Or see the index
Elke twee jaar draagt de stadsdichterscommissie een kandidaat voor het stadsdichterschap van Tilburg voor. De zevende Stadsdichter van Tilburg wordt in augustus 2015 geïnstalleerd tijdens Boeken rond het Paleis.
Het college benoemde eerder tot Stadsdichter van Tilburg:
JACE van de Ven (2003-2005), Nick J. Swarth (2005-2007), Frank van Pamelen 2007-2009), Cees van Raak (2009-2011), Esther Porcelijn (2011-2013) en de huidige stadsdichter Jasper Mikkers (2013-2015).
De procedure is als volgt:
Eind april en begin mei beraadslaagt de stadsdichterscommissie over de kandidatuur.
De potentiële stadsdichter hoeft niet zelf te solliciteren. Van de stadsdichterscommissie wordt verwacht dat ze een goed beeld heeft van de dichters in de stad.
Aan de andere kant wordt de commissie graag geholpen bij haar taak. Het kan immers zo zijn dat aanstormend talent nog niet voldoende in beeld is, dat gevestigde dichters na een periode van radiostilte de pen weer opgepakt hebben of dat kandidaten die (een tijdje) buiten de stad gewoond hebben, zich weer in de gemeente Tilburg hebben gevestigd.
De commissie wil daarom Tilburgers de gelegenheid geven de commissie te attenderen op mogelijke kandidaten. Iedereen die dat wil kan dat doen door vóór 15 april 2013 een mail te sturen aan het e-mail adres van de ambtelijk secretaris van de commissie: marijn.gevers@tilburg.nl
Alle namen die op deze wijze binnenkomen, worden doorgeleid naar de stadsdichterscommissie en zullen in de beraadslagingen worden betrokken.
De criteria waar de Stadsdichter aan moet voldoen zijn:
◊ Woonachtig zijn in Tilburg;
◊ Reeds hebben gepubliceerd van werk (poëzie) of reeds hebben opgetreden met zijn/ haar werk;
◊ Aantoonbare brede kennis hebben van en/ of liefde voelen voor Tilburg en zijn geschiedenis;
◊ Ook een dichterscollectief kan zich aanmelden, mits dit reeds als zodanig gepubliceerd heeft of op het punt staat te publiceren.
De commissie kan in de loop van de procedure bij meerdere kandidaten informeren naar de laatste ontwikkelingen in hun dichterschap en naar de ideeën en projecten die de aankomend stadsdichter zou willen verwezenlijken. De commissie bestaat uit: Ingrid Luycks, Ingrid Ramaan, Jef van Kempen en Wilbert van Herwijnen (voorzitter).
Eind juni of begin juli neemt het college een besluit over de benoeming van de nieuwe stadsdichter, waarna de naam van de Stadsdichter van Tilburg 2015 – 2017 bekend wordt gemaakt.
Alle portretten van de Tilburgse stadsdichters van 2003 tot en met 2015 zijn van Ivo van Leeuwen. Ze worden, samen met de portretten van de kinderstadsdichters, permanent geëxposeerd in de hal van het gebouw Bibliotheek Centrum Tilburg, Koningsplein 10.
Start selectieprocedure zevende Stadsdichter van Tilburg (2015 – 2017)
# Meer informatie op website tilburg.nl
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, City Poets / Stadsdichters, Ivo van Leeuwen, MODERN POETRY
Mathias Jansson ©: From the series Impossible Literature Universe: 1984 by Orwell.
Mathias Jansson is a Swedish art critic and poet. He has contributed to visual poetry to magazines as Lex-ICON, Anatematiskpress, Quarter After #4 and Maintenant 8: A Journal of Contemporary Dada. He also published a chapbook with visual poetry and contributed with erasure poetry to anthologies from Silver Birch Press.
fleursdumal.nl magazine
More in: Jansson, Mathias, Mathias Jansson, Mathias Jansson, Orwell, George
esther
porcelijn
Man verdronken
Borislav de Pool is te water geraakt.
Hij had teveel gedronken maar had toch nog dorst.
Piet, de havenmeester, heeft hem nog geprobeerd te helpen, maar tevergeefs.
Misschien was hij ongelukkig,
Misschien was hij verward,
Misschien wist hij niet wat onder was of boven
Misschien was hij de gelukkigste man op aarde
Water inademen kan wel, maar je gaat er zo dood van.
Het schijnt fijn te voelen.
Elk hoekje van je longen gevuld, het is dikker dan lucht
Eindelijk adem je eens echt goed in. Een, twee, drie, klaar.
Ineens was hij verdwenen.
Wat zou hij op het laatst hebben gedacht?
Zou hij zijn familie in Polen hebben gemist? Aan zijn vrouw gedacht die hem op straat had gezet? Aan zijn dochtertje dat hij een pony had beloofd?
Wat is het waard om de leegte te verdrinken als er niets na komt?
Drinken drinken drinken, een groot rietje nodig voor deze haven.
Hij is aangelegd, voorgoed verlost en nooit meer dorstig.
Zijn moeder heeft hem gekregen in het water
En daar is hij nu naar teruggekeerd
Esther Porcelijn, 2014
fleursdumal.nl magazine
More in: Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
Freda
Kamphuis
Gevleugelde taal
In plaats van op een speciaal kerkhofje voor vliegen
zoals wij mensen dat zouden gaan doen
netjes afgerond voor het oog
ver boven vette vlezige maden
ligt dit nietige vliegje
begraven tussen twee bladzijden van mijn boek
de voor altijd zichtbare, leesbare doodsstrijd
gedrukt over mooie sierlijke letters heen
zo samenvallend zou het juist voor schrijvers moeten zijn
ons meelijwekkende silhouet in ons laatste boek
pas samengeklapt na onze dood natuurlijk
arme vlieg, kuierend, onwetend van wat komen ging
verpletterd in seconde van bruusk geweld
het keihard dichtklappende boek, nee poëziebundel zelfs
daar is toch niets dichterlijks aan?
gelukkig heb ik het niet gedaan
deze gruwelijke vliegenmoord niet op mijn geweten
misschien heeft de eerstehands eigenaar
erg geleden na het veroorzaken van dit leed
gelooft u het?
minder dan deze vlieg in ieder geval
dat is een feit
arme vlieg, u las geen poëzie
uw doder wel.
Freda Kamphuis
2012
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive K-L, Kamphuis, Freda
Bert
Bevers
Liedje uit Thudinië
voor mijn Geertje
We gingen erheen om de sneeuw
die zou komen te zien maar al regen
was het onderweg. Ook fijn, maar
toch niet wat gedacht. Toen in Thuin
de trein halt hield was er dat moment
van verwondering: eén druk op de knop
en het sneeuwde toen we buiten stapten.
Voor ons. We maakten het mee. Het gebeurde.
Wees mijn bries. Blijf mijn lief, alsjeblieft.
Bert Bevers
Ongepubliceerd
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Meisje en de Pop
Meisje houdt het hoofd gebogen
Knijpt in mij en huilt erom
Nog altijd kan ik niet geloven
Dat ze ’t deed en dat ze ’t kon.
Wie moet haar nu beschermen dan?
Voor mij was ze nog niet te groot
Nu moet ze spelen met een man,
‘t andere speelgoed is al dood.
Popje
Klein meisje pakt haar popje en knuffelt het zo hard dat de knoopoogjes knappen.
Het popje is tot leven gewekt en vermorzeld in één adem.
Even daarvoor zag klein meisje haar moeder gebogen over het aanrecht, met blote voeten op de tegels en melkwitte blote benen.
Even daarvoor hoorde ze gestommel op de trap en vallende spullen. Ze wilde naar de gang lopen maar haar moeder duwde haar terug de kamer in.
Even daarvoor sneeuwde het buiten.
Even daarvoor riep haar vader iets boos en gilde haar moeder terug en gilde haar vader weer.
Even daarvoor legde ze haar popje neer.
Even daarvoor liep haar moeder met betraand gezicht de kamer binnen, aaide ze klein meisje over het hoofd en riep heel druk dat het allemaal niet zo erg is, daarna ging ze de kamer weer uit.
Even daarvoor lag klein meisje op de bank met haar popje, ze keek naar een Coca-Colareclame op de televisie.
Even daarvoor hoorde ze haar moeder heel hard huilen, ze hoorde het door de verwarming naast de bank.
Even daarvoor speelde ze met haar popje en haar pinguinknuffel, ze speelde het spelletje ‘koude pop/warme pop’.
Even daarvoor zag ze haar buurjongen, aan de hand van zijn vader en moeder, met een grote wafel met slagroom langs het raam wandelen.
Even daarvoor kwam haar moeder iets te breed lachend de kamer binnen, pakte klein meisje vast en legde haar op de bank. ‘Kijk maar wat tv’, zei ze, ‘kijk maar fijn’.
Even daarvoor gooide ze haar popje neer, omdat ze al te groot was geworden voor popjes.
Even daarvoor schrok haar vader heel erg en bleef haar moeder zeggen dat hij rustig moest doen.
Even daarvoor stond er een vreemde man met een baard in huis met een rood pak. Hij trok een gekke bek naar klein meisje en deed zijn baard af.
Esther Porcelijn
fleursdumal.nl magazine
More in: Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
Het Theater van de Verloren Tijd is het theatergezelschap in het Nederlandse taalgebied dat zich volledig heeft toegelegd op de vertolking van Nederlandse, Vlaamse en ook Afrikaanse poëzie. Sjon Brands en Dorith van der Lee kennen ieder zo’n 700 gedichten uit het hoofd (‘by heart’) en kunnen daarmee overal op reageren. Zij bogen op 25 jaar ervaring op podia en pleinen van Terschelling tot aan Kaap de Goede Hoop.
“Het werk van het ‘Theater van de Verloren Tijd’ is bij mijn weten uniek. Het is authentiek theater in al zijn eenvoud, kwetsbaar, eigenzinnig, zonder techniek of tierlantijnen. Het is spontaan en improviserend, niets lijkt vooraf vast te liggen. Het is persoonlijk, warm en waarachtig, het brengt mensen dichter bij elkaar, het verbindt mensen met hun ziel. Het is een zachte kracht in het land.” (Walter Breeveld)
De voorstellingen van het Theater van de Verloren Tijd zijn gebaseerd op een ongedwongen spel, een levendige interactie met het publiek. De acteurs associëren op wat er wordt aangereikt, ieder woord, vraag of beeld wordt beantwoord met passende gedichten. Het is spannend voor allen en elke keer anders.
“Het woord is niet aan de dichter, maar aan de gedichten.” (Rutger Kopland) – “Men moet de poëzie tegen de dichters beschermen.” (Marnix Gijsen) – “Er bestaat een hardnekkig misverstand dat gedichten en een krakkemikkige voordracht bij elkaar horen.” (Gerrit Komrij) – “Mijn oren zijn intelligenter dan mijn ogen. Ik denk dat als ik gedichten lees een struik wimpers in de weg zit, terwijl een stem in mijn oor vrij entree heeft.” (Johan Anthierens)
Eigenlijk zou men gedichten moeten horen, net als mooie muziek. Eigenlijk moeten gedichten zó worden vertolkt dat elk woord, elke klank en cadans, zelfs de stilte gaat twinkelen. Dan kunnen ze het verstand links laten liggen en rechtstreeks het hart bereiken. Dan kunnen ze verwonderen en de pracht van onze taal te voorschijn toveren. De afstand tussen poëzie op papier en een sprankelende voordracht is als de wereld tussen een partituur en een bruisend orkest, tussen een recept en een dampende maaltijd. “Dat is ons werk, wij zijn acteurs, voordrachtskunstenaars: Wij brengen gedichten tot leven!”
“Over het hele eiland Terschelling zijn kriskras toneelgroepen, beeldend kunstenaars en muzikanten neergestreken om hun kunsten te vertonen. In het bos draagt het ‘Theater van de Verloren Tijd’ gedichten voor. Het publiek zit op een open plek in het bos en roept lukraak steekwoorden. De twee leden van het theater weten daar vervolgens feilloos een gedicht aan te koppelen. Dat zij beiden ruim 600 gedichten uit hun hoofd kennen is heel knap, maar het is ronduit verbluffend zoals de gedichten tot leven komen onder het geruis van bomen. Dichten zoals dichten ooit bedoeld is.” (Jan Sluyterman)
Theater van de Verloren Tijd, Stedekestraat 15, 5041DM Tilburg, telefoon: 013 5358041, email: post@theatervandeverlorentijd.nl, website: www.theatervandeverlorentijd.nl
fleursdumal.nl magazine
More in: Brands, Sjon, STREET POETRY, Theater van de Verloren Tijd, THEATRE
Mathias Jansson ©: From the series Impossible Literature Universe.
Wuthering Heights by Emily Bronte
Mathias Jansson is a Swedish art critic and poet. He has contributed to visual poetry to magazines as Lex-ICON, Anatematiskpress, Quarter After #4 and Maintenant 8: A Journal of Contemporary Dada. He also published a chapbook with visual poetry and contributed with erasure poetry to anthologies from Silver Birch Press.
fleursdumal.nl magazine
More in: Brontë, Anne, Emily & Charlotte, Jansson, Mathias, Mathias Jansson, Mathias Jansson
Vijf zomers lang was er GeelZucht, of de Ronde van Frankrijk in wielergedichten. Vijf zomers lang wrong een losvast collectief op de blog geelzucht.weebly.com een inktvers wielergedicht uit lijf en leden, een poëtische impressie van een voorbije Touretappe, nog dezelfde avond gepost.
Vanaf 2015 gooien de auteurs (m/v) (‘met een Groot Wielerhart voor het Jongensboek van de Koers’) het over een andere boeg. Ze spitsen zich niet langer toe op het rondewerk, wel op de voorjaarsklassiekers. GeelZucht wordt voortaan Pen & Pedaal. Vanaf zaterdag 28 februari brengen ze in dichtvorm verslag uit van alle grote wedstrijden die de revue passeren. Het resultaat staat elke avond vanaf 19.00 uur online op de nieuwe blog http://penpedaal.weebly.com/
GeelZucht is niet meer, leve Pen & Pedaal!
Volgende auteurs hebben hun hoogtestage achter de rug en staan al helemaal op scherp om Koppen- en Keutenberg, Steenbeekdries en Drève des Boules d’Hérin, Roche-aux-Faucons en Poggio te bedwingen: Bert Bevers, Frans Brocatus, Philippe Cailliau, Martin Carrette, Patrick Cornillie, Norbert De Beule, Fleur De Meyer, Philippe Hoorne, Albert Megens, Dirk Nachtergaele, Frank Pollet, Paul Rigolle, Lies Van Gasse, Miel Vanstreels en Willie Verhegghe.
Ze brengen – naar de conditie, de tactiek, het geluk en de grinta van de dag – gedichten over de Omloop Het Nieuwsblad, Kuurne-Brussel-Kuurne, de Strade Bianchi, Milaan-Sanremo, Dwars door Vlaanderen, de E3 Prijs Harelbeke, Gent-Wevelgem, Ronde van Vlaanderen, de Scheldeprijs, Parijs-Roubaix, de Brabantse Pijl, de Amstel Gold Race, de Waalse Pijl, Luik-Bastenaken-Luik en jawel, bij wijze van uitwaai ook van Puyvelde Koerse. Te volgen dus op http://penpedaal.weebly.com/
Voor de in koers geïnteresseerde poëzieliefhebber. En omgekeerd.
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Bevers, Bert, Literary Events, LITERARY MAGAZINES
Bert
Bevers
Een zanger in de wortels
Er huist een zanger in de wortels
van mijn stem: geen lied laat hij ongezongen
laat hij steeds met klem weer horen.
Geen lied krijgt ooit de kans
eens te ontsporen in het niet willen ontstaan.
Sotto voce wordt dan weer de melodie
van last ontdaan en als het ware
gekapt uit het vergaan: te lijf
gegaan de onvermoede koren.
Hoor hoe hij de stem bezingt: de blik
minutenlang op niets gericht als om
te oefenen op een vergeten instinct.
Bert Bevers
Verschenen in Hollands Maandblad, Den Haag, 29ste jaargang, nummer 481
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Het wijkende bestaan
Zij is het
gaandeweg verloren
gewaande vermogen
tot overgave aan
het onbeschoren
nog onbevlogen
wijkende bestaan,
het vallen, het verzaken
van het lood, de nood
van de dag, het anker
van wat wijsheid was,
het onversaagd geraken
waar de leegte beweegt
en de stilte nog luistert,
ach, tederheid fluistert.
Au,
de zoen op de blinde
ruit, de blikken huid,
de hand in het zand.
Zij staat achteraan
in de rij.
Sjon Brands
“De Tilburgse kunstenaar Sjon Brands maakt dadaïstische paradijsvogels. Absurde wezens samengesteld uit metalen gebruiksvoorwerpen, radiobuizen, struisvogelveren, pollepels, enz. Vogels die regelrecht uit het surrealistisch rariteitenreservaat van Jeroen Bosch fladderen.”
Het is een bos bonte karikaturen van ons bestaan, een vrolijke verzameling menselijke eigenaardigheden en ondeugden, die het leven soms hard, maar alleszins de moeite waard maken. Zie: www.sjonbrands.nl/vogels
‘Odd|Birds|on|the|Move’ is een project groteske ‘luchtschepen’, grote dynamische vogels met wonderlijke bouwsels en zonderlinge vogeltjes. Zie: www.sjonbrands.nl/airships
“The Dutch visual artist Sjon Brands makes Dadaist birds of paradise. Absurd creatures made of metal everyday objects, radio tubes, ostrich feathers, ladles, etc. Bird sculptures that seem to flutter straight from the surreal rarities reserve of Jheronimus Bosch.”
It’s a bunch colorful caricatures of our existence, a cheerful collection of human idiosyncrasies and vices, that sometimes make life hard, but definitely worth it. See: www.sjonbrands.nl/vogels
‘Odd|Birds|on|the|Move’ is a major project of grotesque ‘airships’, large dynamic birds with fantastical buildings and eccentric birdies. See: www.sjonbrands.nl/airships
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Brands, Sjon, Sculpture, Theater van de Verloren Tijd
Pantoffeldier
“Ik geloof nergens in, ik geloof in de zon”, zegt hij.
Onder een trap lopen doet hij niet, ‘je weet maar nooit.’
Hij kan er niet in meegaan. De OV-chipkaart was de laatste verandering die hij aankon, maar een Youtubefilmpje van de breed lachende premier op polkamuziek met een steeds terugkerende boos kijkende bever werd hem teveel. Nu zit hij al dagen in zijn stoel te bedenken hoe hij moet voorkomen een oude man te worden. Moet hij zijn pantoffels weggooien? Het zijn wel van die ruitjespantoffels waar je zo instapt, ze zitten zo lekker.
Mannen van zijn leeftijd houden van bridgen, hij mag dus niet gaan bridgen. Mannen van zijn leeftijd hebben vaak al veel vrienden verloren, hij ook, hij heeft zijn allerbeste rossige vriend verloren. Verder heeft hij niet veel vrienden verloren, al is eentje wel erg ziek. ‘Hoe geen oude man te worden?’, vraagt hij hardop. Vroeger dacht hij altijd dat hij ergens in geloofde, jarenlang heeft hij bij de padvinderij gezeten, hij was lid van de PVDA en zag in alle mensen wel een mogelijkheid tot iets wat in elk geval niet verderfelijk hoefde te zijn. Nu leest hij een krant en weet alles al voordat hij ‘m openslaat. ‘Alles al gezien en gehoord’, moppert hij. Lekker vindt hij het wel, om aan te wijzen waar de geschiedenis zich herhaalt, maar het doorgeven aan anderen heeft geen zin. Liever praat hij over onderwerpen alsof hij ze voor het eerst bespreekt, en rakelt hij gedachtes op alsof ze hem op dat moment ontvallen, maar hij heeft die gesprekken dan al minstens drie keer gevoerd. ‘Hoe deed ik dat dan vroeger?’, vraagt hij zich af ‘Hoe verbaasde ik mij?’ Oude mannen denken veel aan vroeger, hij ook. Zijn jeugd was hard en streng, maar dat was normaal. ‘Bekogeld met eieren: Vuile Jood!’, riepen ze dan. Maar dat was normaal. Zijn familie was een muzikale familie, hij speelde fluit en werd musicus. ‘Bekogeld met eieren en nu is er precies twee keer om mijn handtekening gevraagd na een concert’, stelt hij vast. ‘Dat heet nou ontwikkeling.’ Vroeger waren de dingen duidelijker, vonden mensen iets omdat het zo hoorde en omdat men het vond. Stiekem sigaren van zijn vader roken mocht niet, dat was duidelijk. Oom was een Marxist en vader niet, dat was duidelijk. Niet teveel vragen over de jaren voor zijn geboorte, dat was duidelijk. Toen was er nog vooruitgang waar hij in zijn scheepje op kon drijven, gedreven zijn sprak voor zich. ‘Nu dobbert iedereen maar wat’, mijmert hij. ‘Als alles de hele tijd beweegt, kun je net zo goed blijven zitten’. Nu wacht hij tot hij zich iets herinnert, een essentie van vroeger. ‘Was ik maar een gelovig man, dat zou al schelen’, wenst hij. Hij is nooit gelovig geweest, ‘daarvoor is er teveel gebeurd’, zeiden zijn ooms dan. Maar als jongere maakte het destijds niet uit, gelovig of niet, voor of tegen je was dus altijd voor iets. En als je niet voor iets was dan wilde je iets, wat dan ook, dat hoorde zo want dat deden de mensen voor hem ook allemaal. Nu lijkt dat ver weg, in zijn stoel met zijn pantoffels aan. ‘Waarvoor wilde ik dan iets, en voor wie?’ Zijn jeugd is niet de jeugd van nu.
De jeugd van nu vindt hij relativistisch, hij is het ermee oneens maar het vreet aan zijn geest. ‘Misschien hebben ze gelijk en is iets pas iets als je er een grapje van maakt’, denkt hij. ‘Maar’, denkt hij dan, ‘Je maakt een grapje ván iets, waarvan dan?’
Moppen vertellen kan hij goed, hij kent alle Sam-en-Moosmoppen uit zijn hoofd, dat kon hij altijd al. ‘Moppen geven het leven schwung’, zei zijn vader dan. ‘Een mop om de tranen te verdringen en een mop om de tranen in je ogen te laten springen.’ Er viel te verdringen en te verlichten, nu heb ik een spaarlamp aan het plafond’, kijkt hij.
Vroeger vond hij mannen die veel jonger waren dan hij nu is al oud. Die aten maag met knoflook uit een steelpannetje en droegen toupetjes en hadden al kunstgebitten. Die konden echt goed klagen. Die wisten nog hoe het was zonder elektriciteit. Die konden hun hart ophalen of een hartaanval krijgen van het leeglopen van de kerk. Veel leger vond hij het heelal. Als hij in een weiland lag en te lang omhoog keek terwijl hij stiekem een sigaar rookte van zijn vader dan werd hij draaierig en voelde het alsof het heelal onder hem zat en hij elk moment van de aarde af kon vallen. Hij wist dan zeker dat er leven moest zijn ergens op die puntjes in het zwarte niets. Dan stelde hij zich voor dat er later mensen naar de ruimte zouden reizen en dat alles mogelijk zou zijn. Dat ze buitenaards leven zouden ontdekken en dat de mensen dan ineens vreemd zouden worden, omdat ze altijd dachten dat ze belangrijk waren. ‘Mensen hebben zich nooit goed kunnen vergelijken’, denkt hij. Nu hebben ze nog altijd geen leven op andere planeten gevonden, wel kunnen ze het licht van het begin van de tijd en ruimte observeren. Het verleden van het licht, maar weinig verleden van de ideeën’, pruttelt hij. Hij zakt onderuit in zijn stoel, legt zijn voeten op de tafel en even ligt hij weer in het weiland naar het heelal te kijken. ‘Als ik lang genoeg kijk, vind ik wel weer iets van hoe het toen was’, hoopt hij.
Maar de ideeën van vroeger zijn van te lang geleden, hij weet niet of ze echt zijn of van een foto komen of uit een opnieuw gelezen dagboek van toen. ‘Wiens ideeën zijn het?’, vraagt hij zich af. ‘Wie dacht er toen ik jong was? Ik kan het niet zijn geweest want ik lijk er niet meer op.’ Hij heeft zin in een haring met uitjes en zuur. Die van de markt van vroeger in Amsterdam.
‘Sam en Moos lopen in de Kalverstraat, Sam is volledig gewikkeld in Wc-papier. Moos vraagt aan Sam waarom hij helemaal in Wc-Papier is gewikkeld. ‘Ja’, zegt Sam, ‘ ‘k heb overal schijt an!’ Hij moet hardop lachen om zichzelf. ‘Schijt aan wat?’, vraagt hij zich af.
Hij wandelt het balkon op, kijkt uit over de huizen in zijn niet oude en niet nieuwe wijk en dirigeert op de maat van de zonsondergang.
Esther Porcelijn, april 2014
fleursdumal.nl magazine
More in: Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature