Or see the index
Ingrid Jonker (1933-1965)
Film Black Butterflies op 31 maart in de bioscoop
Black Butterflies gaat over het leven van de jonge Zuid-Afrikaanse kunstenares Ingrid Jonker, een gevoelige en rebelse geest die haar vrije ideeën over kunst, liefde en politiek met een kleine groep gelijkgestemde schrijvers en kunstenaars in Zuid-Afrika deelde, de Sestigers. Tegen de achtergrond van verzet tegen de censuur van de Nasionale Party, leeft Ingrid Jonker haar jonge leven tot het uiterste en wordt haar werk steeds bekender en meer gewaardeerd. De grote liefde in het leven van Ingrid Jonker, de schrijver Jack Cope, kan haar niet het geluk en de gemoedsrust geven waar ze naar op zoek is. Met haar vader Abraham Jonker, een rechtse minister voor de Nasionale Party tijdens het Apartheidsregime, heeft ze een moeizame relatie. Politieke onenigheid drijft vader en dochter steeds verder uiteen. Het belang van het werk van Ingrid Jonker voor de Zuid-Afrikaanse cultuur wordt pas erkend nadat Nelson Mandela haar gedicht ‘Die Kind’ voordraagt bij zijn eerste rede voor het Zuid-Afrikaanse Parlement in 1994.
Regisseur: Paula van der Oest
Carice van Houten (Ingrid Jonker)
Liam Cunningham (Jack Cope)
Rutger Hauer (Abraham Jonker)
Nicholas Pauling (Eugene Maritz)
Graham Clarke (Uys Krige)
► Website BLACK BUTTERFLIES
Ingrid Jonker poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: # Archive S.A. literature, Apartheid, Archive I-J, Ingrid Jonker, Ingrid Jonker, Jonker, Ingrid
Nieuwe film over het leven van de Zuid-Afrikaanse dichteres
Ingrid Jonker:
Black Butterflies
31 maart in de bioscoop
Ingrid Jonker (1933-1965) was een van de meest invloedrijke Zuid-Afrikaanse dichters van haar generatie. Vaak wordt ze vanwege haar grote talent, haar schoonheid en eeuwige hunkering naar liefde vergeleken met Virginia Woolf, Sylvia Plath en Marylin Monroe.
Tijdens haar korte leven was ze al een zeer gewaardeerd schrijfster, maar pas nadat Nelson Mandela haar beroemde gedicht ‘Het Kind’ voordroeg, tijdens de opening van het parlement in 1994, krijgt Ingrid de waardering van het grote publiek die ze verdient. Mandela noemt haar zowel een Afrikaner als een Afrikaan en Ingrid groeit uit tot een waar icoon. Haar werk wordt tot op de dag van vandaag door miljoenen Zuid-Afrikaners gelezen en op scholen onderwezen.
Nog voor de geboorte van Ingrid verlaat haar vader, Abraham Jonker, het gezin en laat ze met niets achter. Ingrid groeit op bij haar grootouders en ziet daar hoe haar geesteszieke moeder steeds depressiever wordt en uiteindelijk zelfmoord pleegt als Ingrid tien jaar is. Haar grootmoeder is niet in staat om voor Ingrid en haar zus Anna te zorgen en de meisjes moeten bij hun vader en zijn nieuwe gezin gaan wonen. Abraham Jonker accepteert zijn dochters met moeite en maakt duidelijk onderscheid tussen Ingrid en Anna en zijn andere kinderen, iets wat Ingrid niet kan en wil begrijpen en het begin is van de moeilijke relatie met haar vader.
Ingrid is een zeer gevoelig kind en stopt al het verdriet in haar gedichten. Al op dertienjarige leeftijd maakt ze haar eerste gedichtenbundel getiteld Na die Somer. Als ze later in contact komt met de bekende Zuid-Afrikaanse dichter D.J. Opperman vindt ze in hem de mentor die ze nodig heeft. De relatie met haar vader daarentegen verslechtert. De erkenning die Ingrid als dochter van hem wil, krijgt ze niet en met haar vrijgevochten ideeën raakt ze steeds verder van hem verwijderd.
In 1956 trouwt Ingrid met schrijver Pieter Venter en verhuist naar Johannesburg. Ook wordt haar eerste officiële bundel, Ontvlugting, gepubliceerd. Het huwelijk met Pieter is geen succes. Ingrid vindt niet de liefde en zekerheid die ze nodig heeft en is diep ongelukkig in Johannesburg. Na een aantal jaar scheiden ze en Ingrid keert met hun dochtertje Simone terug naar Kaapstad.
In Kaapstad wordt Ingrid de ster van de ‘Sestigers’, een groep artiesten rondom dichter Uys Krige die strijden tegen het conservatisme en zich vrijelijk mengen met Afrikaanse kunstenaars. Ze heeft tegelijkertijd een heftige verhouding met de schrijvers Jack Cope en André Brink. Beiden sleept ze mee in haar passionele liefde, maar beiden durven zich door haar onvoorspelbaarheid niet aan haar te binden. De publicatie van een tweede bundel van Ingrid stuit op veel weerstand door het duidelijke standpunt dat Ingrid met de Sestigers in neemt tegen de Apartheid en wordt tegengehouden door de nieuwe censuurcommissie, waar haar vader deel van uit maakt. Vader en dochter staan lijnrecht tegenover elkaar. Voor de gevoelige Ingrid is dit te veel, ze belandt in een depressie. In 1961 wordt ze kort opgenomen in de psychiatrische inrichting Valkenburg, dezelfde kliniek waar haar moeder een einde aan haar leven maakte. Nadat ze is ontslagen uit de kliniek, lijken er betere aan te breken. Eindelijk wordt haar tweede bundel Rook en Oker gepubliceerd. De bundel wordt met lovende kritieken ontvangen door schrijvers en dichters.
Rook en Oker wordt in 1964 bekroond met de prestigieuze Afrikaanse Pers-Boekhandel Prijs en Ingrid vertrekt naar Europa voor een lange reis. De reis brengt haar niet wat ze ervan had verwacht en eenmaal terug in Zuid-Afrika wordt ze weer opgenomen. In de nacht van 18 op 19 juli 1965 loopt Ingrid de zee in bij Drieankerbaai. Ingrid Jonker was 32 jaar en liet een klein maar indrukwekkend oeuvre achter.
Uitgeverij Podium geeft een nieuwe editie uit van de bundel ‘Ik herhaal je’ met een selectie van het werk van Ingrid Jonker, vertaald door Gerrit Komrij, en een biografie van Henk van Woerden.
Het verhaal van Black Butterflies
Black Butterflies gaat over het leven van de jonge Zuid-Afrikaanse kunstenares Ingrid Jonker, een gevoelige en rebelse geest die haar vrije ideeën over kunst, liefde en politiek met een kleine groep gelijkgestemde schrijvers en kunstenaars in Zuid-Afrika deelde, de Sestigers. Tegen de achtergrond van verzet tegen de censuur van de Nasionale Party, leeft Ingrid Jonker haar jonge leven tot het uiterste en wordt haar werk steeds bekender en meer gewaardeerd. De grote liefde in het leven van Ingrid Jonker, de schrijver Jack Cope, kan haar niet het geluk en de gemoedsrust geven waar ze naar op zoek is. Met haar vader Abraham Jonker, een rechtse minister voor de Nasionale Party tijdens het Apartheidsregime, heeft ze een moeizame relatie. Politieke onenigheid drijft vader en dochter steeds verder uiteen. Het belang van het werk van Ingrid Jonker voor de Zuid-Afrikaanse cultuur wordt pas erkend nadat Nelson Mandela haar gedicht ‘Die Kind’ voordraagt bij zijn eerste rede voor het Zuid-Afrikaanse Parlement in 1994.
The child who was shot dead by soldiers in Nyanga
The child is not dead
the child raises his fists against his mother
who screams Africa screams the smell
of freedom and heather
in the locations of the heart under siege
The child raises his fists against his father
in the march of the generations
who scream Africa scream the smell
of justice and blood
in the streets of his armed pride
The child is not dead
neither at Langa nor at Nyanga
nor at Orlando nor at Sharpeville
nor at the police station in Philippi
where he lies with a bullet in his head
The child is the shadow of the soldiers
on guard with guns saracens and batons
the child is present at all meetings and legislations
the child peeps through the windows of houses and into the hearts of mothers
the child who just wanted to play in the sun at Nyanga is everywhere
the child who became a man treks through all of Africa
the child who became a giant travels through the whole world
Without a pass
© Translation: 2007, Antjie Krog & André Brink – From: Black Butterflies – Publisher: Human & Rousseau, Cape Town, 2007
Regisseur: Paula van der Oest (1965) studeerde in 1988 af aan de Nederlandse Film en Televisie Academie en begon haar carrière als regie-assistente en later als regisseuse bij de VPRO. Haar speelfilmdebuut kwam in 1996 met de film DE NIEUWE MOEDER, waarmee ze meteen een nominatie voor Beste Film op het Nederlands Film Festival in de wacht sleepte en de Holland Film Award voor Beste Film won. In 2001 maakte Van der Oest de overstap naar het grote publiek met ZUS EN ZO, die genomineerd werd voor de Oscar voor Beste Buitenlandse Film. Time Magazine benoemde haar tot de “Woody Allen van Amsterdam”. Na dit succes volgde de Engelstalige thriller MOONLIGHT, waarmee ze de Hollywood Discovery Award voor Beste Europese Film won. Andere films van Paula van der Oest zijn MADAME JEANETTE, VERBORGEN GEBREKEN, TIRAMISU en WIJSTER.
Carice van Houten (Ingrid Jonker) – Liam Cunningham (Jack Cope) – Rutger Hauer (Abraham Jonker) – Nicholas Pauling (Eugene Maritz) – Graham Clarke (Uys Krige)
fleursdumal.nl magazine
magazine for art & literature
More in: # Archive S.A. literature, Apartheid, AUDIO, CINEMA, RADIO & TV, Ingrid Jonker, Ingrid Jonker, Jonker, Ingrid, Sylvia Plath
De Parelduiker 2011/1
Boekenweekthema: Geschreven levens
Nieuwe briefwisseling Gerard Reve ontdekt
Zeventien brieven schreef Gerard Reve in de jaren ’70 en ’80 aan NOS-producer Mia van ’t Hof. Deze kordate vrouw was de rechterhand van regisseur Rob Touber. Samen organiseerden zij in 1974 de spraakmakende Grote Gerard Reve Show op televisie. Gaandeweg werd Van ’t Hof een belangrijke vertrouwenspersoon voor de schrijver, vooral toen enkele boeken verfilmd werden. Reve telefoneerde met haar maar schreef ook gloedvolle brieven aan de ‘lokatiekoningin’ toen hun vriendschap zich verdiepte en hij raad nodig had om succesvolle filmcontracten te kunnen sluiten. Pas nu treedt de inmiddels gepensioneerde tv-producer met haar relaas naar buiten. Bert Boelaars, auteur van Koninklijke jaren – de Weerter periode van Gerard Reve vertelt aan de hand van fragmenten uit de briefwisseling het hele verhaal achter de vriendschap tussen Reve, Mia van ’t Hof en Rob Touber.
Joseph Roths Biecht van een moordenaar blijkt onmiskenbaar Amsterdams
Er blijken, volgens Roth-kenner Els Snick, veel overeenkomsten te bestaan tussen Roths beroemde roman en Maurits Dekkers eerder gepubliceerde boek Waarom ik niet krankzinnig ben. De in Parijs spelende roman blijkt bovendien opmerkelijk Amsterdamse trekken te vertonen.
De vlucht van Louis-Ferdinand Céline naar Denemarken
Nico Keuning zit de auteur van de Reis naar het einde van de nacht dicht op de hielen, als hij zijn voetsporen in en rond Kopenhagen nagaat.
De kastjes van C. Buddingh’
Buddingh’-biograaf Wim Huijser belicht de minder bekende artistieke kant van de Dordtse dichter: het verhaal achter de ‘droomkastjes’ en schaakcollages.
De vileine pen van Karel Wybrands (1863-1929)
Gerard Termorshuizen schetst het leven van het enfant terrible van de koloniale journalistiek, een invloedrijke aartsconservatief die reputaties kon maken en breken.
Uitgeverij Bas Lubberhuizen, ISBN 978905937282 € 9,50
fleursdumal.nl magazine
More in: Buddingh', Cees, Gerard Reve, Joseph Roth, LITERARY MAGAZINES
Het Literaire Pleidooi
Elisabeth Leijnse over Patricia de Martelaere
Tijdens de eerste zitting van onze literaire rechtbank ontving rechter Philip Freriks Joke Linders en Gerda Dendooven die ervoor pleitten om Annie M.G. Schmidt op te nemen in Het Pantheon: de permanente tentoonstelling van het Letterkundig Museum (Den Haag). De tekst van openbaar aanklager Joke Linders vindt u hier. Elisabeth Leijnse en Marja Pruis wilden op hun beurt dat Patricia de Martelaere een plaatsje krijgt in deze eregalerij. Uiteindelijk besloot de jury (het publiek) dat aan Annie M.G. Schmidt een gelegenheidstentoonstelling wordt gewijd! Hieronder leest u het vurige betoog dat Elisabeth Leijnse hield om Patricia de Martelaere op te nemen in het Pantheon. Of… toch niet?
De grafkelder van het Letterkundig Museum
Door Elisabeth Leijnse
Zes dode auteurs werden niet bijgezet in de grafkelder van het Letterkundig Museum. Is dit misschien een bewijs dat ze nog springlevend zijn? Jammer genoeg niet lijfelijk. Was één van hen nog onder ons, Herman de Coninck, dan was de kans groot dat hij nu hier in mijn plaats had gestaan. Hij was een groot bewonderaar van het werk van Patricia de Martelaere. ‘Zij is de enige filosofe in dit taalgebied,’ schreef hij, ‘die van filosofie niet alleen iets onacademisch, iets begrijpelijks, maar ook iets aangrijpends kan maken.’ Wie de muzen liefheeft nemen zij jong tot zich. De Coninck werd 53 jaar, De Martelaere net geen 52. De woorden dood en troost komen in hun werk vaak voor. De Coninck schreef de essaybundel Over de troost van pessimisme, De Martelaere publiceerde de bundel Een verlangen naar ontroostbaarheid.
Dat Patricia de Martelaere, áls ze nog had geleefd, hier zou hebben gestaan om een pleidooi te houden voor een ánder Nederlandstalig auteur, wie weet voor Annie M.G. Schmidt, valt echter zeer te betwijfelen. Ik acht de kans groot dat zij het Letterkundig Museum of het Letterenhuis zelfs nooit heeft betreden. Het idee van een rederijkerswedstrijd voor dode zangvogeltjes zou ze bespottelijk hebben gevonden. Dat bovendien een volksjury beslist welk vogeltje bekransd wordt: een verwerpelijke vorm van literair populisme. Dit verhindert niet dat De Martelaere in haar laatste roman juist haar postume mededingster Annie M.G. Schmidt ten tonele voert als een zeer leesbare schrijfster. Of liever als een voorleesbare schrijfster. In Het onverwachte antwoord schrijft een van de personages aan haar afwezige minnaar:
nu wil ik op je schoot zitten, met mijn armen rond je nek, en je moet over mijn rug strelen en mij verhalen vertellen, sprookjes en zo, of versjes van Annie M.G. Schmidt, alles is goed, als het maar niet voor volwassenen is.
► Lees verder: Vervolg literair pleidooi op website deBuren…..
kempis.nl poetry magazine
fleursdumal.nl magazine
More in: Annie M.G. Schmidt, Coninck, Herman de, Martelaere, Patricia de, The talk of the town
Docugast Hans Keller op Holland Doc 24
Van zaterdag 29 januari tot en met vrijdag 4 februari 2011
In het kader van Nationale Gedichtendag is documentairemaker Hans Keller te gast bij Holland Doc 24 in de serie Docugasten. Keller, onder andere bekend van het VPRO programma ‘Dode Dichters Almanak’, begon zijn loopbaan in 1957 als journalist bij de Volkskrant. Vanaf 1962 maakte hij naast informatieve programma’s zoals ‘Het gat van Nederland’ talloze documentaires over onder andere kunst, Amerika en schrijvers. In de week van 29 januari tot en met 4 februari vertoont het digitale themakanaal documentaires van Keller. Daarnaast koos hij een aantal films uit over over dichten, dichters en gedichten, die hij toelicht in gesprekken met Holland Doc 24. Van Hans Keller zendt Holland Doc 24 Het alfabet van Remco Campert en Sporen aan de kust uit.
Het alfabet van Remco Campert (VPRO, 1996) maakte Keller samen met schrijver Remco Campert. In de documentaire bezoekt Campert mensen en steden met als leidraad de letters van het alfabet. Met bezoeken aan Berlijn, Coburg, Dublin, het Gardameer en de Rivierenbuurt in Amsterdam. De schrijver praat met Hugo Claus over bloedworst en met dichter Seamus Heany over Ulysses van James Joyce. Ook ontmoet hij schilder Ysbrant, die een tentoonstelling inricht en heeft hij een gesprek met Kees Fens. Een film als een gedicht.
In Sporen aan de kust (NOS, 1987) besteedt Keller in een poëtisch reisverslag aandacht aan de legenden, geschiedenis en cultuur aan de vloedlijn tussen Rottumeroog en Breskens.
Voor Holland Doc 24 selecteerde Keller ook een aantal documentaires van andere makers:
De Russische dichter Boris Ryzhy pleegde in 2001 op 27-jarige leeftijd zelfmoord. In de gelijknamige karakterschets Boris Ryzhy (VPRO, 2008) van Aliona van der Horst, maken zijn achtergebleven zus, vrouw en zoon de kijker deel uit van Ryzhy’s wereld. Zijn leefomgeving, de ijzige en door misdaad geteisterde industriestad Jekaterinenburg, had veel invloed op zijn gedichten. De documentaire won vele prijzen, waaronder de Zilveren Wolf op IDFA 2008.
In 1984 studeerden drie filmacademiestudenten af met Stil, Jan Arends moet schrijven! (2003), een documentaire over het leven en werk van dichter en schrijver Jan Arends (1925-1974). Aan de orde komen Arends’ jeugd in een katholiek jongensinternaat, zijn eigenaardigheden, gedichten, werkwijze en de geruchten dat hij een buitenechtelijk kind was. Ook vertelt zijn uitgever Geert Lubberhuizen over de gesprekken die hij met de dichter had, vlak voordat Arends zelfmoord pleegde in 1974.
Willem Wilmink: Dichter in de Javastraat (NTR, 2004) van Dirk Jan Roeleven is een portret van dichter Willem Wilmink die in 2003 in de Javastraat in Enschede overleed. Dezelfde straat waar hij 66 jaar eerder werd geboren. Wilminks vrienden en collega’s zoals Herman Finkers, Aart Staartjes en Joost Prinsen praten over de schrijver en zijn complexe persoonlijkheid. Wilmink – bekend om zijn geniaal eenvoudige gedichten – werd geplaagd door neuroses en angsten. Volstrekte stilte om hem heen tijdens het schrijven was voor hem een vereiste.
Hoe vertaalt dichter Gerrit Kouwenaar zijn uiterst persoonlijke ervaringen in gedichten die daar volgens eigen opgave bovenuit moeten stijgen? In Totaal witte kamer: Gerrit Kouwenaar (NTR, 2003) schetst Frodo Terpstra een intiem portret van de schrijver en zijn werkwijze. Terpstra volgt onder andere de totstandkoming van Kouwenaars bundel Totaal witte kamer, een bundel die deels aan de dood van zijn vrouw Paula is gewijd.
Holland Doc maakt vanaf zaterdag 29 januari ook een aantal afleveringen – waaronder Lucebert en Cees Budding – van Kellers programma Dode Dichters Almanak online beschikbaar. Deze zijn te bekijken via www.hollanddoc.nl<http://www.hollanddoc.nl>
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Kouwenaar, Gerrit, Remco Campert, Ryzhy, Boris
Literaire Podia Amsterdam,
GRAP en Sugar Factory presenteren
VERSE BEATS
internationaal poëzie & hiphop programma
Op vrijdag 28 januari 2011 in de Sugar Factory te Amsterdam: dichters, slammers, mc’s en musici uit verschillende Europese landen. Zij brengen in een gevarieerd programma poëzie, freestyle, slam en spoken word. Aanvang 20.00 uur.
VERSE BEATS brengt poetry en hiphop bij elkaar. Dichters dragen voor, freestylers reageren hierop. Er is ruimte voor cross-overs, confrontaties worden niet geschuwd. Naast dichters als H.H. ter Balkt, F. Starik, Hagar Peeters en Christine Otten staan onder andere hiphoppers Rico en Typhoon met de live band Muppetstuff op het podium. Uit het buitenland komen speciaal voor VERSE BEATS de Franse slammer/dichter Jean-Luc Despax, de Engelse dichter Ryan Van Winkle en uit Duitsland dichter Matthias Göritz en rapper Gauner. Het thema van de avond is De Stad.
In het sfeervolle decor van nachttheater Sugar Factory soleert de een na de ander: Christine Otten presenteert met Jan Klug muzikale poëzie; Simon Mulder draagt een sonnet voor; rappers/freestylers Surya, Robian en Frits van Dijk reageren al improviserend op voordrachten van de dichters en slammers. De beats komen van DJ Clean Cut. Rap wordt poëzie met hiphopper Rico in de rol van observeerder en Typhoon als filosofisch denker. De presentatie van de avond is in handen van The Change Agent en Gauner.
Aan VERSE BEATS werken mee: H.H. ter Balkt, Jean-Luc Despax (FR), Matthias Göritz (DE), Rico, Typhoon & Muppetstuff, Ryan Van Winkle (UK), F. Starik, Surya, Tjitse Hofman, Hagar Peeters, Mowaffk Al-Sawad, Simon Mulder, Christine Otten met Jan Klug, Dennis Gaens, Robian, Frits van Dijk, dj Clean Cut.
VERSE BEATS is een initiatief van de Literaire Podia Amsterdam (LPA) in samenwerking met GRAP en de Sugar Factory.
VERSE BEATS wordt mede mogelijk gemaakt door de LPA, GRAP, Sugar Factory, Nederlands Letterenfonds, SNS Reaalfonds.
De LPA bestaat uit: AIDA, British Council, Castrum Peregrini, El Hizjra, Feest der Poëzie, Goethe-Institut, John Adams Institute, Maison Descartes, Openbare Bibliotheek, Ons Suriname, Perdu, SLAA, School der Poëzie.
Vrijdag 28 januari 2011
Sugar Factory
Lijnbaansgracht 238, Amsterdam
Entree: € 9,- (studenten: € 7,50)
Tijd: 20.00 – 00:00 uur
www.sugarfactory.nl
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Peeters, Hagar, Poetry Slam
George Orwell
(1903-1950)
The Lesser Evil
Empty as death and slow as pain
The days went by on leaden feet;
And parson’s week had come again
As I walked down the little street.
Without, the weary doves were calling,
The sun burned on the banks of mud;
Within, old maids were caterwauling
A dismal tale of thorns and blood.
I thought of all the church bells ringing
In towns that Christian folks were in;
I heard the godly maidens singing;
I turned into the house of sin.
The house of sin was dark and mean,
With dying flowers round the door;
They spat their betel juice between
The rotten bamboos of the floor.
Why did I come, the woman cried,
so seldom to her beds of ease?
When I was not, her spirit died,
And would I give her ten rupees.
The weeks went by, and many a day
That black-haired woman did implore
Me as I hurried on my way
To come more often than before.
The days went by like dead leaves falling
And parson’s week came round again.
Once more devout old maids were bawling
Their ugly rhymes of death and pain.
The woman waited for me there
As down the little street I trod;
And musing upon her oily hair,
I turned into the house of God.
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive O-P, Archive O-P, George Orwell, Orwell, George
Alle gedichten van Cees Buddingh gebundeld
C. Buddingh’, Wim Huijser (redactie)
Buddingh’ Gebundeld
Verwacht 24 november 2010
Halverwege de jaren zestig mocht C. Buddingh’ (1918-1985) gerekend worden tot de populaire dichters van zijn generatie. Hij was het die het alledaagse – parlando – taalgebruik in de poëzie introduceerde en die met zijn onmiskenbare stemgeluid de poëzie onder de mensen bracht.
Buddingh’s poëzie werd mede dankzij dat stemgeluid geassocieerd met humor. Zijn stem riep bij voorbaat een glimlach op, terwijl in zijn poëzie ernst en melancholie steeds vaker de boventoon gingen voeren.
Vijfentwintig jaar na zijn dood behoort een groot deel van Buddingh’s teksten nog steeds tot de literaire canon. Zijn gorgelrijmen, maar ook het elastiekje dat eerst leek op een schaartje en daarna op het brilletje van Bernlef. Naast zijn kleurrijke aanwezigheid in het Land der Poëzie redenen genoeg om zijn verzamelde gedichten weer beschikbaar te maken.
(Catalogus, najaar 2010)
In deze uitgave zijn naast de verschillende dichtbundels ook de verspreide losse poëziepublicaties van Buddingh opgenomen en van toelichting voorzien.
Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, nov. 2010 / gebonden – 1224 pag. – afm. 21,5 x 13,5 cm / ISBN 978 90 388 9376 1 / Verkoopprijs € 39,90 tot 1 januari 2011, daarna € 45,00
– Het boek wordt op 24 november 2010 gepresenteerd, tijdens de Buddingh’-week die in Dordrecht wordt gehouden van 21 tot 27 november.
– Wim Huijser (1960) is bezorger van het werk van C. Buddingh’ en schreef o.a. een zestal boeken over zijn schrijverschap. Momenteel werkt hij aan de biografie van Buddingh’.
fleursdumal.nl magazine
More in: Buddingh', Cees
Ton van Reen was bevriend met Jan Hanlo. Met Jan Hanlo maakte van Reen vaak wandelingen door de Peel en de omgeving van Valkenburg. Ze correspondeerden over honing, wijn en gedichten.
Een paar dagen voordat Jan Hanlo op zijn motor verongelukte had hij Ton van Reen nog bezocht. Later bezocht Van Reen het graf van Jan en liet er het gedicht BERICHT VOOR JAN HANLO achter voor de bijen.
Ton van Reen
Bericht voor Jan Hanlo
Eenzaam sta ik aan jouw graf
de zon gaat als een beest tekeer
en keer op keer laat een spin
zich aan een zijden draad neer op jouw zerk
weeft een web
dwars over het goed onderhouden perk
van jouw hof
zodat je onder een zilveren sluier
verscholen ligt
begraven onder het stof
van jouw laatste gedicht
Net voordat jij je de dood inreed
schreef jij dat je me bezocht
daarom had ik honing voor je gekocht
vier potten zeem van het soort
dat jij met kilo’s eten kon
raatzuivere honing uit de Peel –
die honing laat ik achter bij jouw graf
wellicht komen er bijen op af
jij hield zo van het dol getik
van bijen tegen het glas van jouw huis
op zoek naar honing op de vensterbank
uit dank kreeg jij de ene na de andere prik
jij juichte blij
dacht dat je na elke steek
weer een jaar meer had te leven
terwijl je mij vlak daarvoor nog had geschreven
dat je er de brui aan gaf
je zag van alle rotzooi af
maar de starre eenheid van een bijenvolk
maakte jou weer vrij, gaf jou een nieuwe kick
terwijl jij zelf de grootste eenling was
Er groeit vochtig steenkruid langs jouw graf
hondsdraf, viool en paardenbloem
dit kruid bereidt veel zuurstof
dat komt jou goed van pas
vaker had je ademnood
gebrek aan licht en lucht
soms was je al een beetje dood
Ter hoogte van je rechterbeen
vreet een zonnedauw
het laatste segment van een libel
aan die plant ben jij verwant
hij staat passend op jouw graf
als zonnedauw vrat je elk woord kaal
tot op het laatst fragment
jij verkleinde alles
tot de kleinste schaal
zodat jij nu jezelf pas bent
Jan Hanlo (1912-1969)
kempis poetry magazine
More in: Hanlo, Jan, Reen, Ton van, Ton van Reen
Ton van Reen was bevriend met Pierre Kemp. Hij bezocht Pierre Kemp voor het eerst toen hij zestien was. Daarover schreef hij de novelle WIE ZO VAN VROUWEN HOUDT ( opgenomen in VERZAMELD WERK deel 2, Uitgeverij De Geus). Na Kemps dood bezocht Ton van Reen hem in de sterfkamer van het ziekenhuis in Maastricht. Daarover schreef hij het gedicht BERICHT VOOR PIERRE KEMP.
Ton van Reen
Bericht voor Pierre Kemp
Je adem ruikt nog uit de kist
en kleeft
vocht vreet aan de muur
kalk laat los van het plafond
schilfert rond de putjes in je huis
zodat het even lijkt of jij nog leeft
maar jij ligt stil
Ik lees je laatste bundel door
jouw woord
niet meer
jouw lijflucht schuilt in elk gedicht
zo geuren bloemen op hun eind
bederf
een verfdoos kleur
Jouw hand ligt op je buik en leeft
alleen die hand
de nagels pas geknipt
te kort
stomp tot het bot
wat stoffig in de rand
door zon vergeeld
door ouderdom wat afgeplat
Ik pak je bij de hand
en voel alleen het bot
te koud
te dor
zo oud
zo breekbaar als een ei
de vrucht verrot
tot de rand met dood gevuld
Met een nagel tik ik driekwartsmaat
een gedicht
op de houten rand van je kist
buiten plotseling geluid
ik kijk om
veren sneeuwen langs jouw gezicht
dat spiegelt in de ruit
mussen paren in de goot
snavels hakken luid op het blik
Te laat
je blijft dood
de ruit slaat stuk op jouw gezicht
Pierre Kemp (1886-1967)
kempis poetry magazine
More in: Kemp, Pierre, Reen, Ton van, Ton van Reen
Jan Gielkens
De lintopdracht
Bijzondere opdrachten van Leo Vroman
Leo Vroman wordt op 10 april 2010 vijfennegentig. Ik ontmoette hem één keer, in 1981 tijdens Poetry International in Rotterdam, waar hij als deelnemende dichter ook meewerkte aan het jaarlijkse vertaalproject. Dat was dat jaar gewijd aan de (Oost-)Duitse dichter en vertaler Erich Arendt (1903-1984), die voor het festivalprogramma werd vertaald door Ton Naaijkens en mij. Ik kocht een net verschenen derde druk van Vromans bundel Uit slaapwandelen en liet die signeren. Vroman maakte van de L van zijn voornaam een zelfportretje en tekende ook de Willemsbrug, die datzelfde jaar een nieuwe gedaante kreeg. Poetry International stond in 1981 in het teken van deze brug.
Onlangs vond ik in een nalatenschap nog een exemplaar van Uit slaapwandelen, en wel de eerste druk uit 1957. Ook in deze bundel schreef Vroman, namelijk op de Franse titelpagina het woord ‘hartelijke’. Omdat ik al had gehoord dat er opdrachtexemplaren van Vroman in de nagelaten bibliotheek van de voormalige Querido-medewerker Klaas Eksteen zaten ging ik op zoek naar andere bundels, en inderdaad leverde wat zoekwerk nog vijf boeken op, allemaal eerste drukken, allemaal door Querido uitgegeven en allemaal met Vroman-sporen. In een eerste druk van Twee gedichten uit 1961 staat het woord ‘voor’, in Gedichten. Vroegere en latere uit 1949 staat ‘Klaas’, in Poems in English uit 1953 staat ‘Eksteen,’, in De ontvachting en andere gedichten uit 1960 staat ‘met’, in Uit slaapwandelen dus ‘hartelijke’ en in Tineke. De adem van Mars. Snippers van Leo Vroman. Proza uit 1960 ‘dank / Leo’.
Naast elkaar gelegd levert dit een leuke opdracht op, waarschijnlijk een geschenk bij het afscheid van Eksteen. Er zitten namelijk wel meer opdrachten in de nalatenschap die ter gelegenheid van een afscheid zijn geschreven. Zou de opdracht compleet zijn?
Ongetwijfeld komt dit soort opdrachten vaker voor. Maar hebben ze eigenlijk een naam?
Jan Gielkens over bibliofiele vondsten en typografische bijzonderheden
Eerder gepubliceerd op: www.teksteditie.org
kempis poetry magazine
More in: Jan Gielkens, Vroman, Leo
PIERRE KEMP
Een leven
door Wiel Kusters
Een van de boeiendste eenlingen uit de Nederlandse poëzie van de twintigste eeuw is de dichter Pierre Kemp (1886-1967). Vanuit zijn Maastrichtse ‘dichterkluisje’, ver van het door hem verafschuwde artistieke leven, bereikte hij met zijn even vitale als melancholische poëzie de harten van zeer veel schrijvende en lezende Nederlanders. In 1956 werd hem de Constantijn Huygensprijs toegekend, in 1958 volgde de P.C. Hooftprijs. Het op de achterzijde van deze prospectus geciteerde gedicht ‘Bloem’ is typerend voor Pierre Kemps blijmoedigheid. Maar uit zijn pen vloeiden ook regels als:
CRITISCH
Ik voel mij door het licht verplicht
te leven,
maar eer ik me aan die plicht om ’t licht
wil geven,
moet ik weten, of het nog anders is
dan in brand gevlogen duisternis
Wie was Pierre Kemp? Hoe werd deze ‘Man in het Zwart’, die werkte op het loonbureau van een Zuid-Limburgse steenkolenmijn, een van ’s lands kleurrijkste dichters? Wiel Kusters schreef een biografie van Pierre Kemp, rijk aan interpretaties van levensfeiten, poëzie en de samenhang daartussen. Hij brengt veel nieuwe gegevens boven water, onder andere over Kemps Muzen. En over het dichterlijke spel dat Kemp zijn leven lang wilde spelen, naast en in het dagelijks bestaan, omdat één leven niet genoeg kon zijn.
Wiel Kusters (1947) heeft niet alleen naam gemaakt als dichter, maar ook als schrijver over literatuur. Bij Vantilt verscheen van hem in 2008 Koolhaas’ dieren.
Over Koolhaas’ dieren: ‘De vele heldere literaire analyses maken Koolhaas’ dieren tot een waardevol boek. (L.H. Wiener, NRC Handelsblad)
UITGEVERIJ VANTILT – ISBN 9789460040443 – NUR 321
Gebonden, geillustreerd, deels in kleur, 14×22 cm, ±800 pagina’s
± € 39,95 | verschijnt mei 2010
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Archive K-L, Archive K-L, Kemp, Pierre, Wiel Kusters
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature