In this category:

Or see the index

All categories

  1. AFRICAN AMERICAN LITERATURE
  2. AUDIO, CINEMA, RADIO & TV
  3. DANCE & PERFORMANCE
  4. DICTIONARY OF IDEAS
  5. EXHIBITION – art, art history, photos, paintings, drawings, sculpture, ready-mades, video, performing arts, collages, gallery, etc.
  6. FICTION & NON-FICTION – books, booklovers, lit. history, biography, essays, translations, short stories, columns, literature: celtic, beat, travesty, war, dada & de stijl, drugs, dead poets
  7. FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor's choice, etc.
  8. LITERARY NEWS & EVENTS – art & literature news, in memoriam, festivals, city-poets, writers in Residence
  9. MONTAIGNE
  10. MUSEUM OF LOST CONCEPTS – invisible poetry, conceptual writing, spurensicherung
  11. MUSEUM OF NATURAL HISTORY – department of ravens & crows, birds of prey, riding a zebra, spring, summer, autumn, winter
  12. MUSEUM OF PUBLIC PROTEST
  13. MUSIC
  14. NATIVE AMERICAN LIBRARY
  15. PRESS & PUBLISHING
  16. REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS
  17. STORY ARCHIVE – olv van de veestraat, reading room, tales for fellow citizens
  18. STREET POETRY
  19. THEATRE
  20. TOMBEAU DE LA JEUNESSE – early death: writers, poets & artists who died young
  21. ULTIMATE LIBRARY – danse macabre, ex libris, grimm & co, fairy tales, art of reading, tales of mystery & imagination, sherlock holmes theatre, erotic poetry, ideal women
  22. WAR & PEACE
  23. WESTERN FICTION & NON-FICTION
  24. ·




  1. Subscribe to new material: RSS

EDITOR’S CHOICE

«« Previous page · Ed Schilders over Louis Th. Lehmann · Ed Schilders over Leo Vroman & Jan Lauwereyns · Walter Breedveld over Anton van Duinkerken · Reactie Remco Campert op gedicht Ton van Reen · Ton van Reen: Gedicht voor Remco Campert · Ed Schilders over Hans Warren · Walter Breedveld over Harrie Kapteijns · BBC Poetry Season on TV, on radio and online · Ed Schilders over Cees Buddingh’ · Het Uur van de Wolf over Boris Ryzhy · Verkiezing Dichter des Vaderlands 2009 · Zilveren Wolf Award voor film over dichter Boris Ryzhy

»» there is more...

Ed Schilders over Louis Th. Lehmann

L o u i s   T h.  L e h m a n n

door Ed Schilders

Louis Lehmann werd geboren in 1920, begon in 1939 te publiceren in kranten en tijdschriften, en had dus zijn zilveren schrijversjubileum al gevierd toen hij zichzelf in 1966 een literair publicatieverbod oplegde. Ik heb de uitleg van die zelfopgelegde stilte nooit helemaal begrepen, en dat is ook nu weer het geval als de kwestie ter sprake komt in de inleiding door Alida Beekhuis op Lehmanns nieuwe boek Laden ledigen. Het verhaal is altijd hetzelfde: Lehmann voelt zich erkend als dichter/schrijver – Ter Braak en Vestdijk hadden hem hun lof toegewuifd – en tegelijk miskend ‘op zijn vakgebied’, de scheepsarcheologie. Hij blijft schrijven en muziekstukken componeren, maar neemt zich voor niets daarvan te publiceren totdat hij ook als archeoloog erkenning gekregen heeft. Dat duurt even. Dertig jaar. In 1996 promoveert hij op een proefschrift over door roeiers voortbewogen galeischepen in de oudheid, en wel voor zover dat onderwerp werd benaderd in de Renaissance en tijdens de Barok. Alida Beekhuis noemt het ‘een zeer belangrijke gebeurtenis in zijn leven.’ En: ‘daarmee hief hij zijn ban op literaire publicaties op.’ Twee weken na de promotie had Lehmann een nieuwe dichtbundel persklaar.

Wie moest met dat publicatieverbod gestraft worden? De wetenschap, de poëzieliefhebber, of de auteur zelf? Was het hoogmoed of juist nederigheid? Je zou het hoe dan ook een vorm van gevaarlijk literair leven kunnen noemen. Lehmann is 75 jaar als de kersverse doctor de oude dichter weer vrijheid van drukpers toestaat. Dertig jaar niet publiceren! Dat lijkt, achteraf, zoiets als de zelfverkozen status van ‘poète maudit’; Lehmann kon al die tijd immers ook niet bevroeden dat hij in 1996 nog aan zijn beste letterjaren zou beginnen als ‘éminence grise’. In druk onder andere met een verzameluitgave die door Tom van Deel werd samengesteld; als presentator van en commentator op bijzondere muziekopnamen op VPRO-radio; als troeteldichter op poëziefestivals, waar hij met aanstekelijk plezier voorleest, rapt, tapt, en in de afterparty de tango danst.

Laden ledigen zegt het al: wat gedurende die dertig jaar geschreven werd, is nu uit de spreekwoordelijke lade bevrijd. Bovendien had de auteur vóór die tijd ook al een ladekastje en uit dat meubilair is nu een uitbundige keuze gemaakt. Dat Lehmann kan dichten en dansen, dat hij mondharmonica speelt en piano, dat wisten we al. Uit de ladekasten zijn nu ook vertalingen van Engelse en Spaanse poëzie opgegraven. Er komen partituren van zijn composities aan het licht. Tekeningen uit 1938, en een toneeltekst. Transcripties ook van de ‘praatjes’ die hij in zijn VPRO-muziekprogramma hield dan wel voorlas, met als uiterst vervreemdend effect dat de besproken muziekstukken uiteraard niet gedraaid worden: ‘Ik zal nu besluiten met ‘King of Kings’. En daarmee neem ik afscheid van u.’

Het zwaartepunt van het boek ligt bij de poëzie. Die is zoals we Lehmanns werk hebben leren waarderen: in de vorm zeer gevarieerd, en wars van elke letterkundige conventie – alleen Lehmann komt ermee weg om ‘Oidipoes’ te laten rijmen op ‘O, die poes’ en ‘octopus’. Een groot aantal gedichten verwijst inderdaad naar de tijd waarin ze in de lade beland zijn. Over de vernieuwing dan wel vernieling van de binnenstad van Amsterdam spreekt de dichter met grote regelmaat zijn anathema uit, te beginnen bij burgemeester Samkalden en ideoloog Han Lammers. Er worden zeldzame woorden gebruikt als ‘ludiek’. Een vijfregelig vers begint met: ‘Huisje slopen, bankje bouwen,/ Van Rokin tot Overtoom…’ Het werkt nog beter als je beseft dat je dat moet lezen op de melodie van ‘Zakdoek leggen/ Niemand zeggen…’ Het zijn periodestukken, maar wel heel mooie, en ze zijn in hun poëtische bedoeling nog lang niet verouderd, misschien wel weer urgent geworden.

De belangrijkste bijdrage is echter de eerste, getiteld ‘Fragmenten jeugd’. Autobiografie op zijn Lehmanns. In dertig pagina’s beschrijft hij alles (zegt hij) wat hij zich herinnert uit zijn jeugd (die bij Lehmann ook nog eens vijfendertig jaar duurt, totdat hij ‘naar Amsterdam vertrok’). Deze schets dient te worden gelezen als de hiëroglyfen op antieke tempelwanden – bevat zelfs enige soortgelijke tekeningen – en biedt de sleutels waarmee een aantal van de gedichten nader ontsloten kan worden. Met Laden ledigen is Lehmann de archeoloog van zijn eigen oeuvre geworden. Het is de ultieme verzoening van de doctor met de dichter.


Laden ledigen – een keuze uit hervonden werk van L. Th. Lehmann – De Bezige Bij – ISBN 978 90 234 2774 2

Eerder gepubliceerd in De Volkskrant

 

Ed Schilders over Louis Th. Lehmann

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive K-L, Ed Schilders, Lehmann, Louis Th.


Ed Schilders over Leo Vroman & Jan Lauwereyns

OVER LEO VROMAN & JAN LAUWEREYNS

De Vlaming Jan Lauwereyns (1969) en de Nederlander Leo Vroman (1915) hebben veel met elkaar gemeen, ondanks het leeftijdsverschil. Ze zijn dichter maar ook wetenschapper. De een schreef al over muggen en dierproeven, de ander over bloedstolling en eiwitten. Beiden wonen en werken in het buitenland. Samen publiceerden ze in een bibliofiele uitgave ‘Ik, systeem, de werkelijkheid’, en rond die twee gedichten werd Zwelgen wij denkend rond samengesteld. Met aanvullende gedichten, een dubbelinterview, foto’s, een verhaal van Lauwereyns, en correspondentie waarin ook de wordingsgeschiedenis van het boek te volgen is. Een biograaf had het niet beter kunnen doen.

Zijn er muggen in de hemel? Dat is een boeiende suggestie in Lauwereyns’ versie van ‘Ik, systeem, de werkelijkheid’, maar omtrent het antwoord laat hij de lezer in het ongewisse. Met voelbaar genoegen roept hij vragen op om ze niet te beantwoorden. Zijn muggen dan soms gevallen engelen? Ze worden ‘benijd om hun identiteit’, maar door wie? Door het ‘systeem’ van een Schepper, of door de dichter die zich Ik noemt? Lauwereyns is een beetje, en soms een beetje veel, een treiteraar met taal. En dat is een compliment.

Leo Vroman schreef de andere helft van het duogedicht. Met evenveel genoegen geeft hij in zíjn versie antwoorden: ‘Goed, dan zal ik ditmaal pogen/ die drie begrippen te verweven/ met mijn dagelijkse leven/ voor alle vier vervlogen zijn.’ Vroman voelt zich het best thuis bij ‘de werkelijkheid’. Hij is de weldoener met woorden. In zijn hemel geen muggen. Twee regels verdienen het om tot in lengte der dagen geciteerd te worden: ‘Mijn hemel is het zoet gezicht/ van Tineke die naast mij ligt.’

Ondanks de vele overeenkomsten en de geestverwantschap tussen de auteurs zijn het juist zulke verschillen in poëtische benadering die de combinatie spannend maken, en waarbij de dichters elkaar toch in een wonderlijk evenwicht houden.

Ed Schilders

Zwelgen wij denkend rond – Leo Vroman en Jan Lauwereyns – De Bezige Bij – ISBN 978 90 234 2994 4

Eerder gepubliceerd in De Volkskrant

Ed Schilders over Leo Vroman & Jan Lauwereyns

fleursdumal.nl magazine

More in: Ed Schilders, Vroman, Leo


Walter Breedveld over Anton van Duinkerken

‘Vliegensvlug gaan zijn gedachten’

Walter Breedveld over Anton van Duinkerken

Door Jef van Kempen

Walter Breedveld (1901-1977) was lange tijd ongekend populair als schrijver van Brabantse volksboeken. Maar Breedveld deed meer. Zo maakte hij in 1959 en 1960 ruim vijftig portretten van Brabantse kunstenaars voor De Gelderlander. Een korte serie belicht deze andere kant van Breedveld. Vandaag: Anton van Duinkerken (1903-1968).

 In zijn biografie over Anton van Duinkerken schrijft Michel van der Plas: “Het publiek dat zijn boeken echt las was eerder klein dan groot. Des te ‘bekender’ was hij als gestalte, als vertegenwoordiger van een zuidelijke levensaard, als belijder van een religie, als boegbeeld van een bevolkingsgroep, als vrijwel alom aanvaarde ‘doorbraak’-figuur, als onontkoombare bestuursfunctionaris, als alomtegenwoordige redenaar”.

Anton van Duinkerken was een strijdbare schrijver, dichter en journalist. Hij was een charismatische levensgenieter, die grote indruk heeft gemaakt op zijn tijdgenoten. Ook op Walter Breedveld: “Dan rijst voor ons op de boeiende figuur van de geleerde, de wetenschapsman, de romantische dichter, de diepe denker, die in een schitterend heel duidelijk en zuiver proza leraart, getuigt en belijdt, en soms scherp hekelt. (…) In zijn stem beluisteren wij de hoogleraar, even later de Brabander met zijn gemoedelijkheid en zijn humor. Vliegensvlug gaan zijn gedachten, hij onderbreekt zijn betoog met plotselinge invallen om dan weer moeiteloos naar het onderwerp terug te keren”.

Als medewerker van Roeping en medeoprichter van De Gemeenschap heeft Van Duinkerken een belangrijke bijdrage geleverd aan de doorbraak naar een nieuw katholiek levensbesef.

“Zelfs als hij verder zou zwijgen zal hij de eeuwen ingaan als een der grootsten – misschien de belangrijkste- katholieke emancipators van de twintigste eeuw” schrijft Breedveld. “De meest waardevolle bijdragen tot de letterkunde in meer persoonlijke zin heeft hij gegeven in zijn vaak omvangrijke boekrecensies. (…) Op de achtergrond van zijn recensies stond altijd de persoon van de auteur van het werk, die ongeacht het literaire peil van zijn boek, een soeverein mens is, die gerespecteerd diende te worden”.

In een gesprek met Breedveld maakt Van Duinkerken een opmerkelijke vergelijking tussen de experimentele gedichten van nieuwkomer Lucebert en de experimentele gedichten van Vondel. Veel van Vondels gedichten werden door zijn tijdgenoten ook niet begrepen. Volgens Breedveld is het medeleven van Van Duinkerken met de jongeren van zijn tijd diep en intens: “Hij kent hun innerlijke moeilijkheden en is bezorgd om hen. Toch zullen zij deze atoomtijd, die misschien voorafgaat aan een interplanetaire gemeenschappelijkheid, zèlf moeten bouwen. Want wij zien hun artistieke bouwsels wel; hun woordkunst, hun beeldende kunst; wij horen hun muziek wel en hun ritme, doch we ondergaan het min of meer als outsiders.”

(Eerder gepubliceerd in: Brabants Dagblad)

Walter Breedveld over Anton van Duinkerken

• fleursdumal.nl magazine

More in: Anton van Duinkerken, Brabantia Nostra, Jef van Kempen, Lucebert, Vondel, Joost van den, Walter Breedveld


Reactie Remco Campert op gedicht Ton van Reen

 Reactie van Remco Campert op het gedicht dat Ton van Reen

schreef ter gelegenheid van Camperts tachtigste verjaardag

op 28 juli 2009 en publiceerde op

kempis poetry magazine 

Lees:  Gedicht voor Remco Campert door Ton van Reen

 

More in: Archive C-D, Archive C-D, Archive Q-R, Archive Q-R, Campert, Remco, Reen, Ton van, Reen, Ton van, Remco Campert


Ton van Reen: Gedicht voor Remco Campert

 

Gedicht voor Remco Campert

door Ton van Reen

Als je tachtig bent, zou je heel veel over willen doen

maar bijna alles wat je hebt gedaan, zou je overslaan

en alle reizen die je als kind, later, wilde maken

maar waar je in alle haast nooit de tijd voor vond

maak je alsnog, je gaat op de fiets, tas met beleg en brood

naar Leuven en Sint Martens-Latem, om België te zien

en lift naar Rome, geen brood maar een meisje mee

En alles wat je als jongen van elf wilde worden

– maar nooit geweest bent, omdat je niet werd uitverkoren

zelfs nooit verkozen tot het voetbalteam van school

nooit spreekstalmeester in het wintercircus op het plein

of de jongen die de koeken en de limonade uit mocht delen –

wordt je alsnog, wanneer je droomt en winnaar blijkt

en wijn schenkt voor de gasten op je feest

Soms, als je na een reis per trein

– jij was de machinist die je altijd al had willen zijn –

op het podium staat in Oss of Zierikzee

verbaasd lezend uit een boek waarop jouw naam

vol verweerde tekst, doorleefd als een missaal

zo vaak herhaald, toch bijna uit jouw hoofd verweesd,

maar bij het spreken, klank en tonggevoel, weer nieuw

vraag jij je af of het jouw gedicht of gemeengoed is

De kampioen die je wilde zijn, macho en meisjesdroom,

sportheld op het basketbalveld achter het Rijksmuseum

waar jij je zomerse dagen verspeelde, sprong, wierp

maar je was net iets te kort en te broos om te winnen

Nu krijg je ruim de tijd om alles te doen

wat je door eigen schuld hebt nagelaten

alle avonturen waarover je droomde haal je nu in

op kleiner schaal: je gaat op reis door eigen huis

de keukenkast is Afrika, de muis vergroot je uit tot leeuw

in de rommelkamer vindt je de Himalaya, Nepal, Mongolië

het witte kastpapier de grote sneeuwbewaaide steppe

en na je reis over de Noordpool op het achterplat

vind je in bed Amerika, New York, de meisjesstad

Doe het, doe de dingen die je altijd wilde doen

voel je vrij en sla het stof van jaren van je af

vergroot de bloemen op je vensterbank tot oerwoudbos

zit aan tafel in je keuken met Neruda, Borges en Pierre Kemp

en schenk de wijn van het landgoed ‘Ouderdom Is Schijn’

Binnen je huid van vloeipapier, met het craquelé van tijd

blijf je die jongen van elf met lef voor tien

die heel veel wilde, storm, veel te weinig mocht

maar alles wilde zien wat niet gezien mocht worden

dacht dat hij alles kon, en met een bal gedichten in de hand

op het plein achter het museum naar de hemel sprong

Op 28 juli 2009 wordt Remco Campert tachtig jaar

Ton van Reen eert Remco Campert met bovenstaand gedicht

Lees reactie Remco Campert

op gedicht van Ton van Reen


Ton van Reen: Gedicht voor Remco Campert

© Ton van Reen

kempis poetry magazine

More in: Archive C-D, Archive C-D, Archive Q-R, Archive Q-R, Art & Literature News, Campert, Remco, Reen, Ton van, Reen, Ton van, Remco Campert


Ed Schilders over Hans Warren

Ed Schilders over Hans Warren

EEN LITERAIRE WANDELING DOOR ZEELAND

Het was al weer lang geleden dat ik door Zuid-Beveland en op Walcheren gewandeld had. Dat was met Victor Hugo, die op 18 augustus 1868 in Antwerpen de boot naar Wemeldingen nam voor een uitstapje van vier dagen. Zijn voetspoor is vrij gedetailleerd vastgelegd in het boekje Victor Hugo en Zélande. ‘Hij voelde zich gelukkig’, schrijft Charles Hugo over zijn vader, ‘in dit eenvoudigweg met appetijtelijk groen uitgedoste land.’

En nu dus wandelen met Hans Warren. Een grotere tegenstelling met de jubelstemming van Hugo is niet denkbaar. Waar de routes van Hugo en Warren elkaar kruisen neemt het contrast welhaast een symbolische vorm aan. Bijvoorbeeld in Goes, waar beiden lunchen in de nabijheid van het stadhuis. Volgens tafelgenote Mensje van Keulen bestelde Warren preisoep, maar kreeg hij vissoep geserveerd. Victor Hugo bestelt niets, maar krijgt een ‘excellente Rijnwijn’ aangeboden en een sigaar die hij mag opsteken waar de dames bij zijn. Toch was Warren er gelukkig. Zozeer zelfs dat hij zijn geboortegrond, de streek rond Borssele, slechts zelden verliet, ook al zag hij de schoonheid van het landschap — die de schoonheid van zijn jeugdjaren was — steeds verder aangetast worden. Hij had, blijkbaar, zo zijn eigen strategie om er gelukkig te blijven. Als hij preisoep bestelde en vissoep kreeg, bestelde hij gewoon nog een vissoep.

Ronny Boogaart en Eric de Rooij hebben in Hart van mijn land ik ben terug (de eerste regel van het gedicht ‘Thuiskeer in Zeeland’) drie routes uitgezet door Warrens leven, met Borssele, Goes, en Middelburg als vertrekpunt. Ze voeren de wandelaar, of de thuislezer, met enige regelmaat langs plekken die je in geen geval nog appetijtelijk kunt noemen, ook al doen oude veldnamen als De Noordnol, De berg van Troje, en De Kaloot anders vermoeden. De Noordnol bijvoorbeeld, waar Warren als jongen vogels ging kijken, en die hij later moest typeren als ‘een onnozel pad aan de voet van de beruchte kerncentrale’. Over De Kaloot schreef hij in 1941 in zijn dagboek dat hij die wel eens ‘over een jaar of vijftig’ zou willen zien. Het was hem al veel eerder gegund. Twintig jaar later luidt een dagboeknotitie: ‘Het was een van de rijkste gebieden van ons hele land.

Er is niets, maar dan ook niets van over. Vanaf de kerncentrale bij Borssele tot aan Vlissingen-Oost is het een cultuursteppe vol fabrieken en stank’. Boogaart en De Rooij doen er nog een schepje bovenop: ‘Op dit moment wordt ook het laatst overgebleven stukje van de Kaloot bedreigd doordat de provincie Zeeland precies op deze plek de Westerschelde Containerterminal wil bouwen.’

Waarom zou je in zoveel lelijkheid willen wandelen, of zelfs lezen? Omdat Boogaart en De Rooij gidsen zijn met een buitengewoon grote kennis van leven en werk van de schrijver. Nergens is het decor zo ‘verlelijkt’ of aan de einder gloort toch nog een appetijtelijk gedicht. Geen cultuursteppe zo bar of er bloeien passages uit de dagboeken. Tot en met de soep die genuttigd werd. En de mosselen die Warren en Van Keulen aten. Wie er kookte is niet duidelijk, maar het zal niemand meer verwonderen: ‘Veel zand, een vieze, weeë smaak, droog ondanks de korte kooktijd.’

Hart van mijn land ik ben terug

Een literaire wandeling door het Zeeland van Hans Warren

Ronny Boogaart en Eric de Rooij

Bas Lubberhuizen; 136 pagina’s; EURO 14,90

ISBN 978 90 5937 151 4


(Ed Schilders over Hans Warren, eerder gepubliceerd in De Volkskrant)


fleursdumal.nl magazine

More in: Archive W-X, Ed Schilders, Warren, Hans


Walter Breedveld over Harrie Kapteijns

Walter Breedveld over Harrie Kapteijns

DE KUNST VAN HET DICHTEN

door Jef van Kempen


Walter Breedveld (1901-1977) was lange tijd ongekend populair als schrijver van Brabantse volksboeken. Maar Breedveld deed meer. Zo maakte hij in 1959 en 1960 ruim vijftig portretten van Brabantse kunstenaars voor De Gelderlander. Een korte serie belicht deze andere kant van Breedveld. Vandaag: Harrie Kapteijns (1917-1987).

“De dichter is veel meer individualist dan de romanschrijver, niet in de zin dat hij in een glazen huisje wenst te wonen, afkerig van het normale gemeenschapsleven, doch hij is individualist omdat ieder vers eigenlijk een reflectie is van zijn eigen wezen, geschapen voor zich zelf.”

Zo introduceert Walter Breedveld de letterkundige Harrie Kapteijns. Kapteijns was een dichter, maar een die vooral naam zou maken als essayist.

Hij promoveerde in 1949 met zijn proefschrift Autonome dichters: typen van ‘poètes maudits’ en oogstte veel lof voor zijn in 1964 verschenen studie over het katholieke letterkundige tijdschrift De Gemeenschap. Maar misschien wel zijn belangrijkste publicatie is de in 1951 verschenen becommentarieerde bloemlezing: Hedendaagse Brabantse dichters. Er passeren gevestigde namen de revue van dichters uit de kring van Roeping, De Gemeenschap en Brabantia Nostra, zoals Anton van Duinkerken en Paul Vlemminx. Maar er is ook veel aandacht voor de jonge nieuwe talenten zoals Frans Babylon, Anton Eijkens, Bert Voeten en Harriet Laurey.

Kapteijns neemt in zijn bloemlezing een duidelijke ontwikkeling van de Brabantse dichtkunst onder de jongeren waar. Volgens Kapteijns: “blijken de jonge dichters anders georiënteerd; hun werk is niet expliciet Brabants, al publiceerden ze in Brabantia Nostra, en soms niet expliciet katholiek, al debuteerden of publiceerden ze in Roeping. Bij de artistieke vormgeving van hun liefde, hun problemen, hun levensinzicht steunen ze niet op de waarden van het gewestelijke”.

Acht jaar later, in een gesprek met Walter Breedveld, is Harrie Kapteijns opmerkelijk minder optimistisch. “Er is weinig eigentijds talent in Brabant. (…) Al wat oudere dichters als Anton van Duinkerken, Frank Valkenier en Lucas van Hoek zwijgen. Hebben ze hun tijd gehad? Verstaan zij de dynamiek van onze dagen niet?” Wat de jongeren betreft blijken de verwachtingen te hoog gespannen te zijn geweest: “In tegenstelling tot de westelijke provincies waar nieuw eigentijds talent aanwijsbaar is. De belangrijkste reden zal ongetwijfeld te vinden zijn in de gemoedelijkheid en de traagzaamheid van de Brabantse aard.”

“De gave van het dichterschap is slechts aan weinigen gegeven” merkt Walter Breedveld op. “De kunst van het dichten is onder de kunsten dan ook wel de moeilijkste, de meest persoonlijke en de minst begrijpelijke vorm van artistiek vermogen.” Breedveld roemt daarna Harrie Kapteijns als een van de meest betekenende Brabantse dichters.


Er zijn in mijn leven

enkele onbenutte kansen

als stille open vijvers,

niet met wrangheid toegevroren,

en niet benaderde,

ongeschonden cijfers,

die tot geen getal behoren.

 

Jef van Kempen: De kunst van het dichten. Walter Breedveld over Harrie Kapteijns

(Brabants Dagblad, 15 november 2001)

• fleursdumal.nl magazine

More in: Anton van Duinkerken, Babylon, Frans, Brabantia Nostra, Eijkens, Anton, Jef van Kempen, Walter Breedveld


BBC Poetry Season on TV, on radio and online

 BBC POETRY SEASON

on TV, on radio and online


Spring 2009 sees the launch of

a landmark commitment to the arts

with a pan-BBC season dedicated to poetry


Some of the nation’s best loved poets and celebrities will take part in a season of big, bold content across television, radio and online; exploring the far-reaching, compelling and truly fascinating world of poetry.

Griff Rhys Jones launches the Poetry Season on BBC Two on 20 May at 9.00pm with a passionate plea about Why Poetry Matters – how verse has the power to move and why everybody needs it.

Also on BBC Two, My Life In Verse With… Robert Webb is the first in a four-part series exploring the rich terrain of poetry from Milton to Shakespeare through the eyes of four well-known personalities also including Sheila Hancock, Malorie Blackman and Cerys Mathews; and Off By Heart on Friday 22 May at 9.00pm follows primary school children across the country as they take part in a nationwide recitation competition, culminating in a grand final, compered by Jeremy Paxman.

T. S.BBC Four features an enlightening six-part series, A Poet’s Guide To Britain, presented by Owen Sheers, (Mondays, 8.30pm), which explores six great works about the British landscape; and Ian Hislop welcomes the new Poet Laureate in Ian Hislop Changing Of The Bard – featuring an entertaining history of one of the oldest and, he argues, oddest offices in the British establishment on 16 May at 10.00pm.

Also on BBC Four poet Simon Armitage goes in search of one of the jewels in the crown of British poetry, Sir Gawain, and historian Michael Wood returns to his first great love – the Anglo Saxon world – to reveal the origins of our literary heritage in Michael Wood On Beowulf.

T. S.

BBC Radio 3 and BBC Radio 4 will mark the 200th anniversary of the birth of Alfred Lord Tennyson, while The Essay – A Laureate’s Life, also on Radio 3, offers five personal takes on the role of Poet Laureate from around the world. Radio 4 will showcase its second Poetry Slam competition following on from its hit 2007 contest.

For younger viewers CBeebies cooks up a fresh, daily serving of scrummy Poetry Pie in a specially created new series for three to six year olds. Starting on BBC Two on May 18 poets from Brian Patten, Roger McGough and Children’s Laureate Michael Rosen to primary school pupils from across the UK contribute to a mix of funny and original rhythms and rhymes.

A dedicated website, bbc.co.uk/poetryseason, launching on 18 May, will feature a wealth of content including a vote to elect the Nation’s Favourite Poet, with short films from a host of celebrities making their case for their favourite poet including John Sergeant on Betjeman and Alex James on Auden. Plus the Poetry Season’s dedicated website will feature a poetry search engine to find poems according to a particular theme or mood.

George Entwistle, Controller Knowledge Commissioning, BBC Vision, says: “The Poetry Season offers viewers a fascinating and accessible insight into verse; there really is something for everyone.

“The UK has an extraordinary poetic tradition. We hope this season, the BBC’s fantastic accompanying online offering, and the other initiatives with the likes of the Poetry Society will inspire and motivate people to discover and reacquaint themselves with the poetry greats. In addition it may also inspire them to discover their own poetic voice.”

The BBC is working closely with external partners on the season including the Poetry Society and National Poetry Day.

BBC WEBSITE:  bbc.co.uk/poetryseason

 

BBC Two

Why Poetry Matters, 20 May at 9.00pm (1×60)

Griff Rhys Jones launches the BBC’s Poetry Season with a passionate and personal plea about why poetry matters – how verse has the power to move, and why everybody needs it. Within this witty, stylish, high-impact hour, Griff makes the case that poetry is accessible, enjoyable and downright compelling.


Simon Schama’s John Donne (1×60)

Simon Schama celebrates the life and work of Britain’s greatest love poet, John Donne. For Schama, Donne is the poet who transformed English poetry through his use of language and emotional honesty. With the help of academic John Carey and actor Fiona Shaw, he undertakes a passionate appraisal and forensic examination of Donne’s work.


My Life In Verse With… (4×60)

From Burns to Milligan, Shakespeare to John Cooper-Clarke, many people, without even realising, have fragments of poetry lodged in their brains. Some of the nation’s best-loved celebrities, including Malorie Blackman, Sheila Hancock, Cerys Matthews and Robert Webb, take a journey of discovery into the poems that inspired them.


Off By Heart, 22 May 9.00pm (1×90)

Learning by heart is one of the best ways to experience a poem, but the method has fallen from favour as part of the educational system. To encourage primary school children to engage with poetry, BBC Learning has launched a new campaign, Off By Heart. Central to the BBC’s Poetry Season, this national recitation competition which launched on National Poetry Day in October 2008 continues in 2009 with BBC Two following children across the UK as they progress from regional heats to the grand final in Oxford, compered by Jeremy Paxman.


Armando Iannucci In Milton’s Heaven And Hell (1×60)

Milton is often considered too difficult, obscure or miserable for today’s reader, but to Iannucci, Paradise Lost is a thrilling work of creative genius that we ignore at our peril. Milton tackles everything from good and evil to human freedom and the existence of God, in language unparalled in scope and variety. In the film, Iannucci explores Paradise Lost in detail and looks at the way Milton’s extraordinary life, encompassing work as ‘spin doctor’ to Oliver Cromwell, being imprisoned in the Tower of London and losing his sight, all fed into his masterpiece.


Arena – T.S Eliot (1×60)

Arena contributes to BBC Two’s Poetry Season with a profile of T.S. Eliot which, with unprecedented co-operation from the Eliot Estate, tells the story of one of the 20th century’s most celebrated and elusive writers.


BBC Four


A Poet’s Guide To Britain, starts 4 May 8.30pm (6×30)

Poet and author Owen Sheers presents this series, in which he explores six great works of poetry about the British landscape. The poems by William Wordsworth, Matthew Arnold, Lynette Roberts, Sylvia Plath, Louis MacNeice and George Mackay Brown explore a sense of place and identity across Britain while also opening doors to stories about the lives of the poets themselves.


Ian Hislop’s Changing Of The Bard, 16 May 10.00pm (1×60)

One of the most unusual offices in the British establishment, the role of the Poet Laureate, has no official job description and a small salary which is traditionally supplemented by 650 bottles of the finest sherry. As Carol Ann Duffy, the newly appointed Laureate, settles into the job, Ian Hislop presents an informed and entertaining history of the post.

 

Sir Gawain And The Green Knight (1×60)

Poet Simon Armitage goes in search of one of the jewels in the crown of British poetry, Sir Gawain And The Green Knight. Following in the footsteps of the poem’s hero, Gawain, through some of Britain’s most beautiful and mystical landscapes, Simon discovers more about the poet, his world and the stories that inspired the poem.

 

Michael Wood On Beowulf (1×60)

Historian Michael Wood returns to his first great love – the Anglo Saxon world – to reveal the origins of our literary heritage. Focusing on Beowulf and drawing on other Anglo Saxon classics he traces the birth of English Poetry back to the Dark Ages. Travelling across the British Isles from East Anglia to Scotland and with the help of Nobel prize winning poet, Seamus Heaney, actor Julian Glover, local historians and enthusiasts he brings the story and language of this iconic poem to life.

 

The People’s Poetry – 30 years Of Poetry Please (1×30), 17 May at 9.30pm

Regularly attracting 1million listeners, the world’s longest-running poetry programme, Radio 4’s Poetry Please, reaches its 30th anniversary. BBC Four pays tribute to the programme in a half-hour film.

CBeebies

Poetry Pie starts 18 May on BBC Two

Straight from the oven, CBeebies cooks up a fresh, daily serving of scrummy poetry pie in a specially created new series for three to six year olds. Poets from Brian Patten, Roger McGough and Children’s Laureate Michael Rosen to primary school pupils from across the UK contribute to a mix of funny and original rhythms and rhymes. Each episode is a unique recipe for poetic fun with every poem animated and brought vividly to life by one of five characters who act, dance and sing the words to the poems.

Radio 3

Sonnet Day, May 20

Radio 3 marks the 400th anniversary of the publication of Shakespeare’s sonnets on 20 May with 14 sonnets read by leading actors throughout the day.

Poems For Today

Starting on May 21, Radio 3 celebrates contemporary poetry with a series of more than 40 poems, broadcast daily over a six-week period, celebrating the breadth of contemporary poetry in the UK today. Each of the poems will have been written or published within the last 12 months and will reflect the range of diverse voices that exist in the UK.

 

Sunday Feature – Children Of The Whitsun Weddings, May 24

Poets Kate Clanchy and Paul Farley take a train through “Larkinland”, as they explore their mutual admiration for Philip Larkin’s work. Born within days of each other in 1965, nine months after the publication of Larkin’s The Whitsun Weddings, Kate and Paul have very different poetic voices. They travel across Britain retracing some of Larkin’s key journeys from Oxford to Hull and Leeds to London, leading the two to a series of lively interchanges on the poet’s influence on them and on their shared passion for Larkin’s work.


Drama On 3 – Idylls Of The King

Radio 3 broadcasts a new adaptation by award-winning poet Michael Symmonds Roberts of Tennyson’s epic poem telling the story of King Arthur.

Sunday Feature – Searching For Alfred: In The Shadow Of Tennyson

Poet Ruth Padel, herself inspired by Tennyson, seeks out the real Alfred and asks why he has become such a lofty remote figure. Two hundred years after his birth Ruth investigates his legacy in art, film and music of all kinds and reveals that Tennyson is a poet for our times as well as his own.

 

The Essay – Tennyson 200

Marking the 200th anniversary of the birth of one of Britain’s greatest poets, four contemporary British poets each choose a single poem or extract by Tennyson and give a personal account of why it means so much to them.

This content is in addition to Radio 3’s ongoing speech output – Between The Ears, Night Waves, Sunday Feature, The Essay and The Verb, all of which prominently feature poetry.

 

Radio 4

Radio 4 will broadcast a series of programmes on Tennyson including an edition of Poetry Please featuring readings of his poetry and Great Lives which will explore Lord Tennyson’s life and its impact.

The series of programmes will also include a dramatisation of Tennyson’s poem Maud, while Ulysses Revisited, presented by Sean O’Brien, will explore in detail Tennyson’s great poem, Ulysses.

 

Poetry Slam 2009

Radio 4 will be broadcasting its second Poetry Slam in early autumn 2009, bringing together some of the best and most popular spoken word performers from all around the country to battle it out for the title of Radio 4 Slam Winner 2009.

 

Events and online

BBC Learning is supporting the season with a host of events and online activity from May through to National Poetry Day in October.

These include:

An online vote to determine the Nation’s Favourite Poet. Compiled with the Poetry Society and The Arts Council, a shortlist of 30 of Britain’s finest poets will feature on the Poetry Season website. Gems from the BBC archive and examples of their work will help visitors to the site discover more about the shortlisted candidates. A host of celebrities will make the case for their favourite poets via a collection of short films, including John Sergeant on Betjeman, Alex James on Auden, Michelle Ryan on Rudyard Kipling and Nihal on William Blake.


A dedicated Poetry Season website, bbc.co.uk/poetryseason, launching 18 May which will serve as the destination for anyone wanting to learn more about poets and their work. Key features of the site include a poetry search engine enabling users to discover poems based on themes and moods; short films with contemporary poets featuring suggestions on how to enjoy poetry; and links to BBC Poetry Season content.


A must-watch viral campaign introducing some of the nation’s great poems and poets to young audiences and demonstrating their power in a modern context. A host of viral videos will be released throughout the season to show how poetry is a powerful and relevant form of expression.


Live events around the UK run by The Poetry Society, Apples and Snakes, Radio 4 and BBC Blast.


FLEURSDUMAL.NL MAGAZINE

More in: Armitage, Simon, Art & Literature News, AUDIO, CINEMA, RADIO & TV, Eliot, T. S., FDM in London


Ed Schilders over Cees Buddingh’

Ed Schilders  over  Cees Buddingh’ 

B  L   A   U  W  B  I  L  G  O  R  G  E  L

Zijn vader was een porgel. Zijn moeder was een porulan. Als hij niet wokt of worgelt, dan ligt hij languit in de zon, en knoestert hij zijn knezidon. Hij lust alleen maar korgel. Behalve als de nachtuil krijst, dan eet hij riep en rimmelrijst. Hij is de oervader van de Nederlandse fabeldieren, en de eerste regel van zijn gedicht behoort volgens website allesopeenrij.nl tot de twintig bekendste dichtregels: ‘Ik ben de blauwbilgorgel.’ C. Buddingh’ (1918-1985) schreef dit vers en drie andere gorgelrijmen (De bozbezbozzel, De vogel Kraps, en De gringergoriaan) in de eerste maanden van 1943 tijdens zijn verblijf in een sanatorium, waar hij herstelde van tuberculose. En dus wordt de blauwbilgorgel dit jaar 65, een kroonjaar dat met name in Dordrecht, de stad waar Buddingh’ woonde en werkte, gevierd wordt. Maar ook in 2009 kan er reden tot gedenken zijn, want in 1944 verschenen die eerste vier gorgelrijmen voor het eerst in druk, clandestien, bij de Bezige Bij. Net als Kees Stips ‘Dieuwertje Diekema’ werden ze in de laatste oorlogsjaren zeer populair: gestencild, overgeschreven, uit het hoofd geleerd. En de troeteldieren van de Nederlandse poëzie zijn ze altijd gebleven.

Sindsdien heeft Buddingh’ de familie der gorgeldieren een rijk nageslacht bezorgd. Wim Huijser en Peter de Roos tellen in Raban! Raban! Raban! 79 soorten en ondersoorten (inclusief drie ongepubliceerde), en vertellen het levensverhaal van de jubilaris en zijn soortgenoten. Hun ontstaansgeschiedenis en hun plaats in de biografie van de dichter, hun rol als wegbereiders voor het nonsensvers binnen de moderne poëzie, en hoe ze beeldend kunstenaars en componisten geïnspireerd hebben. De Dordtse uitgeverij Liverse, bekend als uitgever van light verse, vroeg zesentwintig dichters een gorgelrijm te schrijven in navolging van Buddingh’. Dat leverde de bundel De Blauwbilgorgel 65 jaar!! op, een prachtig geïllustreerde hommage. Sommige dichters creëerden inderdaad een nieuw gorgeldier, zoals Cornelis Putemmer met ‘De Schavelpozem’: Een schavelpozem is precies/ Een strut, maar heeft een holle kies/ Zijn lange oren hangen los/ Net als bij een snorkelvos. Anderen begeven zich niet meer in de natuurlijke historie van het fabeldier, en maken er een stijloefening van. Ingmar Heytze bijvoorbeeld en zijn ‘Grammelalmanak’: Mijn zolder heeft een muffe hoek/ waar strint en gruifdier woekeren./ Daar ligt mijn grammelalmanak./ Ik mag er graag in koekeren.

Dankzij de bijdrage van Jehanne Hulsman weten we nu ook wat meer over de ouders van de blauwbilgorgel, vader porgel en moeder porulan. De derde strofe van ‘De ouders’ gaat zo: De Porgel lang en zacht behaard,/ verraste haar met zijn verpaard./ Zeer weerloos was zij voor zijn dreef,/ de letters die hij puntloos schreef./ Faleef, Faleef, Faleef!

 

Op het literair-historische ouderschap van ‘blauwbilgorgel’ doen Huijser en De Roos ondertussen geen nieuw licht schijnen. In interviews vertelde Buddingh’ steeds weer dat hij, toen hij in het sanatorium lag, van een vriendin een fragment kreeg toegestuurd uit een boek van de Engelse schrijfster Edith Nesbit. Daarin kwam het woord ‘bluebillgurgle’ voor, en dat ‘vertaalde’ Buddingh’ letterlijk: de blauwbilgorgel was geboren. ‘Ik heb het (Engelse) woord nooit in een woordenboek kunnen vinden’, zei Buddingh’ in een interview met Simon Vinkenoog. Het lijkt me niet uitgesloten dat het een samenstelling is van ‘bluebill’ en ‘gurgle’, een eendensoort met een blauwe bek, en het gorgelende of snaterende geluid. Het is tot nu toe niet ontdekt in welk boek van Nesbit ‘bluebillgurgle’ voorkomt. Ze schreef, las ik in een biografie op internet, vierenveertig romans en jeugdboeken, dus ik zou zeggen dat er werk aan de winkel is voor het Buddingh’ Genootschap. De status van Edith Nesbit (1858-1924) blijft bij Huijser en De Roos (die haar abusievelijk Nesbitt noemen) onderbelicht. Terwijl het toch om, zeg maar, de draagmoeder van de blauwbilgorgel gaat. Nesbits The Railway Children is een klassieker die nog steeds in druk is. Zeven van haar boeken vond ik terug in Manguel en Guadalupi’s Dictionary of Imaginary Places.

Als de ‘bluebillgurgle’ bestaat als missing link, dan denk ik dat hij dáár gezocht moet worden, op een van die fabelachtige plaatsen.

Raban! Raban! Raban!

Wim Huijser en Peter de Roos

Aspekt; 192 pagina’s; EURO 17,95

ISBN 978 90 5911 581 1

De Blauwbilgorgel 65 jaar!!

Uitgeverij Liverse; 60 pagina’s; EURO 17,50

ISBN 978 90 76982 46 5

  Eerder gepubliceerd in de boekenbijlage CICERO van De Volkskrant

 

fleursdumal.nl magazine

More in: Buddingh', Cees, Ed Schilders, LIGHT VERSE


Het Uur van de Wolf over Boris Ryzhy

VPRO – TELEVISIE – NED. 2

Vrijdag 1 mei 2009 – 22.50-23.55

het uur van de wolf

B O R I S   R Y Z H Y

Een film over poëzie, de Russische maffia, zelfmoord, liefde en de tragiek van de Perestrojka jaren. Een portret van een jonge dichter van de 21ste eeuw voor wie het leven in de ijzige industriestad Jekaterinburg ondraaglijk werd.

Filmdocumentaire over poëzie, de Russische maffia, zelfmoord, liefde en de tragiek van de Perestrojka-jaren. Een portret van een jonge dichter van de 21ste eeuw voor wie het leven in de ijzige industriestad Jekaterinburg ondraaglijk werd. ‘Al mijn gedichten gaan over liefde en dood, er zijn geen andere thema’s’, schreef Boris Ryzhy, de piepjonge Russische deelnemer aan Poetry International Rotterdam van 2000. ‘Maar het is een dom cliché dat een dichter een persoonlijke tragedie moet hebben. Ik ben zielsgelukkig met mijn jeugdliefde Irina en mijn zoon.’ Een jaar later zal deze charmante en bewonderde dichter-hooligan zich ophangen in zijn kamer, de wereld in verbijstering achterlatend. Hij werd 26 jaar. ‘Hij was als een komeet die aan de hemel oplichtte om vervolgens weer uit te doven’, zo schreef de Russische pers over hem. Zeven jaar na zijn dood reisde Aliona van der Horst samen met Maasja Ooms (camera) af naar de ijzige industriestad Jekaterinburg, op de grens van Siberië, om de sfeer van zijn gedichten te vangen en het raadsel van zijn dood te ontsluieren. Een film vol intense blikken, industriële sferen en tragikomische ontmoetingen met buurtbewoners van de Staalschrootwijk, de ruige bandietenwijk waar Boris opgroeide en die hij de goudmijn voor zijn poëzie noemde. Een lelijke wereld die door zijn gedichten wonderschoon wordt.

Regie Aliona van der Horst
Camera Maasja Ooms
Eindredactie Saskia van Schaik
Producent Zeppers Film and TV

fleursdumal.nl magazine

More in: Ryzhy, Boris


Verkiezing Dichter des Vaderlands 2009

poe z

Verkiezing van de nieuwe

D I C H T E R

D E S   V A D E R L A N D S

De verkiezing van de Dichter des Vaderlands wordt eens in de vier jaar georganiseerd door stichting Poetry International, NPS, NRC Handelsblad, de Koninklijke Bibliotheek, en de stichting Poëzieclub.
Deze keer zijn de kandidaten:

 

Tsead Bruinja

Tsead Bruinja is een opvallende figuur in poëzieminnend Nederland, die niet stil blijft zitten. Zo publiceert hij met enige regelmaat dichtbundels in het Fries of Nederlands en heeft hij naam gemaakt als podiumdichter. Hij studeerde Engels en Fries aan de Rijksuniversiteit Groningen en was betrokken bij de organisatie van literaire evenementen als Dichters in de Prinsentuin en de Poëziemarathon (beide in Groningen). Hoewel hij waarschijnlijk het bekendst is door zijn voordrachten, heeft Bruinja in de ruim tien jaar dat hij actief is als dichter ook op andere fronten flink aan de weg getimmerd. Zo was hij als recensent verbonden aan Trouw, het tijdschrift Awater (waarvan hij ook redacteur is) en de sites boeken.vpro.nl en ietsmetboeken van de NPS. Daarnaast heeft hij verschillende bloemlezingen samengesteld, waaronder een bundel met moderne Friese poëzie, Droom in blauwe regenjas. Ook nam hij in 2008 zitting in de jury van de Jo Peters Poëzieprijs (waarvoor hij met zijn debuut Dat het zo hoorde ook genomineerd was) en de P.C. Hooftprijs. In zijn gedichten behandelt hij klassieke thema’s als liefde en dood, maar schuwt hij ook het experiment niet. In zijn sterk associatieve poëzie zonder interpunctie en hoofdletters laat Bruinja de lezer zelf leestekens plaatsen en bepalen waar de ene zin ophoudt en de ander begint. Hij gunt de lezer een openhartige blik op zijn kindertijd, al dan niet mislukte liefdes en zijn stille wens om vader te worden. Ondertussen ziet Bruinja geen reden op te houden bij de landsgrenzen. Er verschenen vertalingen van zijn werk in onder meer het Afrikaans, het Arabisch en het Engels. Ook treedt hij regelmatig in het buitenland op, zoals in België, Duitsland en Engeland.

 

Joke van Leeuwen

Joke van Leeuwen schrijft en illustreert haar eigen kinderboeken, ze is actief als dichter, romancier, cabaretière en vertelster van meervuldig bekroond werk. In Nederland ontving ze vanaf haar debuut 26 jaar geleden in totaal 16 literatuurprijzen. Vooral haar jeugdboek Deesje werd in vele talen vertaald en daarvoor werd ze bovendien onderscheiden met prijzen in het buitenland. Haar stijl is levendig, origineel en prikkelend.
Kinderen en volwassenen in haar boeken lopen met verwondering door het leven en ontdekken al doende ook de keerzijde van het bestaan. Haar tekeningen zijn niet alleen illustratief, ze hebben vaak een onverbrekelijke band met de tekst. Van Leeuwen tekent mensen, dieren en voorwerpen – origineel en soms absurdistisch – niet als ‘lief, zacht en aardig’.
Ze werd bekend om haar boeken voor de jeugd, zoals Deesje en schreef ook voor volwassenen, bijvoorbeeld de novelle De tjilpmachine, maar zelf heeft ze een grondige hekel aan het onderscheid dat gevestigde schrijvers maken tussen kinderboeken en ‘echte’ literatuur. De pers reageerde overwegend positief op haar gedichtenbundels en kritisch op haar proza. Haar gedichten werden meermaals vergeleken met die van Judith Herzberg. In haar dichtbundels schrijft Joke van Leeuwen over tegelzee, paaltjes en een tas vol groeten, over zware taarten, armen die vastvriezen op ansichtkaarten, en over plooien en paaien.

 

Erik Menkveld

Bij zijn debuut als dichter vestigde Erik Menkveld (1959) in een klap zijn naam. De bundel De karpersimulator werd zeer positief ontvangen door literatuurcritici. Dat kwam ook tot uitdrukking in de prijzen die hij ervoor ontving: de prijs voor debuutbundels C. Buddingh’ poëzieprijs (toegekend, maar niet uitgereikt) én de Van der Hoogtprijs. Bovendien werd hij met deze bundel genomineerd voor de VSB Poëzieprijs van 1998.
Menkveld is bekend met vele kanten van de literaire wereld. Na zijn studie Nederlands ging hij werken bij uitgeverij De Bezige Bij, waar hij na verloop van tijd het poëziefonds onder zijn hoede kreeg. Ook is hij redacteur van het tijdschrift Tirade en was hij programmamaker voor het Rotterdamse festival Poetry International in de periode 1998-2002. Sinds 2002 legt Menkveld zich geheel toe op het schrijven van poëzie en proza.

 

Ramsey Nasr

Ramsey Nasr is zowel acteur als schrijver en begon zijn carrière met theatermonologen. Als acteur heeft hij inmiddels zijn sporen verdiend en ontving hij onderscheidingen en nominaties, zoals de Philip Morris Scholarship Award en een nominatie voor de Louis d’Or. Jarenlang trad hij op met toneelgroep Het Zuidelijk Toneel.
Zijn eerste dichtbundel verscheen in 2000: 27 gedichten & geen lied, in 2004 gevolgd door Onhandig bloesemend. In de eerste bundel overheersen de liefdesgedichten; de tweede bundel is voor een groot deel geschreven naar aanleiding van de liederen van Schumann (gezongen door Fritz Wunderlich) en de muziek van Sjostakovitsj. De laatste componist wordt sprekend ingevoerd, alsof ook dit gedicht een lange theatermonoloog is.
Nasr is geen romanticus, al gebruikt hij woorden die bij de romantici voor het oprapen lagen, zoals ‘fulpen bloembladeren’ en ‘avondschimmering’. Ook andere registers bespeelt hij: actualiteiten zoals ‘bse mkz dioxine varkenspest’ en technische termen als ‘gezandstraalde’. Dat gebeurt op een ontspannen parlando-toon, vaak heel zangerig en lyrisch, dan weer laconiek of licht geïrriteerd: ‘vlak voor je neus natuurlijk het zal eens niet’. Hoeveel verwijzingen naar literatuur of kunst er ook in zijn werk voorkomen, in de eerste plaats gaat het Nasr om de muziek van de woorden: ‘Ik schrijf geen poëzie met voetnoten’.

 

Hagar Peeters

Een optreden bij het Double Talk-festival in 1997 maakte zoveel indruk, dat dichteres Hagar Peeters daarna op alle belangrijke poëziefestivals verscheen, voordat haar eerste bundel werd uitgegeven. Dat debuut verscheen in 1999 onder de lange, aanstekelijke titel: Genoeg gedicht over de liefde vandaag. Het zijn laconieke en subtiele, soms satirische gedichten, waarin rijm en metrum de voordracht ondersteunen.
Peeters trad veel op met muzikant Maurits de Lange, maar zij is geen rapper en in een interview vertelde ze niet te begrijpen waarom rappers altijd overal tegenaan schoppen. ‘De taal van het gedicht moet niet moeilijk zijn’, vindt ze: ‘maar de inhoud wel’. Die moet prikkelen, nieuw zijn. Peeters trad op in Nederland en België, maar ook in Indonesië, Suriname en Duitsland en ze leeft van haar poëzie.
Haar gedichten gaan over de liefde, genoeg liefde, te weinig liefde, voorbije liefde, en over uiteenlopende zaken als Maagdenhuisbezetters, dementie, zoenen, de aanhef van brieven, geluk, dood, overburen, je lichaam, dronkenschap, de blues en het knippen van baarden.

U kunt tot 27 januari 2009 uw stem uitbrengen op de website

DICHTER DES VADERLANDS

fleursdumal.nl magazine

More in: Art & Literature News, Literary Events, Peeters, Hagar, Ramsey Nasr


Zilveren Wolf Award voor film over dichter Boris Ryzhy

B O R I S   R Y Z H Y

(1974-2001)

Poëzie over liefde en dood

Aliona van der Horst ontving tijdens de IDFA de Zilveren Wolf Award voor Boris Ryzhy, over de vroeggestorven Russische dichter Boris Ryzhy en Ekaterinburg, de grauwe industriestad die veel invloed had op zijn leven en werk.

Juryvoorzitter Thomas White zei dat, “hoewel geen van de juryleden vooraf bekend was met de dichter, van der Horst erin is geslaagd de kijker mee te nemen in zijn wereld en tegelijkertijd een blik wordt gegund op de Russische ziel”. De Zilveren Wolf bestaat uit € 10.000, beschikbaar gesteld door de NPS.

‘Al mijn gedichten gaan over liefde en dood, er zijn geen andere thema’s’ –schreef Boris Ryzhy, de piepjonge Russische deelnemer aan Poetry International Rotterdam van 2000. ‘Maar het is een dom cliché dat een dichter een persoonlijke tragedie moet hebben. Ik ben zielsgelukkig met mijn jeugdliefde Irina en mijn zoon.’

Een jaar later, in 2001, zal deze charmante en bewonderde dichter-hooligan zich ophangen. Hij werd 26 jaar. Regisseur Aliona van der Horst en cameravrouw Maasja Ooms reisden af naar de ijzige industriestad Jekaterinburg, op de grens van Siberië, om de sfeer van zijn gedichten te vangen en het raadsel van zijn dood te ontsluieren. Kwam het door de tijd waarin hij leefde? Kwam het de buurt waarin hij opgroeide?

Het is een film geworden vol intense blikken, industriële sferen en tragi-komische ontmoetingen met buurtbewoners van de Staalschrootwijk, de criminele arbeiderswijk waar Boris opgroeide en die hij de goudmijn voor zijn poëzie noemde. Een lelijke, harde wereld die door zijn gedichten wonderschoon wordt. Maar het is ook monument voor zijn tijdgenoten: de verloren generatie van de Perestrojka-jaren.

In het Westen wordt de Perestrojka nog steeds geassocieerd met democratie en persvrijheid, maar in buurten als de Staalschrootwijk leek het meer op een burgeroorlog, waar gangsters van allerlei slag elkaar uitmoordden.’  Wij zijn een generatie van bodyguards’  zegt zijn vrouw Irina op de besneeuwde begraafplaats. De gezichten van Boris’ klasgenoten staan daar in zwart marmer gebeiteld.

Zoon Artjom, 7 jaar toen zijn vader stierf, inmiddels 14, moet zich staande zien te houden in het harde leven van zijn stad. Gelukkig kan hij goed vechten en kent hij de wetten van de straat, net als zijn vader. Maar lukt het hem zijn vaders dood te begrijpen?

Meer informatie over de dichter en de film op de website:

www.borisryzhy.com

fleursdumal.nl magazine

2 december 2008

More in: Art & Literature News, AUDIO, CINEMA, RADIO & TV, Ryzhy, Boris


Older Entries »« Newer Entries

Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature