Or see the index
Na een lang ziekbed is op woensdag 15 juli 2015, in zijn woonplaats Amsterdam, de dichter, schrijver, beeldend kunstenaar en muzikant Rogi Wieg overleden.
Rogi Wieg (1962) debuteerde als dichter in 1981. Zijn ouders waren Hongaarse vluchtelingen die zich in 1957 in Nederland hebben gevestigd.
Wieg werd, vanwege ernstige depressies, regelmatig opgenomen in psychiatrische ziekenhuizen en deed enkele pogingen tot zelfmoord. Zijn aanvraag voor euthanasie vanwege psychisch lijden werd onlangs gehonoreerd.
Zo zal ik niet sterven, maar ga ik
alleen een beetje dood.
(Rogi Wieg, 15 mei 2015)
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive W-X, In Memoriam, Wieg, Rogi
26 juni 2015 – Martin Beversluis wordt de nieuwe Stadsdichter van Tilburg. De officiële installatie is op 30 augustus tijdens Boeken rond het Paleis.
Martin Beversluis is voorgedragen door de stadsdichterscommissie (die bestaat uit Ingrid Luycks, Ingrid Ramaan, Jef van Kempen en Wilbert van Herwijnen). Het college heeft deze voordracht overgenomen.
Tilburg heeft sinds 2003 een stadsdichter. Om de 2 jaar benoemt het college een nieuwe dichter. Op dit moment is Jasper Mikkers stadsdichter. Hij neemt op 30 augustus afscheid. Eerder waren JACE van de Ven, Nick J. Swarth, Frank van Pamelen, Cees van Raak en Esther Porcelijn stadsdichter van Tilburg.
Wethouder Marcelle Hendrickx: “Martin Beversluis is een gedreven dichter die ook echt het podium durft te pakken. Hij legt mooie en verrassende verbindingen met muziek. En dat past uitstekend bij een stad die zich juist met podiumkunsten wil profileren.”
Moeder
Het zal zo tussen
Twee en half drie
Geweest zijn toen
Moeder opeens een
Zucht slaakte en zich
Afvroeg waar de echte
Wereld eindigde en
Haar kaartspel begon
Zij speelt in haar eentje
Patience speelt patience
In haar eentje op de veranda
Zij vindt eerder herinneringen
dan troost in het spel haar
Glanzende lippen lispelen af en
Toe een woord als kutkaarten
Godver weer niet of mooi maar
Dan spottend ook het zonlicht
kan haar niet raken als zij daar
niet zelf om gevraagd heeft.
De kaarten schudt moeder
Met een onvaste hand
Benieuwd welke kaart
Openvalt of verborgen
Blijft aangevallen door
Vliegen en muggen verdedigd
Door een eenzame mot
Dan tekent ze haar kinderen
Een handzaam vermaak
Het houdt de sleur weg
Het vastleggen haalt de
sleur weg de kaarten
Verdrijven moeder’s
Stemming naar buiten
De oeroude wetten van
Tevredenheid tot huilt
van godweetwaar en wie
Vermoedt of viert dat wat
Binnenin haar schuilt?
Martin Beversluis (Vlaardingen, 1972) debuteerde in 1995 met de bundel ‘De Zeisloper’. Als dichter speelde hij in de band Listening Principles en werkte hij samen met kunstenaar John Dohmen. Uit deze samenwerking ontstonden de bundels ‘Rijpen onder invloed’ (2005) en ‘Blauw van jou’ (2007). Sinds 2007 maakt Beversluis furore als slamdichter. In 2009 stond hij in de finale van het Nederlands Kampioenschap Poetry Slam, in 2011 wist hij de halve finale te bereiken. In datzelfde jaar presenteerde Beversluis zijn zevende bundel ‘Talisman’. Een jaar later zag de minibundel ‘Tijdreis’ het licht. Wegens zijn twintigjarig dichterschap verscheen in januari 2015 zijn jubileumbundel ‘De liefde begonnen’. Behalve als deelnemer is Beversluis ook actief als organisator van Poetry Slams, zoals het Tilburgse Podiumvlees Poetry Slam in samenwerking met Daan Taks.
# Meer gedichten van Martin Beversluis op deze website: fleursdumal.nl magazine
# Meer informatie over Martin Beversluis op zijn website: beversluis.com
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Art & Literature News, Beversluis, Martin, City Poets / Stadsdichters
Reasons to be cheerful: van 9 tot en met 13 juni presenteert Poetry International Rotterdam voor de 46ste keer de meest toonaangevende poëzie van eigenzinnige en ontregelende grootmeesters naast die van jonge, originele dichterstalenten van overal ter wereld. Onder hen de Bask Harkaitz Cano, de Aboriginal Lionel Fogarty, Togara Muzanenhamo uit Zimbabwe, de Russen Philip Nikolayev en Lev Rubinstein, Kenneth Goldsmith uit de VS, Yanko González uit Chili, Justyna Bargielska uit Polen, de Duitsers Durs Grünbein, Marion Poschmann en Barbara Köhler, de Engelse Jen Hadfield, Pierre Alferi uit Frankrijk, de Noor Nils Christian Moe-Repstad, Guo Jinniu uit China, Peter Verhelst en Els Moors uit Vlaanderen en Hester Knibbe en Tonnus Oosterhoff uit eigen land. Negentien ‘Reasons to be cheerful!’
9 – 13 juni 2015 / Rotterdamse Schouwburg
46e Poetry International Festival Rotterdam
De voordrachten van de festivaldichters vormen de harde kern van het festival. Speciale programma’s brengen daarnaast vooraanstaande dichters, bijzondere poëzie en opvallende fenomenen in beeld. Zoals de dichters rond het Rotterdamse Gard Sivik en de Amsterdamse tegenhanger Barbarber die eind jaren vijftig relativering en humor de poëzie binnen brachten. Of professor Zeman uit Exeter, die de werking van poëzie in het brein onderzoekt en zal illustreren. Maakt poëzie lezen u gelukkig? Kenneth Goldsmith houdt geheel in lijn met de titel van zijn boek Uncreative Writing een bevlogen pleidooi voor hergebruik van taal. Het beste Nederlandstalige poëziedebuut van het jaar wordt voor de 26ste keer bekroond met de C. Buddingh’-prijs en de beste poëzievertaler naar het Duits wordt gehuldigd met de tweejaarlijkse Brockway Prize. Zoals altijd heeft het festival ook verder veel aandacht voor de poëzievertaling met programma’s als de Vertalersslam, Het Juiste Woord en het poëzievertaalproject Met Andere Woorden. Om het overzicht te bewaren maakt het Poëziecafé u dagelijks ontspannen wegwijs door het woud van festivaloptredens en programma’s.
Kunst en film: Voorafgaand aan het festival opent op zondag 7 juni de vierde language & ART Gallery Tour, de tocht langs meer dan vijftien Rotterdamse galeries met beeldend werk van kunstenaars voor wie de taal, het woord en de poëzie inspiratiebron is of direct deel uit maakt van hun opvallende werk. In de Kunsthal ziet u dit jaar werk van alle kunstenaars die elders in de tour exposeren. Op maandag 8 juni staat Poetry on / as Film op het programma met onder meer documentaires over Rogi Wieg, Nobelprijswinnares Hertha Müller en nog veel meer.
Masterclasses, Craft Talks, VPRO Poetry Academy: Het festival is er niet alleen om te luisteren en te ervaren, maar zeker ook om te doen. Tijdens de masterclasses helpen festivaldichters je verder met tips en tricks voor het lezen en voor het schrijven van poëzie. In de Craft Talks gaan festivaldichters in een half uur tijd dieper in op een bepaalde vorm of een zeker aspect van poëzie. Tijdens de VPRO Poetry Academy neemt Wim Brands u zelfs een volle middag mee op een leerzame reis door de wereld van de poëzie.
Festivalbrochure en -App: Uitgebreide informatie over de vele festivaldichters en -programma’s staat binnenkort op deze website. Op 5 mei verschijnt de festivalbrochure als bijlage in de VPRO gids. Geen abonnee, bestel de bijlage dan nu via deze link. Medio mei staat de festival-app online. Meldt u nu alvast aan, dan ontvangt u een reminder zodra de app beschikbaar is.
En op zoek naar een overnachting tijdens het festival? Waarom slaapt u niet eens bij een Rotterdamse dichter thuis. Kijk snel op Wake Up in Poetry.
• Wake Up bij Rotterdamse dichters
• Bekijk de festivalbrochure online
• Download de festival-App
# kijk verder op de website van Poetry International
fleursdumal.nl magazine
More in: #More Poetry Archives, Art & Literature News, MODERN POETRY, Poetry International
Balts met een bevlogen constructeur van gevleugelde luchtschepen
Hilde van Urvel, interview met Sjon Brands
“Waar zijt ge?” Ik kom een kamer binnen vol breed uitwaaierende bouwwerken. De fantasie is hier op hol geslagen. “Hier,” antwoordt ergens een stem, “achter de Zilte Zomergeus!” Achter een bont vogelgeraamte van gips en koper ontwaar ik een vrolijke man met warrig haar. Een kunstenaar. “Kunt u zo wel leven?” vraag ik. “Nog net,” antwoordt de man achter het beeld, “ik kan nog bij de deur en de telefoon. Het bed wordt al moeilijker.” De grote vogel tussen ons staart me doordringend aan. Twee koperen ogen keken de jager aan. “Wordt u hier niet een beetje gestoord van?” “Nee hoor, dat was ik al eerder. Het valt best mee.”
De Nederlander Sjon Brands maakt vogels en sinds jaren luchtschepen. In een Engels aandoende kamer vol kasten, spiegels, scheepslampen en een rode Chesterfield, staan vijf levensgrote beelden van vogels in aanbouw. “Luchtschepen!” verbetert Sjon. Waarop ik niet kan nalaten: “Gaan ze ook vliegen?” “Nòg niet!” zegt hij beslist. Ik had het kunnen weten.
Wegwerpkunst
De vogels, pardon luchtschepen, zijn samengesteld uit alledaagse gebruiksvoorwerpen. Het is een feest van herkenning. Boeken, broodplankjes, een kraan, een bel, waterleiding, glazen, fittingen en tomatenblikjes. Veel glanzende metalen, glas en marmer. Een wonderlijke wereld uit alles wat wij mensen weggooien. “Veel gekregen en verder van rommelmarkten, vooral in Frankrijk.” “Waarom zover?” vraag ik. “Hier zie je veel plastic, lelijk plastic, vreselijke kleuren,” terwijl zijn hand over een koperen vogelkopje gaat, “maar daar vind je nog volop messing, brons of onyx. Prachtig. En de prijs is vriendelijker, hier vragen ze maar wat.”
“En dan maakt u zo’n luchtschip? Maakt u schetsen vooraf?” “Oh, nee,” wimpelt hij af, “ik heb geen enkel plan, daar is helemaal geen lol aan. Ik begin gewoon met het materiaal, met de rommel om me heen. Ik ga zitten spelen, net als vroeger met de Lego of het zand op het strand. Het ontstaat vanzelf.” “Leg eens uit,” werp ik tegen, “dat lijkt me iets te eenvoudig.” “Ik ga zitten kijken. Ik pak voorwerpen in mijn hand, of stukjes daarvan, en houd die tegen elkaar. Soms uren aan een stuk, kijken en nog eens kijken, Net zo lang tot ik iets nieuws ontdek. Hé, dat lijkt wel een kopje! Of, dat stukje glas heeft iets droevigs in zich!”
“Maar u weet toch wel waar u naar toe werkt?” “Nee, helemaal niet, dat zou ook niet goed zijn. Ik kan het weten. Je wordt een soort slaaf van je eigen benarde plannen. Het is veel prettiger om gewoon te spelen. En productiever. Je ontdekt mooiere dingen. Wat ik vooraf bedenk, hoe leuk dan ook, ziet er achteraf toch weer bedacht uit. Mager, vind ik, je ziet het eraan af. Soms kan het ermee door, maar het is zelden sprankelend, bijzonder of nieuw.”
Mijn blik dwaalt door de overvolle kamer. Langzaam kan ik het rijk van veren, theezeefjes, lampen, flessen, schakelaars, tandwielen, borsteltjes, melkkannetjes, gordijnringen, bougies, plantjes en schedeltjes loslaten. Het zijn inderdaad luchtschepen, groteske vogeldieren die hier huizen, liggend, staand of vliegend. Gestaag dringen ze tot me door, het is een vreemde surrealistische wereld die begint te werken. “Waar gaat dit over?” vraag ik me af. Ik kan het niet goed thuisbrengen. Het is anders, anders dan ik gewend ben. Het is veel, bont, grillig, absurd en tegelijkertijd ook herkenbaar en prachtig, tot in het kleinste detail afgewerkt.
“Ik heb het geluk dat ik al mijn tijd mag besteden aan het maken van vogels,” zegt Sjon, “dus doe ik het graag goed, ik vind het een voorrecht om mooie dingen te mogen maken.” “Ambacht dus?” “Ook dat, niets op tegen, maar niet alleen, het gaat mij vooral om andere betekenissen, die je niet in het herkenbare ziet. “Zoals? Noem eens een voorbeeld.” “Nou, neem dit waterpompje, van een Opel Record geloof ik, voor mij is dit een vogel, een speciale vogel, een soort god, die op zijn troon, een gedroogde zeester, de wereld overziet. Een wereld helaas ook van geweld en dood, niet zo’n fijne wereld eigenlijk. Daar voel ik me ook mee verbonden en dat doet deze vogel voor mij. Maar jij mag er best ook iets heel anders in zien.”
Ik staar in de open bek van het waterpompje, god bedoel ik. Waar gaat dit over? Naast god staat een vuurtoren, een galg, een hijskraan, medicijnflesjes op pootjes en een rij vervaarlijke vogeltjes met gehelmde schedeltjes en gele ogen. “Eh, is het niet een beetje bijeengeraapt?” vraag ik voorzichtig. “Nee, bijeengekomen,” werpt hij tegen, “langzaam bij elkaar gekomen. Dat is een heel proces geweest, waarin toeval en willekeur als breekijzer gewerkt hebben.” Ongetwijfeld is dit de logica van een dada-kunstenaar, voor wie zelfs pruimen en asfalt bij elkaar passen. Wat niet wegneemt dat al die verschillende voorwerpen, al die vogeltjes en gebouwen op zijn luchtschepen, een grillig, maar ergens samenhangend geheel vormen. Het zijn allemaal kleine verhalen, die op heel eigen wijze iets vertellen over ons mens-zijn.
‘Anna Blume hat ein Vogel’
Terug naar de luchtschepen. En dus vraag ik hem: “Waarom luchtschepen?” “Ik hou van luchtschepen. Ze zijn mooi en majestueus. Zoals in films met alles erop en eraan. Prachtige vormen, boeiender dan een modern vliegtuig. Ik hou van vliegen. Ik zie ze vliegen, zou je bijna zeggen. Mijn luchtschepen zijn droomvogels, afgeladen met gedroomde bouwsels en vogeldiertjes. Als vliegende eilanden, als fladderende schepen, als dolende werelden. Ik heb laatst een fuut met een kleintje op zijn rug gezien, fantastisch!”
“Over de fuut gesproken, wat boeit u zo in vogels?” “Vogels staan voor vrijheid. Vreemd begrip eigenlijk, iedereen verlangt ernaar, iedereen verstaat er wat anders onder, en toch weten we allemaal waar het over gaat. Zeker in deze kneuterige tijd met al zijn regeltjes. Wij willen ons vrij kunnen bewegen, uit het platte vlak komen, los van dit wel erg platte land. Vogels staan ook voor vogelperspectief, jezelf kunnen zien terwijl je bezig bent, probeert wat van dit leven te maken. Tenslotte hebben vogels de hele IJstijd overleefd, een hele prestatie.”
“En, vogels zijn net mensen. Wij denken dat we een stuk verder zijn, maar dat valt best tegen. Wij kunnen niet vliegen, van een toren duiken zonder dood te vallen, een fatsoenlijk ei leggen, zelf een nest bouwen of fluiten als de nachtegaal. Kakelen dat kunnen we wel, en kwetteren en snateren, de hele dag door, liefst mobiel. Net een bos vogels in de lente, alleen hebben zij geen apparaat of abonnement nodig, geen last van internet dat eruit ligt. Ze zijn eigenlijk veel slimmer.”
De kunstenaar raakt op dreef. “Mijn vogels zijn metaforen voor mensen, ik gebruik ze om onze goede bedoelingen en vooral al onze onvolkomenheden en ondeugden te beschrijven. Vechten, ruzie maken, het mooiste meisje inpikken, jaloezie. hebzucht, hamsteren, enzovoort. Vogels hebben vast geen last van goede bedoelingen, wèl van ondeugden. Maar die gaan ergens over, die gaan over het voortbestaan. Dan mag het. Wij maken ons druk om niks, om geld, de nieuwste iPhone, het zoveelste rokje, om de buurvrouw die weer eens te hard lacht.”
“Vogels zijn ook veel aardiger voor ons dan andersom. Wij mensen zijn de èchte beesten, wij stoppen vogels in kooien voor de gezelligheid, schieten ze af voor wat jachtplezier, vriezen ze in, vreten ze per kilo, kortwieken ze, ringen ze, verven ze of vermalen ze in straalmotoren. Ja, beschaving heet dat. Ooit vogels mensenverschrikkers zien bouwen? Of legbatterijen voor mensenmeisjes? Lijmstokjes, knalapparaten of netten? Nee toch? Geef mij maar vogels!”
Onze kunstenaar draaft behoorlijk door. Ik dreig de greep op dit interview kwijt te raken. Ik grijp in. “Wacht even, maar waar gaat dit allemaal over? Waarom maakt u deze beelden?”
Het wordt stil, doodstil. De kunstenaar denkt na. “Tsja,” zegt hij, “daar vraagt u me wat.” Zijn blik dwaalt af en glijdt over zijn luchtschepen alsof die zijn antwoord zouden moeten formuleren. Een beetje moedeloos. Alsof hij niet meer in zijn eigen taal, zijn beelden, mag spreken. Alsof zijn luchtschepen niet genoeg te zeggen hebben. Alsof hem de mond gesnoerd is. “Tsja,” zegt hij, “het gaat over spelen, denk ik. Vooral over liefde en liefde en nog eens liefde. En ook over Weltschmerz en wat romantiek. Of zo. Wat eigenlijk allemaal hetzelfde is. Of niet? Wat moet ik hier nou over zeggen? Begrijpt u dat? Heeft u hier wat aan?”
Dit tekent de man, die zeven dagen per week van ’s morgens vroeg tot in de avond in de weer is met wat wij rommel plegen te noemen, die kleuren uit een dozijn lagen opbouwt, die geduldig duizenden veren op een vleugel plakt, die een waterpomp voor god aanziet en toch gelukkig is. En iedere dag opnieuw twijfelt, zich afvraagt waar hij mee bezig is en vooraan staat om eigen werk te relativeren. Maar als er één stille kracht in dit werk is, dat is dat wel die betrekkelijkheid, met andere woorden humor, die van deze vreemde luchtschepen afspat.
Hilde van Urvel
Hilde van Urvel, interview met Sjon Brands, oktober 2014
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Brands, Sjon, Sjon Brands, Theater van de Verloren Tijd
Saint-Étienne-de-Tinée
I
Quatorze Juillet wordt tot in
de kleinste gehuchten gevierd. Hier
in de bergen lijkt het vuurwerk
zelfs op zijn hoogste punt omlaag
te zijn tegen dat zwaarmassief décor.
Wijn vloeit, er wordt gelachen en
beschonken is men katholiek
in hart en ziel, in koor.
De slaap zo’n nacht schijnt
voortzetting te zijn van
feestgedruis en echolach en
vol wordt stilte dan gedroomd.
II
Quinze Juillet. Vanuit het raam van ’t hotel
waarachter jij toevallig even woont zie je
een oude dorpspastoor het plein aanvegen.
Zijn takkenbezem raspt net zo scherp de stilte
weg als het scheermes de stoppels van je wang.
De klokken gaan luiden: heel kalm zet hij
de bezem aan de kant en schuifelt zich
aan het hoofd van de uitvaartstoet die
doorheen de confetti de kerk aandoet.
De morgen na een feest of niet: er
wordt begraven want het leven moet weer door.
Achter de bergen rommelt donder.
Bert Bevers
Eerder verschenen in ’t Kofschip, Dilbeek, 16de jaargang, nummer 5
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Nominaties C. Buddingh’-Prijs 2015 & Uitreiking tijdens het 46e Poetry International Festival: De jury van de C. Buddingh’-Prijs 2015 nomineert de debuten van Rens van der Knoop, Jeroen van Rooij, Saskia Stehouwer en Runa Svetlikova voor de 26ste C. Buddingh’-Prijs voor het beste Nederlandstalige poëziedebuut van het afgelopen jaar.
De jury, bestaande uit Jan Baetens, Hester Knibbe en Marije Koens, kreeg tweeëntwintig debuutbundels onder ogen, een meer dan vorig jaar. De C. Buddingh’-Prijs 2015 wordt op donderdag 11 juni a.s. uitgereikt tijdens het Poetry International Festival Rotterdam.
De genomineerde titels zijn (in alfabetische volgorde):
Rens van der Knoop – Twee mannen spreken elkaar ongemerkt aan
De Bezige Bij Amsterdam
Rens van der Knoop (1987) studeerde Beeld & Taal aan de Rietveld Academie in Amsterdam. Hij stond regelmatig op podia van literaire festivals en publiceerde in Tirade, Mister Motley en Tubelight. Hij werkt aan een muziekencyclopedie.
Jeroen van Rooij – Niemand had er enig idee van wat er aan de hand was
De Bezige Bij Antwerpen
Jeroen van Rooij (1979) publiceerde in onder meer DW B, nY, Parmentier en op deReactor. Hij schreef eerder de romans De eerste hond in de ruimte (2010) en Het licht (2012), dat op de longlist van de Gouden Boekenuil stond.
Saskia Stehouwer – Wachtkamers
Uitgeverij Marmer
Saskia Stehouwer (1975) studeerde Nederlands en Engels. Haar gedicht Glimp eindigde in 2012 in de top-20 van de Turing Gedichtenwedstrijd. Ze publiceerde eerder gedichten in de Revisor en Awater en was te zien op festivals als Dichters in de Prinsentuin en Crossing Border.
Runa Svetlikova – Deze zachte witte kamer
Uitgeverij Marmer
Runa Svetlikova (1982) publiceerde verhalen en poëzie in obscure blaadjes en literaire tijdschriften, staat met grote regelmaat op literaire en minder literaire podia en behaalde meer dan eens de top-20 van de Turing Gedichtenwedstrijd. Voor Deze bundel ze de Herman de Conink debuutprijs.
9 – 13 juni 2015 / Rotterdamse Schouwburg
46e Poetry International Festival Rotterdam
Uitreiking C. Buddingh’-Prijs 2015
Donderdag 11 juni, Rotterdamse Schouwburg – Grote Zaal
# website Poetry International
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Art & Literature News, MODERN POETRY, Poetry International
Sjon|Brands
TENTOONSTELLING LUCHTSCHEPEN
‘Vreemde|Vogels|Onderweg’
vrijdag 8 t/m zondag 31 mei 2015
Woensdag t/m zondagmiddag 14.00 – 17.00 uur, vrijdag en zaterdagavond 20.00 – 23.00 uur
Franciscanessenkapel, Bisschop Zwijsenstraat 20 te Tilburg, ingang parkje tussen 20 en 24
‘Vreemde|Vogels|Onderweg’ is een uitbundige tentoonstelling gevleugelde luchtschepen. Vijf gevederde luchtpaleizen, weelderige droomvogels bezaaid met buitenissige bouwwerkjes en vreemde vogelmensjes. Vijf groteske kathedralen van een op hol geslagen fantasie. Oftewel een mensheid vertolkt in kleine verhaaltjes en humor.
Het zijn speelse constructies opgebouwd uit een vindingrijk hergebruik van gebruiksvoorwerpen en wegwerpmaterialen, een zwevend rijk van veren, theezeefjes, lampen, flessen, schakelaars, tandwielen, borsteltjes, melkkannetjes, gordijnringen, bougies, schedeltjes, enzovoort. Wat men thuis en buiten tegenkomt bewerkt tot een bos bonte karikaturen van het menselijk bestaan.
Met deze expositie toont de Tilburgse kunstenaar Sjon Brands voor het eerst zijn nieuwe luchtschepen, eigenzinnige werk waar hij de afgelopen twee en een half jaar onafgebroken aan heeft gewerkt. Bergen metaal, hout, glas, steen, porselein, duizenden labeltjes en tienduizenden veren zijn allengs omgetoverd tot een vrolijk landschap dada-droomwerelden in 3D.
Deze tentoonstelling luchtschepen gaat vergezeld van een expositie van de schilder Martijn de Boer, die zijn nieuwe serie kinderportretten laat zien, getiteld ‘Young Bishops’. De vlot geschilderde werken in acryl op papier zijn gebaseerd op sepia klassenfoto’s van rond 1920, waarop kinderen zijn uitgedost in hun zondagse kleren, vaak bang voor de camera en soms kaalgeschoren vanwege de luizen. Het palet van Martijn de Boer is bewust beperkt tot aardetinten: zwart, wit, oker en gebrande sienna. We zien kanten kraagjes en strikjes in het haar, attributen van kinderlijke onschuld. Desondanks ontwaart de kijker al snel dat er meer aan de hand is.
zondagmiddagprogramma
Tijdens de zondagmiddagen is er een aantrekkelijk programma ‘Anna Blume hat ein Vogel’ met gerenommeerde ‘vreemde vogels’ uit de wijde omgeving van Tilburg. Aanvang 15.00 uur.
rondleidingen scholen
Door de week zijn er voor groepen uit het lager en middelbaar onderwijs gratis rondleidingen, mits vooraf afgesproken. De belangstelling is groot, wees tijdig met uw aanmelding: 013 5358041.
Deze expositie kwam tot stand m.m.v. ‘Fundación ‘Bosch Y Bosco’ en ‘Stichting Ateliers Tilburg’.
De toegang is gratis en u bent natuurlijk van harte welkom. Kinderen onder begeleiding.
Informatie en programma, zie: www.sjonbrands.nl
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Brands, Sjon, Sjon Brands, Theater van de Verloren Tijd
Wachtend op lijn 3
Nu hoor ik voor de tweede keer in een minuut
een zelfde conversatie. Doodernstig staat een meisje
op dit ondergronds perron met een recordertje
te spelen. Daar drukt ze weer de opnameknop in,
luistert met haar stalen oor, spoelt rroetssjj terug
en draait met fonkelende ogen stemmen af die zij bezit:
dertig seconden terug in de tijd op dezelfde plek,
met geluiden van mensen die niet weten wat
ze moeten vinden. Ze oogt niet gek. Daar is de metro.
Zij hoeft niet mee. Ik kijk haar na, zie nieuwe
woorden zinloos op haar band verdwalen.
Waar ligt betekenis? In kogelgaten of de ruimte
daar tussen? Ik weet het niet, en zie verder leven,
verder.
Bert Bevers
(verschenen in Antwerpen – De stad in gedichten, Uitgeverij 521, Amsterdam, 2003)
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Allure noch schijngestalte / Randjes
Ik ben zielig, zo zielig.
Ik haat de deuren die te hard dichtvallen.
Ik haat de randjes rond mijn nagels.
Ik haat de tegeltjes in mijn badkamer omdat ze niet naar boven of onder gaan.
Ik haat al mijn beslissingen, maar de beslissing om mijzelf te gaan vinden in Cambodja nog het meest.
Ik ben een mislukkeling en ik kan niks.
Ik heb nog altijd randjes rond mijn nagels
Ik haat de regen die niet doorzet en de mislukte kit in de zijkant van mijn ijskast.
Alles mislukt. Misluk!
Ik haat de herinnering aan het nergens bij horen.
Ik haat dat ik zelfs in de mooiste verfabeling van mijn herinnering toch geen stukje ontbijtkoek krijg en word uitgelachen.
Ik ben zielig.
Ik kan niet eens ritmisch haten, zoals de harmonie van de maquette voor een rijk van een dictator.
Ik kan niet eens de vetkwabben van de hoerige caissière, met blonde pluk in ’t haar, haten.
Hoe zij aan haar blonde pluk sabbelt en mijn pak mergpijpjes piept.
Ik bijt de velletjes rond mijn nagels en ik zwabber op mijn stoel.
Alles zou kunnen en ik doe niets.
Ik haat want ik weet alles beter, dat zei mijn net niet echt labiele tante tegen mij.
De tante waarbij ik schaamhaar voor het eerst goed zag. Ze had een donkere bos die ik later ook zou krijgen. Zij las mij voor en ik wist het beter.
Beter dan de meneren op het nieuws die altijd alles weten.
Zij kunnen tenminste niets vinden. Ik vind alles.
Ik pulk en scheur de vellen rond mijn nagels en ik haat de ademloze race van ik tegen ik.
Mama, je spijt me.
Ik ben zielig.
Esther Porcelijn, 2014
fleursdumal.nl magazine
More in: Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
Buiten in maart
Ook dit jaar opnieuw een maandlang maart, veel buiten
nu. Herinner me hoe ik, de voeten vast in zegelaarde,
in de polder naar de vroege eerste kwikstaart staarde
onder prille lentezon en dat wat later die dag de ruiten
haast bezweken onder plotselinge storm. Een buur alleen
hield zich voor dat ook gebroken harten blijven kloppen,
maar bouwde zich een kooi rond de ziel. De stoppen
sloegen door, winter sloeg wild weer om zich heen.
Vandaag kiemt in alle tuinen schrikbarend groen de bladsla.
Lente, net van stal, laat blauwe wolkjes uit de neusgaten stromen.
Ze hangen boven deze vette akkers als pas ontwaakte dromen.
Wind brengt uit een verre radio meerstemmig vlagen Abba.
Bert Bevers
(Verschenen in 12 gedichten omarmend rijm, Het Noord-Brabants Genootschap, Den Bosch, 2002)
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Freda Kamphuis: Ave Maria Vice Versa – typografische collage – 2015
fleursdumal.nl magazine
More in: Freda Kamphuis, Freda Kamphuis, Kamphuis, Freda
Waartoe zijn wij?
De deur dichtdoen en weer open,
verliefd zijn en verliezen leren,
de schaamte uit de kleren helpen,
af en toe een paperclip verbuigen,
het kind dat later weg zal lopen
wassen, de planeet ontluisteren,
slapen gaan en soms ontwaken,
zo nu en dan een ui verplanten,
hier en daar een oorlog beginnen,
of nog een, een droom begraven,
van huid veranderen, de kraan
openzetten en niet meer sluiten –
Sjon Brands
“De Tilburgse kunstenaar Sjon Brands maakt dadaïstische paradijsvogels. Absurde wezens samengesteld uit metalen gebruiksvoorwerpen, radiobuizen, struisvogelveren, pollepels, enz. Vogels die regelrecht uit het surrealistisch rariteitenreservaat van Jeroen Bosch fladderen.”
Het is een bos bonte karikaturen van ons bestaan, een vrolijke verzameling menselijke eigenaardigheden en ondeugden, die het leven soms hard, maar alleszins de moeite waard maken. Zie: www.sjonbrands.nl/vogels
‘Odd|Birds|on|the|Move’ is een project groteske ‘luchtschepen’, grote dynamische vogels met wonderlijke bouwsels en zonderlinge vogeltjes. Zie: www.sjonbrands.nl/airships
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Brands, Sjon, Theater van de Verloren Tijd
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature