In this category:

Or see the index

All categories

  1. AFRICAN AMERICAN LITERATURE
  2. AUDIO, CINEMA, RADIO & TV
  3. DANCE & PERFORMANCE
  4. DICTIONARY OF IDEAS
  5. EXHIBITION – art, art history, photos, paintings, drawings, sculpture, ready-mades, video, performing arts, collages, gallery, etc.
  6. FICTION & NON-FICTION – books, booklovers, lit. history, biography, essays, translations, short stories, columns, literature: celtic, beat, travesty, war, dada & de stijl, drugs, dead poets
  7. FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor's choice, etc.
  8. LITERARY NEWS & EVENTS – art & literature news, in memoriam, festivals, city-poets, writers in Residence
  9. MONTAIGNE
  10. MUSEUM OF LOST CONCEPTS – invisible poetry, conceptual writing, spurensicherung
  11. MUSEUM OF NATURAL HISTORY – department of ravens & crows, birds of prey, riding a zebra, spring, summer, autumn, winter
  12. MUSEUM OF PUBLIC PROTEST
  13. MUSIC
  14. NATIVE AMERICAN LIBRARY
  15. PRESS & PUBLISHING
  16. REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS
  17. STORY ARCHIVE – olv van de veestraat, reading room, tales for fellow citizens
  18. STREET POETRY
  19. THEATRE
  20. TOMBEAU DE LA JEUNESSE – early death: writers, poets & artists who died young
  21. ULTIMATE LIBRARY – danse macabre, ex libris, grimm & co, fairy tales, art of reading, tales of mystery & imagination, sherlock holmes theatre, erotic poetry, ideal women
  22. WAR & PEACE
  23. WESTERN FICTION & NON-FICTION
  24. ·




  1. Subscribe to new material: RSS

FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor’s choice, etc.

«« Previous page · Jef van Kempen: Sluis 3 · Antony Kok: Stokpaardje · Julia Origo poetry: Suicide · Julia Origo: Bad girl · Ton van Reen: Klein volk · Julia Origo poetry: Saints · Jef van Kempen over Theo van Doesburg · Ex libris jef van kempen · Antony Kok: Trein · Antony Kok: Nachtkroeg · Jef van Kempen: Keesje · De onvolkomenheden der volmaakte poëzie

»» there is more...

Jef van Kempen: Sluis 3

 

 

  

S l u i s  3

 

Hoog in de lucht drijft een schip

tussen eikenhouten deuren.

Roerloos als de reiger wacht

de visser op zijn prooi,

staart met koele blik

in het zwarte water van

de waterval.

Zijn vrouw wast

-keer op keer-

zijn auto blinkend blauw

en wit en blauw.

Aan het hek spuwen

oude mannen gal,

vertellen duizend en één

verhalen over het leven

en over de dood

(voor zover van belang).


Geruisloos waait een meisje

voorbij,

helling op, helling af, verdwijnt,

met fiets en al, achter een muur

van populieren

(komt zij ooit terug?)


Een late hond likt het asfalt

terwijl zijn baas de sterren zoekt.

Ver weg huilt een kind wanhopig

om de moeder

(komt zij ooit terug?)


Dan slaat hij toe

-oog om oog, tand om tand-

doodt opgewekt zijn prooi.

Hoog in de lucht drijft een schip

tussen eikenhouten deuren.

De schipper, roerloos op de brug,

ziet de visser bij de waterval

en achter hem weet hij de doden,

zij aan zij, steen na steen.


Het wachten is op de nacht

(die altijd komt).



 

Jef van Kempen 

(Geschreven Stad, 1999)

 

kemp=mag poetry magazine

More in: Kempen, Jef van


Antony Kok: Stokpaardje

 

  

Antony Kok 1917

 

S t o k p a a r d j e

naar Schumann’s ‘Kinderscenen’


 

Stokkestokkestek stokkestokkestek

 

stokkestokkestek paardje.

 

Stokkestokkestek stokkestokkestek,

 

waar is je staartje?


 

‘k Weet van geen staartje af.

 

‘k Loop hup hop flink in draf.

 

Huppehuppehop huppehuppehop

 

Huppehuppehop huppehuppehop


Stokkestokkestek paardje,

 

waar is je staartje?

 

Stokkestokkestek paardje.

 

Waar is je staartje?

 

  

 

 kemp=mag poetry magazine

More in: Kok, Antony


Julia Origo poetry: Suicide

Suicide

Rage

in a flash

damaged

by misfortune and eager,

all the worst losses and woes of life,

examine her regrets,

just an attempt at genuine connection

(winters and summers)

at times, struggling to hear,

she leans forward,

face creasing with concentration,

eyes searching.

How Did It Come To This?

Julia Origo

Verona 1965 – London 2005

(From: Bad girl, 1985)

 

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive O-P, Archive O-P, Origo, Julia, Suicide


Julia Origo: Bad girl

 

Bad girl

 

Pity those poor Italian men,

out of reach,

(oh, celibacy in despair!)

but they never look sorry

(why?)

I was invisible to the man on the street

I told him that I was really excited

(born one second after midnight

on New Year’s Day)

a self-absorbed, thumb-sucking bad girl,

beware your wildest dreams…

 

Rain fell like nails upon us,

I seduce his father who flirts with his seatmate

on a long plane flight.

I had always wanted a real man

(always the same face)

as I knew better than to offer him to pay

for he can watch his family from

beyond the grave

(sad news of the death, oh yes,

the theft of childhood and

the dangers to the young, oh yes)

 

delve deeper into Celebrating Possibility

and an engaging sense

of

pale

naked

PAIN.

 

It made no difference.

 

 

Julia Origo

Verona 1965 – London 2005

(From: Bad girl, 1985)

 

 

More in: Origo, Julia


Ton van Reen: Klein volk

VERBANNEN NAAR HET EINDE VAN DE WERELD

Door Jef van Kempen

Toon d’n Dwerg liep alles drie keer. Toon was schaapsherder en dreef een handeltje, al weet niemand meer waarin. Op zijn zwerftochten door De Peel zeulde hij altijd twee pakken koopwaar mee. Omdat die voor hem te zwaar waren, legde hij eerst een pak honderd meter verderop neer en ging dan het andere pak ophalen. Toon is zonder twijfel de meest legendarische dwerg uit De Peel. Hij heeft zelfs een eigen monument in Oploo.

Het onmetelijke, ruige landschap van De Peel is het toneel van de verhalen van Antoon Coolen en Toon Kortooms. En van de vaak eeuwenoude volksverhalen over dwaallichtjes en weerwolven, geesten en spoken, heksen en elfjes, reuzen en kabouters. Soms komen die volksverhalen in een ander licht te staan, zoals de verhalen over reuzen. De reuzen van De Peel waren misschien wel de ondergedoken deserteurs van een Pruisisch regiment van uitsluitend lange mensen, het reuzenregiment, waarvan men nog overblijfselen heeft gevonden. Is na de recente ontdekking van het bestaan van een kleine mens van nauwelijks een meter lang op het Indonesische eiland Flores, de kabouter nog fictie? De kabouters die boer Wullum Roosen heeft ontmoet, waren niet de verzonnen kabouters van Rien Poortvliet en Anton Pieck, maar kabouters van vlees en bloed: : “Ik schatte ze tussen de veertig en vijftig jaar, maar ik denk dat ze er meestal ouder uitzagen dan ze waren. Ze hadden zo’n hoge mutsjes op. Zo’n rode mutsjes. Voor de rest droegen ze gewone kleren. Gewoon als een werkman. Donkere kleren. Hier en daar een scheur erin.”

Ton van Reen (Waalwijk 1941) is een van onze laatste grote volksschrijvers. Hij publiceerde de afgelopen veertig jaar meer dan vijftig romans, verhalenbundels en boeken voor de jeugd. In februari verschijnt een verzamelbundel van zeven van zijn ‘roomse romans’. Van Reen woont al bijna zijn hele leven aan de Limburgse kant van De Peel. Een van zijn meest tot de verbeelding sprekende boeken is: Klein volk. De geschiedenis van de kabouter.

Duivel

Tussen Kessel en Helden liggen de gehuchten Donk, Onder en Het Eindt. Het Eindt werd omzoomd door eindeloze bossen waar niemand een voet durfde te zetten. De bossen waren het terrein van de heidenen en de wolven. In de buurt van Helden werden in 1829 nog drie kinderen door wolven verscheurd. Het Eindt was niet meer of minder dan het einde van de wereld. Er woonden door de eeuwen heen hooguit tien tot twintig gezinnen in armetierige lemen boerderijtjes, omgeven door een verschansing. Zelden kwamen de mensen uit hun verschansing. Ze trouwden binnen het eigen gehucht, vaak met neven en nichten, soms zelfs met eigen broers en zusters. De invloed van de katholieke kerk was in dit afgelegen gebied gering. De meeste dorpen hadden voor 1900 zelfs geen kerk. De inteelt had de geboorte van veel kinderen die leden aan het syndroom van Down tot gevolg, vele malen meer dan in de dorpen en steden. Ton van Reen herinnert zich uit zijn jeugd nog een gezin met zeven zwakzinnige kinderen.

Wat niet gaaf was, was zeker niet gaaf in de ogen van God en moest verstoten worden. In het volksgeloof hadden de mongooltjes het uiterlijk van de duivel. De duivel zou de vader zijn en om die reden konden ze niet worden gedoopt. Tijdens de heksenprocessen in de Zestiende en Zeventiende Eeuw zijn veel van deze kinderen, samen met hun moeders, op de brandstapel omgebracht. Omdat ook een mongoloïde kind kon werken in deze door armoede en honger geteisterde gehuchten, werden ze zo lang mogelijk thuis gehouden. Als ze groter werden en onhandelbaar, werden ze alsnog verstoten en naar de kobolds of de kabouters, zoals ze in de volksmond werden genoemd, in het bos gebracht. Maar ze bleven wel werken in de boerderijen, meestal ’s nachts. In de door Van Reen opgetekende verhalen is een steeds terugkerend thema de boer die vraagt: “Waar kom je vandaan?” Waarop de kabouter antwoordt: “Weet je dan niet dat ik in hetzelfde bed geboren ben als jij?”

Galg

Met Ton van Reen sta ik bij Het Eindt op een kruispunt van vier wegen, naar Kessel, Helden, Baarlo en Maasbree. Achter ons het kabouterbos en voor ons de Heiespoos, de heidense plaats waar eeuwenlang de galg heeft gestaan. Dit was het einde van een wereld, waar de heidenen een halt werd toegeroepen. Wie verder ging, liep het risico te worden gegrepen en opgehangen. Het was een handelsplaats voor de verstotelingen, de marskramers en de zigeuners. Van de zigeuners die hier bivakkeerden zouden de kabouters hebben geleerd hoe ze ketels moesten lappen, ook een steeds terugkerend thema in de volksverhalen.

Van Reen hoorde de verhalen over het kabouterbos al in de jaren vijftig van zijn grootmoeder. In die jaren begon hij, samen met landbouwvoorlichter Graad Engels die kind aan huis was bij de boeren, de verhalen te verzamelen. Zo kwamen de plaatsen boven water waar de kabouters hebben gewoond. Bij hoge uitzondering mag ik die bezoeken, want uit angst voor vandalisme geven Van Reen en andere ingewijden zo weinig mogelijk details. De uitgegraven kuilen waarop de kabouters hun plaggenhutten bouwden, liggen in de luwte van een aantal heuveltjes. Een ooggetuige: “Die zaten met acht manskerels in zo’n hol. En daar waren drie vrouwen bij. Drie van die kleine vrouwen.” Het is er oorverdovend stil. Op deze plaats zouden tijdens de Tweede Wereldoorlog ook onderduikers hun kamp opslaan. Er zijn in deze omgeving meer sporen van de kabouters terug te vinden, zoals de nabijgelegen zestiende-eeuwse boerderij Lormans. In de schuur werkten de kabouters ’s nachts en kregen door een nog steeds te bezichtigen luikje eten en drinken toegeschoven.

Aan de andere kant van het bos zo’n tien kilometer van Het Eindt, bij de Eikenpeel, is ook een Heiespoos. De galgenberg was het hoogste punt van de omgeving. Hier heeft men uitzicht op een eeuwenoude verschansing die als uitkijkpost heeft gediend voor de soldaten, die probeerden het gebied rond De Maas te controleren tijdens de twisten tussen de heren van Kessel en Horn. Achter deze galgenberg leefden de verstoten kinderen van Baarlo, Kessel en Neer. Er zijn waarschijnlijk vier van deze kolonies geweest in deze bossen. Ton van Reen wijst op achtergebleven afval in de kuilen waar de kabouters en onderduikers hebben gewoond. Afgelopen zomer verbleven hier nog illegale landarbeiders uit Oost-Europa, de verstotelingen van onze tijd. De geschiedenis herhaalt zich keer op keer.

Eerdmennekes

Frits Engels (1917), broer van Graad Engels, woont al zijn hele leven in Het Eindt op een steenworp afstand van het kabouterbos. Hij is de laatste die de kabouters nog in levende lijve heeft gezien. Als kind durfde hij nooit de bossen in. De kabouters waren niet makkelijk, vertelden de ouderen, daar kon je beter wegblijven. Frits Engels spreekt liever over Eerdmennekes, net als zijn vader. In de winter van 1929, op Aswoensdag, was hij met zijn moeder, broer en zus in de vroege ochtend in Helden naar de mis geweest. Het vroor dat het kraakte, alles was met sneeuw bedekt en het was aardedonker. Bij het Schanskruis op een kruispunt tussen Het Eindt en Onder verstijfde hij van schrik. “In het veld, bij het Schanskruis, kwamen we ze onverwacht tegen. Drie kleine mannen, net als wij met elke pas wegzakkend in de hoge sneeuw. Ze waren kleiner dan ik en zagen er oud uit. Ze hadden lange grijze baarden en gewone werkmanskleren aan. Ze schrokken van ons en keken recht voor zich uit.” Frits Engels heeft ze later nooit meer teruggezien.

In het begin van de Twintigste Eeuw ontstond het ene klooster na het andere, ook in de dorpen. Veel congregaties van broeders en zusters zouden zich toe gaan leggen op het onderwijs en de verpleging. Er werden gestichten gebouwd om de verstandelijk gehandicapten op te vangen. De ene na de andere kabouter werd uit het bos geplukt. Vooral de jongeren. De ouderen zouden nog lang rondzwerven. In de jaren dertig waren de kabouters van De Peel nagenoeg uitgestorven. Bij boer Sef Bruynen was nog wel ooit zomaar een kabouter komen aanlopen. Die heeft nog jaren met hart en ziel voor de schapen gezorgd. Buurtgenoot Graad van de Beucken herinnert zich: “Hoe oud die kabouter was, weet ik niet. Hij is jaren bij Bruynen geweest. Maar hij was totaal versleten. Hij kon haast niet meer lopen” Wat er met die kabouter is gebeurd weet niemand zeker. De overlevering wil dat hij is afgevoerd naar een gekkenhuis.

Ton van Reen: Klein volk. De geschiedenis van de kabouter
Uitgeverij De Geus. ISBN 90 445 02220 EUR 17,50

In februari 2005 verschijnen bij De Geus de zeven roomse romans van Ton van Reen in één band:
Rijke levens. ISBN 90 445 05734 EUR 24,90
(Gepubliceerd in: Het Brabants Dagblad, 8-9 januari 2005)

foto’s: jef van kempen fdm
• fleursdumal.nl magazine

More in: - Book News, - Book Stories, Archive K-L, Archive Q-R, Art & Literature News, Jef van Kempen, Natural history, Reen, Ton van, Reen, Ton van, Tales of Mystery & Imagination, Ton van Reen


Julia Origo poetry: Saints

 

Julia Origo (1965-2005) Poetry

 

 

 

origo

 

Saints

 

what

happened to Joan

of Arc? who disappeared

during the night maybe you saw

that brief controversy: The Red Death

The Red Death, The Final Blast,

Saint Joan, I remember

at least one

more

time.

 

From: Transfusion, 1987

 

kemp=mag poetry magazine

More in: Origo, Julia


Jef van Kempen over Theo van Doesburg

Theo van Doesburg pionier van de nieuwe kunst

IK HEB DEZER DAGEN VELE ONTROERINGEN GEHAD

door Jef van Kempen

‘Dit tijdschriftje wil zijn eene bijdrage tot de ontwikkeling van het nieuwe schoonheidsbewustzijn. Het wil den modernen mensch ontvankelijk maken voor het nieuwe in de Beeldende Kunst’. De eerste aflevering van het tijdschriftje verscheen in oktober 1917. Het droeg als naam: De Stijl. Maandblad voor de beeldende vakken en was voornamelijk het werk van één man: Theo van Doesburg.

De plannen voor De Stijl had hij al in 1914 in Tilburg gesmeed, samen met de spoorwegbeambte Antony Kok. Toen de Amsterdamse kunstenaar Theo van Doesburg in augustus 1914, aan het begin van de Eerste Wereldoorlog, naar Tilburg werd gezonden als gemobiliseerd militair, verkeerde zijn leven in een crisis. Zijn huwelijk met de dichteres Agnita Feis was stuk gelopen en op het moment dat hij als kunstenaar nieuwe wegen wilde inslaan gooide de oorlog roet in het eten. In werkelijkheid zou deze periode een keerpunt betekenen. In Tilburg maakte de energieke en temperamentvolle Van Doesburg vele nieuwe vrienden, waarvan de dichters Evert Rinsema en Antony Kok vrienden voor het leven zouden blijken te zijn. De Tilburgse kantoorbediende Lena Milius werd in 1917 zijn tweede vrouw. Uit zijn brieven blijkt dat Van Doesburg goede herinneringen bewaarde aan zijn diensttijd in Brabant: ‘Ik heb dezer dagen vele ontroeringen gehad. (…) Dat dáár zijn op dat uur in die kamer te Tilburg, mèt dat gevoel van mijn vrienden om me te hebben, ontroerde me. (…) Hoe prachtig was dat daar toch in Brabant.’ Bijna een decennium later werd een geslaagd feest nog omschreven als‘ouderwetsch Tilburgsch’.

Het nieuwe maandblad De Stijl gaf de schilder, architect, schrijver, dichter en typograaf Theo van Doesburg de mogelijkheid om zijn ideeën over ‘de nieuwe beelding’ te ventileren. De beeldende kunsten moesten worden ontdaan van alle franje. Schilderen naar de natuur was voortaan uit den boze. Het gebruik van de rechte lijn en van primaire kleuren werd hét uitdrukkingsmiddel van een nieuwe generatie. Tot zijn medestanders behoorden kunstenaars als Mondriaan, Van der Leck, Oud en Rietveld. Door medewerking van o.a. Arp, Richter en Schwitters ontstond een internationale kunstbeweging, die zich ook sterk maakte voor de vernieuwing van de literatuur en de muziek. Voor Van Doesburg betekende de oprichting van De Stijl het begin van een turbulente periode. De Stijl zou hem door heel Europa voeren. Hij hield lezingen, trad op, gaf les en verkondigde de idealen van de nieuwe beweging onder meer in Weimar, Berlijn, Straatsburg, Praag, Madrid en Barcelona. Hij werd er afwisselend bejubeld en weggehoond. Door zijn rechtlijnige en temperamentvolle optreden maakte Van Doesburg even makkelijk vrienden als vijanden. ‘Innerlijk ben ik te zacht, heb in blind vertrouwen en enthousiasme, allen te zeer liefgehad om met een passieve vriendschap te kunnen eindigen. Daar komt bij dat ik geestelijk niemand noodig heb, terwijl, omgekeerd allen op mijn geestelijke activiteiten parasiteren, zoowel vrienden als vijanden’. Niet alleen voortdurend geldgebrek maakte zijn kunstenaarschap tot een hard bestaan maar ook zijn nooit aflatende drang tot het verleggen van zijn artistieke grenzen. ‘Men denkt als het werk af is dat het gemaakt is zonder ontroering. De ontroeringen echter die aan een blauw en rood als in mijn Decomposition 1 1920 voorafgaan zijn bovennormaal. Geen enkele reële emotie is daarna een maatstaf. Ik geloof in de schilderkunst’.

In 1923 had hij zich definitief in Parijs gevestigd met de zeventien jaar jongere pianiste Nelly van Moorsel. Zijn huwelijk met Lena Milius was enkele jaren eerder gestrand. Lena zou wel de administratie van De Stijl blijven verzorgen en hem met raad en daad bijstaan. Na veel conflicten en teleurstellingen verscheen de laatste aflevering van De Stijl in 1928. ‘Scheppen is de meest troostlooze en teleurstellende bezigheid, waarmede God den mensch gekastijd heeft’ noteerde Van Doesburg in zijn dagboek. In zijn laatste jaren werd hij gekweld door astma, een oude kwaal. Op 7 maart 1931 overleed Theo van Doesburg, 47 jaar oud, in Davos aan een hartaanval. Bij de crematie waren alleen Lena Milius en Nelly van Moorsel aanwezig. In 1932 zou het tijdschrift De Stijl nog éénmaal verschijnen, geheel gewijd aan zijn oprichter. Architect J.J.P. Oud besloot zijn herinneringen met de woorden: ‘Wat Van Doesburg in alle geschakeerdheid van zijn wezen -in de felheid van zijn verweer, zoowel als in het overstelpende van zijn invallen- bij zijn leven geweest is, zal bij ons daarom ook na zijn dood voortdurend blijven: een onuitputtelijke bron van verfrissching’.

(Brabants Dagblad, 28 mei 1999)

6 Portraits: Theo van Doesburg, Antony Kok, Piet Mondriaan, Kurt Schwitters, Lena Milius & Nelly van Moorsel by Jef van Kempen Published in: Het Brabants Dagblad, 1999-2000

kemp=mag poetry magazine

www.antonykok.nl

More in: Doesburg, Theo van, Essays about Van Doesburg, Kok, Mondriaan, Schwitters, Milius & Van Moorsel, EXPRESSIONISM, DADA & DE STIJL, SURREALISM, Jef van Kempen, Theo van Doesburg


Ex libris jef van kempen

 

to be continued

website Jef van Kempen

www.jefvankempen.nl

fleursdumal.nl magazine

More in: Ex Libris, Jef van Kempen, Jef van Kempen Photos & Drawings, Kempen, Jef van


Antony Kok: Trein

 

 Antony Kok: Trein (1921) 

 kemp=mag poetry magazine

© Erven Antony Kok

More in: *Concrete + Visual Poetry K-O, Kok, Antony, Visual & Concrete Poetry


Antony Kok: Nachtkroeg

 

Antony Kok

(1882-1969)

Dutch Poet

 

One of the founders of

DE STIJL (1917-1932)

 

 

 kemp=mag poetry magazine

© erven Antony Kok

More in: *Concrete + Visual Poetry K-O, Kok, Antony, Visual & Concrete Poetry


Jef van Kempen: Keesje

Jef van Kempen,

uit: Laatste bedrijf, gedichten 1966-2006

 

Keesje

Een kaft van gemarmerd papier

bewaart het geheim

van een onooglijk mens.

Dat is te zeggen:

vaak omarmd en gekoesterd

als het heertje van de straat

(heel schoon en goed van gezicht,

want daar zorgde jouw oma wel voor)

deed hij er toch nog toe.

In ieder geval even.

Maar nooit nodeloos lang

wacht de dood.

Dat was alles.

 

 

More in: Kempen, Jef van


De onvolkomenheden der volmaakte poëzie

de onvolkomenheden

der volmaakte

p o ë z i e

  

from: the book of invisible poetry by jef van kempen

KEMP=MAG POETRY MAGAZINE

More in: *Concrete + Visual Poetry K-O, Conceptual writing, FLUXUS LEGACY, Kempen, Jef van, Visual & Concrete Poetry


Older Entries »« Newer Entries

Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature