Or see the index
MARTIN BEVERSLUIS
Tijdbom
Woorden zijn gordijnen die je toedoet
zodra het spektakel is afgelopen het
waren mooie beelden een stuk of acht
jongens die in het midden van de nacht
iemand aanvielen en helemaal verrot
schopten na de daden komen dan altijd
de woorden die van afschuw het eerst
dan is het gevaar geweken kunnen we
de toedracht gaan verklaren deze tijden
zijn van teruggang en onbegrip dat vatten
we onvermijdelijk persoonlijk op hoe kan
dit mij overkomen een frustratio die er
toe doet die smeekt om een uitlaatklep
het grote verklaren is begonnen na ieder
conflict begrijpen we meer tot begrip ook
niet meer helpt en het recht van de sterkste
geldt deze woorden zijn gordijnen die
je dicht doet als je het denkraam sluit
een tijdbom wordt terloops ontploft.
Martin Beversluis poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Beversluis, Martin
I n M e m o r i a m A d W i l l e m e n
Jasper Mikkers
Teruggebracht Vuur (1)(2)
alle beelden zijn tot rust gekomen
het sneeuwt niet meer, niet in het hoofd, niet achter vensterglas
persen, lijsten, kasten, stiften en penselen
het water in de leiding: alles houdt zich stil
het ontbreekt de wil te zijn nu hij er niet meer is
door de verwildering van vlees is wie hij was
vermenigvuldigd tot een handvol gras
alle beelden zijn tot rust gekomen
de boeren die naar huis toe liepen na het planten van de rijst
de spelerstroep, halfweg een touwbrug over een ravijn
de vlokken die nog vielen, hangen roerloos in de lucht
nu hij is gestopt met dromen
geen naakt zijn netvlies raakt
schoonheid vond hier zwart en rood
geen wit van borsten, bil en dij wordt nog gevangen
in gebogen lijnen: wie stopt nu het verdwijnen
het verdrogen van de jonge vormen in de tijd, wie houdt
het woelen van verlangen ons voor ogen, legt
eeuwig voelen vast
een vuur teruggebracht tot minder dan miniatuur
geen tijd stroomt door zijn vlees, beweegt zijn hand
zijn stem heeft zich verzacht tot minder nog dan hees
zijn bril, een venster dat vergrootte wat zich aan het oog
onttrekken wou, een omgestoten whiskyfles en tekenblok
liggen op tafel, naast zijn broeksriem en een sok
(1) Dit gedicht schreef ik in mijn functie van stadsdichter.
(2) Op 24 september is kunstenaar Ad Willemen overleden. Hij was tekenaar, etser, lithograaf en fotograaf en maakte gouaches. Hij was de leermeester van Reinoud van Vugt en Marc Mulders, exposeerde in binnen- en buitenland en won prijzen. Hij gaf les aan het Koning Willem II College. Met zijn miniaturen van klassieke schilderijen en naakttekeningen (Het geheime oeuvre van Adriaan Willemen) verwierf hij een grote bekendheid.
Jasper Mikkers is stadsdichter van Tilburg
fleursdumal.nl magazine
More in: Ad Willemen, Archive M-N, In Memoriam, Mikkers, Jasper
Nieuwe wielerverhalen van
JACE van de Ven:
Mag ik nog wat wind van achteren?
Op vrijdag de dertiende, de ultieme datum waarop Tilburg het jaar 013 viert, presenteerde de eerste stadsdichter van Tilburg en voormalig journalist en columnschrijver JACE van de Ven het boek `Mag ik nog wat wind van achteren` in Boekhandel Livius in Tilburg. Dat gebeurt na sluitingsuur om 20,00 uur. Iedereen is welkom. Het boek bevat dertien vlot geschreven wielerverhalen, gebaseerd op voorvallen in veertig jaar fietservaring, waarin JACE ongeveer 100.000 kilometer aflegde.
Van de Ven is een geboren verteller met een scherp observatievermogen en een continue verwondering over de menselijke natuur. Zijn belevenissen en gedachten verwerkt hij sinds enkele jaren in korte fietsverhalen die soms hilarisch en relativerend zijn, dan weer ontroerend en serieus van toon. Zo neemt hij je in het nieuwe boek in gedachten mee langs de mooiste dorpjes van de Ardennen, legt hij uit wat er nodig is om een profwielrenner te worden, laat hij de lezer kennis maken met de kleurrijke figuren die hij onderweg ontmoet en ontroert hij met een verhaal waarin hij terugdenkt aan een wedstrijdje fietsen tegen zijn broer Toon, die ondertussen is overleden aan de gevolgen van kanker.
Van de Ven is een opvallende verschijning in het peloton van wielerauteurs. Zijn forse postuur en woeste baard hebben hem de bijnaam Raspoetin bezorgd. Verwacht geen geschoren benen, carbon frames en wetenschappelijk verantwoorde sportdrank. Van de Ven is eerder de bourgondische fietser die bovenop een col stopt om van een wijds uitzicht te genieten en eenmaal beneden… van de gastvrijheid van de lokale horeca.
Van de Ven leest regelmatig fietsverhalen voor bij feesten van wielerverenigingen, in de wielercafés van Oss en Bladel en op parties bij oud-wielrenners. ‘Mag ik nog wat wind van achteren?’ is zijn antwoord op de vele verzoeken om zijn teksten eens in boekvorm uit te brengen.
‘Mag ik nog wat wind van achteren?’ (ISBN/EAN: 978-94-90484-05-7 NUR: 303) kent een mooie omslag van Ivo van Leeuwen, het boek is vormgegeven door Chris Leenaars, ReflexBlue en geïllustreerd door Aleksei Makarov, InnoDoks uit Middelbeers is de uitgever. Het boek is gebonden met harde kaft en kost 14,95 euro.
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive U-V, Art & Literature News, Ven, Jace van de
Carina van der Walt
Bioskets | Biography
Carina van der Walt is in Welkom gebore. In Nederland word sy reëlmatig daaraan herinner hoe spesiaal dit is om op só ’n plek ’n mens se lewe te kon begin. Haar kinderjare het sy redelik sorgvry deurgebring.
Daarna volg wydverspreid oor baie jare ’n akademiese opleiding aan die PUK, later die NWU en ook die Katolieke Universiteit van Brabant in Tilburg. Sy cum in 2004 haar M in ’n vergelykende studie tussen Afrikaanse en Nederlandse poësie. Tussendeur trou sy, word ma, hou skool, gee klas aan die NWU, word weduwee met twee klein kindertjies, en reël wyd en syd vier jaar lank ’n skrywerskompetisie vir die ATKV. SAVN-kongresreëlings in Potchefstroom (2004) en simposium-organiseerder in Tilburg (2009) pas binne haar portefeulje. Sy ontmoet Geno Spoormans tydens navorsingstyd in Nederland. Drie jaar later trou hulle. Carina verplaas begin 2007 haar lewe na Nederland. Hier skryf sy voltyds.
Die appel van haar oog is 25 en woon in Durban. Sy het hom so lief soos die sand en die branders van die see … met die intensiteit van elke volmaakte sewende golf.
Haar hart se punt is ’n 21-jarige student in Stellenbosch. Sy het haar so lief soos die sterre in die Melkweg … en die Suiderkruis wat rigting gee.
Daarom bly haar bande met Suid-Afrika sterk. Die invloed en blootstelling van verskillende Europese lande, kulture, tale en denkwyses is ’n boks Quality Street. Sy deel dit graag. Dit maak haar ’n beter Suid-Afrikaner en wêreldburger.
carina van der walt
Vrouestemme oorheers digterswêreld
Carina van der Walt
2013-02-05
Nasionale Gedigtedag 2013 het vir ’n dubbele verrassing gesorg. Op Donderdagaand 31 Januarie is Anne Vegter (54) aangekondig as die opvolger van Ramsey Nasr. Sy is die eerste vroulike Dichter des Vaderlands. Die vorige aand is Ester Naomi Perquin (33) aangekondig as die wenner van die VSB-poësieprys met haar digbundel Celinspecties. Albei hierdie stemme kom uit Rotterdam. ’n Week vroeër is die Constantijn Huygens-prys (’n oeuvreprys) toegeken aan Joke van Leeuwen. Dis nou die tyd vir die erkenning van uitsonderlike vrouestemme.
Vegter was uiters verbaas toe sy deur Bas Kwakman, direkteur van Poetry International, gebel is met die vraag of sy vaderlandsdigter wil word: “Ik viel van mijn stoel. Echt. Het was surreëel.”
En saam het haar het omtrent driekwart van die Nederlandse poësiewêreld van hulle stoele afgetuimel, want die persepsie van Vegter se poësie is dat dit nogal onverstaanbaar is. Kreek Daey Ouwens, ’n kollega van Vegter, beskryf haar gedigte as rou en eroties. Fynproewerlesers ken Vegter veral deur Ongekuiste versies (1994). Dis ’n bundeltjie met erotiese kortverhale. In die inleiding van haar laaste digbundel – Eiland, berg, gletsjer (2011) – staan: “Haar poëzie is heel fysiek, alles is hier lichamelijk en aanraakbaar. … We hebben het hier over erotiek die zo sterk is dat ze overal in doordringt, zeker in haar poëzie waarin ze voortdurend tot uitbarsting komt.”
Die titelgedig, “Eiland, berg, gletsjer”,begin met op elke bladsy twee lang tweereëlige sinne:
Ook als je wakker word boven een sterfgebied en je gespt kinderen vast als gordels: laat mij
eens door een raam kijken of het daar erg is, zie je er niets van want het is een diepteoorlog.
Ook als een doelwit vanaf die grond toch naar je zwaait en je verlangt naar bleke sterren
op zo’n voorhoofdje, taxie je over het oefenveldje van je grimassen en je speelt elk karakter.
*
Ook als haar schacht krimpt en tembaarheid ontsnapt haar rode lassen, wakkert ze
vuur aan dat het stelsel doorwarmt en haar brille ontstolt tot ja! Optimisme, stokt ze.
Ook als haar XXL-geluksmaatje boven de grond komt ‘als een dode kompel’ (eerste tel ik
mijn vrouwen, daarna mijn dagen) weet ze weer de kleine methode van zijn handen.
Vegter se laaste twee bundels was albei genomineer vir die VSB-poësieprys, maar sy het dit nie gekry nie. Dit was Eiland, berg, gletsjer en Spamfighter (2007). Haar oeuvre is relatief klein, met vier digbundels versprei oor twintig jaar. Die stadsdigterskap van Rotterdam het ook nie na haar kant toe gegaan nie – iets waarop sy heimlik gehoop het en waarvoor sy bevoeg genoeg gevoel het. Iets groters het egter op haar gewag: Dichter des Vaderlands, 2013–2017.
y is (anders as haar voorganger, Ramsey Nasr) nie deur die publiek gekies vir hierdie uitsonderlike funksie nie. Sy is daarvoor gevra. Nadat sy herstel het van haar aanvanklike verbasing, was haar reaksie daarop bietjie droog: “Ik ben niet tegen positieve discriminatie. En er zijn veel vrouwelijke dichters, dus er was keuze genoeg.”
Nog verskille met Nasr is dat Vegter nie die podium so benut nie en dat sy waarskynlik nie politieke kommentaar gaan lewer op die Nederlandse samelewing nie. Laasgenoemde is iets waarvoor Nasr beide gerespekteer en gekruisig is. Ondanks die vermoede dat Vegter nie so ‘n groot podiumdigter soos Nasr sal wees nie, het sy haar vinger op die pols van nuwe ontwikkelinge. Haar voornemens vir haar tyd as vaderlandsdigter sluit onder andere gedigte op You Tube-filmpies en digterlike flashmops met minstens 500 mense op ’n slag in.
Die samestelling van die kommissie vir die benoeming van ’n nuwe vaderlandsdigter het die tipe digter weerspieël waarna hulle gesoek het: iemand wat veelsydig is. Die kommissie het uit ses lede bestaan uit die wêrelde van skrywers, televisie, koerant, politiek en poësiekritiek. Vegter ís veelsydig. Haar oeuvre bevat meer prosa as poësie, en selfs toneel. Haar eerste literêre toekenning was die Woutertje Pieterse-prys vir die kinderboek De dame en de neushoorn (1989). In haar oeuvre kry lesers dus die vreemde kombinasie van kinderboeke en volwasse erotiek. Maar hierdie oënskynlik onversoenbare aspekte verbind sy moeiteloos as beweer word dat haar beste werk uit ’n kinderlike blik ontstaan, met: “De gewetensvolle, volwassen blik corrigeert dat weer.”
Vegter se oeuvre het raakpunte met dié van die sestigjarige Joke van Leeuwen. Albei hierdie digteresse skryf ernstige, volwasse werk – maar óók werk vir kinders. Volgens die jurie van die Constantijn Huygens-prys het Van Leeuwen haar nog altyd verset ten die tweedeling tussen kinderliteratuur en volwasse literatuur. Haar werk verbreek telkens hierdie grens deur met ’n kindperspektief te skryf oor ernstige sake soos byvoorbeeld geweld, mag en rassisme. Met die erkenning van twee sulke prominente digteresse se veelsydige oeuvres en die sigbare ooreenkomste daarin, kan die noukeurige leser egter vra of alle vrouestemme dan uit ’n kinderperspektief moet kan skryf.
Beide Van Leeuwen en Vegter hou van visuele aspekte by hulle poësie. Eiland, berg, gletsjer is ook deur Vegter geïllustreer met krabbelrige sketsies. Van Leeuwen se agtergrond as grafiese ontwerper het veral gedurende haar tydperk as stadsdigter van Antwerpen konkreet in die stad tot uiting gekom.
Die jurie van die Constantijn Huygens-prys het hulle keuse vir Van Leeuwen onder andere so verwoord:
Haar werk is onconventioneel en verrassend speels. Ze schrijft over innemende wezens, kinderen en volwassenen die hun eigen eigenzinnige gang proberen te gaan. Tedere anarchie is haar handelsmerk. Ze houdt van taal en elk boek getuigt van de tover van 26 letters. Vooral in haar werk voor kinderen, maar ook in dat voor volwassenen gaan woord en beeld een vrolijk gevecht aan, of vallen in elkaars armen.
Van Leeuwen is al ’n bekende in Suid-Afrika – net soos Luuk Gruwes en Menno Wigman, wat albei genomineer was vir die VSB-poësieprys. Hulle genomineerde bundels was onderskeidelik Wijvenheide (Gruwes) en Mijn naam is Legioen (Wigman). Dit was swaar sluk vir Wigman toe Perquin met Celinspecties (2012) die prys voor sy neus weggeraap het, want hy was verreweg as die gunsteling aangekondig in die pers. Ron Rijghard het byvoorbeeld sy artikel in die NRC-Handelsblad op 25 Januarie begin met: “De VSB-Poëzieprijs 2013 moet gaan naar Mijn naam is Legioen van Menno Wigman.” Die oproep waarmee Rijghard sy artikel ook geëindig het, het egter op dowe ore geval. Die jurie roem “de verraderlijk luchtige toon en de onvoorspelbare wendingen” in Perquin se bundel.
Die ander genomineerdes was die 74-jarige HH ter Balkt en die 88-jarige Sybren Polet. Na die aankondiging het die saal gesug. Perquin se bundel is goed, maar sy is nog so jonk. Sy kan dit altyd volgende jaar of die jaar daarna wen. Kon hulle nie maar die ouer manne soos Ter Balkt (wenner van die PC Hoofd-prys in 2003) ’n kans gee nie? Rijghard redeneer selfs dat HH ter Balkt se status die VSB-poësieprys se prestige weer ’n bietjie sou kon herstel, ná die “postmoderne nonpoëzie van Jan Lauwereyns” van die vorige jaar. Die kandidate van die VSB-poësieprys 2013 het een gemene deler gehad: ’n pessimistiese blik op mens en wêreld.
In ’n breër sin was die toekenning aan Perquin se bundel net so ’n verrassingselement soos by Vegter en ook soos die werklike betekenis van die einste bundel se titel. Wat is tog die verborge vermoë van poësie om lesers by Celinspecties eerstens te laat dink aan liggaam- of plantselle? Nee, dis baie blatanter. Hierdie bundel gaan oor die inspeksies in tronkselle uit ’n tyd toe Perquin ’n tronkbewaarder was. Sy is geïnteresseerd in die kwaad. Deur haar taal kry die moordenaars elkeen ’n gloed van ’n poëet. Oor haar gedigte hang ’n skadu van geweld. Celinspecties is haar derde digbundel.
Gesprek
Op straat zegt een man in zijn telefoon nee zegt niet schreeuwt
wie denk je eigenlijk, haalt adem, ziet mij staan,
wie denk je dat je bent
met je goede manieren zogenaamd die rijke vrienden van je
met je vol geplande week je goede baan
zijn stem breekt het toestel open,
die vrouw rolt ineens over straat, half aangekleed, mascara
uitgelopen, krabbelt overeind, staat verbaasd
en hij begint weer opnieuw
wie denk je dat je bent en kijkt naar mij terwijl hij slaat,
blijft kijken tot ik roep dat is genoeg stop ze ligt
al opgerold ze doet je niks man stop
maar hij is nog niet uitgepraat en kijkt naar mij en vraagt
wie denk je blijft maar doorgaan in zijn handpalm
woorden maken, dat je bent
houdt niet meer op.
(Uit Celinspecties, 2012)
Met haar gedigte se donker kante en suggesties van gevaar kan Perquin se poësie as hard ervaar word, maar haar seggingskrag sorg vir balans. Sy skryf uit ’n volwasse perspektief. Daardeur onderskei die jonge Perquin haar van beide Vegter en Van Leeuwen. En daarom moet sy fyn dopgehou word.
# Lees Anne Vegter se gedig, Gebed voor iedereen
fleursdumal.nl magazine for art & literature
More in: Archive W-X, Carina van der Walt, Walt, Carina van der
Esther Porcelijn
Argwaan
Ben jij nog wel mijn leider?
Ben jij nog wel de baas van alles?
Ben jij nog wel mijn sokpop?
Ben jij nog wel de klootzak?
Kook jij nog wel spinazie en eitjes voor mij?
Stop jij mij nog wel in?
Zing jij nog wel een liedje voor mij?
Knabbel je nog wel aan mijn vel?
Kus je nog wel op mijn nare gedachten?
Was je nog wel mijn hoofd en mijn haar?
Wil je mij nog wel soms een dag zien?
Wil je nog wel mijn regels verzinnen?
Ga je nog wel aan de afwas beginnen?
Snij je nog wel de uien voor de haring?
Bepaal je nog wel hoe het gaat?
Wil jij nog wel mij bekijken?
Ben ik nog wel je sokpop?
Lig je vannacht weer naast mij?
Esther Porcelijn gedicht
uit de nieuwe bundel: De keren dat ik verwaai
De keren dat ik verwaai is verkrijgbaar of te bestellen
via de reguliere boekhandel of
via uitgeverij teleXpress – www.telexpress.nl
ISBN/EAN: 978-90-76937-44-1
Prijs: 15 euro
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther
U I T N O D I G I N G
t e l e X p r e s s
www.telexpress.nl
dubbelpresentatie teleXpress op 26 september 2013:
De keren dat ik verwaai, debuutbundel Esther Porcelijn en
De Hel van Ruud Welten
in theater DE NWE Vorst, aanvang 20.30 uur
Op 26 september a.s. lanceert uitgeverij teleXpress in theater De NWE Vorst in Tilburg een tweetal nieuwe, bijzondere publicaties. Het betreft De keren dat ik verwaai, de debuutbundel van Esther Porcelijn, stadsdichter van Tilburg 2011-2013. Daarnaast, ruim een maand voor de honderdste geboortedag van Albert Camus, De Hel, een toneelstuk over Sartre, Camus en (hedendaags) terrorisme van filosoof en publicist Ruud Welten.
Tijdens de presentatie zal Esther Porcelijn – als altijd op pakkende wijze – voordragen uit haar bundel. Daarnaast vormen gelezen tekstfragmenten door Esther Porcelijn (naast dichter ook acteur en filosofiestudent) en filosoof en Sartrekenner Paul Cobben aanleiding voor een discussie tussen Ruud Welten, Hans Achterhuis, filosoof en auteur van o.a. Met alle geweld, theaterregisseur Tarkan Köroğlu en de overige sprekers. Moderator is Leon Heuts, redacteur van Filosofie Magazine.
In De keren dat ik verwaai beziet de voormalige stadsdichter van Tilburg, Esther Porcelijn, de stad en haar bewoners met de scherpe, maar tegelijkertijd zachtmoedige blik van de buitenstaander. De intermenselijke relaties in al hun verschijningsvormen worden door haar op associatieve, soms dromerig-poëtische dan weer beschouwelijke wijze neergezet, zij het telkens gelardeerd met de nodige ironie en humor.
De naoorlogse controverse tussen Sartre en Camus blijkt ook in de 21ste eeuw nog niets aan actualiteit te hebben ingeboet. Door het gedachtegoed van Sartre en Camus te confronteren met dat van een jonge islamitische terroriste, zet Ruud Welten de zaak op scherp, houdt hij ethische en existentiële kwesties tegen een hedendaags licht en zet hij de lezer aan het denken. Op heldere en tegelijkertijd speelse wijze worden deze kwesties de 26ste ten tonele gevoerd.
Behalve het toneelstuk bevat De Hel bijdragen van Sartre, Camus en een interview met toneelregisseur Tarkan Köroğlu.
Ruud Welten (1962) is filosoof. Hij is als universitair docent werkzaam aan de Universiteit van Tilburg en als lector bij de hogeschool Saxion te Deventer. Van zijn hand verschenen tal van publicatie over o.m. Sartre. Onlangs verscheen eveneens van zijn hand: Het ware leven is elders. Filosofie van het toerisme.
Esther Eva Porcelijn (1985) is toneelspeler, theatermaker en dichter. Na een paar jaar Toneelacademie in Maastricht ging ze naar Tilburg om er aan de universiteit filosofie te gaan studeren. Al snel werd ze tot stadsdichter van Tilburg verkozen (2011 – 2013). Sindsdien treedt ze in heel Nederland op met haar poëzie, korte verhalen, columns en theatervoorstellingen.
Porcelijns gedichten en prozastukken zijn verschenen in Brabant Literair, Strak en Hollands Maandblad. In 2013 won ze de Hollands Maandblad Aanmoedigingsbeurs 2012-2013 voor haar poëzie.
agendagegevens
boekpresentatie debuutbundel Esther Porcelijn en toneelstuk Ruud Welten, presentatie Leon Heuts (Filosofie Magazine), m.m.v. filosoof Paul Cobben, theaterregisseur Tarkan Köroğlu en als speciale gast filosoof en publicist Hans Achterhuis
datum: 26 september
aanvang : 20.30 uur, inloop vanaf 20.00 uur
locatie: De NWE Vorst, Willem II straat 48, 5038 BD Tilburg
entree : 5 euro
kaarten bestellen: www.denwevorst.nl
De keren dat ik verwaai is verkrijgbaar of te bestellen via de reguliere boekhandel of via uitgeverij teleXpress – www.telespress.nl – ISBN/EAN: 978-90-76937-44-1 – Prijs: 15 euro
De Hel/ l’Enfer is verkrijgbaar of te bestellen via de reguliere boekhandel of via uitgeverij teleXpress – www.telexpress.nl – ISBN/EAN:978-90-76937-43-4 – Leverbaar: 27 september 2013 – Prijs: 15 euro
fleursdumal.nl magazine for art & literature
More in: Art & Literature News, City Poets / Stadsdichters, Ivo van Leeuwen, Porcelijn, Esther
Carina van der Walt
Volledig volmaakte oneetbare kersies
(vir Gerrit Kouwenaar)
hand aan hand dwaal ons
deur galery na galery
langs die Hartbeespoortdam
buite stuifreën dit grys
en silwer oumansbaard
nes destyds in Parys
’n local se gedempte kersies
kitscherig onder sand en skulp
vasgeskilder ontlok opeens
skerpsuur die geur van
’n knalrooi kersietert
in die Champs-Élysées
donkersoet die likeur van
’n kersenbonbon
gevoer met die mond
Mon Cheri
Uit: Nuwe Stemme 5, p.80
Carina van der Walt poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive W-X, Carina van der Walt, Walt, Carina van der
MARTIN BEVERSLUIS
T.
Twee torenspitsen tanken twaalf
tellen tegenlicht tevens treitert
toeval talent telkens tegenslagen
tenenkrommend toen totems
tempels tanend talmend toezagen
trots toestonden tof tekortschoten
tekens tegenwoordig tampeloeres
tetanus teef toverstafjes trainden
tafels tegen tranen tegenstrevers
toonden taken tuitten totnogtoe
toeten toverden tepels troon
toekenning tomaten tijd totaal
tenietgedaan toekomsten toch
toegestaan tilburg tilt tot top.
Martin Beversluis poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Beversluis, Martin
Bij het bekijken van een foto van mijn
overleden vader als nog jonge man
Langs het jaagpad van verleden in alle soorten
klank tegen verval verweer. Kleine blonde Mariandl,
toe ga met mij eens aan de wandel, want zo alleen
te lopen is heus niets gedaan.
Hoe we oude liedjes zongen tot het vroeger
werd, ze nauwelijks meer klonken. Hoe ik in mijmeringen
gelukkig nog met papa loop, hand in hand, soms ook al los.
Nozel en stuimig, tot later ongeschikt voor jeugd.
Hoe pauwblauw de nacht zich opricht.
Bert Bevers
© Bert Bevers: verschenen in Onaangepaste tijden, Zinderend, Bergen op Zoom, 2006, ISBN 90 76543 09 7
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Freda Kamphuis:
Boeknecht Koekast, 2013, fotocollage
fleursdumal.nl magazine
More in: Freda Kamphuis, Kamphuis, Freda
Avondmaal
Bij het schilderij van Michael Triegel
Strak van zwartheid achterdoek. Of is het voorhang?
Wat zit hij daar te kijk in gillende stilte, aan een tafel
met mooi geplooid laken erover en ruimte voor
wel dertien man alleen. Zijn gezicht onbeschreven blad,
de haren eromheen lijken verse wondkorst als water
dat aan de randen van ruige sloten schoorvoetend ijs wordt.
Achter zijn rug onbekende steden, verzonnen plattegronden,
gekneusde dromen, krimpende en ruimende einders.
Als beloning voor deugdzaam leven een kers, een erg rode.
Vrucht van paradijs naast lege glazen. Hij vraagt zich af
of je kunt stoppen met springen. Agnus Dei. Ontferm u
Bert Bevers
© Bert Bevers: verschenen in Onaangepaste tijden, Zinderend, Bergen op Zoom, 2006, ISBN 90 76543 09 7
fleursdmal.nl magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
J.-K. Huysmans à Tilburg
Jef van Kempen
Translated from the Dutch and anotated by Jan Landuydt
[Mechelen / Paris] 2013
A translation into French of a biographical study of Huysmans by Jef Van Kempen. It was first published in the review, Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, in 1988.
The study traces some of Huysmans’ Tilburg ancestors before giving an account of his relationship with his uncle, Constantijn. It details how Huysmans’ controversial work as a writer was viewed by his relatives and how it eventually led to his being effectively cut out of his uncle’s will.
JEF VAN KEMPEN
J.-K. Huysmans à Tilburg (1)
Traduit du néerlandais et annoté par Jan Landuydt
« A propos, ton nom en hollandais est Joris-Karel Huijsmans. Tu as écrit de l’allemand (2) ». C’est par cette remarque que Constantijn Huijsmans conclut sa lettre (3) du 26 décembre 1874 à son neveu (4) français Charles-Marie-Georges Huysmans, fils de son frère Victor, décédé. La raison de la lettre est le début littéraire de son neveu, le recueil de poèmes en prose Le Drageoir à épices, qui vient de paraître en octobre de la même année. La remarque de Constantijn Huijsmans concerne le nom de plume par lequel son neveu, pour mettre en évidence ses origines hollandaises, a par méprise signé son premier livre : Jorris-Karl Huÿsmans. L’auteur corrige ultérieurement son premier prénom (« Jorris » n’existe dans aucune langue), mais non le deuxième. Sous le nom de Joris-Karl Huysmans (5), il va jouer un rôle important dans la littérature française de la fin du dix-neuvième siècle et du début du vingtième. . . . . . . . . . . .
# read more on website www.huysmans.org
fleursdumal.nl magazine for art & literature
More in: Huysmans, Joris-Karl, J.-K. Huysmans, Jef van Kempen, Kempen, Jef van
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature