Or see the index
Johann Wolfgang von Goethe
(1749-1832)
Natur und Kunst
Natur und Kunst, sie scheinen sich zu fliehen,
Und haben sich, eh’ man es denkt, gefunden;
Der Widerwille ist auch mir verschwunden,
Und beide scheinen gleich mich anzuziehen.
Es gilt wohl nur ein redliches Bemühen!
Und wenn wir erst in abgemeßnen Stunden;
Mit Geist und Fleiß uns an die Kunst gebunden,
Mag frei Natur im Herzen wieder glühen.
So ist’s mit aller Bildung auch beschaffen:
Vergebens werden ungebundne Geister
Nach der Vollendung reiner Höhe streben.
Wer Großes will, muß sich zusammenraffen:
In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister,
Und das Gesetz nur kann uns Freiheit geben.
Hans Hermans photos – Natuurdagboek 12-11
Gedicht Johann Wolfgang von Goethe
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive G-H, Goethe, Johann Wolfgang von, Hans Hermans Photos
William Shakespeare
(1564-1616)
THE SONNETS
114
Or whether doth my mind being crowned with you
Drink up the monarch’s plague this flattery?
Or whether shall I say mine eye saith true,
And that your love taught it this alchemy?
To make of monsters, and things indigest,
Such cherubins as your sweet self resemble,
Creating every bad a perfect best
As fast as objects to his beams assemble:
O ’tis the first, ’tis flattery in my seeing,
And my great mind most kingly drinks it up,
Mine eye well knows what with his gust is ‘greeing,
And to his palate doth prepare the cup.
If it be poisoned, ’tis the lesser sin,
That mine eye loves it and doth first begin.
kempis.nl poetry magazine
More in: -Shakespeare Sonnets
John Milton
On Time
Fly envious Time, till thou run out thy race,
Call on the lazy leaden-stepping hours,
Whose speed is but the heavy plummets pace;
And glut thy self with what thy womb devours,
Which is no more than what is false and vain,
And merely mortal dross,
So little is our loss,
So little is thy gain;
For when as each thing bad thou hast entombed,
And last of all, thy greedy self consumed,
Then long Eternity shall greet our bliss
With an individual kiss,
And Joy shall overtake us as a flood;
When every thing that is sincerely good
And perfectly divine
With Truth, and Peace, and Love shall ever shine
About the supreme throne
Of him, to whose happy-making sight alone,
When once our heavenly-guided soul shall climb,
Then, all this earthy grossness quit,
Attired with stars we shall for ever sit,
Triumphing over Death, and Chance, and thee O Time.
John Milton
Op de Tijd
Vlieg Tijd, jaloers, tot waar je landing ligt,
Spoor loden uren en hun luie stappen aan
Met slechts de valkracht van hun zwaar gewicht;
Zwelg, en verslind wat door je buik kan gaan,
Al is ’t niet meer dan valsheid zonder zin,
Verderfelijk slechts en vies:
Zo klein is ons verlies,
Zo klein is jouw gewin;
Want als jij al het kwade hebt verdelgd,
En dan tot slot je gulzige zelf verzwelgt,
Dan zegent ons de eeuwigdurendheid
Met ’n kus elk toebereid,
En overspoelt ons vreugde als een vloed;
Als alles wat waarachtig is en goed
En opperst goddelijk
Steeds straalt in waarheid, vredig, liefderijk
Rondom de hoogste troon
Van Hem, wiens zaligmakende betoon
Eens onze ziel ten hemel begeleidt,
Dan zetelen wij, alle aardse grofheid kwijt,
Getooid met sterren in de eeuwigheid,
Met zeges op de Dood, het Lot en jou, O Tijd.
Vertaling; Cornelis W. Schoneveld (2012)
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive M-N, Milton, John, More translations
Poolse dichteres Wislawa Szymborska overleden
2 feb 2012
Gisteren is de Poolse dichteres Wislawa Szymborska op 88-jarige leeftijd overleden. Szymborska won in 1996 de Nobelprijs voor de Literatuur. De juryleden van de Nobelprijs noemden de dichteres de ‘Mozart van de poëzie’.
Volgens haar woordvoerder is de dichteres ‘vredig, in haar slaap, overleden’. Ze woonde in de Zuid-Poolse stad Krakau.
Szymborska, geboren in 1923 in Kornik bij Poznan, studeerde letterkunde en sociologie in Krakau. Haar eerste gedichten publiceerde ze in 1945. De gedichten van Szymborska zijn zowel politiek als speels en geven blijk van een groot gevoel voor humor.
Wislawa Szymborska heeft een klein (niet meer dan 350 gedichten) maar geniaal oeuvre nagelaten.
Een titel hoeft niet
Hier zit ik dan onder een boom
aan de oever van een rivier,
op een zonnige morgen.
Een nietige gebeurtenis
die niet de geschiedenis ingaat.
Het zijn geen veldslagen en pacten
waarvan de motieven worden onderzocht,
of gedenkwaardige tirannenmoorden.
Toch zit ik aan de rivier, dat is een feit.
En nu ik hier ben,
moet ik ergens vandaan zijn gekomen
en daarvoor
op nog vele andere plaatsen zijn geweest,
net zoals veroveraars van landen
voor ze aan boord gingen.
Zelfs een vluchtig ogenblik heeft een rijk verleden,
een vrijdag voor een zaterdag,
een mei die aan juni voorafging.
Het heeft zijn eigen horizons,
even werkelijk als in de veldkijkers van bevelhebbers.
De boom is een populier die hier al jaren wortelt.
De rivier is de Raba die langer stroomt dan vandaag.
Het paadje is niet eergisteren pas
door de struiken gebaand.
Om die wolken te kunnen verjagen,
moet de wind ze eerst hierheen hebben gewaaid.
En hoewel in de buurt niets groots gebeurt,
is de wereld daardoor nog niet armer aan details,
niet minder gefundeerd, niet zwakker gedefinieerd
dan toen volksverhuizingen haar in hun greep hielden.
Niet alleen geheime komplotten worden in stilte gehuld,
niet alleen kroningen gaan van een gevolg van oorzaken vergezeld.
Rond kunnen niet alleen de jubilea van opstanden zijn,
maar ook de omspoelde steentjes aan de waterkant.
Dicht en verstrengeld is het borduursel van de omstandigheden.
De steken van de mier in het gras.
Het gras dat aan de aarde is genaaid.
Het golfpatroon waardoor een twijgje wordt geregen.
Het is zo gegaan dat ik hier ben en kijk.
Boven me fladdert een witte vlinder in de lucht
met vleugeltjes die alleen van hem zijn
en over mijn handen vliegt zijn schaduw,
geen andere, niet zomaar een, alleen de zijne.
Wanneer ik zoiets zie, verlaat me altijd de zekerheid
dat wat belangrijk is
belangrijker is dan wat onbelangrijk is.
Wislawa Szymborska (1923-2012)
(vertaling Gerard Rasch)
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive Y-Z, In Memoriam
Freda Kamphuis photos
Colours (1)
©fredakamphuis 2011
kempis.nl poetry magazine
More in: Freda Kamphuis, Kamphuis, Freda
Ton van Reen
spitsuur
Een sirene jankt
en de dag
spat open
fabrieken lopen leeg
schoorstenen wuiven
de arbeiders na
auto’s spelen van
wie komt er in mijn hokje
langzaam lopend
in een rijtje
behangen ze de lucht
met hun ratelend hart
op hoge benen
lopen meisjes voorbij
ongemerkt halen ze
tussen zwoele wanden van ogen
de avond binnen
Uit: Ton van Reen, Blijvend vers, Verzamelde gedichten (1965-2007). Uitgeverij De Contrabas, 2011, ISBN 9789079432462, 144 pagina’s, paperback
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive Q-R, Reen, Ton van
31 januari 2012
Schrijfster Doeschka Meijsing overleden
In haar woonplaats Amsterdam is gisteravond de schrijfster Doeschka Meijsing overleden. Zij werd vierenzestig jaar. Meijsing stierf aan de complicaties van een zware operatie.
Doeschka Meijsing schreef vele verhalen, gedichten, essays en romans. Ze debuteerde in 1974 bij Querido met De hanen en andere verhalen. Voor Tijger, tijger! (1980) ontving ze de Multatuliprijs. De tweede man (2000) werd genomineerd voor de AKO Literatuurprijs en betekende Meijsings doorbraak naar het grote publiek. Haar roman 100% chemie (2002) werd genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs en kan worden gezien als een opmaat tot Moord, haar deel van de roman Moord & Doodslag (2005), die ze samen met haar broer Geerten Meijsing schreef. In 2008 publiceerde ze de roman Over de liefde, die bekroond werd met de F. Bordewijkprijs, de Opzij Literatuurprijs en de AKO Literatuurprijs. Dit aangrijpende relaas over de schaamte die liefde heet, werd haar laatste boek.
Annette Portegies, directeur/uitgever Querido: ‘Doeschka Meijsing verborg een diepe kwetsbaarheid achter een superieure vorm van ironie, zowel in haar werk als in haar leven. Weerspannig als ze was, was ze een vrouw om van te houden. Querido rouwt om de dood van Doeschka, die bijna veertig jaar aan de uitgeverij verbonden was. De Nederlandse literatuur verliest opnieuw een auteur van wereldformaat.’
De begrafenis zal in besloten kring plaatsvinden.
Daarachter
De diepte ja,
die kennen we.
Die is vaak nogal hartgrondig.
Maar de geur van violieren.
De deur naar de andere
kamer.
Waar ieder
voorwerp specifiek de geliefde
spiegelt.
Waar ieder
ander een rivaal is.
Die deur.
Daarachter.
Wie er liederen zingt.
Die.
(uit: ‘Paard Heer Mantel’, 1986)
Doeschka Meijsing (1947-2012) schreef verhalen, gedichten, essays en romans. Ze debuteerde in 1974 met De hanen en andere verhalen. Voor Tijger, tijger! (1980) ontving ze de Multatuliprijs. De tweede man (2000) werd genomineerd voor de AKO Literatuurprijs en betekende Meijsings doorbraak naar het grote publiek. Haar roman 100% chemie (2002) werd genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs en kan worden gezien als een opmaat naar Moord, haar deel van de spraakmakende roman Moord & Doodslag (2005), die ze samen met haar broer Geerten schreef. In 2007 publiceerde ze de kleine roman De eerste jaren en in 2008 volgde haar veelgeprezen bestseller Over de liefde die bekroond werd met de die bekroond werd met de F. Bordewijkprijs, de Opzij Literatuurprijs en de AKO Literatuurprijs. Doeschka Meijsing heeft een indrukwekkend oeuvre op haar naam staan, dat in 1997 werd bekroond met de Annie Romeinprijs.
romans en verhalen:
De hanen en andere verhalen (1974)
Robinson (1976)
De kat achterna (1977)
Tijger, tijger! (1980)
Utopia of De geschiedenissen van Thomas (1982)
Beer en Jager (1987)
De beproeving (1990)
Vuur en zijde (1992)
Beste vriend (1994)
De weg naar Caviano (1996)
De tweede man (2000)
100 % chemie (2002)
Moord & Doodslag (2005) met Geerten Meijsing
De eerste jaren (2007)
Over de liefde (2008)
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, In Memoriam
joep eijkens (links) en bert bevers
Kreunende tijd
nieuwe gedichtencyclus Bert Bevers
met foto’s van Joep Eijkens
IV
Toen je hier ter aarde werd besteld met die
gedoofde blik naar de ontelbare sterren van het
noorden gericht sneeuwde het. Toen wel. Om te
sterven volstond het om met ademen te stoppen.
Dat wel. Maar dat allengs muller zwijgen van alle
geliefden valt heel wat zwaarder. O hemel toch,
een heel leven lang vergat je dit te schrijven.
VIII
Verloochen verleden nooit. Het is er voor altijd. Het gaat
gewoon niet weg. Het zingt lang na. Zinder maar. Doe maar.
Keer maar rustig eeuwig weer, aarzelende treurengel en
maak alles maar mooier dan het is. Ik zie mensen rondlopen
met een donker gemoed, met de koele zekerheid van een profeet.
Of ze aan galgen zijn gehangen slaan achter hen schaduwen
neder. In de verte blaft een hond een brandweerwagen na.
fleursdumal.nl magazine
More in: Bevers, Bert, Joep Eijkens Photos
Poëzie in de kroeg in Assen
op zondag 5 februari
Zondag 5 februari 2012 is het weer zo ver. Van 15.30 tot 17.30 uur zijn de inwoners van heel Drenthe en omstreken van harte welkom om aan te schuiven in een van de gelegenheden om te genieten van een drankje maar vooral van een verse portie gedichten.
Gezien de vele positieve reacties van het afgelopen jaar, kon een tweede editie van Poëzie in de Kroeg niet uitblijven. In samenwerking met de gemeente Assen hebben stadsdichter Mischa van Huijstee en Geert Loman weer een aantal dichters weten te strikken om er voor de bezoekers een aangename middag van te maken. De poëten zullen in groepjes langs een aantal kroegen in de binnenstad trekken. Als u blijft zitten in één van de kroegen hoort u ze allemaal voorbij komen.
Dichters die hebben toegezegd een bijdrage te leveren zijn: Geert Loman, Delia Bremer, Ria Westerhuis, John van Beek, Nicolette Leenstra, Bert de Jonge, De Dames Samen, Rik Holwerda, Paul Borggreve, Freda Kamphuis en Johan Hovinga.
U kunt hun poëzie beluisteren in de café’s Tastoe, Whispers, Cosy Corner en de Witte Bal.
De organisatie is erg blij dat de Witte Bal ook zijn deuren opent, aangezien de eigenaar Tieme van Veen nog maar net overleden is. Hij was er als een van de eersten bij om zijn medewerking toe te zeggen aan dit evenement.
De toegang is gratis. Na afloop komen de dichters nog even bij elkaar in café Whispers. Dan is er alle gelegenheid om nog even na te praten en/of een drankje te drinken.
fleursdumal.nl magazine
More in: City Poets / Stadsdichters, Kamphuis, Freda
Over het doorstaan van de rijpheid
kan ik allerhande vruchten uit vreemde landen
ongeschonden in een mand op je hoofd laden
erop toezien dat ze geen connotaties aangaan
met een tot woordeloos geslagen lichaamsdeel
tegenwerpen dat op je buik opgediend worden
ze uit de bluts houdt, ze op het stilleven drukt
ze in voorhoedegevechten brengt tegen de tong
die van elke schaal de vlezigste bodem afzoekt
in de wetenschap dat een eetbare banaan zaadjes
ontbeert, van haar kweker het snoeimes trotseert
of zal ik met Burlatkersen je paternosteren
Richard Steegmans
(Uit: Richard Steegmans: Ringelorend zelfportret op haar leeuwenhuid, uitgeverij Holland, Haarlem, 2005)
Richard Steegmans gedichten
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive S-T, Steegmans, Richard
John McCrae
(1872 – 1918)
Then And Now
Beneath her window in the fragrant night
I half forget how truant years have flown
Since I looked up to see her chamber-light,
Or catch, perchance, her slender shadow thrown
Upon the casement; but the nodding leaves
Sweep lazily across the unlit pane,
And to and fro beneath the shadowy eaves,
Like restless birds, the breath of coming rain
Creeps, lilac-laden, up the village street
When all is still, as if the very trees
Were listening for the coming of her feet
That come no more; yet, lest I weep, the breeze
Sings some forgotten song of those old years
Until my heart grows far too glad for tears.
John McCrae poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive C-D, McCrae, John
Freda Kamphuis
Flatscape (2011)
kempis.nl poetry magazine
More in: Freda Kamphuis, Kamphuis, Freda
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature