Or see the index
Arthur Conan Doyle
(1859-1930)
A Woman’s Love
I am not blind I understand;
I see him loyal, good, and wise,
I feel decision in his hand,
I read his honour in his eyes.
Manliest among men is he
With every gift and grace to clothe
him;
He never loved a girl but me —
And I I loathe him! loathe him!
The other! Ah! I value him
Precisely at his proper rate,
A creature of caprice and whim,
Unstable, weak, importunate.
His thoughts are set on paltry gain —
You only tell me what I see —
I know him selfish, cold and vain;
But, oh! he’s all the world to me!
Arthur Conan Doyle poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive C-D, Arthur Conan Doyle, Doyle, Arthur Conan
Théophile Gautier
(1811-1872)
Coquetterie posthume
Quand je mourrai, que l’on me mette,
Avant de clouer mon cercueil,
Un peu de rouge à la pommette,
Un peu de noir au bord de l’oeil.
Car je veux dans ma bière close,
Comme le soir de son aveu,
Rester éternellement rose
Avec du kh’ol sous mon oeil bleu.
Pas de suaire en toile fine,
Mais drapez-moi dans les plis blancs
De ma robe de mousseline,
De ma robe à treize volants.
C’est ma parure préférée ;
Je la portais quand je lui plus.
Son premier regard l’a sacrée,
Et depuis je ne la mis plus.
Posez-moi, sans jaune immortelle,
Sans coussin de larmes brodé,
Sur mon oreiller de dentelle
De ma chevelure inondé.
Cet oreiller, dans les nuits folles,
A vu dormir nos fronts unis,
Et sous le drap noir des gondoles
Compté nos baisers infinis.
Entre mes mains de cire pâle,
Que la prière réunit,
Tournez ce chapelet d’opale,
Par le pape à Rome bénit :
Je l’égrènerai dans la couche
D’où nul encor ne s’est levé ;
Sa bouche en a dit sur ma bouche
Chaque Pater et chaque Ave.
Théophile Gautier poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive G-H, Gautier, Théophile
Christine de Pisan
(ca. 1364-1430)
Trés doulce dame, or suis je revenu
Trés doulce dame, or suis je revenu
Prest d’obeïr, s’il vous plait commander,
Comme vo serf vous me pouez mander.
J’ay longuement esté de joye nu
Hors du paÿs, mais, pour tout amender,
Trés doulce dame, or suis je revenu.
Mais je ne sçay s’il vous est souvenu
De moy qui vueil vous servir sanz tarder,
Et en espoir de vo grace garder,
Trés doulce dame, or suis je revenu.
Christine de Pisan poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Pisan, Christine de
photo jef van kempen
Esther Porcelijn
Te vroeg voor chips
Het gaat zo beginnen, het is bijna op!
Zou iemand komen vertellen over slagschepen
Over hoe we met problemen dwepen?
Over wartaal, dansen en een mop?
Of over crème-bruléé of taartbak-tips!
‘t Is niet dat ik daar zin in heb hoor
Zegt Lidy tegen haar man, Theodoor.
Maar het is te laat voor muesli en te vroeg voor chips.
Het is rustig in de rest van het huis
De kat krabt aan een paal
Iedereen wacht op het verhaal
Van een man en zijn circusmuis
“Wat jij schat?” port Lidy aan
“Wat is het dat jij wil horen”
Hmm. Iets over dat Ajax heeft verloren.
Of het verliezen van een baan.
Ach lieverd, boeiend hoor!
maar dat komt morgen misschien
Nu gaat het over hoe mensen kunst zien
En ik hoef pas later naar kantoor!
De telefoon gaat. Lidy wiebelt even
Hé nu liever niet, geen crisis geen zin
Geen oplossingen, geen spanning in ’t gezin
Geen werk, daar is niets te beleven
Theodoor slaat een arm om haar heen
Legt zijn andere hand op haar been.
Boze telefoontjes moeten wachten
Ook de zee golft even niet, en geen van de natuurkrachten
Ik kan nu niet komen delegeren, tot mijn spijt
De wasmachine heeft geen toeren
De bouwvakkers staken het loeren
De AEX staat stil, want ja, koffietijd!
Op 7 Maart 2013 was Esther Porcelijn te gast bij het programma Koffietijd op RTL4 naar aanleiding van het winnen van de Hollands Maandblad aanmoedigingsprijs voor poëzie. Na een kort interview droeg zij een speciaal voor koffietijd geschreven gedicht voor.
Esther Porcelijn poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
Henry Bataille
(1872-1922)
Le passé, c’est un second coeur qui bat en nous . . .
Le passé, c’est un second coeur qui bat en nous…
on l’entend, dans nos chairs, rythmer à petits coups,
sa cadence, pareille à l’autre coeur, -plus loin,
l’espace est imprécis où ce coeur a sa place,
mais on l’entend, comme un grand écho, néanmoins,
alimenter le fond de l’être et sa surface.
Il bat. Quand le silence en nous se fait plus fort
cette pulsation mystérieuse est là
qui continue… Et quand on rêve il bat encor,
et quand on souffre il bat, et quand on aime il bat…
Toujours ! C’est un prolongement de notre vie…
Mais si vous recherchez, pour y porter la main,
où peut être la source heureuse et l’eurythmie
de son effluve… Rien !… Vous ne trouverez rien
sous les doigts… Il échappe. Illusion… Personne
ne l’a trouvé jamais… Il faut nous contenter
d’en sentir, à coups sourds, l’élan précipité,
dans les soirs trop humains où ce grand coeur résonne.
Le passé! Quel mot vain! C’est du présent -très flou,
c’est du présent de second plan, et voilà tout.
Il n’est pas vrai que rien jamais soit effacé.
Le passé n’est jamais tout à fait le passé.
N’avez-vous pas senti comme il rôde partout,
et tangible ? Il est là, lucide, clairvoyant,
non pas derrière nous, comme on croit, mais devant.
L’ombre de ce qui fut devant nous se projette
sur le chemin qui va, sur l’acte qui s’éveille.
Ce qui est mort est encor là qui nous précède, –
comme le soir on voit, au coucher du soleil,
les formes qu’on avait peu à peu dépassées
envoyer leur grande ombre au loin, sur les allées,
sur tout votre avenir, plaines, taillis, campagnes !
Et s’en aller toucher de l’aile les montagnes…
Ainsi, tout ce qui fut, jeunesse, enfance, amour,
tout danse devant moi sa danse heureuse ou triste.
Rien derrière !… Le groupe est là qui vole et court.
Mais j’ai beau me hâter, la distance persiste
entre nous deux… Tel je m’en vais, épris du bleu
lointain, et quelquefois si je titube un peu
ce n’est pas que le sol sous mes pas se dérobe,
c’est que parmi le soir, les yeux plein de passé,
ô toi qui vas devant, Souvenir cadencé,
j’ai marché sur la traîne immense de ta robe !
Henry Bataille poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bataille, Henry
Nieuwe cd en tour Toon Tellegen & het Wisselend Toonkwintet
Op 13 maart wordt het nieuwe luisterboek Het geluk van de sprinkhaan van Toon Tellegen & het Wisselend Toonkwintet gepresenteerd op het BrokkenBal in het Bimhuis, en tevens het startschot gegeven voor de tournee door Nederland en België. Op 14 maart is de première van Het geluk van de sprinkhaan in De Lindenberg Nijmegen.
Gitariste/componiste Corrie van Binsbergen organiseert sinds 2003 literaire concerten met schrijvers als Remco Campert, Kees van Kooten, Ramsey Nasr, Josse De Pauw en Toon Tellegen. Met Tellegen is een vaste groep ontstaan: Het Wisselend Toonkwintet. Sinds 2006 touren zij met groot succes langs de Nederlandse en Vlaamse theaters. De verhalen van Toon Tellegen vormen een onuitputtelijke bron van muzikale inspiratie voor Corrie van Binsbergen en het Wisselend Toonkwintet. Samen brengen zij een unieke mix van muziek en literatuur.
Het kwintet bestaat uit Albert van Veenendaal op piano, Alan Purves op percussie, Hein Offermans op contrabas, Joost Buis op trombone en lapsteel en Corrie van Binsbergen op gitaar.
De sprinkhaan, die aan de rand van het bos een winkel heeft, wil niets liever dan dat zijn klanten tevreden naar huis gaan. Daarom is hij altijd geopend en zorgt hij ervoor dat álles in voorraad is: van schubben en stekels tot wanhoop of zelfs een ander leven. Zijn dienstbaarheid wordt alleen op de proef gesteld als de duizendpoot nieuwe schoenen komt kopen. Maar ’s nachts, als zijn winkel dicht is en hij niet kan slapen, denkt hij na over zijn werk en zijn streven naar perfectie. Want er is nog zoveel meer dat hij wil verkopen: heeft hij huiselijkheid, eenvoud of gerede twijfel wel in huis?
Speellijst voorjaar 2013
13-03 20:30 Bimhuis Amsterdam BrokkenBal*
14-03 20:00 De Lindenberg Nijmegen (première)
16-03 19:00 Wilminktheater Enschede
17-03 16:00 Schouwburg Leuven (BE)
21-03 20:30 Dok Delft
22-03 20:15 De Warande Turnhout (BE)
23-03 20:15 Nacht van de Poëzie Utrecht**
27-03 20:30 Theater Bouwkunde Deventer
28-03 20:30 Toneelschuur Haarlem
29-03 20:30 De Toonzaal Den Bosch
01-04 15:00 De Tuin Leusden
03-04 20:00 Cultuurcentrum Hasselt (BE)
07-04 15:30 Rosa Spier Huis Laren
11-04 20:30 De Harmonie Leeuwarden
23-06 15:00 Zonnemaire Festival
*Voorproefje van het programma, tevens optredens van Kees van Kooten, Remco Campert en A.L. Snijders
** Aangepast programma
Meer informatie: www.corrievanbinsbergen.com
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive S-T, The talk of the town, Toon Tellegen
Gedichtenwedstrijd Brabant Gedicht nadert climax
Wie mag zich de beste Brabantse Dichter van 2013 noemen? Op zaterdag 16 maart komen we daar achter tijdens de finale van de internationale gedichtenwedstrijd Brabant Gedicht. In stadsBiEB Centrum betreden acht jonge dichters de poëtische arena tijdens een avondvullende literaire show en declameren hun mooiste poëzie.
Brabant Gedicht is een gedichtenwedstrijd voor jongeren tussen de 16 en 30 jaar, die in (Nederlands of Vlaams) Brabant geboren zijn of er wonen. Tijdens de zinderende finale op 16 maart dragen acht talentvolle dichters uit Nederland en België onder het toeziend oog van een deskundige jury voor uit eigen werk. De uiteindelijke winnaar van Brabant Gedicht 2013 mag zich een jaar lang ‘Beste Brabantse Dichter’ noemen, ontvangt een geldbedrag en is verzekerd van een podiumplaats tijdens het Geen Daden Maar Woorden Festival, dat in mei plaatsvindt in de Verkadefabriek.
Brabant Gedicht is een samenwerking van de bibliotheken in de zustersteden ‘s-Hertogenbosch en Leuven en wordt mede mogelijk gemaakt gemeente ‘s-Hertogenbosch.
Zaterdag 16 maart 2013
stadsBiEB Centrum, Hinthamerstraat 72 te ’s-Hertogenbosch
19.00 – 21.00 uur
toegang gratis
fleursdumal.nl magazine
More in: POETRY ARCHIVE, The talk of the town
photo fleursdumal magazine
TON VAN REEN
NIEUWE ROMAN DE LICHTVERKOPER
Op donderdag 14 maart wordt de roman DE LICHTVERKOPER van Ton van Reen ten doop gehouden bij Boekhandel Dominicanen/Selexyz in Maastricht.
Maastricht in het jaar 1873. De twaalfjarige Casper Marres woont in de Cité Ouvrière, het mensenpakhuis dat grootindustrieel Petrus Regout voor arbeiders van zijn fabrieken heeft laten bouwen, dicht bij hun werk. Hoewel iedereen in het gezin Marres werkt, komen ze toch nauwelijks rond. De schatrijke Regout en de andere fabrieksdirecteuren worden in hun liberale overtuigingen gesteund door behoudende geestelijken die de arbeiders leren dat de macht wordt geschonken door God en dat de armen de rijken moeten accepteren.
Ton van Reen schreef dit boek om stem te geven aan de mensen die het slachtoffer waren van de hebzucht van de kleine groep industriëlen die kapitalen verdienden over de ruggen van hun arbeiders en hun gezinnen.
DE LICHTVERKOPER verscheen vanaf 1 december tot 16 maart als dagelijks feuilleton in Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad.
Programma:
-Welkomstwoord door locatiemanager Ton Harmes van Dominicanen/Selexyz
-Vraaggesprek over het boek met Ton van Reen door de Maastrichtse schrijfster Emma Crebolder
-Gesprek met Louis Sohl, nazaat van de fotografenfamilie Sohl
-Woord Huub Paulissen, hoofdredacteur van Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad
-Aanbieding eerste boeken door Huub aan Louis Sohl en Ton van Reen
-Ton beantwoordt eventuele vragen uit het publiek en signeert de boeken.
Aanvang: 19.30 uur
Adres: Boekhandel Dominicanen/Selexyz
Dominikanerkerkstraat 1, 6211 CZ Maastricht
Tel: 043-3040130 e: klantenservice.dominicanen@selexyz.nl
Voor vragen aan de uitgever: Pieter Jan Engelen, Manager Oplage Media Groep Limburg: p.engelen@mgl.nl Uitgever: Mooi Limburgs Boekenfonds, onderdeel van Media Groep Limburg
DE LICHTVERKOPER: ISBN 978-90-8596-090-4
In de boekenweek signeert Ton van Reen ook bij Boekhandel Bruna Helden-Panningen (vrijdag 15 maart, van 19.30 tot 21.00 uur), Boekhandel Leeskunst Kerkrade (donderdag 21 maart, van 19.00 tot 21.00 uur) en bij Boekhandel Koops Venlo (zaterdag 23 maart, van 14.00 tot 16.00 uur)
fleursdumal.nl magazine
More in: Reen, Ton van, Ton van Reen
Albertine Kehrer
(1826-1852)
Een zonnestraal
Ik trad het somber klaaghuis in,
Waar de arme weduw treurde,
‘t Verblijf van ‘t vreedzaam huisgezin,
Welks band de dood verscheurde.
Een kostbaar offer vroeg hij daar,
De koning der verschrikking;
Zoo ooit, nu viel het zwijgen zwaar
In ‘t leed van Gods beschikking.
Ook zat ze in sprakeloozen rouw,
Voor de aard geheel verloren,
En smolt in tranen weg, en wou
Der vrienden raad niet hooren.
Het lief en vrolijk daglicht scheen
Haar haatlijk in haar smarte;
‘t Was even donker om haar heen
Als in haar nokkend harte.
Hoe treurig stak dat duister af
Bij ‘t middaglicht daar buiten!
Zij wilde ‘t zóó. Als in een graf
Zou zij zich op gaan sluiten.
Maar door een oopning, klein en naauw,
Een reetjen in de blinden,
Wist toch een lichtstraal zwak en flaauw,
Een doortogt zich te vinden.
En zie, die zachte glans bescheen
‘t Beeld des gedoornenkroonde,
Dat – was het toeval? – dus alleen
Als lichtpunt zich vertoonde.
Of gij het zaagt, bedroefde vrouw,
Met uw benevelde oogen!
Och, waarom houdt gij in uw rouw
Halstarrig ‘t hoofd gebogen?
O gij, wier leed mij ‘t harte breekt,
(‘k Ween met U om den doode!)
Zie op, merk wat dat lichtspel spreekt,
Stomme evangeliebode.
‘Hoe zwart een nacht van rouw daar viel,
Het beste is niet verloren;
Er blijft een lichtpunt voor de ziel
Die Christus mag behooren.
Hij is het zelf, de man van smart,
Oneindig in erbarmen,
Hij, met zijn godlijk liefdehart,
Zijn open broederarmen.
Hij, die de diepste boezempijn
Wil zalven en verzachten,
En ten volkomen trooster zijn
Hun, die Zijn troost verwachten!’
Verfrischt, verkwikt die hemeldauw
U, neêrgebogen lelie?
Of is dat woord – gij antwoordt naauw! –
Is ‘t u geen evangelie?
Is Jezus liefde u niet genoeg,
Hoe fel de wonden bloeden?
Wat God u gaf en wedervroeg,
Kan Hij ‘t u niet vergoeden?
Zoo was uw’ ziel dan iets ter aard
Naast, boven Hem begeerlijk;
Hij, aller hoogste liefde waard,
Niet éénig onontbeerlijk?
Zoo hoorde, schoon des Heilands beeld
Den wand sierde uwer woning,
Uw hart dien Heer niet onverdeeld,
Ja, was een mindre er Koning?
Zoo ‘t waar… Wél diep beklaagbre dan,
Dat gij een troost moet derven,
Die enkel vrede geven kan
In leven en in sterven!
Zoo ‘t waar … Maar ik veroordeel niet
Wie God zoo zwaar beproefde;
En – mooglijk vormt uw zielsverdriet
U tot ‘naar God bedroefde!’
De smart die thans uw borst doorboort,
Uw schreijend oog verduistert,
Wordt haast misschien het liefdekoord
Dat u aan Jezus kluistert.
En dan, als duizenden weleer,
Zult gij ervaren mogen,
Hoe onbeschrijflijk zacht de Heer
De tranen weet te droogen!
Albertine Kehrer poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Albertine Kehrer, Archive K-L, Kehrer, Albertine
Joseph Freiherr von Eichendorff
(1788-1857)
Der Gefangene
In goldner Morgenstunde,
Weil alles freudig stand,
Da ritt im heitern Grunde
Ein Ritter über Land.
Rings sangen auf das beste
Die Vöglein mannigfalt,
Es schüttelte die Äste
Vor Lust der grüne Wald,
Den Nacken, stolz gebogen,
Klopft er dem Rösselein –
So ist er hingezogen
Tief in den Wald hinein.
Sein Roß hat er getrieben,
Ihn trieb der frische Mut:
»Ist alles fern geblieben,
So ist mir wohl und gut!«
Mit Freuden mußt er sehen
Im Wald ein grüne Au,
Wo Brünnlein kühle gehen,
Von Blumen rot und blau.
Vom Roß ist er gesprungen,
Legt’ sich zum kühlen Bach,
Die Wellen lieblich klungen,
Das ganze Herz zog nach.
So grüne war der Rasen,
Es rauschte Bach und Baum,
Sein Roß tät stille grasen,
Und alles wie ein Traum.
Die Wolken sah er gehen,
Die schifften immer zu,
Er konnt nicht widerstehen, –
Die Augen sanken ihm zu.
Nun hört er Stimmen rinnen,
Als wie der Liebsten Gruß,
Er konnt sich nicht besinnen –
Bis ihn erweckt’ ein Kuß.
Wie prächtig glänzt’ die Aue!
Wie Gold der Quell nun floß,
Und einer süßen Fraue
Lag er im weichen Schoß.
»Herr Ritter! Wollt Ihr wohnen
Bei mir im grünen Haus:
Aus allen Blumenkronen
Wind ich Euch einen Strauß!
Der Wald ringsum wird wachen,
Wie wir beisammen sein,
Der Kuckuck schelmisch lachen,
Und alles fröhlich sein.«
Es bog ihr Angesichte
Auf ihn, den süßen Leib,
Schaut’ mit den Augen lichte
Das wunderschöne Weib.
Sie nahm sein’n Helm herunter,
Löst’ Krause ihm und Bund,
Spielt’ mit den Locken munter,
Küßt’ ihm den roten Mund.
Und spielt’ viel süße Spiele
Wohl in geheimer Lust,
Es flog so kühl und schwüle
Ihm um die offne Brust.
Um ihn nun tät sie schlagen
Die Arme weich und bloß,
Er konnte nichts mehr sagen,
Sie ließ ihn nicht mehr los.
Und diese Au zur Stunde
Ward ein kristallnes Schloß,
Der Bach ein Strom, gewunden
Ringsum, gewaltig floß.
Auf diesem Strome gingen
Viel Schiffe wohl vorbei,
Es konnt ihn keines bringen
Aus böser Zauberei.
Joseph Freiherr von Eichendorff poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive E-F
VPRO BOEKEN
Tineke Cleiren & Theodor Holman
Zondag 10 maart 2013 om 11.20 uur op Nederland 1
Tineke Cleiren en Antoine Hol: Strafrecht, tussen ratio en emotie
De Leidse hoogleraar strafrecht Tineke Cleiren schreef samen met haar man Antoine Hol, eveneens jurist, eveneens hoogleraar, het boek Strafrecht, tussen ratio en emotie. Het werd een boek waarin Cleiren uitlegt wat recht eigenlijk is, waar het voor staat en waar op dit moment in onze samenleving de knelpunten zitten.
Strafrecht, tussen ratio en emotie is een boek geworden dat uitlegt dat een goed functionerend strafrecht laveert tussen ratio en emotie, in plaats van een van die twee kanten te kiezen. Het beantwoordt vragen over eigenrichting, slachtofferschap, vergelding, verwerking en volksgerichten. Bijvoorbeeld legt het uit dat Officieren van Justitie niet alleen maar ‘crimefighters’ zijn die zorgen voor belastend bewijsmateriaal, maar dat ze ook voor ontlastend materiaal moeten zorgen. Alle denkbare paden moeten gevolgd worden, en aan iedere zaak zitten twee kanten. Hoe dit in de praktijk werkt, legt Cleiren zondag uit.
Theodor Holman: De grootste truc aller tijden
Schrijver Theodor Holman wist vrijwel niets van de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië. Daar kwam hij achter toen hij twee jaar geleden een redevoering hield bij een herdenking. Zijn ouders en zijn zus zaten in een jappenkamp, maar zijn ouders konden de woorden niet vinden om er goed over te vertellen en de jonge Theodor sloot zich af voor de verhalen. Nu maakt hij het goed, met De grootste truc aller tijden schreef hij een Indische familiegeschiedenis.
In de nalatenschap van zijn ouders vond hij het kampdagboek van zijn vader. Een klein, beduimeld boekje van pakpapier waarin zijn vader in priegelig handschrift zijn belevenissen aan de Birma-spoorlijn neerschreef. Achterin het boekje had zijn vader, die een niet onverdienstelijk goochelaar was, alle kaarttrucs die hij kende opgeschreven. De schrijver had zijn invalshoek gevonden en vertelt aanstaande zondag over zijn nieuwe boek, dat gaat over de ‘illusies die het leven ons flikt’.
Meer informatie op website: ≡ VPRO BOEKEN
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive C-D, Archive G-H, The talk of the town
In Memoriam
Tsjêbbe Hettinga
(1949 – 2013)
Op 7 maart 2013 is in Leeuwarden de Friese dichter Tsjêbbe Hettinga overleden in. Vanaf zijn jeugdjaren kampte hij met een beperkt gezichtsvermogen. Desondanks trad hij vaak op tijdens poëzieavonden en literaire festivals. In december vorig jaar werd kanker bij hem geconstateerd. Hij werd vierenzestig jaar.
Hettinga groeide op als boerenzoon, op het Friese platteland. Hij volgde de kweekschool en studeerde in Groningen Nederlands en Fries. De afgelopen dertig jaar woonde hij in Leeuwarden. Tsjêbbe Hettinga heeft meer dan tien dichtbundels geschreven in de Friese Taal. Hij werd het boegbeeld van de Friese literatuur. Er is ook werk van hem vertaald in het Nederlands (Benno Barnard) en het Engels (James Brockway en Susan Massotty). In 2010 schreef Tsjêbbe Hettinga de Nationale Gedichtendagbundel.
Meer informatie op: ≡ Fryske literatuerside
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive G-H, In Memoriam
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature