Or see the index
Katharine Lee Bates
(1859-1929)
Blood Road
The Old Year groaned as he trudged away,
His guilty shadow black on the snow,
And the heart of the glad New Year turned grey
At the road Time bade him go.
“O Gaffer Time, is it blood-road still?
Is the noontide dark as the stormy morn?
Is man’s will yet as a wild beast’s will?
When shall the Christ be born?”
He laughed as he answered, grim Gaffer Time,
Whose laugh is sadder than all men’s moan.
“That name rides high on our wrath and crime,
For the Light in darkness shone.
“And thou, fair youngling, wilt mend the tale?”
The New Year stared on the misty word,
Where at foot of a cross all lustrous pale
Men raged for their gods of gold.
“Come back, Old Year, with thy burden bent.
Come back and settle thine own dark debt.”
“Nay, let me haste where the years repent,
For I’ve seen what I would forget.”
“And I, the first of a stately train,
The tramp of a century heard behind,
Must I be fouled with thy murder-stain?
Is there no pure path to find?”
The Old Year sneered as he limped away
To the place of his penance dim and far.
The New Year stood in the gates of day,
Crowned with the morning star.
Katharine Lee Bates poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, CLASSIC POETRY
Ellis Parker Butler
(1869-1937)
Circumstantial Evidence
She does not mind a good cigar
(The kind, that is, I smoke);
She thinks all men quite stupid are,
(But laughs whene’er I joke).
She says she does not care for verse
(But praises all I write);
She says that punning is a curse,
(But then mine are so bright!)
She does not like a big moustache
(You see that mine is small);
She hates a man with too much “dash,”
(I scarcely dash at all!)
She simply dotes on hazel eyes
(And mine, you note, are that);
She likes a man of portly size;
(Gad! I am getting fat!)
She says champagne is made to drink;
(In this we quite agree!)
And all these symptoms make me think
Sweet Kate’s in love with me.
Ellis Parker Butler poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, CLASSIC POETRY
Tweespraak aan rivier
Weet je nog? De droom van de stroom door het huis?
Wat?
Van de openende deuren, en de daarachter weer
openende deuren? Van het licht op het water?
Zijn er nog grenzen?
Meer dan ooit. Iedere stroom heeft zijn eigen grens.
Alleen juiste wachtwoorden helpen.
Weet je nog toen we hier voor het eerst waren?
Ja, de geschiedenis was nog niet begonnen.
Het duurde lang voor de rivier haar bedding vond.
Een boom dreef langs. Nog groen, met een vogelnest.
Alleen de oudste sporen leiden overal heen.
Droom.
Kijk me niet zo aan.
Droom.
Maar hoe gaat dat dan?
Zoals as valt op asfalt.
Bert Bevers
Verschenen in Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift, Antwerpen, maart 2016
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
De kunstenaar en zijn muze: liefde, begeerte, desillusie en onontkoombare verbondenheid
Een onconventionele relatie tussen twee bijzondere mensen leidt hen naar de toppen van de roem, maar ook naar afgronden van ellende en vertwijfeling: van drank, opium en vooral wederzijdse afhankelijkheid. Het is de symbiotische relatie van een gedreven kunstenaar die alles – ook zijn eigen geluk en dat van anderen – opoffert voor de kunst, en een vrouw die haar bestaansrecht ontleent aan haar uitzonderlijke schoonheid, terwijl ze faalt in haar eigen artistieke ambities.
Lizzie geeft een levendig en panoramisch beeld van het bruisende Londen van de 19de eeuw, met zijn culturele elite, zijn bohémiens en zijn zelfkant. Hij biedt zowel kostuumdrama en ‘Gothic horror’ als erotische en indringende psychologische scènes. Het is een groots opgezet drama, van de allereerste ontmoeting in 1849 tussen het onbekende naaistertje en het aanstormende genie, tot aan diens dood als beroemde, maar eenzame weduwnaar in 1882.
Lizzie is een boeiende roman, die alle facetten van een man-vrouwrelatie toont, van prille liefde en begeerte, via wederzijdse ontrouw, vervreemding en desillusie tot aan het besef van absolute lotsverbondenheid.
Eva Wanjek is het pseudoniem waaronder twee auteurs van Uitgeverij Wereldbibliotheek hun krachten hebben gebundeld: de romanschrijver Martin Michael Driessen en de dichteres Liesbeth Lagemaat.
De pers over Lizzie:
‘Een samenwerkingsverband tussen Martin Michael Driessen en Liesbeth Lagemaat leidt tot een historische roman waarin kunstzinnige verhevenheid en de liefde het pijnlijk afleggen tegen de zelfdestructie. ****’ NRC Handelsblad
‘De auteurs hebben dit tranentrekkende, vuistdikke verhaal schittering opgebouwd. beelden trekken als een film aan je voorbij en laten je niet los. En al ben je broodnuchter, raak je door hun liefdesgeschiedenis die gedoemd is te mislukken, bedwelmd, en leest die in één gelukzalige roes uit.’ Baarnsche Courant
Een fragment uit: ‘Lizzie’
En als Miss Siddall maar lang genoeg in dit water ligt terwijl ik schilder, en vergeet waar ze is, dan krijg ik misschien juist de uitdrukking die ik zoek. Die van vergetelheid, van opgave, alsof ze op de wateren van de Lethe drijft. Misschien helpt een beetje laudanum. En ze is mooi genoeg om ook dan nog begeerlijk te zijn. Want dat is waarom het gaat. Ophelia moet in haar dood begeerlijk zijn. Want alleen dan is het tragisch dat niemand haar ooit zal beminnen.
Hij vroeg zich af wie van hen Miss Siddall als eerste bezitten zou. Ik niet, dacht hij, ze is zo kwetsbaar, daar zit je voor de rest van je leven aan vast. Hunt was te rechtschapen, die zou alleen met zijn wettige echtgenote naar bed gaan. En Deverell ook niet. Walter was idolaat van haar, maar hij was een ziek man. Het zou Dante wel zijn. Lizzie was Dante’s meisje.
Nog een fragment uit: ‘Lizzie’
Ik ben Rossetti,’ zegt hij en ik hoor zijn stem vertraagd, alsof hij weerkaatst wordt door een gewelf. ‘Mijn naam is Dante Gabriel Rossetti, u zult wel nooit van mij gehoord hebben. Ik ben dichter en schilder.
Er is een beweging, de Prerafaëlitische Broederschap… zo noemen we ons… waarvan ik de leider ben. En nu ik u heb gezien, wil ik u vragen…’
Als een mens ooit werd opgetild van de aarde, dan werd ik het, nu. Ik wist niet wat me overkwam. Maar ik wist wel wat ik nu wilde zeggen…
Ze glimlachte en reciteerde – bevangen, als iemand die onwennig op een bruiloft of uitvaart spreekt en bang is iets verkeerds te zeggen – twee van zijn eigen verzen, uit ‘The Blessed Damozel’:
I’ll take his hand and go with him
To the deep wells of light…
Hij knielde voor haar en kuste haar hand. Het was voor het eerst in haar leven dat een man voor haar knielde. Nu mocht en kon er niets meer gezegd worden.
In de deuropening draaide hij zich om. Ze zat nog steeds op haar stoel, haar ene hand op het tafelblad, blank en haast doorschijnend, als door een Hollandse meester geschilderd. Ze keek over haar schouder naar het beroete raam, dat nauwelijks licht doorliet, en scheen weer onbereikbaar, in haar eigen gedachten verzonken. Was ze zo, of poseerde ze? Wat het ook was, ze deed het goed.
Voordat Dante de deur weer sloot, maakte hij met zachte stem de strofe af:
As unto a stream we will step down,
And bathe there in God’s sight
Eva Wanjek:
Lizzie
paperback met flappen
15×23 cm.
464 pagina’s
ISBN 9789028426160
prijs € 24,95
Uitgeverij Wereldbibliotheek
Johannes Vermeerstraat 63, 1071 DN Amsterdam
Tel: 020 570 61 00
Fax: 020 570 61 99
E-mail: info@wereldbibliotheek.nl
fleursdumal.nl magazine
More in: *The Pre-Raphaelites Archive, - Book News, Archive W-X, Lizzy Siddal, Rossetti, Dante Gabriel, Siddal, Lizzy
Onder de titels Wilden en Nieuwe Wilden presenteren Museum de Fundatie en het Groninger Museum tot en met 18 september 2016 een dubbeltentoonstelling gewijd aan het 20ste-eeuwse expressionisme in Duitsland. In Museum de Fundatie staat het expressionisme uit het begin van de eeuw centraal, het Groninger Museum toont het neo-expressionisme uit de jaren ’80. Meer dan een halve eeuw scheidt de beide bewegingen, toch is er bij alle verschillen een duidelijke gemene deler: artistieke vrijheid zonder compromis.
Artistieke conventies en academische regels werden ingeruild voor subjectieve ervaringen. In Duitsland manifesteerde het expressionisme zich aan het begin van de twintigste eeuw in het werk van leden van de kunstenaarsgroeperingen ‘Brücke’ en ‘Der Blaue Reiter’. Met hun compromisloze visie veranderden kunstenaars als Alexej von Jawlensky, Wassily Kandinsky, Emil Nolde, Ernst Ludwig Kirchner, August Macke, Franz Marc en Max Pechstein voorgoed het gezicht van de moderne kunst. De expositie WILDEN – Expressionisme van ‘Brücke’ & ‘Der Blaue Reiter’, toont met zo’n 100 werken het eerste grote museale overzicht in Nederland van Duitse expressionistische schilderkunst.
Niet de buitenwereld maar de binnenwereld, daar ging het de expressionisten om. Kunst als uitdrukking van emotie en innerlijke beleving.
De baanbrekende kunst van het expressionisme was de weerslag van sociale en wetenschappelijke veranderingen in de jaren vóór en vlak na de Eerste Wereldoorlog in Duitsland. De oprukkende industrialisering, de explosief groeiende steden, de ‘ontgoddelijking’ van de samenleving – “God is dood”, zei Nietzsche –, de ontdekking van het onderbewuste en de opkomst van de psychoanalyse, alsook de ontwikkeling van de kwantummechanica en relativiteitstheorie zetten het vertrouwde mens- en wereldbeeld op zijn kop. Oude zekerheden vielen weg en een nieuwe, grotendeels (nog) onbekende realiteit diende zich aan. De unieke positie van de mens in de schepping werd betwijfeld. De expressionistische kunstenaars keerden zich tegen het materialistische vooruitgangsdenken, dat vooral zakelijk en rationeel was. Zij richtten zich voortaan op de geestelijke wereld die achter de materie schuilging en wilden de band tussen mens en natuur herstellen.
De expressionisten stonden kritisch tegenover het onpersoonlijke stadsleven en verheerlijkten de eenvoud van het platteland. Zogenaamd primitieve volkeren werden als de ware erfgenamen van het verloren paradijs tot voorbeeld genomen, zowel in leven als in kunst. Geen materialisme en burgerlijkheid, maar originaliteit en echt contact. In artistieke zin was het expressionisme een reactie op het inmiddels als gezapig betitelde impressionisme, dat – letterlijk – oppervlakkig werd bevonden door zijn focus op de buitenkant van de wereld. Kunstenaars van ‘Brücke’ en ‘Der Blaue Reiter’, opgericht in respectievelijk in 1905 in Dresden en in 1911 in München, hielden zich juist bezig met het innerlijk en met de oorspronkelijke, geestelijke eenheid van mensen, dieren en planten. Zij wilden niet de optische realiteit weergeven, maar de subjectieve ervaring van de mens in zijn natuurlijke omgeving. Bevrijd van de noodzaak zich te houden aan de werkelijkheid zochten de Duitse expressionisten naar alternatieve methoden om hun visie uit te dragen. Ongekend felle kleuren en krachtige vormen werden de dragers van ideeën en emoties. Nolde, Kirchner, Pechstein en andere leden van ‘Brücke’ bleven bij alle stilering vasthouden aan de herkenbaarheid van hun onderwerpen. Leden van ‘Der Blaue Reiter’, met name Jawlensky en Kandinsky, voerden hun streven naar vergeestelijking daarentegen zo hoog op dat zij de materiële wereld oplosten in een volledig voorstellingsloos beeld. Zodoende stonden zij mede aan de basis van de abstracte kunst.
Wilden – Expressionisme
van ‘Brücke’ en ‘Der Blaue Reiter’
t/m 18 september 2016
Museum de Fundatie
Blijmarkt 20
8011 NE Zwolle
Telefoon: 0572 388188
info@museumdefundatie.nl
# meer info website museum de fundatie
fleursdumal.nl magazine
More in: *War Poetry Archive, Art & Literature News, Exhibition Archive, EXPERIMENTAL POETRY, Expressionism, Expressionisme, Galerie Deutschland, PRESS & PUBLISHING
Katherine Philips
(1631-1664)
L’amitie: To Mrs. M. Awbrey
Soule of my soule! my Joy, my crown, my friend!
A name which all the rest doth comprehend;
How happy are we now, whose sols are grown,
By an incomparable mixture, One:
Whose well acquainted minds are not as neare
As Love, or vows, or secrets can endeare.
I have no thought but what’s to thee reveal’d,
Nor thou desire that is from me conceal’d.
Thy heart locks up my secrets richly set,
And my breast is thy private cabinet.
Thou shedst no teare but what but what my moisture lent,
And if I sigh, it is thy breath is spent.
United thus, what horrour can appeare
Worthy our sorrow, anger, or our feare?
Let the dull world alone to talk and fight
And with their vast ambitions nature fright;
Let them despise so innocent a flame,
While Envy, pride, and faction play their game:
But we by Love sublim’d so high shall rise,
To pitty Kings, and Conquerours despise,
Since we that sacred union have engrost,
Which they and all the sullen world have lost.
Katherine Philips poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive O-P, CLASSIC POETRY
Love and Friendship is a juvenile story by Jane Austen, dated 1790. From the age of eleven until she was eighteen, Jane Austen wrote her tales in three notebooks. The notebooks still exist – one in the Bodleian Library; the other two in the British Museum. They include among others Love and Freindship, written when Jane was fourteen, and The History of England, when she was fifteen.
The movie: Love & Friendship is an adaptation of young Jane Austen’s novella Lady Susan, believed to have been written in the mid 1790s but revised up to a fair copy prepared in 1805 and finally published by her nephew, James Edward Austen-Leigh, in 1871.
Set in the 1790s, earlier than most Austen tales, LOVE & FRIENDSHIP concerns beautiful young widow Lady Susan Vernon (Kate Beckinsale) who has come to Churchill, the estate of her in-laws, to wait out colourful rumours about her dalliances circulating through polite society.
Whilst ensconced there, she decides to secure a husband for herself and for her daughter, Frederica, played by Morfydd Clark.
Chloë Sevigny, who starred with Beckinsale in Stillman’s The Last Days of Disco (1998), plays Lady Susan’s friend and confidante Alicia Johnson, with Stephen Fry as her husband, the “very Respectable” Mr. Johnson.
The waters are troubled by the arrival at Churchill of the handsome, eligible Reginald DeCourcy (Xavier Samuel) and silly but cheerful — and very rich — Sir James Martin (Tom Bennett).
Lady Susan’s designs are vehemently opposed by the http://loveandfriendshipmovie.com/ DeCourcy clan: Reginald’s sister, Catherine DeCourcy Vernon (Emma Greenwell); his mother, Lady DeCourcy (Jemma Redgrave) and father, Sir Reginald DeCourcy (James Fleet). But Susan’s brother-in-law, magnanimous Charles Vernon (Justin Edwards), prefers to see her, and everyone, with a benevolent regard.
After a series of dramatic turns at Churchill, Lady Susan finally risks destruction when her jealous rival, Lady Lucy Manwaring (Jenn Murray), arrives in London to make a shocking revelation, leading to the denouement of denouements.
Director: Whit Stillman
Writers: Jane Austen (based on her novella “Lady Susan”), Whit Stillman
Kate Beckinsale – Lady Susan Vernon
Chloë Sevigny – Alicia Johnson
Xavier Samuel – Reginald DeCourcy
Emma Greenwell – Catherine Vernon
Tom Bennett – Sir James Martin
Stephen Fry – Mr. Johnson
“One of the best films of the year.”
– Peter Travers, Rolling Stone
“A devious delight! The material is a perfect fit for Whit Stillman.”
– Nigel M. Smith, The Guardian
“Flat-out-hilarious. Jane Austen has never been funnier.”
– Tim Robey, The Telegraph
# more info on website Love & Friendship
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, AUDIO, CINEMA, RADIO & TV, Austen, Jane, THEATRE
Tilburgse luchtschepen naar Madrid
Vijf gevederde luchtschepen en acht vreemde vogels zijn deze maand naar het warme zuiden getrokken.
Deze dertien droomwerken van de Tilburgse kunstenaar Sjon Brands vormen ruim drie maanden lang de gevleugelde tentoonstelling Artilugios Bosquianos: Sjon Brands in het prachtige Museo Lázaro Galdiano in het centrum van Madrid. De expositie loopt parallel met de grote Jheronimus Bosch tentoonstelling (El Bosco. Exposición del V Centenario) in het even verderop gelegen Museo del Prado tot en met 11 september 2016.
Dus mocht u deze zomer nog Madrid aandoen dan kunt mooi een dubbelslag maken!
De Tilburger is erg in zijn nopjes met deze tentoonstelling: “Er is warme belangstelling voor mijn werk in Spanje. Dat had ik nooit verwacht, maar het is natuurlijk een feest als zoiets gebeurt. Ze zijn nogal gecharmeerd van de humor en de gekte die in mijn werk zit. Ze moeten er erg om lachen.”
Zijn werk komt te staan tussen beroemde Spaanse schilders als El Greco, Goya en Velázquez. In de centrale hal van het museum komen twee van zijn luchtschepen te hangen. “In Spanje zijn ze ervan overtuigd dat mijn werk past in de traditie van ‘hun’ El Bosco. Vandaar ook de naam, die Bosschiaanse constructies betekent.”
De tentoonstelling werd op donderdag 2 juni 2016 om 12.00 uur feestelijk geopend door de Nederlandse ambassadeur in Spanje en opgeluisterd door een concert van de New Royal Flaminga Band (Martin Fondse, Jan Wirken, Eric van de Westen en Peter Kalb).
De expositie duurt tot en met zondag 11 september 2016 en is van dinsdag tot en met zaterdag geopend van 10.00 tot 16.30 uur, op zondag van 10.00 tot 15.00 uur. Museo Lázaro Galdiano, Serrano 122, Madrid. Meer info: www.flg.es of www.sjonbrands.nl.
‘Artilugios bosquianos: Sjon Brands’
Conservator: Amparo López
Organisatie: Stichting Jheronimus Bosch 500, stichting Bosch y Bosco en de Fundación Museo Lázaro Galdiano
In samenwerking met: de Nederlandse Ambassade in Madrid / la Embajada del Reino de los Paises Bajos
Van 2 juni tot en met 11 september 2016 (opening 2 juni 2016)
Museo Lázaro Galdiano,
Calle de Serrano 122,
Madrid
Bezoek bij de toegang van het museum inbegrepen (toegang 6€).
Metro: lijn 5 Rubén Dario / lijn 9 Nuñez de Balboa / lijn 7 en 10 Gregorio Marañón
Twitter #ArtilugiosBosquianos
Openingstijden: Dinsdag tot zaterdag van 10 tot 16.30 uur, zondag tot 15.00 uur, maandag gesloten.
# Meer informatie: www.flg.es / www.sjonbrands.nl / www.boschybosco.org
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Brands, Sjon, Department of Birds of Prey, Jheronimus Bosch, Sjon Brands, Theater van de Verloren Tijd
Passer domesticus
Zijn schroomvol hopen op een kleine holte
onder schuine dakpannen vergt steeds meer
tijd. Hij hunkert naar nabijheid van toonloos
dorre struiken, naar van kreupelhout de lege
grijste. Het vaakst zie ik hem nog in de Zoo.
Daar kronkelt in hoekjes hout dat hij graag
heeft, wordt hij door papegaaien bij het eten
in hun kooien als een kleine broer aanvaard.
Slapen zie ik hem nooit. Om het stoere snaveltje
glanst constant een vogeltjesglimlach. Hij hupt
en roetsjt met graagte in de buurt. Hij wil meer.
Hij wil u wel nabij zijn maar toch niet al te zeer.
Bert Bevers
Uit: Eigen terrein – Gedichten 1998-2013, Uitgeverij WEL, Bergen op Zoom, 2013
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Abraham Cowley
(1618-1667)
Beauty
after the Anacreontea
Liberal Nature did dispence
To all things Arms for their defence;
And some she arms with sin’ewy force,
And some with swiftness in the course;
Some with hard Hoofs, or forked claws,
And some with Horns, or tusked jaws.
And some with Scales, and some with Wings,
And some with Teeth, and some with Stings.
Wisdom to Man she did afford,
Wisdom for Shield, and Wit for Sword.
What to beauteous Woman-kind,
What Arms, what Armour has she’assigne’d?
Beauty is both; for with the Faire
What Arms, what Armour can compare?
What Steel, what Gold, or Diamond,
More Impassible is found?
And yet what Flame, what Lightning ere
So great an Active force did bear?
They are all weapon, and they dart
Like Porcupines from every part.
Who can, alas, their strength express,
Arm’d when they themselves undress,
Cap a pe with Nakedness?
Abraham Cowley poetry
fleursdumal.nl
More in: Archive C-D, CLASSIC POETRY
Marieke Rijneveld wint C. Buddingh’ – Prijs 2016 met ‘kalfsvlies’
vrijdag 10 juni 2016
De C. Buddingh’-Prijs voor het beste Nederlandstalige poëziedebuut van het afgelopen jaar gaat naar de bundel ‘Kalfsvlies’ van dichteres Marieke Rijneveld, uitgegeven bij Atlas Contact. Rijneveld nam de prijs die sinds 1988 jaarlijks wordt uitgereikt op het Poetry International Festival vanavond aan het eind van het spannende uitreikingsprogramma in Rotterdam in ontvangst. ‘Rijneveld overdondert met haar talent dat zo natuurlijk stroomt dat het op momenten welhaast overkookt,’ zo oordeelde de jury, Joke van Leeuwen, Arjan Peters en Nachoem Wijnberg. Ook Sebastiene Postma, Mathijs Gomperts en Jonathan Griffioen maakten met hun bijzondere debuutbundels ‘Trappen’, ‘Zes’ en ‘Wijk’ kans op de C. Buddingh’-Prijs 2016.
Een tomeloze dichteres presenteert zich in ‘Kalfsvlies’ van Marieke Rijneveld. Een jonge vrouw stelt vast dat er weinig zekerheden zijn, nadat zich in de familie een aantal drama’s heeft voorgedaan. Ze laat veel zien, er bevindt zich geen scheidingswand tussen binnen- en buitenwereld; door het scherm van woorden kunnen we als door een vlies naar binnen kijken. En dan zien we een stroom van vergelijkingen die over ons komt als een vloedgolf, ogen die in kassen drijven ‘als gemarineerde mozzarellabolletjes in hun vocht’. En weemoed is als een luizenmoeder: ‘het moment van het kriebelen/ van vreemde vingers door je haar die zoveel bedachtzamer hun weg/ zochten dan die van je eigen moeder, alsof ze zocht naar een reden om het/ gemis eruit te kammen’. De volle pagina’s geven bijna geen rust, en dat zorgt ervoor dat de lezer wordt gedwongen zich ademloos op de cadans van de dichterlijke woorden te laten meevoeren. Rijneveld overdonderde de jury met haar talent dat zo natuurlijk stroomt dat het op momenten welhaast overkookt.
21 Debuutbundels dongen mee naar de C. Buddingh’-Prijs 2016. Een groot deel van de nieuwe lichting dichteressen en dichters houdt het wat hun poëzie betreft volgens de juryleden Joke van Leeuwen, Arjan Peters en Nachoem Wijnberg dicht bij huis. ‘Persoonlijke herinneringen of emoties worden tot gedicht opgewerkt, waarbij zaken als experiment in vorm of de kracht van muzikaliteit in een tekst veelal ontbreken. Dit ietwat sombere beeld is zeker niet van toepassing op de vier genomineerde debutanten, die zich juist door onderwerpkeuzes, vorm of een combinatie van die twee, aan de poëtische bedeesdheid van de nieuwste dichtgeneratie onttrekt.’
De C. Buddingh’-Prijs werd vanavond voor de 27e keer uitgereikt. In het verleden kende de prijs winnaars als Anna Enquist, Michaël Zeeman, Tonnus Oosterhoff, Joke van Leeuwen en Mark Boog, die na hun debuut allen uitgroeiden tot dichters van naam. Recent ging de prijs naar dichters als Ellen Deckwitz, Maarten van der Graaff en Saskia Stehouwer.
Marieke Rijneveld
Kalfsvlies
Paperback ISBN 9789025444105
2015, Uitgeverij Atlas Contact
Marieke Rijneveld (1991) is schrijver, muzikant en dichter. Ze won diverse schrijfwedstrijden, treedt veel op (soms met, soms zonder gitaar) en schrijft voor onder andere Das Magazin, De Revisor, hard/hoofd, VPRO Gids, Het Liegend Konijn en Hollands Maandblad. Dit is haar debuut. Ze werkt aan haar eerste roman.
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive Q-R, Art & Literature News, Poetry International, Rijneveld, Marieke Lucas
Francisca Stoecklin
(1894-1931)
Seele der Liebenden
Einmal schon liebte ich dich
Und das Meer, das Meer.
Doch lichter waren damals
Die Seelen, ungetrübt
Von dunklen Taten.
Es sangen unsere Liebe
Strahlend die Sterne,
Und das Meer, das Meer.
Wieviel hundert Jahre
Sind seitdem vergangen,
Wieviel Leiden und Tode
Und Sterne. Wo blieben
Die Seelen so lange?
Wir halten uns schweigend
Die schauernden Hände.
Wir blicken uns tief
In die fragenden Augen.
Noch singen die Sterne
Und das Meer, das Meer.
Aber unfaßbar ewig
Ist die Vergangenheit
Der menschlichen Seele.
Francisca Stoecklin Lyrik
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive S-T, Stoecklin, Francisca
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature