersvak vaarwel om zich volledig aan cultuurwetenschappelijk onderzoek te wijden.
Brieven over kunst, DE STIJL, het leven en de dood
De correspondentie tussen Theo van Doesburg en de broers Rinsema van 1915-1931
Auteur: Thijs Rinsema
Paperback
Pagina’s 424
€35,00
(verkrijgbaar vanaf 15-04-2017)
ISBN: 9789056154080
Uitgeverij Bornmeer
# Meer informatie website Uitgeverij Bornmeer
fleursdumal.nl magazine
More in: Antony Kok, Antony Kok, Art & Literature News, Constuctivisme, Dada, Dadaïsme, De Stijl, Doesburg, Theo van, Evert en Thijs Rinsema, Kok, Antony, Kurt Schwitters, Piet Mondriaan, Schwitters, Kurt, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg (I.K. Bonset)
Vanaf 16 april 2017 presenteert Museum Dr8888 de tentoonstelling De Stijl in Drachten: Theo van Doesburg, kleur in architectuur. Te zien zijn o.a. kleurontwerpen, glas-in-loodramen, schilderijen en poëzie van kunstenaars als Theo van Doesburg, Thijs Rinsema en Evert Rinsema. Bijna alle ontwerpen van Theo van Doesburg in Drachten zijn voor het eerst bij elkaar te zien.
Over de tentoonstelling
In een speciale tentoonstelling wordt De Stijl in Drachten belicht, in het bijzonder de relatie tussen Theo van Doesburg, Thijs en Evert Rinsema, Cees Rienks de Boer en de ontwerpen voor de zogenaamde Papegaaienbuurt in Drachten. Vanaf juni 2017 heeft Drachten er een nieuw Stijlicoon bij: het Van Doesburg-Rinsemahuis, met meubels en werken van Thijs Rinsema en ontwerpen van Theo van Doesburg. In Drachten realiseerde Theo van Doesburg zijn eerste grote opdracht: het kleurontwerp voor 16 middenstandswoningen in 1921. Beleef een echt driedimensionaal Stijlschilderij en ontdek dat een woning van 100 jaar geleden nog steeds hypermodern oogt.
Publicatie
Bij de tentoonstelling verschijnt bovendien het boek Brieven over kunst, De Stijl, het leven en de dood. De correspondentie tussen Theo van Doesburg en de broers Rinsema van 1915-1931, dat verkrijgbaar is in de museumwinkel.
Themajaar Mondriaan tot Dutch Design
De Stijl in Drachten: Theo van Doesburg, kleur in architectuur is de tweede tentoonstelling in het kader van de landelijke viering van 100 jaar De Stijl. Naast Museum Dr8888 doen ook Keramiekmuseum Princessehof Leeuwarden en de voormalig Rijksluchtvaartschool in Eelde als vertegenwoordigers van Noord-Nederland mee aan het themajaar Mondriaan tot Dutch Design.
De Stijl in Drachten:
Theo van Doesburg, kleur in architectuur
16 april– 25 juni 2017
Museum Dr8888
Museumplein 2 – 9203 DD Drachten
Gemeente Smallingerland, Friesland
# Meer informatie website Museum Dr8888
fleursdumal.nl magazine
More in: Antony Kok, Antony Kok, Art & Literature News, Dada, De Stijl, Doesburg, Theo van, Evert en Thijs Rinsema, Gerrit Rietveld, Kurt Schwitters, Kurt Schwitters, Piet Mondriaan, Schwitters, Kurt, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg (I.K. Bonset)
The Bauhaus #itsalldesign
Art & Design Atomium Museum (ADAM)
16 maart – 11 juni 2017
Met The Bauhaus #itsalldesign is het Art & Design Atomium Museum [ADAM] verheugd om voor het eerst in haar jonge geschiedenis een tentoonstelling van het Vitra Design Museum te mogen verwelkomen. Deze retrospectieve biedt een complete kijk op het design van de Bauhaus-beweging. De tentoonstelling omvat tal van werken waarvan de meesten nooit eerder getoond werden, uit verschillende domeinen zoals design, architectuur, kunst, film en fotografie. Tegelijkertijd maakt ze ook een parallel tussen het design van het Bauhaus en de huidige tendensen en creaties op het vlak van design, kunst en architectuur. The Bauhaus #itsalldesign toont op die manier hoe actueel deze legendarische culturele instelling nog altijd is. De belangrijke figuren van het Bauhaus worden tentoongesteld zoals Marianne Brandt, Marcel Breuer, Lyonel Feininger, Walter Gropius en Wassily Kandinsky. De hedendaagse bijdrages komen onder andere van Olaf Nicolai, Adrian Sauer, Enzo Mari, Lord Norman Foster, Opendesk, Konstantin Grcic, Hella Jongerius, Alberto Meda en Jerszy Seymour.
Het doel van het “Staatliches Bauhaus”, dat in 1919 in Weimar werd opgericht door Walter Gropius, was een nieuw soort designers op te leiden. Studenten aan het Bauhaus moesten de ambachtelijke en artistieke grondbeginselen kennen, maar net zo goed de menselijke psyche, het perceptieproces, de ergonomie en de techniek – een beroepsprofiel waaraan designers vandaag nog altijd beantwoorden. Volgens het Bauhaus is de ontwerper belast met een zeer ruime, complete missie: hij is niet alleen verantwoordelijk voor het ontwerp van objecten die tegemoet komen aan de behoeften van het dagelijks leven, hij dient ook actief deel te nemen aan de transformatie van de maatschappij. Op die manier tekende het Bauhaus een allesomvattende visie op design uit, die vandaag opnieuw volop omarmd wordt. Termen als Social Design, Open Design of “design thinking” getuigen van een hernieuwde discussie over de vraag hoe ontwerpers hun werken opnieuw in een grotere context kunnen integreren en de maatschappij kunnen helpen heruitvinden.
Vanuit deze zeer actuele invalshoek toont de tentoonstelling het Bauhaus als een complexe, rijkgelaagde beweging, als een “labo van modernisme” dat nog altijd zeer aanwezig is in de designtendensen. De tentoonstelling bestaat uit vier delen met elk een aparte thematiek en begint met een overzicht van de historische en sociale context van het Bauhaus. Het tweede deel toont iconische werken van de beweging, maar ook miskende designobjecten en verkent het creatieproces – tussen kunst, ambacht, techniek en industrie. De thematiek van de ruimte komt aan bod in het derde deel en onderstreept het aantal kunstenaars dat zich aansloot bij de manier waarop het Bauhaus design formuleerde. Dit gold voor theatermakers, architecten die een reflectie rond minimalistische woningen voorstelden en kunstenaars die kleurtheorieën en ruimtelijke modellen ontwikkelden. Het Bauhaus komt hier naar voren als de eerste “totaalervaring” op het vlak van het artistieke modernisme, dat het design wil betrekken bij alle aspecten van het leven. Het vierde deel van de tentoonstelling focust op de communicatiestrategie van het Bauhaus, gaande van de typografie over de tentoonstellingen tot de experimentele artistieke foto’s en films. Hierbij wordt ook ingegaan op de vaak systematische manier waarop werd gewerkt aan de vorming van een mythe en een imago die vandaag nog altijd met de beweging worden geassocieerd.
In de hele expositie worden de actualiteit en de hedendaagse verankering van het Bauhaus onderstreept door historische werken van de periode van het Bauhaus parallel te tonen met die van hedendaagse designers. Zo worden de per computer vervaardigde meubelen van Minale Maede en Front voorgesteld, evenals het Hartz IV-Möbel van Van Bo Le-Mentzel, maar ook manifesten van designers als Hella Jongerius en Opendesk, interviews met ontwerpers als Lord Norman Foster, Enzo Mari, Sauerbruch Hutton en Jason Wu artistiek directeur van Boss Womanswear- of hommages aan het Bauhaus van designers zoals Mike Meiré, Studio Miro en Dokter and Misses. De reikwijdte van de invloed van het Bauhaus is duidelijk zichtbaar, van de auto-ontwerpen van Mercedes-Benz tot de meubelserie Pipe (2009) van Konstantin Grcic voor Muji en Thonet, geïnspireerd door Marcel Breuer. Opmerkelijk zijn ook de vier projecten die speciaal voor de tentoonstelling werden gemaakt door Adrian Sauer, kunstenaar uit Leipzig, Olaf Nicolai, conceptueel kunstenaar, evenals de kunstenaars en auteurs Joseph Grima en Philipp Oswalt.
De confrontatie tussen historische en hedendaagse werken werpt een nieuw licht op het design van de Bauhaus- beweging. Ze spreekt het cliché tegen dat wat men “Bauhaus-design” noemt vooral minimalistisch, koud en geometrisch is en toont daarentegen hoe de ontwerpers afkomstig van deze beweging een grote interesse hadden voor de sociale context, voor experimenten en voor het productieproces. Enerzijds wordt duidelijk dat tal van hedendaagse debatten op een verrassende manier aansluiten bij die van het Bauhaus, of het nu gaat om de mogelijkheden die worden geboden door de nieuwe productiemiddelen en materialen, de rol van de designer in de samenleving of de voordelen van multidisciplinair werk. Anderzijds blijkt dat het Bauhaus, door het uitbreiden van het begrip design, er mee voor gezorgd heeft dat het design zo alomtegenwoordig is in onze hedendaagse samenleving, een fenomeen dat al aangegeven wordt door de ondertitel van de tentoonstelling: The Bauhaus #itsalldesign.
In het kader van The Bauhaus #itsalldesign wordt een catalogus van meer dan 400 pagina’s uitgegeven, bestaande uit een gedetailleerd, rijkelijk geïllustreerd gedeelte evenals essays van gerenommeerde auteurs, met name Arthur Rüegg en Jan Boelen, en een glossarium met de belangrijkste begrippen van het Bauhaus-design. De hedendaagse visie van het Bauhaus wordt benadrukt door talrijke artikels van vermaarde designers, kunstenaars en architecten uit de hele wereld, onder wie Lord Norman Foster, Tobias Rehberger, Arik Levy en Hella Jongerius, die ideeën, projecten en thesissen voorstellen waaruit blijkt hoe actueel het Bauhaus wel is.
The Bauhaus #itsalldesign is een tentoonstelling van het Vitra Design Museum en de Kunst- und Ausstellungshalle der Bundesrepublik Deutschland (Bundeskunsthalle).
The Bauhaus #itsalldesign
van 16 maart tot en met 11 juni 2017 in het
Art & Design Atomium Museum – ADAM.
Belgiëplein 1, 1020 Brussel (Laken)
Het Art & Design Atomium Museum bevindt zich in het noordelijke deel van de stad Brussel, op 5 minuten wandelen van het metrostation Heizel/Heysel (lijn 6) en recht tegenover Paleis 5 van de Heizel, op 100m van het Atomium.
Van 16 maart tot en met 11 juni 2017 in het Art & Design Atomium Museum – ADAM.
# meer info op website Art & Design Atomium Museum (ADAM)
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Bauhaus, Bauhaus, Constuctivisme, DANCE & PERFORMANCE, De Stijl, Design, DICTIONARY OF IDEAS, Exhibition Archive, Fashion, FDM in Berlin, Galerie Deutschland, Kubisme, Modernisme, Photography, Theo van Doesburg
Nieuw kunstprentenboek over De Stijl door Joost Swarte
In 2017 is het honderd jaar geleden dat het tijdschrift De Stijl werd opgericht. Nederland viert dit met het feestjaar Mondriaan tot Dutch design. 100 jaar De Stijl. Met ’s werelds grootste Mondriaan-collectie – en tevens een van de grootste De Stijl-collecties – is het Gemeentemuseum Den Haag het middelpunt van dit feestelijke jaar. Op 11 februari trapt het museum dit jaar af met een tentoonstelling over de ontstaansgeschiedenis van een nieuwe kunst die de wereld voorgoed heeft veranderd. Bij Uitgeverij Leopold verschijnt op 11 februari het prentenboek dat Joost Swarte voor dit jubileumjaar maakte: En toen De Stijl.
Joost Swarte is Nederlands bekendste striptekenaar. Zijn werk is vertaald in het Engels, Frans, Spaans, Noors, Italiaans en Duits en zijn illustraties verschenen in toonaangevende magazines met The New Yorker als belangrijkste blikvanger. Naast striptekenaar is Swarte ook illustrator, architect en vormgever.
En toen De Stijl is een hommage aan de kunstenaars, architecten en ontwerpers die bij De Stijl betrokken waren of erdoor werden beïnvloed. Joost Swarte laat een kat een kijkje nemen in hun ateliers. Die zitten vol verwijzingen naar hun ontwikkeling: van de oprichting van De Stijl door Theo van Doesburg, tot de weg naar abstractie die Van der Leck doormaakte, de ultieme abstractie van Mondriaan, de meubels van Gerrit Rietveld, het door Rietveld geïnspireerde houten speelgoed van Ko Verzuu, tot het grafische werk en de bekende Bruynzeelkeuken van Piet Zwart. Een feest van ontdekking voor jong en oud. –
Joost Swarte:
En toen De Stijl.
Op bezoek in het atelier
Pagina’s 32
ISBN 978-90-258-7238-0
Prijs € 14,99
Uitg.Leopold
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Constructivism, Constuctivisme, De Stijl, Illustrators, Illustration, Piet Mondriaan, Piet Mondriaan, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg
Museum De Lakenhal heeft op de veiling in Londen een zeldzaam, abstract schilderij aangekocht van Theo van Doesburg. Hij schilderde Contra-compositie VII in 1924 in Parijs, in de hoogtijdagen van De Stijl. Precies 100 jaar nadat Theo van Doesburg in 1917 in Leiden het gelijknamige tijdschrift De Stijl oprichtte, kan Museum De Lakenhal dit topstuk van internationaal belang voor altijd toevoegen aan de collectie. Contra-compositie VII werd aangekocht dankzij de genereuze steun van de Vereniging Rembrandt – mede dankzij haar Nationaal Fonds Kunstbezit, het Mondriaan Fonds, het VSBfonds, de Vereniging van Belangstellenden in Museum De Lakenhal, het Lucas van Leyden Mecenaat, de gemeente Leiden, het De Banderfonds en een aantal anonieme, particuliere schenkers.
Zonder de hulp van de Vereniging Rembrandt en haar Nationaal Fonds Kunstbezit was het voor Museum De Lakenhal onmogelijk geweest de benodigde gelden op tijd bij elkaar te krijgen. “De Vereniging Rembrandt heeft waardering voor de voorbeeldige wijze waarop Museum De Lakenhal zich de afgelopen jaren heeft ingezet om De Stijl context te geven in de verzameling en voor de ambitie die het museum ook nu weer tentoonspreidt.”
Oorsprong van De Stijl
Leiden is de bakermat De Stijl. Van 1916 tot 1921 woonde Theo van Doesburg in de stad. Van hieruit ontwikkelde hij zijn avant-garde kunst en bouwde hij aan een Europees netwerk van vernieuwende kunstenaars, architecten en vormgevers. Museum De Lakenhal biedt onderdak aan een reeks van ruim vijftig werken die het ontstaan van De Stijl belichten, maar beschikte tot nu toe nog niet over een iconisch topstuk. Contra-Compositie VII is een aansprekend voorbeeld van De Stijl, zoals die door Theo van Doesburg gepropageerd werd. In het schilderij is duidelijk de invloed van Piet Mondriaan te zien, met wie hij na zijn vestiging in Parijs in oktober 1923 gedurende een korte periode intensief optrok. De visuele kwaliteit en de moderne uitstraling van Contra-Compositie VII maken in één klap duidelijk hoe krachtig de verandering was waar Theo van Doesburg en zijn tijdgenoten voor stonden.
Voor Museum De Lakenhal was het een uitzonderlijke kans dit iconische schilderij van Theo Van Doesburg uit de hoogtijdagen van De Stijl te verwerven. Anders dan bijvoorbeeld Mondriaan, beoefende Van Doesburg vele verschillende disciplines en schilderde hij relatief weinig. Tot nu toe bevonden zich in Nederlandse museale collecties in totaal slechts vijf abstracte schilderijen van zijn hand uit de jaren twintig. De beste schilderijen uit die tijd werden door zijn weduwe Nelly van Doesburg in 1947/48 verkocht aan musea en verzamelaars in de Verenigde Staten, tijdens een reis die zij maakte op uitnodiging van haar goede vriendin Peggy Guggenheim. Ook Contra-Compositie VII behoorde tot die reeks. Met de aankoop van dit schilderij komt het werk nu naar Nederland.
Deze bijzondere verwerving is mogelijk dankzij een genereus schenkingsbeleid. De Vereniging van Belangstellenden in Museum De Lakenhal doneerde een speciale jubileumbijdrage ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan in 2018. Haro Schultz van Haegen, voorzitter van de vereniging: “Deze aanwinst voor de collectie van Museum De Lakenhal is echt bijzonder te noemen. Een schilderij van Van Doesburg van deze kwaliteit komt zelden op de markt. De vriendenvereniging van Museum De Lakenhal (VBL) was al langer van plan om voor ons jubileumjaar in 2018 het museum een mooi cadeau te doen. Dat wij dat in deze vorm met onze bijdrage kunnen doen, vinden wij heel passend. 100 jaar De Stijl, en volgend jaar 100 jaar VBL – het kan niet mooier”.
Museumdirecteur Meta Knol is verguld met de aanwinst: “Museum De Lakenhal is sinds kort gesloten voor de restauratie van het 17e-eeuwse Rijksmonument en uitbreiding met een geheel nieuwe tentoonstellingsvleugel. Contra-Compositie VII zal bij de feestelijke heropening in 2019 de kroon zijn op de nieuwe collectieopstelling, waarin voor het eerst ook een permanente presentatie wordt gewijd aan Theo van Doesburg en de oprichting van De Stijl. In het vernieuwde Museum De Lakenhal start de iconische reis door de collectie straks bij Lucas van Leydens Laatste Oordeel, om te eindigen bij de radicale moderniteit van Theo van Doesburg. “
Presentatie Contra-Compositie VII
De nieuwe aanwinst is straks te bewonderen in het stadhuis van Leiden. Daar zal het schilderij na aankomst in Nederland voor één dag getoond worden in de Burgerzaal, met gratis toegang voor iedereen. Vervolgens wordt het schilderij tot de heropening van Museum De Lakenhal (voorjaar 2019) in bruikleen gegeven aan het Rijksmuseum. Met dit museum heeft Museum De Lakenhal sinds 2014 een samenwerkingsovereenkomst. Het Rijksmuseum toont het schilderij in een speciale opstelling ter gelegenheid van het jubileumjaar 100 jaar De Stijl. In oktober publiceert het Rijksmuseum in samenwerking met Museum De Lakenhal een publicatie over Peggy Guggenheim en Nelly van Doesburg, geschreven door Doris Wintgens-Hötte. Daarin komt ook Contra-Compositie VII aan de orde. Dit boek zal op 6 oktober 2017 tijdens een De Stijl-symposium worden gepresenteerd in het Rijksmuseum.
Museum De Lakenhal is het museum voor kunst, kunstnijverheid en geschiedenis van de stad Leiden. Tot de hoogtepunten uit de collectie behoren werken van oude meesters als Lucas van Leyden, Rembrandt van Rijn en Jan Steen, maar ook van moderne kunstenaars als Theo van Doesburg, Jan Wolkers en Erwin Olaf. Museum De Lakenhal maakt kwaliteitsvolle tentoonstellingen van (inter)nationaal belang op basis van Leidse bronnen. Het museum profileert zich als een vernieuwend netwerkmuseum en verbindt heden en verleden door bezoekers te inspireren met oude en nieuwe gezichtspunten.
Museum De Lakenhal
Oude Singel 32
2312 RA Leiden
# Meer informatie op website Museum Lakenhal
fleursdumal.nl magazine
More in: Antony Kok, Art & Literature News, Constructivism, Constuctivisme, Dada, De Stijl, Doesburg, Theo van, Essays about Van Doesburg, Kok, Mondriaan, Schwitters, Milius & Van Moorsel, Kok, Antony, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature