Thomas Hardy: “Ah, Are You Digging on My Grave?” vertaald door Cornelis W. Schoneveld
Thomas Hardy
“Ah, Are You Digging on My Grave?”
“Ah, are you digging on my grave
My loved one? — planting rue?”
– “No, yesterday he went to wed
One of the brightest wealth has bred.
‘It cannot hurt her now,’ he said,
‘That I should not be true.’”
“Then who is digging on my grave?
My nearest dearest kin?”
– “Ah, no; they sit and think, ‘What use!
What good will planting flowers produce?
No tendance of her mound can loose
Her spirit from Death’s gin.’ “
“But some one digs upon my grave?
My enemy?—prodding sly?”
– “Nay: when she heard you had passed the Gate
That shuts on all flesh soon or late,
She thought you no more worth her hate,
And cares not where you lie.”
“Then, who is digging on my grave?
Say—since I have not guessed!”
– “O it is I, my mistress dear,
Your little dog, who still lives near,
And much I hope my movements here
Have not disturbed your rest?”
“Ah yes! You dig upon my grave . . .
Why flashed it not on me
That one true heart was left behind!
What feeling do we ever find
To equal among human kind
A dog’s fidelity!”
“Mistress, I dug upon your grave
To bury a bone, in case
I should be hungry near this spot
When passing on my daily trot.
I am sorry, but I quite forgot
It was your resting-place.”
“O joh, graaf jij hier aan mijn graf”
“O joh, graaf jij hier aan mijn graf
Voor tijm-aanplant, mijn schat?”
– “Nee, gisteren is hij gehuwd
Met ‘n ster door weelde opgestuwd.
‘Haar pijn,’ zei hij, ‘is nu geluwd,
Al had ik schuld gehad.’ “
“Maar wie graaft hier dan aan mijn graf?
Mijn liefste broer of zus?”
– “O nee, zij denken maar, ‘Welk nut
Wordt hier uit bloemenkweek geput?
Geen Dood wordt van haar geest geschud
Door terp- of grondwerkklus.’ “
“Maar iemand graaft toch aan mijn graf?
Die feeks?—die roddel jouwt?”
– “Nee: want, nu zij jouw vlees voor goed
De poort door weet, die elk door moet,
Vindt zij dat haat er niet toe doet,
En laat jouw terp haar koud.”
“Maar wie graaft hier dan aan mijn graf?
Vertel—daar ik ‘t niet raad!”
– “O, ik ben het, mijn vrouwtje lief,
Je hond, die menig pootje hief
Hier;—hopelijk doet ongerief
Daaruit jouw rust geen kwaad!”
“O ja! Jij graaft hier aan mijn graf—
Waarom bleek me al niet gauw
Dat één trouw hart hier steeds nog was?
En welk gevoel in ‘t menselijk ras
Houdt ooit ook maar gelijke pas
Met zulke hondentrouw!”
” ‘k Begroef hier, vrouwtje, op je graf
Een kluif, voor op de dag
Dat ik geen voer te vinden weet
Als ik hier in mijn rondje treed.
Spijt heb ik, maar vergat compleet
Dat hier jouw rustplaats lag.”
Thomas Hardy: “Ah, Are You Digging on My Grave?”
in een nieuwe vertaling van: Cornelis W. Schoneveld (jan. 2013)
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive G-H, Hardy, Thomas, More translations