In this category:

Or see the index

All categories

  1. AFRICAN AMERICAN LITERATURE
  2. AUDIO, CINEMA, RADIO & TV
  3. DANCE & PERFORMANCE
  4. DICTIONARY OF IDEAS
  5. EXHIBITION – art, art history, photos, paintings, drawings, sculpture, ready-mades, video, performing arts, collages, gallery, etc.
  6. FICTION & NON-FICTION – books, booklovers, lit. history, biography, essays, translations, short stories, columns, literature: celtic, beat, travesty, war, dada & de stijl, drugs, dead poets
  7. FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor's choice, etc.
  8. LITERARY NEWS & EVENTS – art & literature news, in memoriam, festivals, city-poets, writers in Residence
  9. MONTAIGNE
  10. MUSEUM OF LOST CONCEPTS – invisible poetry, conceptual writing, spurensicherung
  11. MUSEUM OF NATURAL HISTORY – department of ravens & crows, birds of prey, riding a zebra, spring, summer, autumn, winter
  12. MUSEUM OF PUBLIC PROTEST
  13. MUSIC
  14. PRESS & PUBLISHING
  15. REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS
  16. STORY ARCHIVE – olv van de veestraat, reading room, tales for fellow citizens
  17. STREET POETRY
  18. THEATRE
  19. TOMBEAU DE LA JEUNESSE – early death: writers, poets & artists who died young
  20. ULTIMATE LIBRARY – danse macabre, ex libris, grimm & co, fairy tales, art of reading, tales of mystery & imagination, sherlock holmes theatre, erotic poetry, ideal women
  21. WAR & PEACE
  22. ·




  1. Subscribe to new material: RSS

FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor’s choice, etc.

«« Previous page · Charles Wolfe: TO MARY · Esther Porcelijn: Half ons verstand · William Cartwright: ON A VIRTUOUS YOUNG GENTLEWOMAN THAT DIED SUDDENLY · Vincent Berquez: Forgiveness · D. H. Lawrence: In a Boat · William Shakespeare: Sonnet 151 · Ernst Stadler: Untergang · Johnny van Doorn (Johnny the Selfkicker): Komtocheensklaarklootzak · Sara Bidaoui gedicht: TIENERMOEDERS · Johnny van Doorn: Dendermonde 63 · JACE van de Ven: De zee bij Schijndel · Hans Hermans Natuurdagboek: Voeu (Victor Hugo)

»» there is more...

Charles Wolfe: TO MARY

Charles Wolfe

(1791-1823)

 

TO MARY

 

F I had thought thou couldst have died,

I might not weep for thee;

But I forgot, when by thy side,

That thou couldst mortal be:

It never through my mind had past

The time would e’er be o’er,

And I on thee should look my last,

And thou shouldst smile no more!

 

And still upon that face I look,

And think ’twill smile again;

And still the thought I will not brook,

That I must look in vain.

But when I speak–thou dost not say

What thou ne’er left’st unsaid;

And now I feel, as well I may,

Sweet Mary, thou art dead!

 

If thou wouldst stay, e’en as thou art,

All cold and all serene–

I still might press thy silent heart,

And where they smiles have been.

While e’en thy chill, bleak corse I have,

Thou seemest still mine own;

But there–I lay thee on thy grave,

And I am now alone!

 

I do not think, where’er thou art,

Thou hast forgotten me;

And I, perhaps, may soothe this heart

In thinking too of thee:

Yet there was round thee such a dawn

Of light ne’er seen before,

As fancy never could have drawn,

And never can restore!

 

Charles Wolfe poetry

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive W-X


Esther Porcelijn: Half ons verstand

 

Half ons verstand

Mag ik een half ons verstand, drie kilo geluk, twee keer ingevroren welvaart, een paar pakjes behulpzaamheid, wat inlevingsvermogen, zeven vrienden, en wat appeltaart een enkel frietje, twee wodka-lime, en als het kan nog een verse bos cafeïne om de dag door te komen..

Wat sperziebonen om mijn vuist omheen te ballen, die heeft u ook?

Een heel oud vrouwtje om te kunnen concluderen dat ik nog zeeën van tijd heb.

Ik zal haar laten oversteken, aan de hand nemen en over het zebrapad helpen.

Mag ik zeven dwergen die mij kunnen dragen als ik moe ben.

En een man die van mij houdt. Die telkens als ik er niet meer in geloof op mij afrent en zegt: “Ik geloof in je, IK wél!”

Begrijpt u wat ik bedoel?

Hij moet onopvallend zijn op momenten dat ik hem niet nodig heb, en elke keer dat ik hem wel nodig heb op mij afrennen, al ben ik in Schagen.

Ik wil een vis die mij aankijkt, en waarvan ik merk dat hij mij echt aankijkt, als enige, hij hoeft zijn kieuwen maar te bewegen en ik weet wat ik vandaag moet gaan doen.

De wereld redden, ik wil de wereld redden. Hem eerst precies in het midden doorsnijden,

en dan oplepelen als een kiwi. Hij zal zoet smaken, met een warme vulling.

Hebt u daar een mes voor?

Alle mensen op de wereld zullen op een gerimpeld land wonen, ze houden elkaars handen vast om er niet vanaf te vallen.

Ik zoek ook nog muziek, muziek die ik kan vervormen naar mijn bui. Het is maar één cd en ik kan horen wat ik wil horen.

Kleuren, ik zoek kleuren die er niet bestaan, ik wil mij kunnen voorstellen dat er een kleur is die ik nog nooit heb gezien, en het is niet een soort oranje, of een soort blauw.

Het is iets anders.

Anders nog iets?

Ja iets racistisch, ik mag graag iets racistisch, een grote KKK muts die mode wordt, ik zal iedereen dwingen om hem te dragen.

Dan heb ik, als ik mij verveel, iets om naar te kijken.

Één dag almachtig, en ik ben de koning van het land, en het land is veel kleiner dan we tot nu toe dachten, het is een land met 6 miljard van dezelfde mensen die opeens de ingeving krijgen helemaal niet hetzelfde te zijn, ze zullen in de bomen klimmen en het volkslied zingen, de vogels zullen in huizen wonen en klagen over het weer en de belastingdienst.

Hiernaast deden ze er nogal moeilijk over, maar dit hadden ze wel!

Mag ik ook een vrachtschip met veertig indianen, die heel gelukkig in een container dansen, om de lijken heen van diegene die het niet overleefd hebben.

Daarbij zoek ik jaren naar een pil waarmee je de hele nacht door kan dansen, en niet omdat je heel veel energie hebt, maar omdat de tijd is gestopt.

In die tijd zal ik dansen met de rest. Het zal bezaaid zijn met allerlei.

Vooral met dictatoren die de avond van hun leven hebben, Lenin, Stalin, Hitler, Mussolini hebben de grootste pret, discussietafels waar je kan aanschuiven, even bijkletsen met Julius Caesar, hij ziet er heerlijk uit, en heeft de gordijnen aan de muur om zich heen gedrapeerd.

Iedereen loopt langs de tafels, en speelt het grote ‘visies’ kwartet met de dictatoren.

Wie wint krijgt een kasteel.

 

Zodra de tijd het weer doet wonen alle dictatoren samen in het kasteel, hoog in de lucht.

Daar zullen ze neerkijken op het volk, zoals ze dat altijd al hebben gedaan. Ze zullen lachen. En wij beneden kwartetten met levens.

Mag ik van jou de boer? Dan krijg jij van mij de vrouw.

Nee doe mij maar een heer! Die krijg ik maar niet te pakken.

Een joker, een heer, wat is het verschil?

De mens heeft gewonnen.

En daarom zoek ik een trofee, Een trofee voor de gewonnen mens.

De mens die uit de polder is opgeklommen om zijn vinger in de dijk te doen omdat het water anders van hem wint.

Mag ik u dus met nadruk vragen om een berg om de trofee op te zetten.

Wie wil mag komen kijken.

Ik wil een wortel. Afgeblust met een beetje vrede..

 

Hier opeten alstublieft..

U hebt geen wortel?

Dan ga ik wel naar hiernaast..

Ik neem er ook één voor u mee.

 

Hier opeten alstublieft.

 

Esther Porcelijn 2012

Esther Porcelijn is stadsdichter van Tilburg

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther


William Cartwright: ON A VIRTUOUS YOUNG GENTLEWOMAN THAT DIED SUDDENLY

William Cartwright

(1611-1643)

 

ON A VIRTUOUS YOUNG GENTLEWOMAN

THAT DIED SUDDENLY

 

HE who to Heaven more Heaven doth annex,

Whose lowest thought was above all our sex,

Accounted nothing death but t’ be reprieved,

And died as free from sickness as she lived.

Others are dragg’d away, or must be driven,

She only saw her time and stept to Heaven;

Where seraphims view all her glories o’er,

As one return’d that had been there before.

For while she did this lower world adorn,

Her body seem’d rather assumed than born;

So rarified, advanced, so pure and whole,

That body might have been another’s soul;

And equally a miracle it were

That she could die, or that she could live here.

 

William Cartwright poetry

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive C-D


Vincent Berquez: Forgiveness

Vincent Berquez

 

Forgiveness

 

In the darkness my son is the object.

In his sleep we ponder ourselves

and glimpse eternity,

his communicating will go

further than we shall ever travel.

 

In this great silence he is monumental

and we see the future beyond ourselves.

 

Asleep there are always hidden secrets

from the banality of our self-importance

that only he can deconstruct and give meaning to.

 

We ask who we are.  But he cannot answer yet.

It will be a wonderment to hear his voice,

will he understand as we become different with time,

will he forgive us if forgiveness is necessary?

 

13.12.10

 

vincent berquez poetry

kempis.nl poetry magazine

More in: Berquez, Vincent, Vincent Berquez


D. H. Lawrence: In a Boat

D. H. Lawrence

(1885-1930)

 

In a Boat

 

See the stars, love,

In the water much clearer and brighter

Than those above us, and whiter,

Like nenuphars.

 

Star-shadows shine, love,

How many stars in your bowl?

How many shadows in your soul,

Only mine, love, mine?

 

When I move the oars, love,

See how the stars are tossed,

Distorted, the brightest lost.

—So that bright one of yours, love.

 

The poor waters spill

The stars, waters broken, forsaken.

—The heavens are not shaken, you say, love,

Its stars stand still.

 

There, did you see

That spark fly up at us; even

Stars are not safe in heaven.

—What of yours, then, love, yours?

 

What then, love, if soon

Your light be tossed over a wave?

Will you count the darkness a grave,

And swoon, love, swoon?

 

D.H. Lawrence poetry

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive K-L, D.H. Lawrence, Lawrence, D.H.


William Shakespeare: Sonnet 151

William Shakespeare

(1564-1616)

THE SONNETS

 

Sonnet 151

Love is too young to know what conscience is,

Yet who knows not conscience is born of love?

Then gentle cheater urge not my amiss,

Lest guilty of my faults thy sweet self prove.

For thou betraying me, I do betray

My nobler part to my gross body’s treason,

My soul doth tell my body that he may,

Triumph in love, flesh stays no farther reason,

But rising at thy name doth point out thee,

As his triumphant prize, proud of this pride,

He is contented thy poor drudge to be,

To stand in thy affairs, fall by thy side.

No want of conscience hold it that I call,

Her love, for whose dear love I rise and fall.


kempis.nl poetry magazine

More in: -Shakespeare Sonnets


Ernst Stadler: Untergang

Ernst Stadler

(1883-1914)

 

Untergang

Die kupferrote Sonne im Versinken

Hängt zwischen Höhlen scharf gezackter Zweige

In harter Glut der strahlenlosen Neige,

Die feuchte Luft scheint allen Glanz zu trinken.

Die grauen Wolken, aufgeschwellt von Regen,

Mit langen Schleppen, die am Boden schleifen,

Und lau umströmt von schwachen Lilastreifen,

Ergießen dünnes Licht auf allen Wegen.

Nur in der Bäume enggedrängten Gruppen,

Die steil wie Inseln aus den grünen Matten

Des Parkes steigen, lagern dichtre Schatten,

Hinsinkend von den braunen Hügelkuppen.

 

Ernst Stadler poetry

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive S-T, Stadler, Ernst


Johnny van Doorn (Johnny the Selfkicker): Komtocheensklaarklootzak

 

Johnny van Doorn

‘Johnny the Selfkicker’

(1944 – 1991)

Komtocheensklaarklootzak

 

Mijn kamer verhuurd

Voor een uur of 2

Aan enkele verstok-

Te voyeurs:

Een gat in de

Vloer geeft een

Luxueus uitzicht

Op het onderliggend

Temeiersbed &

Bij iedere seance

Kreunt mijn

Krolse kat

Luidruchtig mee &

Via een snelle

Knopindruk golft

De (van een bedrijft-

Tape afkomstige)

Mededeling-Kom

Toch Eens

Klaar Klootzak-

Door het met

Rococomeubelen

Ingerichte

Naaivertrek &

Tot zieleheil

Van mijn somber

Herfstig wezen

Herstel ik het

Schiet- en avondgebed

In ere &

Iedere nacht

(Tussen haar billen

Ingevouwen)

Spreek ik tot de Goede God

 

Johnny van Doorn (Johnny the Selfkicker) poetry

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive C-D


Sara Bidaoui gedicht: TIENERMOEDERS

foto: harrie janssens

Sara Bidaoui

TIENERMOEDERS

 

ik heb lopen dreinen

als nooit tevoren

verbergend met een koude blik

de schaamte

weggeslikt

zonder haar rustig te consumeren

het ziet het daglicht toch nog niet

voor ik haar onder ogen moet komen

zolang ik zwijg horen we haar niet

                              maar dan zal ze nooit bestaan

Onze route staat nergens aangegeven, en de dagen zullen

als uren over elkaar heen vallen, het besef zal me bedelven

me de adem doen ontnemen, het zweet me doen uitbreken

de omgeving die ik in slaap had gesust zal wakker worden

achter mij zal alles worden opgeheven

                              zullen ze haar welkom heten?

en ik vergeet steeds dat ik de toekomst weer opnieuw bedenken moet

de oude nog in mijn hoofd   -denk ik-

dat alles nog zal moeten beginnen zoals ik het had opgeschreven

maar de wereld is al een tijdje niet alleen de mijne meer

en zal snel de onze zijn

                               kunnen we dit samen aan?

maar voor dat zo ver is

en ik haar aan een cluster van vonnissen moet uitleveren

weet ik dat  ik mijn pantser moet opgeven

mijn zwaktes moet toegeven

mijn ontzetting moet verteren

en haar misschien eerst zelf moet zien

te leren accepteren

 

Sara Bidaoui,  2012

kinderstadsdichter Tilburg in 2010

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive A-B, Bidaoui, Sara, Kinderstadsdichters / Children City Poets


Johnny van Doorn: Dendermonde 63

Photo credit: © René Alphenaar- All rights reserved

Johnny van Doorn

‘Johnny the Selfkicker’

(1944 – 1991)

Dendermonde 63

 

Voor een Vlaams cultureel café

Waar ik een expositie zal openen,

Wordt ons Volkswagenbusje met

Minstens 25 inzittenden door

De plaatselijke Wouten tot

Staan gebracht & in de tussen-

Tijd dat er rechtsomkeert

Naar het bureau wordt gereden

Wordt de nu gevaarlijke Pot

Door alle aanwezigen snel

Verorberd of in de bilspleet

Gestopt. Triomfantelijk wordt

Met ons de hoofdverdachte

(ivm 5 kilo Marihu -dat is tijm,

Stramonium, laurier etcetc)

Aan fouillering en verhoor

Onderworpen. Op de vraag hoe

Ik wel heten mag, antwoord ik

Johnny the Selfkicker &

Spijtig betreurt men dat

The Electronic Jezus (dat ben ik ook!)

Niet aanwezig is &

De oerdomme vertoning zet

Zich voort: als men mijn zakken

Beklopt roep ik schertsend Kijk

Voor De Zekerheid Eens In M’n

Tokus (plat Vlaams voor kont) &

Een deskundige uit Brussel

Wordt opgebeld om snel per taxi

Over te komen & men toont hem

Meteen bij aankomst een gevonden

Stukje kattebrood (dat hij

Gewichtig met een heetgemaakt

Zakmesje onderzoekt):

Waarbij hij verrast constateert

Mijne Heren Dit Is De Befaamde Hasjies!!

 

Johnny van Doorn (Johnny the Selfkicker) poetry

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive C-D


JACE van de Ven: De zee bij Schijndel

JACE van de Ven

De zee bij Schijndel

 

Jan van Amstel ging de vlinders achterna

liep door liesgras, biezen, langs wilgen en brem

zag vlierbloesems als donderkoppen opdoemen

in bosranden en lag in het fluitenkruid bij de Aa

 

daar als de boeg van een galjoen verheft

de havik zijn hakhoofd en entert een bosduif

alarm alom, dan alleen een snavel ‘hak, hak, hak’

verentooi ontploft en hangt als zeilen in distels

 

op het water dat golfstroom speelt in een bocht

schijnt de zon en allerlei kleuren meanderen mee

toch ziet Jan precies hoe naast wat groens doodstil

en dodelijk de snoek als een fregat voor anker ligt

 

dan hoort hij de wind die als schuim op golven

door de populieren rolt, die de zilte zelfkant van de

bladeren laat kabbelen en ruisen en ruisen opnieuw

hij luistert, Jan van Amstel, luistert en huivert

 

wie door de zee wordt geroepen, moet gaan…

 

Jan van Amstel was een zeventiende eeuwse zeeheld die in Schijndel begraven ligt.

© 2009 JACE van de Ven

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive U-V, Ven, Jace van de


Hans Hermans Natuurdagboek: Voeu (Victor Hugo)

Victor Hugo

(1802-1885)

Voeu

 

Si j’étais la feuille que roule

L’aile tournoyante du vent,

Qui flotte sur l’eau qui s’écoule,

Et qu’on suit de l’oeil en rêvant ;

 

Je me livrerais, fraîche encore,

De la branche me détachant,

Au zéphyr qui souffle à l’aurore,

Au ruisseau qui vient du couchant.

 

Plus loin que le fleuve, qui gronde,

Plus loin que les vastes forêts,

Plus loin que la gorge profonde,

Je fuirais, je courrais, j’irais !

 

Plus loin que l’antre de la louve,

Plus loin que le bois des ramiers,

Plus loin que la plaine où l’on trouve

Une fontaine et trois palmiers ;

 

Par delà ces rocs qui répandent

L’orage en torrent dans les blés,

Par delà ce lac morne, où pendent

Tant de buissons échevelés ;

 

Plus loin que les terres arides

Du chef maure au large ataghan,

Dont le front pâle a plus de rides

Que la mer un jour d’ouragan.

 

Je franchirais comme la flèche

L’étang d’Arta, mouvant miroir,

Et le mont dont la cime empêche

Corinthe et Mykos de se voir.

 

Comme par un charme attirée,

Je m’arrêterais au matin

Sur Mykos, la ville carrée,

La ville aux coupoles d’étain.

 

J’irais chez la fille du prêtre,

Chez la blanche fille à l’oeil noir,

Qui le jour chante à sa fenêtre,

Et joue à sa porte le soir.

 

Enfin, pauvre feuille envolée,

Je viendrais, au gré de mes voeux,

Me poser sur son front, mêlée

Aux boucles de ses blonds cheveux ;

 

Comme une perruche au pied leste

Dans le blé jaune, ou bien encor

Comme, dans un jardin céleste,

Un fruit vert sur un arbre d’or.

 

Et là, sur sa tête qui penche,

Je serais, fût-ce peu d’instants,

Plus fière que l’aigrette blanche

Au front étoilé des sultans.

 

uit: Victor Hugo, Les orientales

Hans Hermans Natuurdagboek september 2012

≡ Website Hans Hermans

kempis.nl poetry magazine

More in: Hans Hermans Photos, Hugo, Victor, Victor Hugo


Older Entries »« Newer Entries

Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature