In this category:

Or see the index

All categories

  1. AFRICAN AMERICAN LITERATURE
  2. AUDIO, CINEMA, RADIO & TV
  3. DANCE & PERFORMANCE
  4. DICTIONARY OF IDEAS
  5. EXHIBITION – art, art history, photos, paintings, drawings, sculpture, ready-mades, video, performing arts, collages, gallery, etc.
  6. FICTION & NON-FICTION – books, booklovers, lit. history, biography, essays, translations, short stories, columns, literature: celtic, beat, travesty, war, dada & de stijl, drugs, dead poets
  7. FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor's choice, etc.
  8. LITERARY NEWS & EVENTS – art & literature news, in memoriam, festivals, city-poets, writers in Residence
  9. MONTAIGNE
  10. MUSEUM OF LOST CONCEPTS – invisible poetry, conceptual writing, spurensicherung
  11. MUSEUM OF NATURAL HISTORY – department of ravens & crows, birds of prey, riding a zebra, spring, summer, autumn, winter
  12. MUSEUM OF PUBLIC PROTEST
  13. MUSIC
  14. PRESS & PUBLISHING
  15. REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS
  16. STORY ARCHIVE – olv van de veestraat, reading room, tales for fellow citizens
  17. STREET POETRY
  18. THEATRE
  19. TOMBEAU DE LA JEUNESSE – early death: writers, poets & artists who died young
  20. ULTIMATE LIBRARY – danse macabre, ex libris, grimm & co, fairy tales, art of reading, tales of mystery & imagination, sherlock holmes theatre, erotic poetry, ideal women
  21. WAR & PEACE
  22. ·




  1. Subscribe to new material: RSS

FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor’s choice, etc.

«« Previous page · Norbert de Vries: Kemp natuurlijk (VI) · Walt Whitman: A Song · George Sand: Lettre à Alfred de Musset · William Shakespeare: Sonnet 145 in een nieuwe vertaling van Cornelis W. Schoneveld · Pleun Andriessen: Hallo Wereld · Vincent Berquez: Bulldog morning · Tilburg zoekt nieuwe Junior-Stadsdichter · In memoriam Ivo Michiels (8 januari 1923 – 7 oktober 2012) · Edward Thomas: Like the Touch of Rain · Norbert de Vries: Kemp natuurlijk (V) · Niels Landstra: De gaard van mijn erfenis · William Shakespeare: Sonnet 145

»» there is more...

Norbert de Vries: Kemp natuurlijk (VI)

Norbert de Vries

Kemp natuurlijk (VI)

Vrouwen, de dood, kleuren, geuren, muziek, de zon. Allemaal belangrijke thema’s in het werk van Kemp.

“Ik weet het, de vrouwen mogen mij wel.” Zo luidt de eerste regel van zijn gedicht Sympathieën (uit 1940). En, van zijn kant, Kemp mocht de vrouwen graag. En sommigen werden zijn muzen

Zo was er de Muze Mya.

Maria Brennenraedts (1920-2000) was in 1947 als journaliste verbonden aan de Gazet van Limburg en verzorgde de ‘vrouwenpagina’. Naar aanleiding van haar artikel ‘Kousenromantiek en -werkelijkheid’ schreef Kemp op 30 juli 1947 naar de krant en verzocht om nadere informatie: “Als dichter interesseer ik mij bijzonder voor elken vorm van gedichten, ook die van commercieelen aard. Daarom zoudt u mij zeer verplichten, indien ik van U iets naders mocht vernemen omtrent de gedichten (en bij voorkeur den oorspronkelijken tekst) die Pilade Francheschi of Francetchi schrijft en inpakt bij de paren door hem bij een bezoek aan zijn museum verkocht.”

Kousen, vrouwenbenen, gedichten, ze vormden voor Kemp een onweerstaanbare combinatie.

Enfin, er ontstond spoedig een levendige correspondentie tussen Kemp en Brennenraedts. Als je de brieven van Kemp leest, word je spoedig een zekere erotische spanning of lading gewaar. Reeds op 26 september 1947, in het prille begin van de briefwisseling derhalve, reageert Kemp met enige bravoure op een opmerking van Mya dat iets “helemaal niet (is) zooals je van ‘een dichter’ verwachten zou”: “Maar ik kan U uit ervaring verzekeren, dat U zich bij een dichter meestal op het ergste kunt voorbereiden, want het zijn rare artiesten. En ik zou U niet gaarne sommige passages uit mijn gedicht ‘Pacific’, dat op het einde van 1946 verscheen, voorleggen, waar met de noodige reserves voor spot en tendresse l’eterno feminino op een soms niet altijd even elegante wijze wordt ‘bezongen’.”

(De brief was eerst, met potlood, in het klad geschreven; in dit klad drukt Kemp zich wat pregnanter uit; hij gebruikt daar de woorden ‘zeer ongezouten dingen’.)

In een brief van 28 april 1948 staat een in dit verband belangrijke passage. Kemp stelt daarin vast dat vrouwen en mannen elkaar soms ‘vanuit een subconscienten ondergrond’ toegenegen (het door Kemp geschreven woord kon ik niet ontcijferen) zijn. “Bij de eene begint het met een blik, bij een ander met een zinswending in woord of geschrift of hoe ook, maar er is een eigenaardige wederkeerigen drang om elkaar op een aangename, badineerende wijze zoo stilletjes een beetje dwars te zitten of te prikkelen.”

Inderdaad, de brieven zijn nu en dan prikkelend. Een voorbeeld? Neem de brief die Kemp op 5 januari 1956 aan Mya zendt, en die als volgt begint:

“Hallo, die Amazone!

De getiktheid van Uw brief heb ik maar aanvaard, al blijf ik het handwerk achten boven alles. Ik hoop, dat mijn inspiratrice nog niet bezweken is van haar drukte. U moet zich wel als een vrouwelijke Centaur voelen met Uw paard en U weet misschien niet meer waar het lichaam van Uw lievelingsdier overgaat in het Uwe. Gelukkig is Uw beider contact niet dat van sommige speelgoedruiters met speelgoedpaardjes, nl. een pinnetje op het zadel van het paard en een gaatje in de rijbroek van de berijder.”

 

Zo zijn er tal van passages in de brieven van Kemp waarin hij, ietwat verbloemd of vrijmoedig, over seksualiteit schrijft. Soms werpt dat een nieuw licht op zijn gedichten. Neem het gedicht ‘Rouw’ (uit 1945). De slotregel luidt: ‘Een kind ruikt immers altijd naar aluin.’ Kemp noteert dat hij hierbij gedacht zal hebben aan iets wat hij las in ‘Het voortplantingsleven van den mensch’ van dr. H.J. Schim van de Loeff, namelijk, dat het zaad van de man naar aluin ruikt.

Tot slot van deze aflevering citeer ik een langer stuk uit de bovengenoemde brief van 5 januari 1956, waarin Kemp zijn oordeel weergeeft over de onderlinge verhouding der geslachten.

“Mannen zijn niet raarder dan vrouwen en O.L. Heer heeft ze ter wille van de voortplanting, waarvoor Hij verder geen tijd meer had, gemaakt zoals ze zijn. Een dokter zal U ook niet ‘het paard’ verbieden, want de grondslag der schepping, de daad die mannen en vrouwen voortzet, is een hippische. Aan het bezitten van de vrouw door de man is niets slechts. De man eet, vormt zich zaad en dat moet er op gezonde tijden uit, bij de volwassen man in de bloei van zijn leven volgens de geleerden tweemaal per week tweemaal achter elkaar. Ik heb een encyclopedie over de sexuele wetenschap, waaraan ook door een dominee uit Meerssen heeft meegewerkt en daar staat dat in. Inderdaad, mag men de ongehuwde moeder niet achter de andere, de gehuwde dus, stellen. Maar Uw dieren, uw hondjes, poesjes en paarden zijn evenmin ‘onschuldig’ als die op de vrouwen uitzijnde mannen. De mannen en vrouwen moesten wat minder jaloers zijn, maar de vogels zijn dat ook weer. Een paar weken geleden las ik van Lawrence, de schrijver van Lady Chatterley’s Lover, een boek getiteld Sex, Pornography and Censorship. Daar staan toch behartenswaardige dingen in. Ik raad het U aan eens te lezen, als dit nog niet geschiedde. Het is van 1955.

Dus van heden af aan beter denken s.v.pl. over de mannen, zij zijn aan de vrouwen gewaagd en omgekeerd. En wanneer er bij het paardrijden een man te pas moet komen en hij blijken van aanbidding geeft, is dat nu zo erg? Als hij maar even sterk naar een man ruikt als naar een paard, dan is er toch een harmonie voor de vrouwenneus, die men zich niet behoeft te ontzeggen. De pret van de man, die zijn zin wordt gegeven, is ook niet altijd honderd percent, maar kom, dit alles is een netelig chapiter, waarmee ik niet wil zeggen, dat ik het ontwijk.”

 

Norbert de Vries: Kemp natuurlijk (VI)

Mijmeringen over Pierre Kemp uit mijn Maastrichtse tijd

fleursdumal.nl  magazine

More in: Kemp, Pierre, Norbert de Vries


Walt Whitman: A Song

Walt Whitman

(1819–1892)

A Song

 

Come, I will make the continent indissoluble;

I will make the most splendid race the sun ever yet shone upon;

I will make divine magnetic lands,

With the love of comrades,

With the life-long love of comrades.

 

I will plant companionship thick as trees along all the rivers of

America, and along the shores of the great lakes, and all over

the prairies;

I will make inseparable cities, with their arms about each other’s

necks;

By the love of comrades,

By the manly love of comrades.

 

For you these, from me, O Democracy, to serve you, ma femme! 10

For you! for you, I am trilling these songs,

In the love of comrades,

In the high-towering love of comrades.

 

Walt Whitman poetry

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive W-X, Whitman, Walt


George Sand: Lettre à Alfred de Musset

George Sand

(1804-1876)

 

Lettre envoyée par Aurore Dupin

dite George SAND

à Alfred de MUSSET

Je suis très émue de vous dire que j’ai

bien compris l’autre soir que vous aviez

toujours une envie folle de me faire

danser. Je garde le souvenir de votre

baiser et je voudrais bien que ce soit

là une preuve que je puisse être aimée

par vous. Je suis prête à vous montrer mon

affection toute désintéressée et sans cal-

cul, et si vous voulez me voir aussi

vous dévoiler sans artifice mon âme

toute nue, venez me faire une visite.

Nous causerons en amis, franchement.

Je vous prouverai que je suis la femme

sincère, capable de vous offrir l’affection

la plus profonde comme la plus étroite

amitié, en un mot la meilleure preuve

que vous puissiez rêver, puisque votre

âme est libre. Pensez que la solitude où j’ha-

bite est bien longue, bien dure et souvent

difficile. Ainsi en y songeant j’ai l’âme

grosse. Accourez donc vite et venez me la

faire oublier par l’amour où je veux me

mettre

George Sand (1835)

NB : A vous de découvrir l’érotisme caché.

Relisez-la en sautant les lignes paires

La réponse d’Alfred de Musset

Quand je mets à vos pieds un éternel hommage,

Voulez-vous qu’un instant je change de visage ?

Vous avez capturé les sentiments d’un coeur

Que pour vous adorer forma le créateur.

Je vous chéris, amour, et ma plume en délire

Couche sur le papier ce que je n’ose dire.

Avec soin de mes vers lisez les premiers mots,

Vous saurez quel remède apporter à mes maux.

Alfred de Musset

 

La réponse de George Sand

Cette insigne faveur que votre coeur réclame

Nuit à ma renommée et répugne à mon âme.

 

George Sand poetry & prose

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive S-T, George Sand, Musset, Alfred de


William Shakespeare: Sonnet 145 in een nieuwe vertaling van Cornelis W. Schoneveld

William Shakespeare

 

Sonnet 145  (1)

Those lips that Love’s own hand did make,

Breathed forth the sound that said ‘I hate’

To me that languished for her sake:

But when she saw my woeful state,

 

Straight in her heart did mercy come,

Chiding that tongue that ever sweet,

Was used in giving gentle doom:

And taught it thus anew to greet:

 

‘I hate’ she altered with an end,

That followed it as gentle day,

Doth follow night who like a fiend

From heaven to hell is flown away.

 

‘I hate’ from hate away she threw,

And saved my life saying ‘not you’.

 

Sonnet 145

Die mond, door Liefde zelf bedacht,

Blies een geluid, dat sprak ‘ik haat’

Tot mij, die kwijnend naar haar smacht.

Maar, ziende op mijn  droeve staat,

 

Beving genade prompt haar hart;

Boos op die tong, altijd zo zoet,

Die mild verdoeming was gestart,

Dicteerde z’ hem een nieuwe groet:

 

Ze gaf ‘Ik haat’ een ander slot,

Dat volgt zoals een milde dag

Volgt op een nacht die als anti-god

Uit d’ hemel helwaarts vluchten mag,

 

Haat in ‘ik haat’ verwierp ze gauw,

En spaarde mij met haar ‘niet jou’.

 

Vertaling Cornelis W. Schoneveld (oktober 2012)

[1] Het opmerken waard is, dat dit van Shakespeare’s 154 sonnetten het enige is dat acht letergrepen per regel telt, in plaats van de 10 welhaast voorgeschreven door gehele Engelse sonnet traditie heen.

kempis.nl poetry magazine

More in: Shakespeare


Pleun Andriessen: Hallo Wereld

Hallo Wereld

 

Hallo, kan iemand mij verstaan?

Alle mensen op de wereld,

Luister…

Luister even…

Ook vandaag lees ik

 

Weer voor uit,

Een van mijn gedichten.

Radio,

En televisie

Luister allemaal, vandaag de

Dag lees ik iets voor, wat ik al keren deed.

 

Pleun Andriessen

Pleun Andriessen is kinderstadsdichter van Tilburg

kempis.nl poetry magazine

More in: Andriessen, Pleun, Archive A-B


Vincent Berquez: Bulldog morning

Vincent Berquez© painting:

Bulldog morning (2011)

 

Vincent Berquez Biography

Vincent Berquez is a London–based artist and poet. He has published in Britain, Europe, America and New Zealand. His work is in many anthologies, collections and magazine worldwide. Vincent Berquez was requested to write a Tribute as part of ‘Poems to the American People’ for the Hastings International Poetry Festival for 9/11, read by the mayor of New York at the podium. He has also been commissioned to write a eulogy by the son of Chief Albert Nwanzi Okoluko, the Ogimma Obi of Ogwashi-Uku to commemorate the death of his father. Berquez has been a judge many times, including for Manifold Magazine and had work read as part of Manifold Voices at Waltham Abbey. He has recited many times, including at The Troubadour and the Pitshanger Poets, in London. In 2006 his name was put forward with the Forward Prize for Literature. He recently was awarded a prize with Decanto Magazine. Berquez is now a member of London Voices who meet monthly in London, United Kingdom.

Vincent Berquez has also been collaborating in 07/08 with a Scottish composer and US film maker to produce a song-cycle of seven of his poems for mezzo-soprano and solo piano. These are being recorded at the Royal College of Music under the directorship of the concert pianist, Julian Jacobson. In 2009 he will be contributing 5 poems for the latest edition of A Generation Defining Itself, as well as 3 poems for Eleftheria Lialios’s forthcoming book on wax dolls published in Chicago. He also made poetry films that have been shown at various venues, including a Polish/British festival in London, Jan 07.

As an artist Vincent Berquez has exhibited world wide, winning prizes, such as at the Novum Comum 88’ Competition in Como, Italy. He has worked with an art’s group, called Eins von Hundert, from Cologne, Germany for over 16 years. He has shown his work at the Institute of Art in Chicago, US, as well as many galleries and institutions worldwide. Berquez recently showed his paintings at the Lambs Conduit Festival, took part in a group show called Gazing on Salvation, reciting his poetry for Lent and exhibiting paintings/collages. In October he had a one-man show at Sacred Spaces Gallery with his Christian collages in 2007. In 2008 Vincent Berquez had a solo show of paintings at The Foundlings Museum and in 2011 an exposition with new work in Langham Gallery London.

kempis.nl poetry magazine

More in: Berquez, Vincent, Vincent Berquez


Tilburg zoekt nieuwe Junior-Stadsdichter

JUNIOR-STADSDICHTER

 

Tilburg zoekt nieuwe Junior- Stadsdichter

Wedstrijd

Treed jij in de voetsporen van

Sara Bidaoui en Pleun Andriessen?

 

sara bidaoui

Schrijf je graag gedichten en vind je het ook leuk om ze voor te dragen?

Doe dan mee aan de Junior Stadsdichtwedstrijd!

Hoe doe je mee?

– Je bent niet ouder dan 17 jaar en komt uit Tilburg (of omstreken).

– Je stuurt voor 11 januari 2013 een of meer gedichten in naar wedstrijd@juniorstadsdichter.nl, samen met een ingevuld deelnameformulier.

De inzendingen worden beoordeeld door een vakkundige jury. De winnaar mag als Junior Stadsdichter een jaar lang gedichten schrijven, optreden en publiceren. Bovendien mag je een wens in vervulling laten gaan…

pleun andriessen

JACE van de Ven (dichter en schrijver) heeft nog wat tips voor het schrijven van gedichten

Zelf stadsdichter worden – Jace van de Ven

Nog wat losse tips voor het maken van gedichten:

elk overbodig woord moet eruit;

pas op met abstracties, de beschrijving van een toevallig detail uit de werkelijkheid is mogelijk veelzeggender;

ironie of humor kunnen helpen op hol geslagen gedachten af te remmen;

een enjambement -het doorlopen van een zin van de ene in de volgende versregel- kan het ritme afwisselender maken;

beeldspraak moet treffen, anders liever geen beeldspraak;

keer jezelf niet te bewust binnenstebuiten, door simpele dingen rondom je te beschrijven, laat je waarschijnlijk op een veel interessantere manier in jezelf kijken;

zoek eindeloos naar het woord dat je gedachten het meest exact weergeeft, en… probeer elke keer opnieuw zelfstandig het wiel uit te vinden.

Hoe andere dichters dichten, dat moeten zij weten, jij doet het op jouw manier.

jace van de ven

≡ Website Junior-Stadsdichter

fleursdumal.nl magazine

More in: Andriessen, Pleun, Bidaoui, Sara, Kinderstadsdichters / Children City Poets, Ven, Jace van de


In memoriam Ivo Michiels (8 januari 1923 – 7 oktober 2012)

news z

In memoriam Ivo Michiels

(8 januari 1923 – 7 oktober 2012)

Ivo Michiels werd in 1923 als Henri Ceuppens geboren in Mortsel bij Antwerpen. Na de oorlog ontwikkelde hij zich als romancier en essayist, daarnaast was hij actief als journalist, richtte diverse literaire tijdschriften op en doceerde aan kunst- en toneelacademies. Ook werkte hij mee aan programma’s voor radio en televisie en schreef scenario’s voor speelfilms en documentaires. Hij geldt als één van de grote modernistische, experimentele schrijvers van de twintigste eeuw.

In 1977 kreeg Michiels de Staatsprijs voor Verhalend Proza voor Een tuin tussen hond en wolf, in 1990 de Emiele Bernheim-prijs voor zijn hele oeuvre en in 1993 de driejaarlijkse Prijs van de Vlaamse Gemeenschap. Zijn werk is onder meer vertaald in het Frans, Engels, Duits, Hongaars, Pools, Spaans en Noors.

Michiels voltooide twee grote romancyclussen: het vijfdelige Het boek Alfa (een integrale herdruk verscheen in 2007 met een inleiding door Peter Verhelst) en het tiendelige Journal brut. De laatste reeks is voltooid met de roman De Mirakelen, Elizabeth, De Mirakelen (2001).

In 2011 werkte Ivo Michiels nog aan een reconstructie van Journal Brut. Die verscheen onder de titel Mag ik spreken? Bovendien verscheen er in 2011 ook een op interviews gebaseerde biografie, Meer dan ik mij herinner. Gesprekken met Ivo Michiels, van de hand van Sigrid Bousset.

Op 8 september jl. voltooide hij zijn laatste werk Maya Maya, dat geheel volgens plan op 8 januari 2013 zal verschijnen.

(Bron: De Bezige Bij)

 

Uit: Het boek Alfa

‘Soldaat, soldaat,’ zachter en zachter, uitstervend in het rumoer van de stad. Hij hoorde het wel, alles hoorde hij nu hij voort An-An stapte door de straat (hij hoorde het neerzijgen van de sneeuw. Ze hadden hem bespot en er luidkeels om gelachen toen hij had gezegd dat hij de sneeuw hoorde vallen en hij had gedacht: dit durf ik nooit meer zeggen, zei toch: Als je heel stil bent kan ik het vallen van de sneeuw horen. Ze lachte niet, zei: Als jij heel stil bent hoor ik het ook.

Wat hoor je dan?

De sneeuw, hoe hij naar beneden komt.

Waar lijkt het op wat je hoort?

Het lijkt op dansen.

Hoe kan het geluid van de sneeuw lijken op dansen?

Omdat niemand hem hoort.

Kan niemand het horen wanneer je danst?

Niemand.

Ik ook niet?

Jij wel, denk ik. Als je heel lang en heel aandachtig luistert.

Ja, misschien dans je wel als de sneeuw. Wat doe je nog meer als de sneeuw?

Dromen ook.

Droom je dikwijls?

Soms, wanneer ik niet dans.

Dans je nu?

Nu niet.

Kijk, er vallen miljoenen vlokken, is elke vlok die naar beneden komt een droom?

Als ik droom zijn het miljoenen vlokjes droom die naar beneden komen.

Droom je nu?

Neen, nu niet.

Dansen doe je ook niet?

Dansen ook niet.

Wat doe je dan?

Ik luister naar de sneeuw, hoe hij naar beneden komt.

Wat doe je nog als de sneeuw?

Lachen soms.

Als je lacht is dan elke vlok die naar beneden komt een lach?

Elke vlok.

Lach je nu?

Neen.

Wat doe je nog als de sneeuw?

Zingen ook.

Zing je wanneer niemand het hoort?

Alleen wanneer niemand het hoort.

Ja, dan zing je als de sneeuw. Wat doe je nog als de sneeuw?

Bidden soms.

Wat nog meer?

Zuchten soms.

Wat nog meer?

Huilen soms.

Huil je alleen wanneer niemand het hoort?

Alleen wanneer niemand het hoort.

Dan huil je als de sneeuw.

Wanneer ik huil is elke vlok die naar beneden komt een traan.

Miljoenen tranen?

Miljoenen en miljoenen.

Huil je?

Neen, nu niet.

Misschien is de ene vlok die naar beneden komt een traan en de andere vlok een zucht en de andere vlok een gebed en de andere vlok een lach en de andere vlok een droom en de andere vlok nog iets anders. Of opnieuw een traan.

Wanneer ik alleen maar luister en niet dans en niet zucht en niet lach en niet droom en niet bid en niet huil, dan is de ene vlok die naar beneden komt een traan en de andere vlok een zucht en de andere vlok een gebed en de andere vlok een lach en de andere vlok een droom en de andere vlok nog iets anders.

Dan hoor je de sneeuw net als ik.

We horen wat niemand hoort.

Als we heel stil blijven en ons niet bewegen. Of ons bewegen als de sneeuw.

Hoe kunnen we ons bewegen als de sneeuw?

Vallen terwijl toch niemand het hoort.

Of dansen.

Dansen ook.

Hoelang sneeuwt het nog?

Niet lang meer, tot we groot zijn.

Ga je me nu een kus geven?

Ik geef je een kus.

Als de sneeuw.

Stil nu.

Ja.

Je huilt.

Ik huil niet.

Dans je?

Dansen ook niet.

Bid je?

Bidden ook niet.

Zucht je?

Zuchten ook niet.

Lach je?

Lachen ook niet.

Droom je?

Dromen ook niet.

Luister je?

Hoor je niet aan de sneeuw hoe ik luister? Hoor je ‘t niet?): het getrappel van de paarden met de gendarmes, het schreeuwen van de manschappen aan het geschut ginds op het dak van de bioscoop, het gekrijs van de papegaai in de achtergelaten kooi twee hoog op een vensterbank, de emmer die kletterend van een handkar viel, de Rode-Kruiswagen die zich gillend een weg boorde door de opstopping, hij hoorde het allemaal wel, dwars door het An-An van de laarzen binnen de muren achter zijn rug, An-An An-An, net als hij. Nu liep er een oud vrouwtje aan zijn zijde. Ze slofte op haar pantoffels dapper naast hem voort en ze mompelde voortdurend onverstaanbare woorden, ze knikte maar met haar dikke oude hoofd terwijl ze sprak en af en toe schudde ze heftig neen tot zichzelf, tot ze al meteen begon te zingen, een zacht zeurend zingen dat sloffend naast hem voortbewoog, hem meetroonde door de straten, tussen het tollen en rennen van de stad door, tussen het huilen en roepen en het toeteren door, tussen de huizen en de verse puinhopen door, en dan was ze plots niet meer naast hem. Ze stond aan het kruispunt van de laan en scheen te aarzelen of ze nu rechts zou of links of gewoon rechtdoor, minutenlang hield ze zich zo, roerloos en zingend, terwijl onophoudend de stroom van mensen en voertuigen aan haar voorbijtrok, aan het zacht zeurend zingen dat dieper en dieper in hem binnendrong en bijna het stampen overstemde van de laarzen over het plein.

Bron: Ivo Michiels, Het boek alfa. In: Ivo Michiels, Het afscheid, Het boek alfa, Orchis Militaris. De bezige bij, Amsterdam 2003 (fragment)

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive M-N, In Memoriam


Edward Thomas: Like the Touch of Rain

Edward Thomas

(1878–1917)

Like the Touch of Rain

 

Like the touch of rain she was

On a man’s flesh and hair and eyes

When the joy of walking thus

Has taken him by surprise:

 

With the love of the storm he burns,

He sings, he laughs, well I know how,

But forgets when he returns

As I shall not forget her ‘Go now’.

 

Those two words shut a door

Between me and the blessed rain

That was never shut before

And will not open again.

 

Edward Thomas poetry

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive S-T, Thomas, Edward


Norbert de Vries: Kemp natuurlijk (V)

Norbert de Vries

Kemp natuurlijk (V)

In zijn jeugd maakte Kemp kennis met de Kleengedichtjes’ van Guido Gezelle.

Na wat omzwervingen, trad Pierre Kemp in 1916 als administratief employé in dienst bij de mijn Laura in Eygelshoven (officieel: Société des Carbonnages Réunis Laura et Vereeniging).

Hij zal daar tot zijn pensioen, op 31 december 1944, blijven werken, waarbij hij opklimt tot chef van het loonbureau.

De dagelijkse treinreis bood Kemp gelegenheid tot het schrijven van korte gedichtjes, de kleengedichtjes van Kemp zogezegd.

‘k worde van langs te meer

verliefd op kleene kerns van Poëzie

 

De dichter zegt hierover: “Ik reed 28 jaar lang elke dag zestig kilometer (dertig op en dertig af) naar de mijn; ik reed tweede klasse, zat zeer veel niet-roken alleen (er waren toen nog vaak van die leuke coupé’s om knus te zitten). In die opreis vooral ’s morgens vroeg dus, al vroeg, schreef ik zeer veel kleine gedichten. Ik reisde in een echte boemel, die om de vijf minuten stopte, maar in die vijf minuten moest ook zo’n gedichtje gereed zijn. Tussen twee halten werd nog wat gepolijst en in het laatste gedeelte werd gezorgd voor de finishing touch.”

De gedichtjes werden gebundeld in Stabielen en passanten (1934), Fugitieven en constanten (1938), en Transitieven en immobielen (1940).

Deze bundels vestigden zijn literaire roem.

 

Norbert de Vries: Kemp natuurlijk (V)

Mijmeringen over Pierre Kemp uit mijn Maastrichtse tijd

fleursdumal.nl magazine

More in: Kemp, Pierre, Norbert de Vries


Niels Landstra: De gaard van mijn erfenis

 

De gaard van mijn erfenis

 

Dravend op een ros in stof en zon doemt

zij op over een pad dat om mijn wijngaard

kronkelt. De fruitbomen strooien haar bloesems

van zomersneeuw toe. Ze tuurt naar een vis-

 

adelaar die aanvliegend in een zonnegloed

bij een steiger in het water plompt. Bedaard

daalt ze van haar ruin, begeleid door requiems

die op de ramen van mijn huis trillen; zij is

 

mijn substituut voor jou. Zij bewaart een zweem

van mijn minnekunst in de vezels van haar huid,

polijst het beeldhouwwerk van verstild gepieker

op mijn voorhoofd met haar prille strelen, mits

 

ze jou door mij vergeten acht. Ook houdt ze alleen

van paarden en requiems, hoewel ze mij luid

haar lijf verkondigt, terwijl ik haar kan bieden

wat ook zij vermocht: de gaard van mijn erfenis.

 

Niels Landstra

 

Gedicht uit de bundel: Waterval, Uitgeverij Oorsprong , september 2012

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive K-L, Landstra, Niels


William Shakespeare: Sonnet 145

William Shakespeare

(1564-1616)

THE SONNETS

 

Sonnet 145

Those lips that Love’s own hand did make,

Breathed forth the sound that said ‘I hate’,

To me that languished for her sake:

But when she saw my woeful state,

Straight in her heart did mercy come,

Chiding that tongue that ever sweet,

Was used in giving gentle doom:

And taught it thus anew to greet:

‘I hate’ she altered with an end,

That followed it as gentle day,

Doth follow night who like a fiend

From heaven to hell is flown away.

‘I hate’, from hate away she threw,

And saved my life saying ‘not you’.

 

kempis.nl poetry magazine

More in: -Shakespeare Sonnets


Older Entries »« Newer Entries

Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature