In this category:

Or see the index

All categories

  1. AFRICAN AMERICAN LITERATURE
  2. AUDIO, CINEMA, RADIO & TV
  3. DANCE & PERFORMANCE
  4. DICTIONARY OF IDEAS
  5. EXHIBITION – art, art history, photos, paintings, drawings, sculpture, ready-mades, video, performing arts, collages, gallery, etc.
  6. FICTION & NON-FICTION – books, booklovers, lit. history, biography, essays, translations, short stories, columns, literature: celtic, beat, travesty, war, dada & de stijl, drugs, dead poets
  7. FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor's choice, etc.
  8. LITERARY NEWS & EVENTS – art & literature news, in memoriam, festivals, city-poets, writers in Residence
  9. MONTAIGNE
  10. MUSEUM OF LOST CONCEPTS – invisible poetry, conceptual writing, spurensicherung
  11. MUSEUM OF NATURAL HISTORY – department of ravens & crows, birds of prey, riding a zebra, spring, summer, autumn, winter
  12. MUSEUM OF PUBLIC PROTEST
  13. MUSIC
  14. PRESS & PUBLISHING
  15. REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS
  16. STORY ARCHIVE – olv van de veestraat, reading room, tales for fellow citizens
  17. STREET POETRY
  18. THEATRE
  19. TOMBEAU DE LA JEUNESSE – early death: writers, poets & artists who died young
  20. ULTIMATE LIBRARY – danse macabre, ex libris, grimm & co, fairy tales, art of reading, tales of mystery & imagination, sherlock holmes theatre, erotic poetry, ideal women
  21. WAR & PEACE
  22. ·




  1. Subscribe to new material: RSS

FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor’s choice, etc.

«« Previous page · Charles d’ Orleans: Las ! Mort, qui t’a fait si hardie · Richard Steegmans: Taal aan weerszijden van het instrument · Esther Porcelijn: Levenslus. In memoriam Ton de Witte · William Shakespeare: Sonnet 119 · Niels Landstra gedicht: Niemandsland · Presentatie dichtbundel Tilburgs eerste kinderstadsdichter Sara Bidaoui · Esther Porcelijn: Trots op Tilburg?! · Norbert de Vries: De Muzen van Kemp. Over Pierre Kemp · Freda Kamphuis gedicht: Ondergangsters · Renée Crevel: Nuit · William Shakespeare: Sonnet 118 · Bert Bevers gedicht: Royal de Luxe

»» there is more...

Charles d’ Orleans: Las ! Mort, qui t’a fait si hardie

Charles d’ Orleans

 

(1394-1465)

Las ! Mort, qui t’a fait si hardie

Las ! Mort, qui t’a fait si hardie

De prendre la noble Princesse

Qui était mon confort, ma vie,

on bien, mon plaisir, ma richesse !

Puisque tu as pris ma maîtresse,

Prends-moi aussi son serviteur,

Car j’aime mieux prochainement

ourir que languir en tourment,

En peine, souci et douleur !

Las ! de tous biens était garnie

Et en droite fleur de jeunesse !

Je prie à Dieu qu’il te maudie,

Fausse Mort, pleine de rudesse !

Si prise l’eusses en vieillesse,

Ce ne fût pas si grand rigueur ;

ais prise l’as hâtivement,

Et m’as laissé piteusement

En peine, souci et douleur !

Las ! je suis seul, sans compagnie !

Adieu ma Dame, ma liesse !

Or est notre amour departie,

Non pourtant, je vous fais promesse

Que de prières, à largesse,

orte vous servirai de coeur,

Sans oublier aucunement;

Et vous regretterai souvent

En peine, souci et douleur.

Dieu, sur tout souverain Seigneur,

Ordonnez, par grâce et douceur,

De l’âme d’elle, tellement

Qu’elle ne soit pas longuement

En peine, souci et douleur !

 

Charles d’ Orleans poetry

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive O-P, d'Orléans Charles


Richard Steegmans: Taal aan weerszijden van het instrument

 

Taal aan weerszijden van het instrument

 

1.

De koffer, bewapend, riffbestendig,

klapt open om de gitaar af te stemmen

op aanstaande feestwarmte. Langoureus

als verhalen die de wijnstokkenplanter inzet

met aarde.

 

De handen, nog eens uitvallend

in een moment van plankenkoorts,

nagelen zich aan het noten vangend meidenkoor.

 

Geen beter braakpoeder voor zangers

dan een strak halssnoer van klinkers.

 

Hengelen naar genera van de gitaar:

aan de plastiek rond haar waagt zich

in zijn smidse van ritmes een stamelaar,

pooier van de kortste stilte.

 

2.

Harmonieuze katten, donker als dennenbomen,

slopen door het gras zonder enig geluid.

Ze wisten niet dat het gras ronddraaide.

De katten kregen katten, grijs sloeg het gras uit.

 

3.

De gitaren, ontladen van blauwe toonaarden,

rusten elk in een hoek van de kamer.

 

Daarstraks werden ze dicht bijeen alsmaar slechter horend gezelschap

nog opgeroepen als een waarachtig ding,

maar niet zo behandeld.

 

Ze willen nu

het rockmotief regelvast binnenrollen,

gezamenlijk drie octaven afleggen,

zonder later aan de spelers te moeten trekken of van hen terug te veren,

op eigen houtje snaren doen afspringen,

huiverend voor het open akkoord in nadat lang aangehouden hen ombuigen zal

tot gladde ratelslangen de wurging nabij.

 

4.

De straatmuzikant neemt een magere kat onder handen. Zoveel pels vernikkelt zijn eelt.

Hij luistert naar de resonanties achter haar gejank

en een vervalsing die daarin sluipt.

 

Haar darmen hangen te drogen boven de krater,

die zijn instrument aanzien geeft en opspaart wat nog

negen levens lang moet doorklinken.

 

Hij speelt goedgunstig, zoals de kat

uit het bedelzingen is geboren opnieuw in Nashville.

 

Met verwijzingen naar songs van Lovin’ Spoonful en naar

“The Man with the Blue Guitar” van Wallace Stevens.

 

Richard Steegmans

(Uit: Richard Steegmans: Ringelorend zelfportret op haar leeuwenhuid, uitgeverij Holland, Haarlem, 2005)

Richard Steegmans (Hasselt, 1952) is dichter en muzikant met een grote voorliefde voor rock, pop, soul, blues, country uit de jaren 60. Hij publiceerde de dichtbundels Uitgeslagen zomers, uitgeverij Perdu, Amsterdam, 2002, en Ringelorend zelfportret op haar leeuwenhuid, uitgeverij Holland, Haarlem, 2005. Gedichten van zijn hand verschenen in de literaire tijdschriften De Gids, Poëziekrant, Parmentier, DWB, Deus ex Machina, De Brakke Hond, Tortuca, Krakatau, Tzum en in talrijke bloemlezingen.

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive S-T, Steegmans, Richard


Esther Porcelijn: Levenslus. In memoriam Ton de Witte

 

Levenslus

Voor Ton de Witte 29 maart 1966 – 6 maart 2012

 

Het absoluut omgekeerde van leven

Alles in negatief zien, want kleuren zijn niet mooi

Alles is niet.

Niet hier maar daar kent niemand het.

Niet eens verveling, gewoon, nee niet gewoon.

Altijd de buitenstaander.

Lachen, maar waarom. De vragen voorbij.

Zo ver van erbij zijn, bij de anderen.

 

Mensen zijn zo vluchtig.

Wie kan het iets schelen hoe je bent,

Of je echt lacht of niet.

En wel zo gewoon.

Gewoon bestek, gewoon boodschappen, gewoon ansjovis

Gewoon mensen.

 

Maar altijd weten dat vragen ook maar vragen is.

 

Gewoon de afwas, gewoon een biertje, gewoon je buurman, gewoon de wc, gewoon de deurklink.

Gewoon de bank, gewoon de naden in je schoen, gewoon haren.

Gewoon waaien, gewoon slapen, gewoon knikken en je wapenen.

Gewoon ideeën.

Gewoon de oude doos, gewoon de rode huisjes van Monopoly.

Gewoon mee.

Gewoon je sperziebonen laten liggen.

Gewoon de blaadjes bezinken in je thee.

 

Was er geen klaagzang zoals in de films? Was het maar als in de films, dan komt er altijd een wijze man uit een oud dorp die bijtend op een graantje net die ene zin zegt die wegpinkt voor ‘t traantje.

 

Zou er licht zijn? Licht zo licht als een eindeloze zucht.

 

‘t Is geen vlucht, het is een sprong.

Een groot “waarom?” staat te kloppen maar het huis is te vol. Het staat te bonken maar is niet thuis.

Een vraag is al teveel. Als een vraag er is dan kun je nog door.

Het past niet, het hoofd te vol.

 

Het is niet laf, wie is er laf?

 

Beleefd voor het leven.

Het leven serieus nemen.

Juist dan zijn vragen maar vragen.

Alles in negatief zien, lachen en knikken.

Altijd beleefd voor het leven geweest.

 

Alles is niet. Nu niet.

 

Esther Porcelijn

Stadsdichter Tilburg

Ton de Witte (45) is dinsdag (6 maart 2012) plotseling overleden. Hij laat zijn collega’s bij De NWE Vorst in Tilburg in diepe rouw achter. Ton de Witte was de stuwende kracht achter de culturele stadswandelingen van L’Avventura en maakte naam als gedreven steunpilaar, vormgever en theatermaker van veel jonge acteurs en dansers.

fleursdumal.nl magazine

More in: Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther


William Shakespeare: Sonnet 119

William Shakespeare

(1564-1616)

THE SONNETS

 

119

What potions have I drunk of Siren tears

Distilled from limbecks foul as hell within,

Applying fears to hopes, and hopes to fears,

Still losing when I saw my self to win!

What wretched errors hath my heart committed,

Whilst it hath thought it self so blessed never!

How have mine eyes out of their spheres been fitted

In the distraction of this madding fever!

O benefit of ill, now I find true

That better is, by evil still made better.

And ruined love when it is built anew

Grows fairer than at first, more strong, far greater.

So I return rebuked to my content,

And gain by ills thrice more than I have spent.

 

kempis.nl poetry magazine

More in: -Shakespeare Sonnets


Niels Landstra gedicht: Niemandsland

 

Niemandsland

 

De honden renden op wolken van woorden

Over de ruïnes van een vergaan seizoen

Staken herfstige beken over, de zon gloorde

In kronen van roodkoper en najaarsgroen

 

Het wazige licht verstilde aan de overkant

Raakte aan de adem van de oude dieren

En de vallende schaduw in het niemandsland

Van bos en hei waar wij liepen, bij de grienden

 

Hield je mij vast, alsof je onze teleurgang

Vergeten was, en neigde naar een verzoening

Terwijl je wist dat uit mij geen troost meer voortkwam

 

De hondenas heb ik alleen uitgestrooid, lang-

zaam verdort hun grond in mijn lege niemandsland

Waar ik jou vergeefs nog aanklamp, bij de grienden

 

Niels Landstra

 

Niels Landstra gedichten

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive K-L, Landstra, Niels


Presentatie dichtbundel Tilburgs eerste kinderstadsdichter Sara Bidaoui

Presentatie dichtbundel Tilburgs eerste kinderstadsdichter Sara Bidaoui

De Boekenweek gaat dit jaar bijzonder van start in Tilburg. Op woensdag 14 maart verschijnt namelijk een dichtbundel met werk van Tilburgs eerste Kinderstadsdichter: Sara Bidaoui. De bundel wordt op die dag feestelijk gepresenteerd in het bijzijn van leerlingen van Sara’s school, het Theresialyceum. Burgemeester Peter Noordanus, die ook een voorwoord bij de gedichten schreef, zal daar het eerste exemplaar aan de talentvolle jonge schrijfster overhandigen.

Verder zal Sara worden toegesproken door rector Tomas Oudejans en door bestuursvoorzitter Henriëtte de Kok van Bibliotheek Midden-Brabant. Ook verzorgen stadsdichter Esther Porcelijn en kinderstadsdichter Pleun Andriessen een optreden. De bundelpresentatie loopt van 10:15 uur tot 11:00 uur en is voor belangstellenden gratis toegankelijk.

Sara werd op Gedichtendag 2010 gekozen tot eerste kinderstadsdichter van Tilburg met haar gedicht ‘Tilburg: mijn stad, mijn thuis’. Dit is ook de titel van de bundel geworden, die verschijnt bij Uitgeverij Art Brut. Hierin zijn alle gedichten opgenomen die Sara schreef tijdens haar kinderstadsdichterschap, aangevuld met ander veelbelovend materiaal van haar hand. De bundel kon mede tot stand komen door een subsidie van de gemeente Tilburg. Om jong en oud in de gelegenheid te stellen om kennis te maken met het werk van Sara, kost de bundel slechts € 5.

Sara leest in de Boekenweek ook voor uit haar bundel op literair festival TiLT. Zij opent het programma op zaterdag 17 maart rond 20:15 uur in de Rode Salon van Theater De NWE Vorst.

De organisatoren van het project Kinderstadsdichter zijn Cultuurconcepten.nl, Bibliotheek Midden-Brabant en Stichting P.J. Cools. Zij willen met dit project kinderen laten kennismaken met het lezen en schrijven van poëzie, waardoor onder meer hun taalvaardigheid vergroot wordt.

Leerlingen van het Theresialyceum gaan ook nog aan de slag met thema stadsdichten: zij volgen in april een speciale workshop van Esther Porcelijn en voormalig stadsdichter Frank van Pamelen.

Informatie:  Sara Bidaoui, Mijn stad, mijn thuis – Gedichten van Tilburgs eerste kinderstadsdichter, Uitgeverij Art Brut 2012. Prijs € 5, ISBN: 978-90-76326-00-9. Van af 14 maart verkrijgbaar in de boekhandel en via de website www.kinderstadsdichter.nl

 

Presentatie bundel: woensdag 14 maart, 10:15 uur -11:00 uur

Locatie: Theresialyceum – Prof. Cobbenhagenlaan 5 –  5037 DA Tilburg

 

Voordracht Sara Bidaoui: zaterdag 17 maart, 20:00 uur

Locatie: Theater De NWE Vorst – Willem II straat 49 –  5038 BD Tilburg

 

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive A-B, Art & Literature News, Bidaoui, Sara, Kinderstadsdichters / Children City Poets


Esther Porcelijn: Trots op Tilburg?!

foto joep eijkens

Esther Porcelijn

 

Trots op Tilburg?!

 Doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg!?

 

“Doe maar gewoon!” Zegt de man tegen de vrouw.

“Dan doe je al gek genoeg.”

“Spaar jezelf of je piekt te vroeg

En dan geeft niemand om jou.”

 

De vrouw, hevig verontwaardigd,

Wilde hem enkel bekoren:

“Mijn borsten gelift tot aan mijn oren,

ze raken al jaren mijn gezicht.”

 

“Het onkruid tussen de tegels geplukt,

de oude details gerenoveerd.

“Elke andere man zou vereerd

zijn en intens verrukt!”

 

“Al jaren klaagde je over mijn vormen

Je vond ze niet bij de tijd!”

“Ik moest zelfs, tot mijn spijt,

mijn oude beelden bestormen”

 

“Nee nee,” zei de man, “je vergist je schat!”

“Mijn liefde voor jou is geen prijs.”

“Ik hoef geen hemels paradijs,

Voor mij volstaat de grauwe stad.”

 

“Bij mij valt niets te winnen.

Ik heb frietsaus, geen mayonaise

En zeker geen bearnaise!

Juist daarom wil ik je beminnen!”

 

“Je buitenkant neem ik voor lief

Het gaat mij om van binnen!”

“Ik hou van al je twintig kinnen

En van je vlekkenmotief!”

 

“Je kent mij toch, ik ben niet van ingewikkeld.”

“Van hoge kunst en woorden,

en muziek met zware akkoorden!”

“Van theater met een grote T, ’t is niet wat mij prikkelt!”

 

“Ik hoef geen importevangelie

Van die boven-rivierse mensen,

met hun grote wereldse wensen.”

“Eenvoud is de schoonste harmonie!

 

“Ach hypocriet!”, zei de vrouw tot haar man,

“wat nou, doe maar gewoon?”

“Je spreekt zelf als de hoogste boom,

Ja, jij kan er wat van!”

 

“Geen opsmuk, zeg je, wat een gezwam!”

“Eerst zeuren dat het minder moet,

dat uiterlijk er niet toe doet

En geen theater uit Amsterdam..”

 

“..En dan morgen met een stoet

Van 25 mensen naar Madurodam!”

 

Stadsdichter Esther Porcelijn schreef het gedicht “trots op tilburg?!”  t.b.v. de wedstrijd voor beste binnenstad van Nederland. Voor elke genomineerde stad ging een delegatie van 25 man naar Madurodam voor de bekendmaking van de winnaar.

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive O-P, City Poets / Stadsdichters, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther


Norbert de Vries: De Muzen van Kemp. Over Pierre Kemp

Norbert de Vries

De Muzen van Kemp

Over Pierre Kemp

Pierre Kemp heeft diverse Muzen gekend. Hij ontmoette ze bijvoorbeeld in de trein, en schreef gedichten over en voor hen. Deze gedichten waren, volgens schriftelijke mededeling van Kemp aan Karel Reijnders (zie zijn verhandeling “Romanie oftewel eros en emeritus”), in eerste instantie bestemd voor ‘intern gebruik’. De zogenaamde Muzengedichten staan vol ‘saillante details’ en verwijzingen naar gesprekken, voorvallen en accessoires die door het vrolijke forensengezelschap onmiddellijk zullen zijn herkend, maar waarvan de betekenis de buitenstaander veelal zal ontgaan. Inderdaad, gedichten die met name voor de insiders genietbaar zijn.

In zijn bovengenoemd artikel verklaart Reijnders de identiteit van de Muzen niet te kennen. Wel concludeert hij, op grond van het feit dat Kemp vanaf omstreeks 1948 aan “Romanie” gewerkt heeft en dat hij per 1 januari 1945 met pensioen ging en na die datum nauwelijks nog reisde, dat Romanie geen ‘trein-Muze’ geweest zal zijn.

Romanie is een gedicht van bijna 940 regels waaraan Kemp hard heeft gewerkt (er zijn meerdere versies bewaard gebleven), en dat als zodanig nooit is gepubliceerd. Het is nadien gesplitst in twee wel gepubliceerde gedichten, namelijk Tzigane en Franse les in een korenveld. Deze beide gedichten staan in de bundel Au pays du tendre Mosan (1961). Overigens zij vermeld, dat in die bundel ook de Namiddag van een stille katholiek en Elegie om het verlies van 10 kilo sex-appeal staan, twee gedichten waarin de trein-Muzen prominent aanwezig zijn.

Waarom bleven de Muzen anoniem? Reijnders wijst er op de inspiratrices van de ‘ondeugend-erotische verhaalverzinsels in versvorm’ niet graag in ruimere kring hun identiteit onthuld zagen. De mensen mochten eens denken dat zij onoorbare dingen deden in die trein. In een niet gepubliceerd gedicht bezingt Kemp de Muze immers als volgt:

Muze

‘simple comme bonjour’….

Wat doe je toch de hele dag?

Ik zwem

voor hem

in de zonneschijn

of langs het zilvermaan-gordijn

en lach

dan zonder stem

en zo bevredig ik hem!

(variant: en dat bevredigt hem!)

Kemp beschouwde de materie ook zodanig delicaat, dat hij zelfs voor zijn beste vrienden, onder wie Reijnders, de identiteit van zijn Muzen geheim hield. Toch wilde hij die geheimhouding niet voor altijd in stand houden. Later, na zijn dood, mochten de Muzen met naam en toenaam bekend worden. Ik citeer hier een brief die Kemp op 18 september 1955 aan de Muze van de gedichten Tzigane en Franse les in een korenveld zond.

Hooggeachte Mya Maas-Brennenraedts,

Misschien is het volgende al niet aan Uw aandacht ontsnapt.

De afdruk van ‘Tzigane’, die ik U aanbood, is eigenlijk een certificaat, om het eens zo te noemen. Er staat nl. niet: “Voor M.B. wegens het medeleven met Romanie”, maar wel “Aan M.B. enz. enz.”

Als ik er vroeger of later eens niet meer ben, kunt U met die afdruk van “Tzigane” en dit briefje altijd aantonen, dat dit gedicht inderdaad aan U is opgedragen.

Bij leven kan ik dit niet zo tot uitdrukking brengen, en mijn complete dichtwerken – als er zich ooit een of meerdere uitgevers ter wille van de Nederlandse letteren aan verdienstelijk willen maken en willen bijleggen – krijg ik zelf nooit te zien.

Na zulke plechtige regels als voorgaande, eindig ik met de beste wensen voor Uw gezondheid en alle succes voor Uw werk.

Met vriendelijke groeten

Pierre Kemp

Kemp heeft over Romanie ( en de beide grote gedichte die daaruit zijn voortgekomen) diverse keren met Mya Brennenraedts gecorrespondeerd. Hij heeft haar zelfs gevraagd om de naam van de vrouwelijke hoofdpersoon te kiezen. Mya voelde zich hierover ‘niet weinig gevleid’, maar zag toch allerlei problemen: hoeveel lettergrepen moest de naam hebben, enzovoorts. Toen Kemp de naam ‘Romanie’ voorstelde ging ze onmiddellijk akkoord. In een brief van 11 augustus 1948 schrijft ze; “De naam “Romanie” voor de heldin van het Havergedicht lijkt me echt de geschiktste.”

(tussen haakjes: in eerste instantie was er sprake van een haverveld; in de gepubliceerde versie is dat een korenveld)

Naar mijn mening was Mya Maas-Brennenraedts een zeer belangrijke Muze voor Kemp. Misschien was ze wel zijn belangrijkste Muze. Anders dan de trein-Muzen, die hij dagelijks zag, heeft hij haar zelden in persoon ontmoet; hun verhouding was vooral een epistolaire.

Zij zond hem met haar brieven soms ook een stukje stof van een nieuwe japon, of een foto. Twee van die foto’s zijn heel bepalend voor Romanie; ze doorbraken de impasse waar Kemp toen ten aanzien van dat gedicht toen in verkeerde. De ene foto toont Mya met een Italiaanse vriendin aan de rand van een haverveld, op de andere foto zien we Mya die in het zwembad (en in badpak) languit in het gras ligt, terwijl ze in een lesboek studeert (een lesboek voor Franse correspondentie).

Er is in het verzameld werk van Kemp nog een ‘Petite suite pour Marguérite” te vinden (gepubliceerd in 1954). Deze ‘suite’ omvat 10 gedichten die alle zijn geschreven op basis van prozateksten waarin Mya Brennenraedts herinneringen aan haar jeugd ophaalt. Kemp had haar gevraagd om die geschreven herinneringen.

Het zijn zeker niet zijn beste gedichten. Je ziet, als je de gedichten naast de teksten van Mya legt, dat het poëtisch gehalte bedroevend laag is: tamelijk rechttoe-rechtaaan is de jeugdherinnering van de een omgezet in een gedicht van de ander.

Laat ik tot slot Mya citeren uit een tekst die de titel van de suite verklaart. Mya (Maria) was in haar jonge jaren erg ongelukkig over haar naam. Ze wilde een meer bijzondere naam. Toen ze op de lagere school kwam, sloeg ze haar slag.

“Nadat wij onze manteltjes netjes in de gang aan een haakje hadden gehangen, kregen wij onze plaatsen aangewezen. De mijne natuurlijk weer vooraan, de eerste bank! Dat heb je ervan, als je klein bent voor je leeftijd. En toen kwam het. Eén voor één moesten we hardop onze naam noemen, die door de nieuwe juffrouw werd genoteerd. Het hart klopte me in de keel, het bloed steeg me naar het hoofd, maar het was nú of nooit! “Margaretha”, zei ik. Ik stierf haast van schrik toen achter mij fluisterstemmen klonken. “Niet waar, zo heet je niet. Juffrouw, zo heet ze niet.” Een por in mijn rug zette kracht bij aan deze rectificatie. Ik had buiten de meisjes gerekend die met mij de kleuterschool hadden verlaten, om naar ‘de grote school’ te gaan. Gelukkig waren ze nog een beetje timide. En omdat de juffrouw op hun gefluister niet inging, durfden ze het niet hardop te verkondigen! De beurten gingen gewoon door, en ik zat, als Margaretha geboekstaafd, op de eerste bank.”

Een tijdlang ging ze aldus onder twee verschillende roepnamen door het leven: op school was het Margaretha en thuis Maria. Maar het bedrog kwam uit toen de moeder eens verlof vroeg voor haar dochter. Ten overstaan van de ginnegappende klas werd ze toen officieel ‘herdoopt’.

Het verhaal heeft nog een staartje, want in de vijfde klas werd ze door de zuster van die klas Grèta genoemd. Prompt gingen er vingers omhoog: zo heet ze niet! “Ach”, zei de zuster, “de juffrouw van de eerste klas noemde haar altijd zo, en dan doe ik het ook maar”, zeer tot ongenoegen van de latere Muze.

Een aardig gegeven, zou ik denken, voor een speels Kemp-gedicht, maar zie wat een slap versje hij er van maakte.

Liever Marguérite

Zovele bloempjes naar Maria heten.

Ik kan niet wandelen of staan,

overal kijken niet te tellen ongeweten

Maria-variëteiten me aan.

Ik ben een tuinbloem. Wilt dit niet vergeten!

Breed is mijn witte krans, mijn hart goud-geel.

‘k Wil als de grootste margerieten heten,

dit is mijn recht, dus zij ’t mijn deel.

Graag zal ik met de madeliefjes spelen,

’t zijn kindertjes van mij. Maar vergeet niet,

wilt gij mijn vriendschap blijven delen,

mijn naam is voortaan: Marguérite!

 

Norbert de Vries over Pierre Kemp (Maastricht 2008)

fleursdumal.nl magazine

More in: Kemp, Pierre, Norbert de Vries


Freda Kamphuis gedicht: Ondergangsters

 

Ondergangsters

Haag van achterlampen

toeters die toeteren tot

vervelends toe, licht dat

desondanks hardnekkig rood

blijft, de wereld vergaat precies

hier en op dit moment.

 

Jehovah Getuige zet leren schoen

tussen portier van auto, die niet

tijdig dichtknalt, begint zalverig

praatje over Zijn God en de

Zijnen, te laat voor ons

de wereld vergaat

hier en nu

halleluja, ja de wereld vergaat.

 

Man in file voor stoplicht

pakt zijn pistool, schiet licht

kapot, stapt in auto, rijdt door

alleen hij blijft de ondergang voor.

 

Freda Kamphuis

(c)2011 Freda Kamphuis

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive K-L, Kamphuis, Freda


Renée Crevel: Nuit

Renée Crevel

(1900-1935)

Nuit

 

Doucement pour dormir à l’ombre de l’oubli

ce soir

je tuerai les rôdeurs

silencieux danseurs

de la nuit

et dont les pieds de velours noir

sont un supplice à ma chair nue

un supplice doux comme l’aile des chauves-souris

et subtil à porter l’effroi

dans les coins où la peau se fait craintive, émue

pour mieux aimer, pour avoir peur

d’un autre corps et du froid.

Mais quel fleuve pour fuir ce soir ô ma raison ?

C’est l’heure des mauvais garçons

L’heure des mauvais voyous.

Deux grands yeux d’ombre dans la nuit

seraient pour moi si doux, si doux.

Prisonnier des tristes saisons

Je suis seul, un beau crime à lui

là-bas, là-bas à l’horizon

quelque serpent peut-être et glacé de n’aimer point.

Mais où coule, où coule au loin

Le fleuve dont on a besoin

pour fuir ce soir la raison ?

Sur les berges vont les filles

leurs yeux sont las, leurs cheveux brillent.

Je ne sais rien dire à ces filles

dont ils sont

les mauvais garçons

dont ils sont

les fiers maquignons.

Je suis seul, un beau crime à lui.

Deux grands yeux d’ombre dans la nuit

seraient pour moi si doux, si doux.

C’est l’heure des mauvais voyous.

 

Renée Crevel poetry

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive C-D, Crevel, Renée


William Shakespeare: Sonnet 118

William Shakespeare

(1564-1616)

THE SONNETS

 

118

Like as to make our appetite more keen

With eager compounds we our palate urge,

As to prevent our maladies unseen,

We sicken to shun sickness when we purge.

Even so being full of your ne’er-cloying sweetness,

To bitter sauces did I frame my feeding;

And sick of welfare found a kind of meetness,

To be diseased ere that there was true needing.

Thus policy in love t’ anticipate

The ills that were not, grew to faults assured,

And brought to medicine a healthful state

Which rank of goodness would by ill be cured.

But thence I learn and find the lesson true,

Drugs poison him that so feil sick of you.

 

kempis.nl poetry magazine

More in: -Shakespeare Sonnets


Bert Bevers gedicht: Royal de Luxe

 

Royal de Luxe

Het bezoek dat  de sultan der Indiën op zijn

olifant die door de tijd kan reizen in juli 2006

aan Antwerpen bracht  indachtig

 

Niet uit het oosten weggebleven

passeert mij langzaam dreunend

een olifant van rubber, staal en tover.

Wat mij betreft blijft deze langskomst

immer duren maar daar gaat hij al.

 

Hoe je deel van sprookjes uit kunt

maken. Het benoemen van de onderdelen

waaruit dit monter wonder bestaat

is hoogverraad. Door merg en been

zijn twaalf meter hoge vreugdeschal.

 

En dan, dan krijg ik tranen in de ogen

omdat ik wil geloven in de wimpers

van het meisje dat gemaakt van kostbaar

hout is, dat slechts bestaat bij gratie

van een reuzenfantasie. Het ziet mij aan

 

met quasi echte sympathie en schrijdt

vervolgens zonderlinge uren tegemoet.

Wie haar aanschouwden wensen zich

aan deze aanblik vast te klampen.

Eeuwig delen wij gekwetste liefde.

 

O lieve dode schone, keer behouden

weer, behouden

 

Bert Bevers

Verschenen in Stroom, Antwerpen, nummer 22, herfst 2006

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive A-B, Bevers, Bert


Older Entries »« Newer Entries

Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature