Or see the index
Vincent Berquez© painting: Autumn in Hampstead
kempis.nl poetry magazine
More in: 4SEASONS#Autumn, Berquez, Vincent, Vincent Berquez
Sir Walter Scott
(1771-1832)
“Proud Maisie”
Proud Maisie is in the wood,
Walking so early;
Sweet Robin sits on the bush,
Singing so rarely.
“Tell me, thou bonny bird,
When shall I marry me?”
“When six braw gentlemen
Kirkward shall carry ye.”
“Who makes the bridal bed,
Birdie, say truly?”
“The grey-headed sexton
That delves the grave duly.
“The glow-worm o’er grave and stone
Shall light thee steady.
The owl from the steeple sing,
‘Welcome, proud lady’.”
Sir Walter Scott: “Proud Maisie”
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive S-T
Henry Bataille
(1872-1922)
Les trains
Les trains rêvent dans la rosée, au fond des gares…
Ils rêvent des heures, puis grincent et démarrent…
J’aime les trains mouillés qui passent dans les champs,
Ces longs convois de marchandises bruissant,
Qui pour la pluie ont mis leurs lourds manteaux de bâches,
Ou qui dorment la nuit entière dans les garages…
Et les trains de bestiaux où beuglent mornement
Des bêtes qui se plaignent au village natal…
Tous ces grands wagons gris, hermétiques et clos,
Dont le silence luit sous l’averse automnale,
Avec leurs inscriptions effacées, leurs repos
Infinis, leurs nuits abandonnées, leurs vitres pâles…
Oh ! le balancement. des falots dans l’aurore !…
Une machine est là qui susurre et somnole…
Une face se montre et relaisse le store…
Et la petite gare où tinte une carriole…
Belloy, Sours, Clarigny, Gagnac et la banlieue…
Oh ! les wagons éteints où l’on entend des souffles !
La palpitation des lampes au voile bleu…
Le train qu’on croise et qui nous dit qu’il souffre,
Tandis que nous fronçons le sourcil dans nos coins,
Et nous laisse étonnés de son prolongement…
Oh ! dans la halte verte où l’on entend les cailles,
Le son du timbre triste et solitaire !… Et puis
Les voies bloquées avec au loin un sifflet qui tressaille,
Les signaux réguliers dans le dortoir des nuits…
Des appels mystérieux que l’on ne comprend pas…
Et, — oh ! surtout ! — après des bercements sans fin,
Où l’âme s’est donnée comme en une brisure,
L’entrée retentissante, avec un bruit d’airain,
De tout l’effort joyeux et bondissant du train,
Dans les grandes villes pleines de murmures !…
C’est là que vient se casser net le pur rayon
Qui m’a conduit d’un rêve à l’autre par le monde,
Rails infinis, sous le beau clair de lune et les fourgons,
A qui j’ai confié l’amertume profonde
De tous mes chers départs et tant d’enchantements…
J’aime les trains mouillés qui passent dans les champs.
Henry Bataille poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bataille, Henry
W. B. Yeats
(1865-1939)
For Anne Gregory
“Never shall a young man,
Thrown into despair
By those great honey-coloured
Ramparts at your ear,
Love you for yourself alone
And not your yellow hair.”
“But I can get a hair-dye
And set such colour there,
Brown, or black, or carrot,
That young men in despair
May love me for myself alone
And not my yellow hair.”
“I heard an old religious man
But yesternight declare
That he had found a text to prove
That only God, my dear,
Could love you for yourself alone
And not your yellow hair.”
W. B. Yeats poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive Y-Z, Yeats, William Butler
Albertine Kehrer
(1826-1852)
Verlangen
O! een gloeijend verlangen doortintelt mijn borst
Naar de aanschouwing van ‘t eeuwige schoon;
O! mij kwelt een onleschbare, een brandende dorst……
Wordt mij nimmer verkwikking geboôn?
Onuitsprekelijk heimwee naar ‘t zuiver genot
Der Natuur in oorspronklijke pracht,
Grootsch en schoon als ze kwam uit de hand van haar God –
Wordt nimmer uw kwelling verzacht?
O mijn God, schiept ge in mij een verlangen zoo rein,
Opdat eeuwig die zucht onbevredigd zou zijn?
Of – maakt dat genot, dat op aarde me ontvlugt,
Eens een deel uit der hemelsche vreugd?
Eens een deel uit van Edens herwonnen genucht,
Welks hope mijn boezem verheugt?
Een deel van dat heil, dat geen oog heeft aanschouwd,
Dat geen sterfelijk oor nog vernam,
Welks volheid geen menschelijk hart werd vertrouwd
In geen’s menschen verbeelding ooit kwam?
Albertine Kehrer poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Albertine Kehrer, Archive K-L, Kehrer, Albertine
Berchtesgaden
Deze stilte tussen bergen maakte ik niet
eerder mee dan nu. Knielend naar het luchtledig
vergezicht van dat verre vroeger vermoed ik
in de wouden duistere geheimen. Met de geur
van amandel, van kerosine ook. Kijk ze toch
opstijgen als statige, o zo trage zeppelins.
“Nieuwe wegen zijn nooit weg”, liggen tegen
lome hellingen stoffige paden te overwegen.
Het aanzicht is craquelé. Dat moet ik schrijven.
Avonden zwijgen hier in vol ornaat, als priesters
in lege kerken. Tegen de lucht hangen koppels
kraaien, er zijn er veel, de grote zwarte vogel uit.
Bert Bevers
uit Afglans, Uitgeverij WEL, Bergen op Zoom, 1997
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Salvatore Quasimodo
(1901-1968)
Street in Agrigentum
There is still the wind that I remember
firing the manes of horses, racing,
slanting, across the plains,
the wind that stains and scours the sandstone,
and the heart of gloomy columns, telamons,
overthrown in the grass. Spirit of the ancients, grey
with rancour, return on the wind,
breathe in that feather-light moss
that covers those giants, hurled down by heaven.
How alone in the space that’s still yours!
And greater, your pain, if you hear, once more,
the sound that moves, far off, towards the sea,
where Hesperus streaks the sky with morning:
the jew’s-harp vibrates
in the waggoner’s mouth
as he climbs the hill of moonlight, slow,
in the murmur of Saracen olive trees.
Salvatore Quasimodo poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive Q-R
Ton van Reen
Jef van Kempen houdt van gedichten
Jef van Kempen houdt van gedichten.
Hoe is dat zo gekomen?
Lang geleden las Jef het gedicht DE MUS van Jan Hanlo. Hij las en beluisterde het goed.
Hij hoorde dit:
DE MUS
Tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp
tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp
tjielp
etcetera.
Let op: het woord ETCETERA hoort bij het gedicht.
Dit etcetera betekent: eindeloos. Het gedicht DE MUS is dus een eeuwigdurend gedicht, dat overgaat van mus op mus.
Toen Jef het gedicht driemaal had gehoord, besloot hij vooral een vervolg te geven aan het laatste woord van het gedicht: etcetera.
Hij schafte vogeltjes aan om ten eeuwigen dage het gedicht van Jan rond te horen zingen.
Dat is nou eens een lesje leren uit de literatuur.
Etcetera, met een mensenleven lang durend vervolg op het getjielp.
Toevallig ben ik erachter gekomen waarom Jan Hanlo dit gedicht schreef.
In de donkere jaren van de wederopbouw na de oorlog gaf Jan les in de Engelse taal aan het instituut Schoevers voor aankomende secretaresses. En als het zo uitkwam gaf hij ook les in boekhouden.
Nu denken veel mensen dat zo’n bestaan voor een dichter vreemd is, maar het karakter van Jan Hanlo een beetje kennend, ik heb hem vaak meegemaakt, begrijp ik heel goed dat hij als dichter het dichtst bij zichzelf was als hij zijn kop vrij had in gebondenheid. De baan als leraar Engels en boekhouden beviel hem, omdat het zo absurd was. Tegen mijn achterneef Peter van Reen, illustrator en tekenaar bij de krant Het Volk, met wie hij bevriend was, zei hij dat alleen structuur het leven zinvol maakte.
Ten tijde van zijn gevangenschap in de klas en de leerlingen debet en credit leerde, moet hij ook naar buiten hebben verlangd. Vaak moet hij mussen aan het schoolraam hebben horen tjielpen en dat moet een zeker verlangen naar vrijheid hebben opgeroepen.
Terwijl hij de leerlingen sommen liet maken, luisterde hij naar de mus en, altijd op zoek naar structuur, zocht hij naar de structuur van het getjielp van het levenslied van de mus op de vensterbank van het klaslokaal.
Hij noteerde de klanken en hoorde zeven varianten, die eindeloos herhaald werden. Dat bracht hem ertoe het woord etcetera toe te voegen aan het klankgedicht over de mus.
Hij was blij, want hij had de structuur betrapt in het gezang van de mus.
Het bleek hem dat de mus niet zomaar wat zong, maar zichzelf oneindig bleef herhalen. Die eeuwige herhaling vatte hij samen in het woord etcetera.
Nu denken velen dat Jan Hanlo een liefhebber van vogels was. Dat was niet zo.
Als hij tijdens zijn lessen aan het Schoeversinstituut, naar buiten kijkend een kraai op een grasveld zou hebben gezien, had hij mogelijk het volgende gedicht geschreven:
Ka ka ka, kaka, krrr krrr , ka
krrr ka, ka krrr,
ka ka ka ka, krrrr , ka ka
krrr krrr krrr, ka
kaka, kaka, krrr, kaka, ka
kakaka, krrr ka, kakakaka, ka
ka
etcetera
Jef, die in de loop der jaren heeft geleerd om met vogels te praten zou dit gedicht als volgt hebben vertaald:
Wat doet die hond op ons grasveld
hij jaagt ons weg, die hond hoort hier niet
wat doet die hond, jaag hem weg
jaag hem de bomen in
die hond hoort hier niet, het gras is van ons
jaag hem de bomen in
wat doet die hond op ons gras
jaag hem weg
jaag hem de bomen in.
wat doet die hond op ons grasveld
wat?
etcetera
Zo is dus niet de kraai maar de mus heel toevallig in de Nederlandse literatuur terechtgekomen, maar had voor hetzelfde geld een kraai het onderwerp van een beroemd gedicht kunnen worden. Het had niet uitgemaakt. Het gedicht blijkt vooral bekend te zijn gebleven door het woord etcetera. Het ging Jan Hanlo in deze alleen om het woord etcetera. Heel tevreden schreef hij dat op, omdat hij de structuur van het vogelliedje had gevonden en hij begreep dat het gedicht eindeloos zou blijken te zijn.
Waarom was Hanlo zo uit op structuur? Waarom dwong hij zichzelf om alles wat hij deed gestructureerd aan te pakken? Tijdens mijn bezoeken aan Hanlo in het poorthuisje in Valkenburg, waar hij woonde in een eenkamervertrek, heb ik dat ontdekt. Hij legde zichzelf structuur op omdat hij geheel ongestructureerd was. En elke keer was hij blij om te ontdekken hoe anderen, in dit geval een mus, structuur aanbrachten in hun leven. Dat was ook de reden waarom hij in een piepklein huisje woonde. Een huis met meerdere vertrekken kon hij niet aan. Hij moest altijd alles onder handbereik hebben. Dat er zich spullen in andere vertrekken zouden bevinden, spullen die hij niet kon zien, was te veel van hem gevraagd.
Door zijn altijddurende jacht naar structuur beperkte hij zijn omgeving tot een steeds kleinere woonomgeving. In dat eenkamerwoninkje moest alles aanwezig zijn. Ook zijn motor.
Een andere reden om structuur aan te brengen was zijn armoe. Hij was zo arm als een rat. Wel beroemd in kleine kring, maar al heel lang zonder werk en af en toe vijf gulden vangend voor een gedicht in een literair tijdschrift. Het Fonds voor de Letteren bestond nog niet. Armoe dwong hem om heel gestructureerd met zijn geld om te gaan.
Waarom deze inleiding over Jan Hanlo als ik praat over het werk van Jef van Kempen?
Er moeten enkele dingen worden rechtgezet.
Jefs lievelingsgedicht is het gedicht De Mus van Jan Hanlo. Maar Jef heeft altijd gedacht dat Jan het gedicht heeft geschreven uit liefde voor de mus.
Niets is minder waar. Zaten er mussen op de vensterbank van zijn woninkje, dan joeg hij ze weg met een nijdig getik tegen het raam.
Het was Jan enkel en alleen te doen om het woord ETCETERA.
Herhaling van altijd hetzelfde: dat was structuur, dat was de structuur die hij voor zichzelf zocht.
Jef hoorde bij het lezen van het gedicht DE MUS inderdaad een tjielpende mus. En dacht dat Hanlo door dat ETCETERA het getjielp van de mus oneindig had willen horen. Waardoor het Jefs lievelingsgedicht werd omdat hij zelf ook oneindig naar het zingen van vogeltjes wilde luisteren. Om het gedicht van Jan Hanlo eindeloos te kunnen horen, schafte hij vogeltjes aan en zette zijn kleine tuin vol met vogelkooien om eindeloos het gedicht DE MUS te kunnen horen.
Vinken, sijsjes, paradijsvogeltjes, ik heb geen idee hoe die vogeltjes allemaal heten, maar vanaf de ontdekking van het gedicht DE MUS werd en wordt er in de kleine tuin van Jef dag en nacht, ETCETERA, gezongen.
Dames en heren, de inspiratie van een dichter kan uit onverwachte bronnen komen.
Jef ging verder dan Jan Hanlo. Niet alleen de vogeltjes en hun gezang boeien Jef, hij luistert naar de taal die zijn vogeltjes zingen. Naar de tekst van het vogellied. Vaak zit hij uren voor het hok, met een blocnote op schoot, te luisteren en streepjes te zetten. De dichter Jef van Kempen is de notulist van vogelcomposities.
Jef heeft ontdekt dat de taal van de vogels ingewikkeld is, maar ook dat er een bepaalde ordening in zit die lijkt op poëzie.
Dat eenmaal ontdekt hebbende blijkt dat, nu zijn verzamelde gedichten verschijnen, de meeste van zijn gedichten zijn ontstaan uit de aanzetten die hij heeft gemaakt in zijn blocnote met aantekeningen van het vogelgefluit in zijn tuin.
Om die vogeltjesteksten voor mensen zichtbaar en hoorbaar te maken, heeft Jef er mensenwoorden bij gevonden, zoals bij het gedicht van de kraaien die de hond op hun grasveld de boom in willen jagen Jef weet de vogeltjesteksten te vertalen naar het menselijk oor.
In aanzet zijn dus al zijn gedichten een vertaling van vogeltjesgefluit.
Zo blijkt dat Jef een dichter is geworden door het eindeloze woord ETCETERA van Jan Hanlo, die met dat woord een gedicht met eeuwigheidswaarde schiep.
Blij door het vertalen van de vogelliedjes in gedichten, ging Jef op zoek naar vergelijkingsmateriaal. Hij ontdekte de ene na de andere dichter die, elk op een eigen manier, de taal van vogels, olifanten, zebra’s en andere spraakmakende dieren opving en bewerkte voor het menselijk oor.
Er ontstond een grote collectie poëzie in huize Van Kempen, tot de kasten ervan uitpuilden. Jef besloot de gedichten die hij in zo’n prachtige vertalingen uit de meest uiteenlopende talen vond, uit te venten naar anderen.
Kortom, hij wilde anderen deelgenoot maken van het ETCETERA van Jan Hanlo.
Zo ontstond zijn weblog KEMPIS.nl.
In alle talen van de wereld vind je op zijn weblog gedichten van poëten, die net als Hanlo op zoek zijn naar iets wat aanvankelijk niet te begrijpen is, maar door de vertaling of de hertaling van de dichter begrijpelijk wordt.
Hanlo, die van kind af aan verdwaald was in het bestaan, was op zoek naar structuur in zijn leven. Pierre Kemp, altijd in het zwart gekleed, was juist op zoek naar kleur ter compensatie van zijn zwart gemoed. Vinkenoog was op zoek naar de structuur van het telefoonboek, omdat hij met alle mensen in de wereld in gesprek wilde blijven. Rilke was altijd op zoek naar de geluiden van de liefde.
Elke dichter blijkt op zoek te zijn naar iets dat aanvankelijk voor hem geheimzinnig is en dat hij wil bewoorden, waardoor hij er vertrouwd mee raakt.
Zo is Jef de verklanker geworden van de vogeltjestaal, maar ook van de taal van zijn omgeving. En dat is, in de ruimste zin, de stad Tilburg.
Ik besluit met een gedicht uit de bundel van Jef dat hij ook zelf heeft terugvertaald naar de taal van de vogels:
LANDSCHAP
Duizend kraaien
in de oude berk
tekenen
de grijze lucht
Deze leegte
had ik
niet vermoed
En nu het gedicht zoals het door Jef aan de vogels wordt verteld:
Bliep bliep tjiep, rrrrr
tjielp tjielp piep
piep piep piep piep
tjielp piep piep
rrrrr rrrrr piep tjielp piep
pieppiep rrrrrrr
hiep hiep tjielp piep
pieppiep piep rrrrrrrr
piep
etcetera
Zo vertelt Jef in de in hem opkomende gedichten aan de Tilburgse vogeltjes. De vogeltjes die in zijn tuintje zitten, de vogeltjes in het struikgewas rond de Hasseltse Kapel, het vogeltje dat doorklinkt in het gefluit van een vrolijke student op de fiets op weg naar school.
Kortom, voor al het gezang en getjielp dat Tilburg heet.
Jef heeft goed naar Jan Hanlo geluisterd. Hij heeft goed naar de vogeltjes geluisterd.
Wie Jef door Tilburg ziet dwalen en hem vreemde klanken hoort uitstoten, moet niet denken dat hij gek geworden is. Hij communiceert met de vogels.
ETCETERA. En dat nog vele jaren.
Op zondag 16 december 2012 vond in Boekhandel Livius in Tilburg de presentatie plaats van de nieuwe bundel van Jef van Kempen: Laatste bedrijf. Een keuze uit de gedichten 1962-2012. Op die bijeenkomst ontving Jef van Kempen uit handen van burgemeester Peter Noordanus de grote zilveren legpenning van de gemeente Tilburg voor zijn verdiensten op het gebied van literatuur en cultuur. Ton van Reen las zijn verhaal: ‘Jef van Kempen houdt van gedichten’ voor.
Jef van Kempen: Laatste Bedrijf. Een keuze uit de gedichten 1962-2012. Uitgeverij Art Brut – ISBN: 978-90-76326-06-1 / 68 pag. – 12,50 euro – geïllustreerd, 24×15 cm / Gedichten en illustraties van Jef van Kempen / Vormgeving Michiel Leenaars / In de bundel zijn tevens een aantal bijdragen opgenomen van Julia Origo, Monica Richter en J.A. Woolf.
Foto’s: Hans Hermans, Joep Eijkens, Peter IJsenbrant
fleursdumal.nl m a g a z i n e
More in: Jef van Kempen, Kempen, Jef van, Reen, Ton van, Reen, Ton van
Grote zilveren legpenning van de gemeente Tilburg voor de verdiensten van Jef van Kempen op het gebied van literatuur en cultuur
Jef van Kempen heeft op zondag 16 december 2012 een gemeentelijke onderscheiding ontvangen voor zijn jarenlange inzet voor het Tilburgse literaire en culturele leven. Hij kreeg de grote zilveren legpenning van de gemeente Tilburg uit handen van burgemeester Peter Noordanus. Dat gebeurde op 16 december in boekhandel Livius in Tilburg, tijdens de presentatie van de nieuwe bloemlezing uit de verzameld gedichten van Jef van Kempen.
Jef van Kempen is al sinds 1962 actief in het Brabantse, en meer bijzonder het Tilburgse literaire en culturele leven. Zijn loopbaan is bijzonder: veertig jaar lang werkte hij in de Tilburgse metaalsector. Daarnaast heeft hij bijzonder veel artikelen, gedichten, literair-historische essays, teksten en bundels uitgebracht. Zijn werk werd onder meer gepubliceerd in Brabant Cultureel, het Brabants Dagblad, Tilburg (tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur), Actum Tilliburgis, Tilburg Magazine, Rijmtijd (tijdschrift Gezellestudie), DWB en De Parelduiker.
Veel van zijn artikelen gaan over in vergetelheid geraakte literair-historische figuren, zoals Dr. P.J. Cools, Henri Dolmans, Antony Kok en de schrijvers van de kunstbeweging en het gelijknamig tijdschrift De Stijl. Met zijn beschouwingen over de Tilburgse volkscultuur bereikte hij een breed en trouw lezerspubliek door alle lagen van de bevolking heen.
Sinds enige jaren is Jef van Kempen de drijvende kracht achter het online magazine KEMP=MAG (kempis.nl). Het is een van de meest bezochte poëziewebsites van Nederland en België. Veel bekende en onbekende dichters krijgen hier een podium voor hun werk. Het ondersteunen van onbekend en vaak nog jong talent is een van zijn andere bijzondere verdiensten. Al meer dan veertig jaar helpt Jef van Kempen hen om een plek te veroveren in de lokale of landelijke literaire wereld.
Van Kempen is één van de smaakmakers van de lokale cultuur. Zo helpt hij bij het organiseren van tentoonstellingen en symposia en was hij betrokken bij het opzetten van de grootste boekenmarkt van Zuid-Nederland in Tilburg. Verder was hij jarenlang bestuurslid van o.a. Amnesty International Nederland, Stichting Dr. P.J. Cools en de beheersstichting van de Hasseltse Kapel.
Jef van Kempen heeft met al deze werkzaamheden een bijzondere bijdrage aan de Tilburgse samenleving geleverd en doet dat nog steeds. Voor deze verdiensten krijgt hij de grote zilveren legpenning van de gemeente Tilburg.
(persbericht)
Op zondag 16 december 2012 vond in Boekhandel Livius in Tilburg de presentatie plaats van de nieuwe bundel van Jef van Kempen: ‘Laatste bedrijf. Een keuze uit de gedichten 1962-2012’. Op die bijeenkomst ontving Jef van Kempen uit handen van burgemeester Peter Noordanus de grote zilveren legpenning van de gemeente Tilburg voor zijn verdiensten op het gebied van literatuur en cultuur.
Verder las Ton van Reen zijn verhaal: ‘Jef van Kempen houdt van gedichten’ (morgen op deze website) en stadsdichter Esther Porcelijn droeg enkele gedichten en prozateksten van Jef van Kempen voor.
photos: joep eijkens
Jef van Kempen: Laatste Bedrijf. Een keuze uit de gedichten 1962-2012
Uitgeverij Art Brut – ISBN: 978-90-76326-06-1 / 68 pag. – 12,50 euro – geïllustreerd, 24×15 cm / Gedichten en illustraties van Jef van Kempen / Vormgeving Michiel Leenaars / In de bundel zijn tevens een aantal bijdragen opgenomen van Julia Origo, Monica Richter en J.A. Woolf.
fleursdumal.nl magazine
More in: Jef van Kempen, Jef van Kempen Photos & Drawings, Kempen, Jef van
William Carlos Williams
(1883-1963)
This Is Just to Say
I have eaten
the plums
that were in
the icebox
and which
you were probably
saving
for breakfast
Forgive me
they were delicious
so sweet
and so cold
William Carlos Williams poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive W-X
A. E. Housman
(1859-1936)
Eight O’Clock
He stood, and heard the steeple
Sprinkle the quarters on the morning town.
One, two, three, four, to market-place and people
It tossed them down.
Strapped, noosed, nighing his hour,
He stood and counted them and cursed his luck;
And then the clock collected in the tower
Its strength, and struck.
A. E. Housman poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive G-H, Housman, A.E.
Jef van Kempen
LAATSTE BEDRIJF
een keuze uit de gedichten 1962-2012
Jef van Kempen (1948) publiceerde poëzie en korte verhalen, biografische artikelen en essays, o.a. over Guido Gezelle, J.-K. Huysmans, Theo van Doesburg, Antony Kok, de Stijlbeweging en Walter Breedveld. Hij is ook (mede)samensteller van enkele literaire bloemlezingen. Daarnaast schreef hij voor boeken, kranten en tijdschriften vele artikelen over de Brabantse geschiedenis. De serie artikelen die hij voor het Brabants Dagblad schreef over de straat waar hij geboren is, werden gebundeld onder de titel: Onze Lieve Vrouw van de Veestraat en andere verhalen en in het boek: Het gevoel dat je hier thuishoort. Jef van Kempen is ook actief als (literair) vertaler. Daarnaast is hij redacteur van kempis.nl (een veel bezochte internationale poëziewebsite) en drie andere literaire websites.
De bundel bevat, naast gepubliceerde en ongepubliceerde gedichten, talrijke illustraties van Jef van Kempen uit dezelfde periode.
Ter gelegenheid van het verschijnen van deze bundel ontving Jef van Kempen op 16 december 2012 van burgemeester Peter Noordanus de grote zilveren legpenning van de gemeente Tilburg voor zijn verdiensten op het gebied van literatuur en cultuur.
Jef van Kempen
Laatste Bedrijf.
Een keuze uit de gedichten 1962-2012
Uitgeverij Art Brut
ISBN: 978-90-76326-06-1
68 pag. – 12,50 euro
Geïllustreerd, 24×15 cm
Gedichten en illustraties van Jef van Kempen
Vormgeving Michiel Leenaars
fleursdumal.nl magazine
More in: Jef van Kempen, Jef van Kempen Photos & Drawings, Kempen, Jef van
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature