Esther Porcelijn: Armoede (Verborgen) armoede
Armoede (Verborgen) armoede
Voor de Tilburgse Voedselbank
en hun vraag naar kerstpakketten.
De armen van nu zijn als… de armen van vroeger.
Bespot, belast, beknibbeld.
Niemand kent ze, niemand is ze
Maar iedereen wil vergelijken.
“Het valt wel mee, met mij valt het mee”,
Als een lopende naast de lamme.
We weten alles beter,
Meer doen, minder klagen,
Koken voor vier euro kan toch best?
De rijkdom toont zich:
Naast de lamgeslagen
Zitten wij gepoft te piepen
Rond de tafel met schimmig licht
Sfeervol en hip knagen we
Aan onze knapperige borden.
Haute Cuisine van vroeger is van nu.
Arm en dus dom, denken we,
Verslagen is nooit echt gestreden
Gevallen heeft nooit goed gestaan
Op eigen benen, de eigen broekriem aan.
Schenken uit de dozen op zolder
Met oude broeken en gatensokken
Verfrommelde jurken en blikjes maïs
We zijn het kwijt, gegeven is gegeven
Dankbaarheid komt met een prijs.
Meer? Willen ze meer?
“Hoe durven ze ’t in de bek te kijken?
Ik werk hard hoor, ik werk hard!”
Voor elke cent zo tien andere.
Het kratje, thuis, zorgvuldig gedekt
Met een theedoek over de koekjes.
“Hier gaat iemand van overleven,
Hiervoor verdien ik respect.”
Wij drogen in gedachte hun tranen
Met kaasstengels en zeven bananen,
En, na gretig te hebben gegeven,
Bedenken wij hoe zij gelukkig zijn
Vier kinderen zonder honger
ook de hond dankt zijn baas.
Onze voldaanheid toont zich
in andermans verdriet.
We stellen ons voor hoe ze lachen
Hoe wij hun lichaam verwarmen,
Maar echt kennen doen we ze niet,
Onze, verborgen, armen.
Esther Porcelijn, 2013
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther