Or see the index
Selfie
van Gerrit Achterberg
Hoe zal nu in het huis de stilte zijn?
Val ik tezamen met uw lijn?
Mijn ledematen worden van ivoor.
Ik ben bij u gekomen, binnendoor.
Nooit was ik zo geheel en zo bijeen
terechtgekomen, ogen wijd uiteen.
Ontschorste bomen liggen aan de kant.
God heeft een buiten- en een binnenkant.
Bert Bevers
Hoe zal nu in het huis de stilte zijn? is een sample uit Distantie
Val ik tezamen met uw lijn? is een sample uit 13
Mijn ledematen worden van ivoor. is een sample uit Smaragd
Ik ben bij u gekomen, binnendoor. is een sample uit Oculair
Nooit was ik zo geheel en zo bijeen. is een sample uit Tracé
Terechtgekomen, ogen wijd uiteen is een sample uit Lucifer
Ontschorste bomen liggen aan de kant is een bijna-sample uit Station
God heeft een buiten- en een binnenkant. is een sample uit Reflexie
(verschenen in de bloemlezing Je tikt er tegen en het zingt – Gedichten over Gerrit Achterberg Samenstelling Hannie Rouweler en Gerhard Te Winkel, voorwoord Nicole Van Overstraeten. Demer Uitgeverij, Leusden, oktober 2015)
fleursdumal.nl magazine
More in: Achterberg, Gerrit, Archive A-B, Bevers, Bert
Zelfs opoe Ramesz leek ervan te schrikken en greep met beide handen naar haar oren. De bakker laadde het overgebleven brood uit de wagen en joeg het paard naar de wei. Voor hem zat de dagtaak erop. Ook de slager sloot de deur van zijn winkel en droeg het vlees uit de toonbank naar de kelder.
Daarna deed hij de stal op slot, waarin hij de biggen had ondergebracht die de volgende dag de varkenshemel in zouden gaan. Hij haalde een fles bier uit de keuken en ging op de stoep voor zijn winkel zitten uitblazen, zijn schort nog voor, zijn kleding onder de bloedvlekken. Alleen opoe Ramesz bracht nog wat leven op het plein door zo nu en dan op haar stoofje te stampen. Ze bracht meer vrolijke geluiden voort dan anders. Ze leek plotseling veel plezier in het leven te hebben. Meer dan de vier kaarters die nu te dronken waren om nog te kunnen spelen en die versuft in hun stoelen hingen en op hun kleren kwijlden. De oude mannen wisten van de wereld geen kwaad meer. Voelden zich nauwelijks nog aanwezig op het plein. En hadden er helemaal geen idee van dat dicht bij hen een kind op sterven lag. De jongen was wakker geworden door het rammelen van de bakkerskar. Hij huilde. De kraaien, die hier en daar een praatje stonden te maken, keerden terug naar het bed. Ze zagen dat hij rochelde en bloed spuwde. De witte sprei zat onder de rode vlekken. Dat wekte de ergernis van de vrouwen op. De jongen bezorgde hun veel hoofdbrekens. Hij hoorde er netjes bij te liggen, al lag hij dan op sterven. Ook het oog wilde wat. En daarom verschoonden ze voor de zoveelste keer zijn lakens. In Solde hoorde men proper te sterven, zelfs zo’n bengel van een jongen.
De boeren kwamen thuis van het land. Ze reden hun karren de schuren in en stapelden de zakken aardappels op. Anderen dreven hun koeien naar de pomp. Traag sjokten de dieren naar de drinkgoot, moe en lusteloos alsof ze het leven ook maar moesten uitdienen. Net of ze er weet van hadden dat ze ooit, in moten verdeeld, in de winkel van slager Azurri zouden eindigen. Zelfs het koele water bleek niet bij machte de duistere voorgevoelens uit hun koppen te verdrijven. Ze hieven hun staart op, plaatsten hun achterpoten uit elkaar en zeikten terwijl ze hun pensen vol zopen. Daarna liepen ze uit zichzelf naar de stallen, waar ze werden gemolken en aan kettingen werden gelegd. Plotseling zag Kaffa dat een van de koeien vreemd met haar kop draaide, door de benen zakte en met het schuim op de bek op de grond viel. Kaffa liet zijn mes vallen, rende naar de koe en knielde erbij neer. De tong hing uit de bek. De ogen draaiden. Ook de slager zag dat de koe het te kwaad had. Wat mankeerde dat beest? Mond-en-klauwzeer? Miltvuur? Azurri zag het met welgevallen. De koe was reddeloos verloren, ook al zou de boer al het mogelijke doen om het dier op te lappen. Een koe die erbij ging liggen, had zich al overgegeven aan de dood. Met een kennersblik schatte de slager dat het beest nog enkele dagen te leven had. Wellicht zou hij het al eerder onder het mes krijgen. Voor een koopje. Als boeren hem vee aanboden dat spoedig dood zou gaan, kon hij best een stuk onder de prijs betalen. Ze konden er toch nergens anders mee heen. Met een ziek dier was niet te leuren. De boer, die blijkbaar nog niet wilde weten dat de koe verloren was, knuppelde het dier genadeloos overeind en sloeg het de stal in. Na hun werk wasten de mannen zich bij de pompbak. Ze waren moe. Het koele water friste hen op. Ze praatten opgewekt. Dagelijkse praat over de oogst, de beesten, de prijs van de melk, en vooral de droogte die het maar niet liet afweten. Ze letten niet op het zieke kind dat hun luidruchtige taal goed kon horen maar niet meer de betekenis ervan begreep. Niemand kon het die boeren kwalijk nemen dat ze weinig interesse voor de jongen toonden. Tenslotte lag hij al weken zo. En wie zei dat hij doodging?
Ton van Reen: Landverbeuren (57)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine
More in: - Landverbeuren, Reen, Ton van
Regieaanwijzingen
Bij de extra’s van The Return van Andrjej Zvjagintsev
(de ondertiteling daarvan)
I
Een stukje van de grond,
en dan doen we dezelfde zon.
Vertel me, wat versta je onder nacht?
Wel, wat versta je onder nacht?
Naar mijn mening dit: als de zon ondergaat.
Dat is niet conventioneel.
II
Het licht van het vuur kan niet op hem schijnen.
Ik kan je niet verstaan.
Misschien is de andere kant beter?
Zie je dat?
Ik zie het!
Niet ademen.
Ga asjeblieft naar de boot.
We gaan bewegen.
III
Misschien is dit niet genoeg.
Doe het zo. Zo is het genoeg.
Het water is trouwens warm.
Iedereen op zijn plaats.
Niet omkijken!
Wees voorzichtig, maar niet waterschuw.
(later)
Dat was het jongens. Kom maar terug.
Bert Bevers
(Eerder verschenen op Versindaba, Stellenbosch, januari 2015)
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Begin 2016 organiseert het Nederlands Letterenfonds in samenwerking met Stichting Schrijvers School Samenleving (SSS) voor de derde keer op rij de actie ‘Boek een dichter’. Inzet is om gedurende de hele maand januari en de Poëzieweek zo veel mogelijk dichters te laten optreden. Boekhandels, bibliotheken en scholen kunnen – via SSS – dichters boeken tegen een extra aantrekkelijk Poëzieweektarief.
De actie ‘Boek een dichter’ wordt ondersteund door een brochure voor de boekhandel en bibliotheek die in samenwerking met de CPNB en het Vlaams Fonds voor de Letteren is samengesteld. Hierin worden tien recente Nederlandse en Vlaams dichtbundels uitgelicht, waaronder werk van Charlotte Van Den Broeck, Ellen Deckwitz en Ingmar Heytze. Douwe Draaisma leidt de brochure in met een beschouwing over het thema van de Poëzieweek: herinneringen.
Geïnteresseerde boekhandels, bibliotheken en scholen uit Nederland kunnen contact opnemen met SSS, per mail: info@sss.nl of telefonisch op 020 623 49 23.
Vlaamse boekhandels kunnen contact opnemen met het Vlaams Fonds voor de Letteren.
De Poëzieweek 2016 loopt van 28 januari tot en met 3 februari. Stefan Hertmans schrijft het Poëziegeschenk. Dit krijgt u van de boekhandel cadeau bij aankoop van een gedichtenbundel ter waarde van tenminste € 12,50. Meer informatie over de Poëzieweek is te vinden op poezieweek.com.
In de afgelopen jaren nam door de actie ‘Boek een dichter’ het aantal optredens van dichters toe. De eerste editie van ‘Boek een dichter’ zorgde voor een toename van 15% van het aantal poëzievoordrachten; in totaal werden 74 optredens geboekt. Bij de tweede editie, begin 2015 was er een toename van 30%: in totaal vonden 96 optredens plaats op podia in de Nederlandse bibliotheken, boekwinkels en scholen.
Boek een dichter – Tijdens de Poëzieweek én de hele maand januari 2016
Over het Nederlands Letterenfonds:
Het Nederlands Letterenfonds stimuleert, door middel van beurzen en subsidies aan schrijvers, vertalers, uitgevers en festivals, de kwaliteit en diversiteit in de literatuur en draagt bij aan de verspreiding en promotie van de Nederlands- en Friestalige literatuur in binnen- en buitenland.
# meer informatie op website www.letterenfonds.nl
Over SSS:
Schrijvers School Samenleving bemiddelt bij het organiseren van lezingen door schrijvers. Ook geven wij advies bij de keuze van de schrijver, de inhoud en organisatie van het programma. SSS beoogt een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de leescultuur.
# meer informatie op website www.sss.nl
fleursdumal.nl digital magazine
More in: Art & Literature News, MODERN POETRY, POETRY ARCHIVE, Poëzieweek, The talk of the town
Overvloed
In de naslaap waad ik langzaam water
in. Dat doe ik nooit. Als ik me druipend
afvraag wat ik hier te doen sta verrijs jij.
Met het jonge slanke lichaam dat ik ken
van oude foto’s, gekartelrand en al, maar
met het hoofd dat ik zo zachtjes streelde
toen je bijna aan je laatste adem. Weet je
nog? Je glimlacht. “Wat krijgen we nou?
Jij gaf toch helemaal niets om zwemmen,
jongen?” zeg je. En je drukt me nat tegen
je borst die zo op de mijne lijkt. “Dag pa,”
zeg ik. “Dag papa. Waar ben je al die tijd?”
Bert Bevers
Abundancia
Adormilado lentamente cruzo por el agua.
Una experiencia nueva. Cuando empapado me pregunto
qué hago yo aquí tú resucitas.
Con este cuerpo joven y delgado que conozco
de antiguas fotos enmarcadas, con
la cabeza que suavemente te acaricié
cuando casi no podías respirar más. ¿Te acuerdas?
Te sonríes. “¿Qué occurre?
No te gustaba nada, ¿verdad
hijo mío?” me dices. Y me aprietas mojado
contra tu pecho que se parece al mío. “Hola padre,”
yo digo. “Hola papa. ¿Dónde estuviste todo este tiempo?”
Gedicht Bert Bevers
Vertaald naar het Spaans door Frank Decerf
fleursdumal.nl digital magazine
More in: Archive A-B, Overvloed, TRANSLATION ARCHIVE
John Reinhart: An arsonist by trade, eccentric by avocation, John Reinhart lives in Colorado with his wife and children, and beasts aplenty, including a dog, cat, duck, goats, chickens, and probably mice. His poetry has recently been published in Interfictions, Star*Line, Moon Pigeon Press, and Charles Christian’s Grievous Angel. More of his work is available at http://home.hampshire.edu/~jcr00/reinhart.html
John Reinhart: inspection
johnreinhart@hotmail.com
Arsonist, Versifier
digital magazine fleursdumal.nl
More in: Archive Q-R, John Reinhart, Reinhart, John
Overvloed
In de naslaap waad ik langzaam water
in. Dat doe ik nooit. Als ik me druipend
afvraag wat ik hier te doen sta verrijs jij.
Met het jonge slanke lichaam dat ik ken
van oude foto’s, gekartelrand en al, maar
met het hoofd dat ik zo zachtjes streelde
toen je bijna aan je laatste adem. Weet je
nog? Je glimlacht. “Wat krijgen we nou?
Jij gaf toch helemaal niets om zwemmen,
jongen?” zeg je. En je drukt me nat tegen
je borst die zo op de mijne lijkt. “Dag pa,”
zeg ik. “Dag papa. Waar ben je al die tijd?”
Bert Bevers
Revărsare
Ȋn somnul de apoi, înaintam cu greu prin
apă. Nu mi se întâmplă niciodată. Eram șiroare tot
și mă ȋntrebam ce caut. Atunci ai ȋnviat.
Cu trupul zvelt și tânăr, pe care-l știu
din vechile poze de album, cu zimți –
dar totuși te mângâiam ușor pe cap,
ca și cum ai fi fost pe patul de moarte.
Ȋţi amintești? Zȃmbeai. „Ce avem noi aici?
Dar ție nu ȋţi pasă deloc de ȋnot,
măi băiete?“ Așa ziceai. Și m-ai strȃns la piept,
numai șiroaie, ca și mine. „Bun găsit, tati!“
„Bun găsit, tăticule! Unde ai fost ȋn tot acest timp?“
Gedicht Bert Bevers
Vertaald naar het Roemeens Alexandra Raluca Ciobanu Universitatea din București
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Overvloed, TRANSLATION ARCHIVE
Overvloed
In de naslaap waad ik langzaam water
in. Dat doe ik nooit. Als ik me druipend
afvraag wat ik hier te doen sta verrijs jij.
Met het jonge slanke lichaam dat ik ken
van oude foto’s, gekartelrand en al, maar
met het hoofd dat ik zo zachtjes streelde
toen je bijna aan je laatste adem. Weet je
nog? Je glimlacht. “Wat krijgen we nou?
Jij gaf toch helemaal niets om zwemmen,
jongen?” zeg je. En je drukt me nat tegen
je borst die zo op de mijne lijkt. “Dag pa,”
zeg ik. “Dag papa. Waar ben je al die tijd?”
Bert Bevers
Abbondanza
Nel doposogno guado l’acqua lento.
Quello non lo faccio mai. Quando grondante
mi chiedo cosa sto faccendo qui, risorgi tu.
Con quel giovane corpo snello che conosco
da vecchie foto, del tutto orlate da dentelli, ma
con la testa che accarezzavo dolcemente
quando quasi al tuo ultimo respiro. Lo sai
ancora? Sorridi. “Ma cosa ti prende?
Al nuoto non ci tenevi affatto tu,
ragazzo?” dici. E mi stringi bagnato al
tuo petto che tanto assomiglia il mio. “Ciao papa,”
dico. “Ciao papa. Dove sei tutto questo tempo?”
Gedicht Bert Bevers
Vertaald naar het Italiaans door Walter Simons
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Overvloed, TRANSLATION ARCHIVE
John Reinhart: An arsonist by trade, eccentric by avocation, John Reinhart lives in Colorado with his wife and children, and beasts aplenty, including a dog, cat, duck, goats, chickens, and probably mice. His poetry has recently been published in Interfictions, Star*Line, Moon Pigeon Press, and Charles Christian’s Grievous Angel. More of his work is available at http://home.hampshire.edu/~jcr00/reinhart.html
John Reinhart: inFinite
johnreinhart@hotmail.com
Arsonist, Versifier
digital magazine fleursdumal.nl
More in: *Concrete + Visual Poetry P-T, Archive Q-R, John Reinhart, Reinhart, John
Overvloed
In de naslaap waad ik langzaam water
in. Dat doe ik nooit. Als ik me druipend
afvraag wat ik hier te doen sta verrijs jij.
Met het jonge slanke lichaam dat ik ken
van oude foto’s, gekartelrand en al, maar
met het hoofd dat ik zo zachtjes streelde
toen je bijna aan je laatste adem. Weet je
nog? Je glimlacht. “Wat krijgen we nou?
Jij gaf toch helemaal niets om zwemmen,
jongen?” zeg je. En je drukt me nat tegen
je borst die zo op de mijne lijkt. “Dag pa,”
zeg ik. “Dag papa. Waar ben je al die tijd?”
Bert Bevers
Berlimpahan
Ketika saya hampir bangun tidur, perlahan saya menyeberang
dalam air. Tidak biasanya saya lakukan itu. Jika saya, basah,
bertanya pada diri sendiri apa yang saya lakukan disini,
kamu bangkit, dengan tubuh yang muda dan kurus
yang saya kenal dari photo bergerigi, namun
dengan wajah tua yang saya belai begitu lembut
tatkala kamu dalam nafas yang terakhir. Masihkah
kamu ingat? Kamu tersenyum. “Apa itu?
Kamu toh sama sekali tidak suka berenang,
bocah?” katamu. Dan mendekapku kamu dalam dadamu
yang basah dan sama persis seperti dadaku. “Salam pak,”
kataku. “Salam ayah. Dimana kamu selama ini?”
Gedicht Bert Bevers
Vertaald naar het Indonesisch door Siti Wahyuningsih & Albert Hagenaars
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Overvloed, TRANSLATION ARCHIVE
Op 17 en 18 oktober gaat Cantalibre een nieuwe uitdaging aan. Ze gaan de Madrigalen van Maarten van den Elzen vertolken van de Nederlandse componist Andries Clement. In deze voorstelling combineren ze de zangkunst met gedichten van de bekende Udense dichter Maarten van den Elzen. Hij zal werken uit zijn laatste dichtbundel voordragen. Het wordt een beleving waarin muziek en gedichten elkaar versterken.
In de Madrigalen van Maarten zingt Cantalibre 10 gedichten die op muziek gezet zijn door Andries Clement. Voor de kenners de hedendaagse componist die voornamelijk voor á capella koren componeert. Clement begon na zijn carriére als directeur van het Tilburgse conservatorium met het componeren. Zijn composities zijn voor de zangstem gemaakt. De presentatie van de madrigalen is door dirigent Esther Barten op een creatieve manier ingevuld.
Na afloop kunnen de gasten met een glaasje in de hand nog gezellig napraten met elkaar. De expositie van de Udense kunstenares Genoveef Lukassen, draagt daaraan bij.
Canta Libre vertolkt de Madrigalen van Maarten van den Elzen
Er zijn drie voorstellingen:
De premiére vindt plaats op 17 oktober 2015 om 17:00 uur op de Noordkade in Veghel.
Zondag op 18 oktober om 14:00 uur en om 16:30 op in de Kruisherenkapel in Uden.
# Meer informatie op website Cantalibre
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive E-F, Art & Literature News, Elzen, Maarten van den, MUSIC, THEATRE
Verplaatsen en serieus genomen worden
Productiehuis prod.nu is een nieuw programma begonnen: Speeches. In dit programma houden zes mensen een speech van zes minuten. Elke maand is er een ander thema en de kern van de avonden is: ‘Over het genot van het spreken in eenrichtingsverkeer.’ 12 september vond de eerste editie plaats met als thema: de reis. Vanaf nu zal het programma iedere eerste vrijdag van de maand plaatsvinden in Theater de Nieuwe Vorst te Tilburg. Bedoeling is dat het programma ook gaat reizen door het land, en ik ben een van hun vaste schrijvers.
Dit is de toespraak die ik die avond heb gehouden:
Op mijn vierde emigreerde ik met mijn ouders naar Australië. We zouden regelmatig terugkomen in Nederland en we zouden uiteindelijk op mijn dertiende weer permanent in Nederland gaan wonen, dus in feite was het eerder een hele luxe verhuizing naar een tweede huis.
Van het eerste jaar kleuterklas, op een Montessorischool vol VPRO-kinderen, in Amsterdam ging ik naar het Britse klassikaal onderwijs in Adelaide inclusief schooluniform en juffen die stokken vasthielden en de letters op het bord mijn hoofd in timmerden. Ik sprak nog geen Engels maar ik vond het er geweldig, en binnen een paar maanden tijd was mijn Engels net zo goed als mijn Nederlands.
Australië is een enorme smeltkroes, en ook op de school zaten heel veel kinderen met verschillende nationaliteiten. Er waren Italianen, Grieken, Chinezen, Indonesiërs, Turken, er was een meisje uit Fiji, er zaten Aboriginalkinderen op de school en ook kinderen die waren gevlucht uit Iran en andere Midden-Oosterse landen. Veel kinderen kwamen uit moeilijke omstandigheden, ik niet, maar ik was dan ook geen vluchteling. Ik was het Nederlandse meisje en ik kreeg vaak de vraag: Do you live in a windmill? Of: Why aren’t you wearing cloggs?
Als we zo af en toe terug waren in Nederland dan ging ik hier weer naar school.
Ik had in beide landen vriendjes en vriendinnetjes maar in Nederland werd ik heel erg gepest. In eerste instantie werd ik gepest omdat ik zo klein was (ben), maar het kwam voornamelijk door mijn opdonderigheid; ik hapte altijd.
Ik werd elke dag wel uitgescholden voor lelijke trol, klein kutkind of stomme dwerg. Toen ik later bij mijn grootste pester in de middelbare schoolklas belandde werd het alleen maar erger. Hij had gehoord dat ik een vriendje had en vroeg meteen: ‘is hij blind ofzo?’
Kijk, ik deed er ook weinig aan om het pesten te stoppen. Aan docenten had ik bijna niets, die zagen het niet of pakten het onhandig aan, door bijvoorbeeld tegen de pester te zeggen dat ik huilend aan was komen zetten.. natuurlijk het laatste wat je moet doen. Ik had altijd een weerwoord klaar, kwam voor mijzelf op en vertikte het om niet serieus genomen te worden.
Hierdoor bezit ik denk ik nog altijd de onverwoestbare drang om serieus genomen te worden en op te komen voor diegene die niet serieus genomen wordt. Ook heb ik een, wellicht overgevoelige, radar voor situaties waarin mensen onterecht in een slachtofferrol worden geplaatst; met goede bedoelingen een ander mens totaal niet serieus nemen.
Vanochtend zag ik een foto op Facebook verschijnen van een spandoek met daarop geschreven: ‘Treating refugees as the problem IS the problem.’
Daarna las ik met een schuin oog een tirade van een man die zich verwonderde over de hoeveelheid smartphones en selfiesticks van de bootvluchtelingen. Daarna las ik de handleiding van gastgezinvoorvluchteling.nl.
Een greep uit die handleiding:
1. U wordt gekoppeld aan een vluchteling uit de Americahal, uw vriend is nog maar kort in Nederland.
2. U kunt de wifi-code geven aan uw vriend, zodat hij ook toegang heeft tot het internet.
3. Uit respect voor mensen met een moslimachtergrond en voor de duidelijkheid is het beste om iets met kip en (Basmati) rijst te maken. Grote kans dat uw vriend dit lekker vindt.
Toen begonnen mijn billen een beetje te jeuken van ongemak.
Vluchtelingen zijn geen zielige hulpeloze peuters die de oversteek vanuit 1789 naar 2015 hebben gemaakt. Natuurlijk hebben ze smartphones! Zijn ze daardoor niet vluchtelingerig genoeg voor de social media?
Het zijn op dit moment over het algemeen redelijk opgeleide jonge volwassen mannen die ook opgegroeid zijn met internet, heel precies weten waar ze naartoe willen, hoopvol zijn gemaakt met iets te mooie verhalen over Noord-Europa en, afhankelijk van waar ze vandaan komen, veilig willen zijn of een beter leven wensen.
Dit zijn geen zielige naïeve poppetjes. Dit zijn artsen, geneeskundestudenten, advocaten, vaders, loodgieters, ingenieurs en schrijvers die het risico dat ze doodgaan tijdens de overtocht op de koop toe nemen. Ze zijn enorm zelfstandig en moedig!
Zitten er mensen tussen die helemaal geen onveilig land ontvluchten maar gewoonweg een beter leven willen en geld willen sturen naar hun achtergebleven familie? Vast wel. Is dat zo erg om te zeggen? Waarom? Het zijn mensen. Doodgewone mensen zoals jij en ik, aardige en onaardige mensen. Hetgeen waar de vluchtelingen om vluchten is hun vrijheid; hun menselijkheid. Behandel hen dan ook menselijk. Menselijk betekent niet als jonge hongerige puppy’s, maar als volwaardige, autonome en weldenkende mensen. Als je hen die vrijheid ontneemt dan neem je hen niet serieus en dat is, mijns inziens, het ergste wat je kan doen.
In Australië was iedereen vreemd maar iedereen was Australiër, ook ik. Eerst dacht ik dat het aan mijn kansrijke achtergrond lag, dat ik daarom zo vroeg al goed Engels sprak, of dat het aan mijn vrije opvoeding lag waardoor ik als Joods meisje toch gewoon meedeed aan de kerstviering in het traditionele Australië. Maar nee, het lag niet aan mij. De echte immigrantenkinderen en de kinderen van vluchtelingen deden precies hetzelfde, ongeacht afkomst.
Ze spraken allemaal goed Engels, ook de ouders, en geen enkel moslimvriendinnetje droeg een hoofddoek.
Iedereen werd daar toen serieus genomen, maar er werd ook iets verwacht: aanpassingsvermogen en autonomie. De situatie in Australië is nu wel wat veranderd, hun immigratieregeling is streng geworden. Toch is de samenleving daar een goed voorbeeld. Als het daar kan, kan het hier dan ook?
Wellicht als we mensen blijven zien als mensen, dat betekent dus zonder onnodige veroordeling maar ook zonder luizenmoederig medelijden.
Esther Porcelijn
# Meer op de website van Esther Porcelijn
fleursdumal.nl magazine
More in: MONTAIGNE, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther, The talk of the town
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature