In this category:

Or see the index

All categories

  1. AFRICAN AMERICAN LITERATURE
  2. AUDIO, CINEMA, RADIO & TV
  3. DANCE & PERFORMANCE
  4. DICTIONARY OF IDEAS
  5. EXHIBITION – art, art history, photos, paintings, drawings, sculpture, ready-mades, video, performing arts, collages, gallery, etc.
  6. FICTION & NON-FICTION – books, booklovers, lit. history, biography, essays, translations, short stories, columns, literature: celtic, beat, travesty, war, dada & de stijl, drugs, dead poets
  7. FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor's choice, etc.
  8. LITERARY NEWS & EVENTS – art & literature news, in memoriam, festivals, city-poets, writers in Residence
  9. MONTAIGNE
  10. MUSEUM OF LOST CONCEPTS – invisible poetry, conceptual writing, spurensicherung
  11. MUSEUM OF NATURAL HISTORY – department of ravens & crows, birds of prey, riding a zebra, spring, summer, autumn, winter
  12. MUSEUM OF PUBLIC PROTEST
  13. MUSIC
  14. NATIVE AMERICAN LIBRARY
  15. PRESS & PUBLISHING
  16. REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS
  17. STORY ARCHIVE – olv van de veestraat, reading room, tales for fellow citizens
  18. STREET POETRY
  19. THEATRE
  20. TOMBEAU DE LA JEUNESSE – early death: writers, poets & artists who died young
  21. ULTIMATE LIBRARY – danse macabre, ex libris, grimm & co, fairy tales, art of reading, tales of mystery & imagination, sherlock holmes theatre, erotic poetry, ideal women
  22. WAR & PEACE
  23. WESTERN FICTION & NON-FICTION
  24. ·




  1. Subscribe to new material: RSS

EDITOR’S CHOICE

«« Previous page · De Parelduiker 2011, nr 1: Boekenweekthema Geschreven levens · Het Literaire Pleidooi – Patricia de Martelaere · Docugast Hans Keller op Holland Doc 24 · VERSE BEATS internationaal poëzie & hiphop programma op 28 januari 2011 in Amsterdam · George Orwell: The Lesser Evil · Alle gedichten van Cees Buddingh’ gebundeld · Ton van Reen: Bericht voor Jan Hanlo · Ton van Reen: Bericht voor Pierre Kemp · Jan Gielkens: De lintopdracht. Bijzondere opdrachten van Leo Vroman · Nieuwe biografie Pierre Kemp door Wiel Kusters · Bonnefantenmuseum Maastricht: Overzichtstentoonstelling Pierre Kemp · Ed Schilders over Louis Th. Lehmann

»» there is more...

De Parelduiker 2011, nr 1: Boekenweekthema Geschreven levens

De Parelduiker 2011/1

Boekenweekthema: Geschreven levens

Nieuwe briefwisseling Gerard Reve ontdekt
Zeventien brieven schreef Gerard Reve in de jaren ’70 en ’80 aan NOS-producer Mia van ’t Hof. Deze kordate vrouw was de rechterhand van regisseur Rob Touber. Samen organiseerden zij in 1974 de spraakmakende Grote Gerard Reve Show op televisie. Gaandeweg werd Van ’t Hof een belangrijke vertrouwenspersoon voor de schrijver, vooral toen enkele boeken verfilmd werden. Reve telefoneerde met haar maar schreef ook gloedvolle brieven aan de ‘lokatiekoningin’ toen hun vriendschap zich verdiepte en hij raad nodig had om succesvolle filmcontracten te kunnen sluiten. Pas nu treedt de inmiddels gepensioneerde tv-producer met haar relaas naar buiten. Bert Boelaars, auteur van Koninklijke jaren – de Weerter periode van Gerard Reve vertelt aan de hand van fragmenten uit de briefwisseling het hele verhaal achter de vriendschap tussen Reve, Mia van ’t Hof en Rob Touber.

Joseph Roths Biecht van een moordenaar blijkt onmiskenbaar Amsterdams
Er blijken, volgens Roth-kenner Els Snick, veel overeenkomsten te bestaan tussen Roths beroemde roman en Maurits Dekkers eerder gepubliceerde boek Waarom ik niet krankzinnig ben. De in Parijs spelende roman blijkt bovendien opmerkelijk Amsterdamse trekken te vertonen.

De vlucht van Louis-Ferdinand Céline naar Denemarken
Nico Keuning zit de auteur van de Reis naar het einde van de nacht dicht op de hielen, als hij zijn voetsporen in en rond Kopenhagen nagaat.

De kastjes van C. Buddingh’
Buddingh’-biograaf Wim Huijser belicht de minder bekende artistieke kant van de Dordtse dichter: het verhaal achter de ‘droomkastjes’ en schaakcollages.

De vileine pen van Karel Wybrands (1863-1929)
Gerard Termorshuizen schetst het leven van het enfant terrible van de koloniale journalistiek, een invloedrijke aartsconservatief die reputaties kon maken en breken.

Uitgeverij Bas Lubberhuizen,  ISBN 978905937282  € 9,50

fleursdumal.nl magazine

More in: Buddingh', Cees, Gerard Reve, Joseph Roth, LITERARY MAGAZINES


Het Literaire Pleidooi – Patricia de Martelaere

Het Literaire Pleidooi

Elisabeth Leijnse over Patricia de Martelaere

Tijdens de eerste zitting van onze literaire rechtbank ontving rechter Philip Freriks Joke Linders en Gerda Dendooven die ervoor pleitten om Annie M.G. Schmidt op te nemen in Het Pantheon: de permanente tentoonstelling van het Letterkundig Museum (Den Haag). De tekst van openbaar aanklager Joke Linders vindt u hier. Elisabeth Leijnse en Marja Pruis wilden op hun beurt dat Patricia de Martelaere een plaatsje krijgt in deze eregalerij. Uiteindelijk besloot de jury (het publiek) dat aan Annie M.G. Schmidt een gelegenheidstentoonstelling wordt gewijd! Hieronder leest u het vurige betoog dat Elisabeth Leijnse hield om Patricia de Martelaere op te nemen in het Pantheon. Of… toch niet?

De grafkelder van het Letterkundig Museum

Door Elisabeth Leijnse

Zes dode auteurs werden niet bijgezet in de grafkelder van het Letterkundig Museum. Is dit misschien een bewijs dat ze nog springlevend zijn? Jammer genoeg niet lijfelijk. Was één van hen nog onder ons, Herman de Coninck, dan was de kans groot dat hij nu hier in mijn plaats had gestaan. Hij was een groot bewonderaar van het werk van Patricia de Martelaere. ‘Zij is de enige filosofe in dit taalgebied,’ schreef hij, ‘die van filosofie niet alleen iets onacademisch, iets begrijpelijks, maar ook iets aangrijpends kan maken.’ Wie de muzen liefheeft nemen zij jong tot zich. De Coninck werd 53 jaar, De Martelaere net geen 52. De woorden dood en troost komen in hun werk vaak voor. De Coninck schreef de essaybundel Over de troost van pessimisme, De Martelaere publiceerde de bundel Een verlangen naar ontroostbaarheid.

Dat Patricia de Martelaere, áls ze nog had geleefd, hier zou hebben gestaan om een pleidooi te houden voor een ánder Nederlandstalig auteur, wie weet voor Annie M.G. Schmidt, valt echter zeer te betwijfelen. Ik acht de kans groot dat zij het Letterkundig Museum of het Letterenhuis zelfs nooit heeft betreden. Het idee van een rederijkerswedstrijd voor dode zangvogeltjes zou ze bespottelijk hebben gevonden. Dat bovendien een volksjury beslist welk vogeltje bekransd wordt: een verwerpelijke vorm van literair populisme. Dit verhindert niet dat De Martelaere in haar laatste roman juist haar postume mededingster Annie M.G. Schmidt ten tonele voert als een zeer leesbare schrijfster. Of liever als een voorleesbare schrijfster. In Het onverwachte antwoord schrijft een van de personages aan haar afwezige minnaar:

nu wil ik op je schoot zitten, met mijn armen rond je nek, en je moet over mijn rug strelen en mij verhalen vertellen, sprookjes en zo, of versjes van Annie M.G. Schmidt, alles is goed, als het maar niet voor volwassenen is.

Lees verder: Vervolg literair pleidooi op website deBuren…..
kempis.nl poetry magazine

fleursdumal.nl magazine

More in: Annie M.G. Schmidt, Coninck, Herman de, Martelaere, Patricia de, The talk of the town


Docugast Hans Keller op Holland Doc 24

Docugast Hans Keller op Holland Doc 24

Van zaterdag 29 januari tot en met vrijdag 4 februari 2011

In het kader van Nationale Gedichtendag is documentairemaker Hans Keller te gast bij Holland Doc 24 in de serie Docugasten. Keller,  onder andere bekend van het VPRO programma  ‘Dode Dichters Almanak’, begon zijn loopbaan in 1957 als journalist bij de Volkskrant. Vanaf 1962 maakte hij naast informatieve programma’s zoals ‘Het gat van Nederland’ talloze documentaires over onder andere kunst, Amerika en schrijvers. In de week van 29 januari tot en met 4 februari vertoont het digitale themakanaal documentaires van Keller. Daarnaast koos hij een aantal films uit over over dichten, dichters en gedichten, die hij toelicht in gesprekken met Holland Doc 24. Van Hans Keller zendt Holland Doc 24 Het alfabet van Remco Campert en Sporen aan de kust uit.

Het alfabet van Remco Campert (VPRO, 1996) maakte Keller samen met schrijver Remco Campert. In de documentaire bezoekt Campert mensen en steden met als leidraad de letters van het alfabet. Met bezoeken aan Berlijn, Coburg, Dublin, het Gardameer en de Rivierenbuurt in Amsterdam. De schrijver praat met Hugo Claus over bloedworst en met dichter Seamus Heany over Ulysses van James Joyce. Ook ontmoet hij schilder Ysbrant, die een tentoonstelling inricht en heeft hij een gesprek met Kees Fens. Een film als een gedicht.

In Sporen aan de kust (NOS, 1987) besteedt Keller in een poëtisch reisverslag aandacht aan de legenden, geschiedenis en cultuur aan de vloedlijn tussen Rottumeroog en Breskens.

Voor Holland Doc 24 selecteerde Keller ook een aantal documentaires van andere makers:
De Russische dichter Boris Ryzhy pleegde in 2001 op 27-jarige leeftijd zelfmoord. In de gelijknamige karakterschets Boris Ryzhy (VPRO, 2008) van Aliona van der Horst, maken zijn achtergebleven zus, vrouw en zoon de kijker deel uit van Ryzhy’s wereld. Zijn leefomgeving, de ijzige en door misdaad geteisterde industriestad Jekaterinenburg, had veel invloed op zijn gedichten. De documentaire won vele prijzen, waaronder de Zilveren Wolf op IDFA 2008.

In 1984 studeerden drie filmacademiestudenten af met Stil, Jan Arends moet schrijven! (2003), een documentaire over het leven en werk van dichter en schrijver Jan Arends (1925-1974). Aan de orde komen Arends’ jeugd in een katholiek jongensinternaat, zijn eigenaardigheden, gedichten, werkwijze en de geruchten dat hij een buitenechtelijk kind was. Ook vertelt zijn uitgever Geert Lubberhuizen over de gesprekken die hij met de dichter had, vlak voordat Arends zelfmoord pleegde in 1974.

Willem Wilmink: Dichter in de Javastraat (NTR, 2004) van Dirk Jan Roeleven is een portret van dichter Willem Wilmink die in 2003 in de Javastraat in Enschede overleed. Dezelfde straat waar hij 66 jaar eerder werd geboren. Wilminks vrienden en collega’s zoals Herman Finkers, Aart Staartjes en Joost Prinsen praten over  de schrijver en zijn complexe persoonlijkheid. Wilmink – bekend om zijn geniaal eenvoudige gedichten – werd geplaagd door neuroses en angsten. Volstrekte stilte om hem heen tijdens het schrijven was voor hem een vereiste.

Hoe vertaalt dichter Gerrit Kouwenaar zijn uiterst persoonlijke ervaringen in gedichten die daar volgens eigen opgave bovenuit moeten stijgen? In Totaal witte kamer: Gerrit Kouwenaar (NTR, 2003) schetst Frodo Terpstra een intiem portret van de schrijver en zijn werkwijze. Terpstra volgt onder andere de totstandkoming van Kouwenaars bundel Totaal witte kamer, een bundel die deels aan de dood van zijn vrouw Paula is gewijd.

Holland Doc maakt vanaf zaterdag 29 januari ook een aantal afleveringen –  waaronder Lucebert en Cees Budding – van Kellers programma Dode Dichters Almanak online beschikbaar. Deze zijn te bekijken via www.hollanddoc.nl<http://www.hollanddoc.nl>

fleursdumal.nl magazine

More in: Art & Literature News, Kouwenaar, Gerrit, Remco Campert, Ryzhy, Boris


VERSE BEATS internationaal poëzie & hiphop programma op 28 januari 2011 in Amsterdam

poe z

Literaire Podia Amsterdam,

GRAP en Sugar Factory presenteren

VERSE BEATS

internationaal poëzie & hiphop programma

Op vrijdag 28 januari 2011 in de Sugar Factory te Amsterdam: dichters, slammers, mc’s en musici uit verschillende Europese landen. Zij brengen in een gevarieerd programma poëzie, freestyle, slam en spoken word. Aanvang 20.00 uur.

VERSE BEATS brengt poetry en hiphop bij elkaar. Dichters dragen voor, freestylers reageren hierop. Er is ruimte voor cross-overs, confrontaties worden niet geschuwd. Naast dichters als H.H. ter Balkt, F. Starik, Hagar Peeters en Christine Otten staan onder andere hiphoppers Rico en Typhoon met de live band Muppetstuff op het podium. Uit het buitenland komen speciaal voor VERSE BEATS de Franse slammer/dichter Jean-Luc Despax, de Engelse dichter Ryan Van Winkle en uit Duitsland dichter Matthias Göritz en rapper Gauner. Het thema van de avond is De Stad.

In het sfeervolle decor van nachttheater Sugar Factory soleert de een na de ander: Christine Otten presenteert met Jan Klug muzikale poëzie; Simon Mulder draagt een sonnet voor; rappers/freestylers Surya, Robian en Frits van Dijk reageren al improviserend op voordrachten van de dichters en slammers. De beats komen van DJ Clean Cut. Rap wordt poëzie met hiphopper Rico in de rol van observeerder en Typhoon als filosofisch denker. De presentatie van de avond is in handen van The Change Agent en Gauner.

Aan VERSE BEATS werken mee: H.H. ter Balkt, Jean-Luc Despax (FR), Matthias Göritz (DE), Rico, Typhoon & Muppetstuff,  Ryan Van Winkle (UK), F. Starik, Surya, Tjitse Hofman, Hagar Peeters, Mowaffk Al-Sawad, Simon Mulder, Christine Otten met Jan Klug, Dennis Gaens, Robian, Frits van Dijk, dj Clean Cut.

VERSE BEATS is een initiatief van de Literaire Podia Amsterdam (LPA) in samenwerking met GRAP en de Sugar Factory.

VERSE BEATS wordt mede mogelijk gemaakt door de LPA, GRAP, Sugar Factory, Nederlands Letterenfonds, SNS Reaalfonds.

De LPA bestaat uit: AIDA, British Council, Castrum Peregrini, El Hizjra, Feest der Poëzie, Goethe-Institut, John Adams Institute, Maison Descartes, Openbare Bibliotheek, Ons Suriname, Perdu, SLAA, School der Poëzie.

Vrijdag 28 januari 2011

Sugar Factory

Lijnbaansgracht 238, Amsterdam

Entree: € 9,- (studenten: € 7,50)

Tijd: 20.00 – 00:00 uur

www.sugarfactory.nl

fleursdumal.nl magazine

More in: Art & Literature News, Peeters, Hagar, Poetry Slam


George Orwell: The Lesser Evil

George Orwell

(1903-1950)

 

The Lesser Evil

Empty as death and slow as pain
The days went by on leaden feet;
And parson’s week had come again
As I walked down the little street.

Without, the weary doves were calling,
The sun burned on the banks of mud;
Within, old maids were caterwauling
A dismal tale of thorns and blood.

I thought of all the church bells ringing
In towns that Christian folks were in;
I heard the godly maidens singing;
I turned into the house of sin.

The house of sin was dark and mean,
With dying flowers round the door;
They spat their betel juice between
The rotten bamboos of the floor.

Why did I come, the woman cried,
so seldom to her beds of ease?
When I was not, her spirit died,
And would I give her ten rupees.

The weeks went by, and many a day
That black-haired woman did implore
Me as I hurried on my way
To come more often than before.

The days went by like dead leaves falling
And parson’s week came round again.
Once more devout old maids were bawling
Their ugly rhymes of death and pain.

The woman waited for me there
As down the little street I trod;
And musing upon her oily hair,
I turned into the house of God.

 

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive O-P, Archive O-P, George Orwell, Orwell, George


Alle gedichten van Cees Buddingh’ gebundeld

Alle gedichten van Cees Buddingh gebundeld

C. Buddingh’, Wim Huijser (redactie)
Buddingh’ Gebundeld
Verwacht 24 november 2010

Halverwege de jaren zestig mocht C. Buddingh’ (1918-1985) gerekend worden tot de populaire dichters van zijn generatie. Hij was het die het alledaagse – parlando – taalgebruik in de poëzie introduceerde en die met zijn onmiskenbare stemgeluid de poëzie onder de mensen bracht.
Buddingh’s poëzie werd mede dankzij dat stemgeluid geassocieerd met humor. Zijn stem riep bij voorbaat een glimlach op, terwijl in zijn poëzie ernst en melancholie steeds vaker de boventoon gingen voeren.

Vijfentwintig jaar na zijn dood behoort een groot deel van Buddingh’s teksten nog steeds tot de literaire canon. Zijn gorgelrijmen, maar ook het elastiekje dat eerst leek op een schaartje en daarna op het brilletje van Bernlef. Naast zijn kleurrijke aanwezigheid in het Land der Poëzie redenen genoeg om zijn verzamelde gedichten weer beschikbaar te maken.
(Catalogus, najaar 2010)
In deze uitgave zijn naast de verschillende dichtbundels ook de verspreide losse poëziepublicaties van Buddingh opgenomen en van toelichting voorzien.

Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, nov. 2010 / gebonden – 1224 pag. – afm. 21,5 x 13,5 cm / ISBN 978 90 388 9376 1 / Verkoopprijs € 39,90 tot 1 januari 2011, daarna € 45,00

– Het boek wordt op 24 november 2010 gepresenteerd, tijdens de Buddingh’-week die in Dordrecht wordt gehouden van 21 tot 27 november.

– Wim Huijser (1960) is  bezorger van het werk van C. Buddingh’ en schreef o.a. een zestal boeken over zijn schrijverschap. Momenteel werkt hij aan de biografie van Buddingh’.

fleursdumal.nl magazine

More in: Buddingh', Cees


Ton van Reen: Bericht voor Jan Hanlo

Ton van Reen was bevriend met Jan Hanlo. Met Jan Hanlo maakte van Reen vaak wandelingen door de Peel en de omgeving van Valkenburg. Ze correspondeerden over honing, wijn en gedichten.

Een paar dagen voordat Jan Hanlo op zijn motor verongelukte had hij Ton van Reen nog bezocht. Later bezocht Van Reen het graf van Jan en liet er het gedicht BERICHT VOOR JAN HANLO achter voor de bijen.

Ton van Reen

Bericht voor Jan Hanlo

Eenzaam sta ik aan jouw graf

de zon gaat als een beest tekeer

en keer op keer laat een spin

zich aan een zijden draad neer op jouw zerk

weeft een web

dwars over het goed onderhouden perk

van jouw hof

zodat je onder een zilveren sluier

verscholen ligt

begraven onder het stof

van jouw laatste gedicht

Net voordat jij je de dood inreed

schreef jij dat je me bezocht

daarom had ik honing voor je gekocht

vier potten zeem van het soort

dat jij met kilo’s eten kon

raatzuivere honing uit de Peel –

die honing laat ik achter bij jouw graf

wellicht komen er bijen op af

jij hield zo van het dol getik

van bijen tegen het glas van jouw huis

op zoek naar honing op de vensterbank

uit dank kreeg jij de ene na de andere prik

jij juichte blij

dacht dat je na elke steek

weer een jaar meer had te leven

terwijl je mij vlak daarvoor nog had geschreven

dat je er de brui aan gaf

je zag van alle rotzooi af

maar de starre eenheid van een bijenvolk

maakte jou weer vrij, gaf jou een nieuwe kick

terwijl jij zelf de grootste eenling was

Er groeit vochtig steenkruid langs jouw graf

hondsdraf, viool en paardenbloem

dit kruid bereidt veel zuurstof

dat komt jou goed van pas

vaker had je ademnood

gebrek aan licht en lucht

soms was je al een beetje dood

Ter hoogte van je rechterbeen

vreet een zonnedauw

het laatste segment van een libel

aan die plant ben jij verwant

hij staat passend op jouw graf

als zonnedauw vrat je elk woord kaal

tot op het laatst fragment

jij verkleinde alles

tot de kleinste schaal

zodat jij nu jezelf pas bent

 

Jan Hanlo (1912-1969)


kempis poetry magazine

More in: Hanlo, Jan, Reen, Ton van, Ton van Reen


Ton van Reen: Bericht voor Pierre Kemp

Ton van Reen was bevriend met Pierre Kemp. Hij bezocht Pierre Kemp voor het eerst toen hij zestien was. Daarover schreef hij de novelle WIE ZO VAN VROUWEN HOUDT ( opgenomen in VERZAMELD WERK deel 2, Uitgeverij De Geus). Na Kemps dood bezocht Ton van Reen hem in de sterfkamer van het ziekenhuis in Maastricht. Daarover schreef hij het gedicht BERICHT VOOR PIERRE KEMP.

Ton van Reen

Bericht voor Pierre Kemp

Je adem ruikt nog uit de kist

en kleeft

vocht vreet aan de muur

kalk laat los van het plafond

schilfert rond de putjes in je huis

zodat het even lijkt of jij nog leeft

maar jij ligt stil

Ik lees je laatste bundel door

jouw woord

niet meer

jouw lijflucht schuilt in elk gedicht

zo geuren bloemen op hun eind

bederf

een verfdoos kleur

Jouw hand ligt op je buik en leeft

alleen die hand

de nagels pas geknipt

te kort

stomp tot het bot

wat stoffig in de rand

door zon vergeeld

door ouderdom wat afgeplat

Ik pak je bij de hand

en voel alleen het bot

te koud

te dor

zo oud

zo breekbaar als een ei

de vrucht verrot

tot de rand met dood gevuld

Met een nagel tik ik driekwartsmaat

een gedicht

op de houten rand van je kist

buiten plotseling geluid

ik kijk om

veren sneeuwen langs jouw gezicht

dat spiegelt in de ruit

mussen paren in de goot

snavels hakken luid op het blik

Te laat

je blijft dood

de ruit slaat stuk op jouw gezicht

Pierre Kemp (1886-1967)

kempis poetry magazine

More in: Kemp, Pierre, Reen, Ton van, Ton van Reen


Jan Gielkens: De lintopdracht. Bijzondere opdrachten van Leo Vroman

Jan Gielkens

De lintopdracht

Bijzondere opdrachten van Leo Vroman

Leo Vroman wordt op 10 april 2010 vijfennegentig. Ik ontmoette hem één keer, in 1981 tijdens Poetry International in Rotterdam, waar hij als deelnemende dichter ook meewerkte aan het jaarlijkse vertaalproject. Dat was dat jaar gewijd aan de (Oost-)Duitse dichter en vertaler Erich Arendt (1903-1984), die voor het festivalprogramma werd vertaald door Ton Naaijkens en mij. Ik kocht een net verschenen derde druk van Vromans bundel Uit slaapwandelen en liet die signeren. Vroman maakte van de L van zijn voornaam een zelfportretje en tekende ook de Willemsbrug, die datzelfde jaar een nieuwe gedaante kreeg. Poetry International stond in 1981 in het teken van deze brug.

Onlangs vond ik in een nalatenschap nog een exemplaar van Uit slaapwandelen, en wel de eerste druk uit 1957. Ook in deze bundel schreef Vroman, namelijk op de Franse titelpagina het woord ‘hartelijke’. Omdat ik al had gehoord dat er opdrachtexemplaren van Vroman in de nagelaten bibliotheek van de voormalige Querido-medewerker Klaas Eksteen zaten ging ik op zoek naar andere bundels, en inderdaad leverde wat zoekwerk nog vijf boeken op, allemaal eerste drukken, allemaal door Querido uitgegeven en allemaal met Vroman-sporen. In een eerste druk van Twee gedichten uit 1961 staat het woord ‘voor’, in Gedichten. Vroegere en latere uit 1949 staat ‘Klaas’, in Poems in English uit 1953 staat ‘Eksteen,’, in De ontvachting en andere gedichten uit 1960 staat ‘met’, in Uit slaapwandelen dus ‘hartelijke’ en in Tineke. De adem van Mars. Snippers van Leo Vroman. Proza uit 1960 ‘dank / Leo’.

Naast elkaar gelegd levert dit een leuke opdracht op, waarschijnlijk een geschenk bij het afscheid van Eksteen. Er zitten namelijk wel meer opdrachten in de nalatenschap die ter gelegenheid van een afscheid zijn geschreven. Zou de opdracht compleet zijn?

Ongetwijfeld komt dit soort opdrachten vaker voor. Maar hebben ze eigenlijk een naam?

Jan Gielkens over bibliofiele vondsten en typografische bijzonderheden

Eerder gepubliceerd op: www.teksteditie.org

kempis poetry magazine

More in: Jan Gielkens, Vroman, Leo


Nieuwe biografie Pierre Kemp door Wiel Kusters

PIERRE KEMP

Een leven

door Wiel Kusters

Een van de boeiendste eenlingen uit de Nederlandse poëzie van de twintigste eeuw is de dichter Pierre Kemp (1886-1967). Vanuit zijn Maastrichtse ‘dichterkluisje’, ver van het door hem verafschuwde artistieke leven, bereikte hij met zijn even vitale als melancholische poëzie de harten van zeer veel schrijvende en lezende Nederlanders. In 1956 werd hem de Constantijn Huygensprijs toegekend, in 1958 volgde de P.C. Hooftprijs. Het op de achterzijde van deze prospectus geciteerde gedicht ‘Bloem’ is typerend voor Pierre Kemps blijmoedigheid. Maar uit zijn pen vloeiden ook regels als:

CRITISCH

Ik voel mij door het licht verplicht

te leven,

maar eer ik me aan die plicht om ’t licht

wil geven,

moet ik weten, of het nog anders is

dan in brand gevlogen duisternis


Wie was Pierre Kemp? Hoe werd deze ‘Man in het Zwart’, die werkte op het loonbureau van een Zuid-Limburgse steenkolenmijn, een van ’s lands kleurrijkste dichters? Wiel Kusters schreef een biografie van Pierre Kemp, rijk aan interpretaties van levensfeiten, poëzie en de samenhang daartussen. Hij brengt veel nieuwe gegevens boven water, onder andere over Kemps Muzen. En over het dichterlijke spel dat Kemp zijn leven lang wilde spelen, naast en in het dagelijks bestaan, omdat één leven niet genoeg kon zijn.

Wiel Kusters (1947) heeft niet alleen naam gemaakt als dichter, maar ook als schrijver over literatuur. Bij Vantilt verscheen van hem in 2008 Koolhaas’ dieren.

Over Koolhaas’ dieren: ‘De vele heldere literaire analyses maken Koolhaas’ dieren tot een waardevol boek.  (L.H. Wiener, NRC Handelsblad)


UITGEVERIJ VANTILT – ISBN 9789460040443 – NUR 321

Gebonden, geillustreerd, deels in kleur, 14×22 cm, ±800 pagina’s

± € 39,95 | verschijnt mei 2010

fleursdumal.nl magazine

More in: - Book News, Archive K-L, Archive K-L, Kemp, Pierre, Wiel Kusters


Bonnefantenmuseum Maastricht: Overzichtstentoonstelling Pierre Kemp

Pierre Kemp bij zijn huis in de Turennestraat.

Foto Henri de Bouter, 1961.  Letterkundig museum.

Bonnefantenmuseum Maastricht

Pierre Kemp

Nobel oud kind !

30.05 – 29.08.2010
‘Lang voordat Pierre Kemp op een nogal unieke manier naam maakte in de Nederlandse literatuur’, aldus Kemp-vorser Fred van Leeuwen, ‘was hij schilder. Daarna is hij een schrijvende schilder geworden. Toen een schilderende schrijver. En tenslotte een schrijver die zelfs niet meer wilde schilderen.’

Kemps meest eigenzinnige schilderwerk ontstond in de periode tussen 1929 en 1935. Geïnspireerd door het symbolisme en Duits expressionisme hanteerde Kemp een helder kleurgebruik en een fantasierijke, naïeve beeldtaal, die niet erg aansloten bij het werk van zijn tijdgenoten. In 1935 stopte Kemp definitief met schilderen.

 De collectie van het Bonnefanten omvat het grootste deel van Kemps beeldende oeuvre. Bij gelegenheid van de presentatie op zondag 30 mei in Centre Ceramique van de biografie: Pierre Kemp. Een leven, van de hand van dichter en hoogleraar letterkunde Wiel Kusters opent op de derde verdieping van het Bonnefantenmuseum een overzicht van werken van de beeldend kunstenaar Pierre Kemp. In de tentoonstelling zijn een veertigtal olieverfschilderijtjes, werken op papier en schetsboekjes te zien, alsmede archief- en ander documentatiemateriaal over zijn beeldende oeuvre en persoonlijke leven.

Bij zijn jarenlange onderzoek kwam Wiel Kusters op het spoor van een twaalftal werken op papier die met grote waarschijnlijkheid kunnen worden toegeschreven aan Pierre Kemp. Deze pastels werden aangetroffen in de nalatenschap van pater J. van Well, S.J. die het de jonge Kemp mogelijk had gemaakt afscheid te nemen van de Societe Ceramique, waar hij als plateelschilder werkte, om zich een jaar lang toe te leggen op de verdere ontwikkeling van zijn talent. Van de oogst van dit schilderjaar is tot nu toe niets teruggevonden, maar de nu opgedoken werken hebben er vrijwel zeker deel van uitgemaakt.

Pierre Kemp (1886-1967) werd in 1959 bekroond met de Staatsprijs voor Letterkunde, de P.C. Hooftprijs, en daarmee gecanoniseerd als een van de grote Nederlandse dichters van de twintigste eeuw. Het grootste deel van zijn leven heeft Kemp in Maastricht doorgebracht, afgezien van een verblijf van nog geen jaar in Amsterdam, als leerling-journalist bij het dagblad De Tijd (1915), en natuurlijk ook van de vele uren die hij werkzaam was als loonadminstrateur bij de steenkolenmijn Laura in Eygelshoven (1916-1945).

 

Pierre Kemp, Concerns, 1941

Olieverf op karton 54,4 x 46,1 cm

Rondom de tentoonstellingen worden er een aantal rondleidingen georganiseerd, inclusief focusrondleidingen door Wiel Kusters, auteur “Pierre Kemp. Een leven” (zondag 6 juni om 15.00 uur) en door conservator Paula van den Bosch, samensteller van de tentoonstelling (zondag 4 juli om 15.00 uur). De focusrondleidingen duren een uur en zijn gratis op vertoon van een geldig entreebewijs.  Reserveren: reservations@bonnefanten.nl

Vanaf juli 2010 zullen een reeks zomerworkshops voor kinderen georganiseerd worden rondom het werk van Pierre Kemp: Dichterlijke doeken ! van 27 t/m 30 juli en van 24 t/m 27 augustus.
Op zondag 30 mei vindt er een speciale middag rond Pierre Kemp plaats in Centre Ceramique en het Bonnefantenmuseum. De dag zal als volgt worden ingevuld:

14.00 uur: WIEL KUSTERS’ nieuwe biografie van Pierre Kemp – ‘een van de boeiendste eenlingen uit de Nederlandse poëzie van de twintigste eeuw’ – (Pierre Kemp. Een leven, Nijmegen: Vantilt) zal ten doop gehouden worden. Dr. Jan de Roder (Universiteit Maastricht) houdt een korte inleiding en voert een gesprek met de biograaf. Voorts zal er muziek van Hendrik Andriessen ten gehore gebracht worden, op tekst van Kemp.

16.00 uur: In het Bonnefantenmuseum zal aansluitend de tentoonstelling van het werk van Kemp worden geopend. In de tentoonstelling zijn een veertigtal olieverfschilderijtjes, werken op papier en schetsboekjes te zien, alsmede archief- en ander documentatiemateriaal over zijn beeldende oeuvre en persoonlijke leven.
Naast zijn beeldende oeuvre wordt ook hierin een korte film over de dichter-schilder uit 1967 vertoond. Deze film is meer dan veertig jaar niet meer te zien geweest. Zij bevat de enige bewegende beelden die er van de dichter bestaan.

Pierre Kemp, Landschap met dame, dood en duivel,

1939 Olieverf op karton 50,2 x 40,2 cm

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive K-L, Kemp, Pierre


Ed Schilders over Louis Th. Lehmann

L o u i s   T h.  L e h m a n n

door Ed Schilders

Louis Lehmann werd geboren in 1920, begon in 1939 te publiceren in kranten en tijdschriften, en had dus zijn zilveren schrijversjubileum al gevierd toen hij zichzelf in 1966 een literair publicatieverbod oplegde. Ik heb de uitleg van die zelfopgelegde stilte nooit helemaal begrepen, en dat is ook nu weer het geval als de kwestie ter sprake komt in de inleiding door Alida Beekhuis op Lehmanns nieuwe boek Laden ledigen. Het verhaal is altijd hetzelfde: Lehmann voelt zich erkend als dichter/schrijver – Ter Braak en Vestdijk hadden hem hun lof toegewuifd – en tegelijk miskend ‘op zijn vakgebied’, de scheepsarcheologie. Hij blijft schrijven en muziekstukken componeren, maar neemt zich voor niets daarvan te publiceren totdat hij ook als archeoloog erkenning gekregen heeft. Dat duurt even. Dertig jaar. In 1996 promoveert hij op een proefschrift over door roeiers voortbewogen galeischepen in de oudheid, en wel voor zover dat onderwerp werd benaderd in de Renaissance en tijdens de Barok. Alida Beekhuis noemt het ‘een zeer belangrijke gebeurtenis in zijn leven.’ En: ‘daarmee hief hij zijn ban op literaire publicaties op.’ Twee weken na de promotie had Lehmann een nieuwe dichtbundel persklaar.

Wie moest met dat publicatieverbod gestraft worden? De wetenschap, de poëzieliefhebber, of de auteur zelf? Was het hoogmoed of juist nederigheid? Je zou het hoe dan ook een vorm van gevaarlijk literair leven kunnen noemen. Lehmann is 75 jaar als de kersverse doctor de oude dichter weer vrijheid van drukpers toestaat. Dertig jaar niet publiceren! Dat lijkt, achteraf, zoiets als de zelfverkozen status van ‘poète maudit’; Lehmann kon al die tijd immers ook niet bevroeden dat hij in 1996 nog aan zijn beste letterjaren zou beginnen als ‘éminence grise’. In druk onder andere met een verzameluitgave die door Tom van Deel werd samengesteld; als presentator van en commentator op bijzondere muziekopnamen op VPRO-radio; als troeteldichter op poëziefestivals, waar hij met aanstekelijk plezier voorleest, rapt, tapt, en in de afterparty de tango danst.

Laden ledigen zegt het al: wat gedurende die dertig jaar geschreven werd, is nu uit de spreekwoordelijke lade bevrijd. Bovendien had de auteur vóór die tijd ook al een ladekastje en uit dat meubilair is nu een uitbundige keuze gemaakt. Dat Lehmann kan dichten en dansen, dat hij mondharmonica speelt en piano, dat wisten we al. Uit de ladekasten zijn nu ook vertalingen van Engelse en Spaanse poëzie opgegraven. Er komen partituren van zijn composities aan het licht. Tekeningen uit 1938, en een toneeltekst. Transcripties ook van de ‘praatjes’ die hij in zijn VPRO-muziekprogramma hield dan wel voorlas, met als uiterst vervreemdend effect dat de besproken muziekstukken uiteraard niet gedraaid worden: ‘Ik zal nu besluiten met ‘King of Kings’. En daarmee neem ik afscheid van u.’

Het zwaartepunt van het boek ligt bij de poëzie. Die is zoals we Lehmanns werk hebben leren waarderen: in de vorm zeer gevarieerd, en wars van elke letterkundige conventie – alleen Lehmann komt ermee weg om ‘Oidipoes’ te laten rijmen op ‘O, die poes’ en ‘octopus’. Een groot aantal gedichten verwijst inderdaad naar de tijd waarin ze in de lade beland zijn. Over de vernieuwing dan wel vernieling van de binnenstad van Amsterdam spreekt de dichter met grote regelmaat zijn anathema uit, te beginnen bij burgemeester Samkalden en ideoloog Han Lammers. Er worden zeldzame woorden gebruikt als ‘ludiek’. Een vijfregelig vers begint met: ‘Huisje slopen, bankje bouwen,/ Van Rokin tot Overtoom…’ Het werkt nog beter als je beseft dat je dat moet lezen op de melodie van ‘Zakdoek leggen/ Niemand zeggen…’ Het zijn periodestukken, maar wel heel mooie, en ze zijn in hun poëtische bedoeling nog lang niet verouderd, misschien wel weer urgent geworden.

De belangrijkste bijdrage is echter de eerste, getiteld ‘Fragmenten jeugd’. Autobiografie op zijn Lehmanns. In dertig pagina’s beschrijft hij alles (zegt hij) wat hij zich herinnert uit zijn jeugd (die bij Lehmann ook nog eens vijfendertig jaar duurt, totdat hij ‘naar Amsterdam vertrok’). Deze schets dient te worden gelezen als de hiëroglyfen op antieke tempelwanden – bevat zelfs enige soortgelijke tekeningen – en biedt de sleutels waarmee een aantal van de gedichten nader ontsloten kan worden. Met Laden ledigen is Lehmann de archeoloog van zijn eigen oeuvre geworden. Het is de ultieme verzoening van de doctor met de dichter.


Laden ledigen – een keuze uit hervonden werk van L. Th. Lehmann – De Bezige Bij – ISBN 978 90 234 2774 2

Eerder gepubliceerd in De Volkskrant

 

Ed Schilders over Louis Th. Lehmann

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive K-L, Ed Schilders, Lehmann, Louis Th.


Older Entries »« Newer Entries

Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature