Or see the index
VSB POËZIEPRIJS 2013 voor
Ester Naomi Perquin
De VSB Poëzieprijs 2013 is toegekend aan Ester Naomi Perquin. Perquin krijgt de jaarlijkse prijs voor de beste Nederlandstalige dichtbundel voor haar bundel Celinspecties, uitgegeven bij Uitgeverij Van Oorschot. Aan de prijs is een geldbedrag van 25.000 euro verbonden en een glaskunstwerk van kunstenares Maria Roosen. Perquin ontving de prijs op 30 januari tijdens een feestelijke avond uit handen van juryvoorzitter Saskia J. Stuiveling. Voor de VSB Poëzieprijs 2013 werden ook de dichters H.H. ter Balkt, Luuk Gruwez, Sybren Polet en Menno Wigman genomineerd.
De jury van de VSB Poëzieprijs roemt de verraderlijk luchtige toon en de onvoorspelbare wendingen waarmee Perquin een gelaagde ruimte in haar bundel schept. ‘Het taalgebruik is soms soepel als spreektaal, dan weer geraffineerd en virtuoos. De dichter neemt de lezer aan de hand en laat hem net zo gemakkelijk struikelen, wanneer haar woorden dat nodig hebben. (…) Als de dichter al een taak heeft, laat het dan die zijn die Perquin zich heeft opgelegd: zichtbaar maken van wat obscuur en meestal verborgen blijft. Dit blijven proberen, ook wanneer je tegen de grenzen van het zichtbare en van de taal aanloopt. In het geval van Celinspecties levert het een bundel op van noodzaak, verlangen en schitterend mislukken.’
Juryleden Maria Barnas, Geert Buelens, Patrick Lateur, Anthonya Visser en Saskia J. Stuiveling selecteerden in november 2012 de vijf genomineerden uit vijfenzeventig ingezonden bundels die allen tussen 1 september 2011 en 31 augustus 2012 verschenen. Uit alle ingezonden bundels koos juryvoorzitter Saskia J. Stuiveling haar 100 favoriete gedichten voor de bloemlezing De 100 beste gedichten. De uitgave van De Arbeiderspers en Stichting VSB Poëzieprijs werd tijdens de uitreiking gepresenteerd.
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive O-P
Bedrijf
Schaduwloos theater. In kasten onder de planken
vlaggen met verschoten symbolen. Er zouden
kaarsen. En gazen kousen. Beloofd was zindering,
wortel en tak. Maar alles verloopt stroef, en koel
als een lege trombone. Het wachtwoord: onschuld.
Wat buiten herfst met bramen doet. Alles in de gaten.
In de bedding van het zwijgen ligt het wijzen.
Bert Bevers
verschenen in Uit de herinneringen van een souffleur, Uitgeverij Kleinood & Grootzeer, Bergen op Zoom, 2006
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Beaconstructor
Ik herinner me vooral
de chaos in Amsterdam
toen u de troon aannam
krakersrellen rookbommen
spontaan rondvliegende
straatstenen helicopters
die laag over de stad vlogen
je kunt het je nu bijna niet
meer voorstellen het volk
onderbrak zijn staatshoofd
meermaals dat was uw moeder
en u onderging uw lot toen al
met statigheid majesteit
u bouwde verder aan de
erfenis van de generaties
het viel in het begin niet
eens op eerst was er crisis
toen klommen we daar weer
langzaam uit we namen u
slinks nog wat macht af en
het was altijd uw statigheid
majesteit baken van rust
pas in de laatste jaren zagen
we u naast vorstin steeds meer
vrouw worden u bracht uw ouders
naar het graf waar u eerder al uw man
de prins bracht u deed dat met
waardigheid majesteit en na dat ongeluk
met uw zoon was het voor u wel klaar we
begrijpen het u zult de geschiedenis
ingaan zodra we afscheid hebben genomen
statigheid waardigheid majesteit.
Martin Beversluis
29-01-2013
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Beversluis, Martin
Eerste nationale Gedichtenbal in Amsterdam
Grootse afsluiting Poëzieweek met o.m. Remco Campert en Ramsey Nasr
Vanaf januari 2013 bundelen bekende poëzie-evenementen als Gedichtendag, de VSB Poëzieprijs en Turing Nationale Gedichtenwedstrijd hun krachten in de Poëzieweek. De week begint op donderdag 31 januari 2013 met Gedichtendag en eindigt op woensdag 6 februari met het eerste nationale Gedichtenbal.
Op deze feestelijke en gratis toegankelijke avond treden ruim honderd dichters en muzikanten op in de Stadsschouwburg Amsterdam. Met onder meer: de finale van de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd, de nieuwe Dichter des Vaderlands en de winnaar van de VSB Poëzieprijs. Remco Campert draagt voor, Nico Dijkshoorn eert het hammondorgel en P.F. Thomése stelt nieuw dichttalent voor. Gerrit Komrij wordt herdacht door o.a. Hans Dagelet, Ramsey Nasr en Victor Schiferli. Yori Swart en Janne Schra zingen poëzie. Stadsdichters Menno Wigman, F. Starik en Ester Naomi Perquin treden samen op. Geniet bij silent poetry van Erik Jan Harmens, Jannah Loontjens, Vrouwkje Tuinman, Kira Wuck, Delphine Lecompte, Saskia de Jong en vele anderen. Tjitske Jansen, Ted van Lieshout, Tsead Bruinja e.a. sluiten hun dichterstournee af. Ellen Deckwitz en Dennis Gaens battelen in pop vs. poetry. Rap en poëzie komen samen in de voorstelling Lucy. NOS Met het Oog op Morgen zendt live uit. Das Magazin, de literaire stoelendans en de Avierkoerier zijn van de partij, evenals nog veel meer verrassingsprogramma’s!
Het Gedichtenbal sluit aan bij het overkoepelende thema van de Poëzieweek: muziek. Het gedichtenbal wordt georganiseerd en mogelijk gemaakt door Literair Productiehuis Wintertuin, Stichting CPNB, Poetry International, Stichting Lezen, Poëziecentrum, VSB Poëzieprijs, Poëzieclub, Turing Nationale Gedichtenwedstrijd, Das Magazin, SLAA, SNS Reaal Fonds, NOS Met het Oog op Morgen, Lira Fonds en De Nieuwe Liefde.
GEDICHTENBAL
Datum: woensdag 6 februari 2013
Locatie: Stadsschouwburg Amsterdam, Leidseplein 26
Deur open: 20.30 uur
Aanvang: 21.00 uur
Entree: gratis
Reserveren: verplicht via www.wintertuin.nl/gedichtenbal
Reservering geldig tot: 21.30 uur (daarna vrije inloop mits er nog plek is)
Literair Productiehuis Wintertuin maakt producties op het snijvlak van literatuur en andere kunsten, organiseert festivals, programma’s en educatieprojecten, begeleidt schrijftalent en geeft eigenzinnige publicaties uit. Samen met theater- en dansproductiehuis Generale Oost en popproductiehuis Oost-Nederland vormt Literair Productiehuis Wintertuin productiehuis De Nieuwe Oost.
Literair Productiehuis Wintertuin
Postbus 1009, 6501 BA Nijmegen
fleursdumal.nl magazine
More in: Campert, Remco, Lieshout, Ted van, Poëzieweek, Remco Campert, Ted van Lieshout, The talk of the town, Wigman, Menno
Carina vd
Walt
luchtalarm
plotseling & ook niet
telkens weer opnieuw om 12 uur
stoppen mijn vingers met typen
beginnen hun tippen te prikken
een boos verschrikt geloei
boort door mijn hoofd
van dichtbij, van verder &
van alle kanten uit de stad
Ik wroet in mijn ingewanden:
met een Joods Roodkapje, vluchtend voor de SS-soldaten
met een gloeiend Viëtnamees meisje, naakt voor een napalmbom uit
met een Palestijnse jongen, onderweg naar zijn oma omgekomen in een autobomaanslag
met de onschuld van de kindsoldaten – Kadago – tot wolven getraind in de DR Congo
met Peace & Mpo & Lerato voor de kogels van de angstige heks ApartheidsAfrikaans.
de akelige aanzwellende toon stoot
een klont zuur op tegen mijn tanden
zodat ik moet slikken tegen
de krop in mijn keel
de oproep naar terug in
kelders onthoofdt me
ik word een & al lijf
oogst alleen maar angst
Ik wroet in mijn ingewanden
met een gierende aarde die haar miskende moederschap brullend terugeist:
een hongersnood in Soedan, waar een kindje eerbiedig buigt voor haar gulzige gier
een tsunamigolf, vraatzuchtig met een drijvend groepje Japanse klasgenootjes
een aardbeving, die duizenden Chinese scholiertjes 80 uren stof laat eten –
& dan, onwillig, eentje teruggeeft.
Carina van der Walt
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive W-X, Carina van der Walt, Walt, Carina van der
Mireille Havet
(1898-1932)
Adieu à la Touraine
À Christiane et à Paul Aeschimann
Ah ! c’est bien tentant de se casser la figure
et d’épanouir son sang sur la terre dure !
Par la fenêtre ouverte : se jeter !
Mourir !
Et le crépuscule laisse monter la lune.
Touraine ! Terre de nos rois,
cœur de France, qu’entoure la guerre
comme un serre-téte sanglant
Touraine !
Tu te mires dans la rivière
avec le croissant de la lune nouvelle.
J’ai vu ton soleil s’évanouir sur la forêt,
glisser avec langueur le long des troncs ambrés,
répandre avec volupté
l’amour de ses flancs dilatés
par cette dernière étreinte d’Automne,
et les rivières, à travers Toi ! Touraine !
à travers toi ! ma France !
s’en vont claires comme des veines
sillonnant tes champs de gais reflets d’argent.
Voici le dernier soir !
La vie nouvelle réclame à chaque instant
une ferveur nouvelle,
et c’est déjà le Départ.
Dernier soir campagnard, ma douleur est intense.
Touraine qui m’as reçue pendant un an de guerre,
à Toi j’adresse ce soir
un dernier appel et une dernière prière.
Tu ne m’as pas trop donné, Touraine !
j’ai su te comprendre et j’ai su t’aimer.
Belles chevauchées des rois à travers la forêt,
vous hantez mes rêves et je pars à regret.
Mais ainsi…..
La guerre perpétuelle aiguise ma nostalgie.
C’est la vie que j’appelle !
Que la mort soit bannie !
Toute ma force se révolte en te contemplant
ma terre !
Toi que l’on a voulu prendre,
que l’on a voulu enlever à ma jeunesse
et que j’aime d’un amour illimité !
Les voitures passent sur le pont.
La roue du moulin tourne près du pont.
J’entends son rythme lent
et le saut des poissons (sous le pont).
Tout cela va finir.
C’est le dernier soir.
Je ne verrai plus le jardin provincial
avec ses fouillis d’herbe
et son grand ciel d’étoile.
Éperdument je me rejette dans la vie bourdonnante,
dans Paris : ma ville fascinante.
Mais le triste attrait de ce que l’on quitte
me retient en arrière…
Ah ! faiblesse ! Mauvaise constitution de l’homme
en face de l’Avenir !
Il faut partir,
Éternellement quitter.
Le but n’est pas ici. Il est beaucoup plus loin,
derrière la mort, — en dehors de l’atteinte de nos mains
Mais que ce serait bon de l’atteindre tout de suite,
avant d’être fatigué par les nombreuses étapes !
De l’atteindre en pleine force,
du haut de cette fenêtre,
et d’épanouir son sang
dans le sang de l’Automne,
de la guerre perpétuelle
et du canon qui tonne !
Ah ! le désir de vivre est encore le plus fort !
Je suis liée à mes dix-sept ans par un sort
et Je ne peux me sauver…..
France, sur toi, sur ton poitrail calme,
mais cerné de frontières enflammées,
je m’écrase ce soir !
flambante, Moi aussi, du désir de savoir !
Sur cette calme Touraine que je domine
de toute ma destinée incertaine,
je m’appuie pour commencer ma Vie !
Base de terre qui ne croulera pas
sous le poids de ma jeunesse,
tu seras mon point de départ,
et ton ciel verse en moi
toute l’allégresse
qui berça nos rois !
Revue Le Mercure de France n°431 (1er juin 1916)
Mireille Havet poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive G-H, Havet, Mireille
Henry Bataille
(1872-1922)
Les souvenirs
Les souvenirs, ce sont les chambres sans serrures,
Des chambres vides où l’on n’ose plus entrer,
Parce que de vieux parents jadis y moururent.
On vit dans la maison où sont ces chambres closes.
On sait qu’elles sont là comme à leur habitude,
Et c’est la chambre bleue, et c’est la chambre rose…
La maison se remplit ainsi de solitude,
Et l’on y continue à vivre en souriant…
Henry Bataille poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bataille, Henry
Ernst Stadler
(1883-1914)
Dunkle Fahrt
Die alten Brunnen rauschten wie im Traum
durch fernen Hall vertrauter Abendglocken
und flossen weich ins Dunkel· das den Duft
nachtschwüler Gärten· die ich spät durchwandert·
still atmend trug. Nun tut sich dämmernd auf·
vom schwanken Frühlicht hingetürmt· umwölbt
von Felsenstürzen· purpurtiefen Schluchten·
der letzten Fahrten letzte Ruhestatt:
Mit schwarzem Strom die goldig dunkle Trift.
Die kalten Eisenstufen schreit ich leicht
die leise klirrenden ins Tal· daraus
nicht Rückkehr ist. Nun bette mich
in blauen Schatten blütenloses Land·
traumstarre Flut!
Schonrührt dein schwerer Hauch
mich schauernd an. Schon überweht ein Glanz
mich Trunknen hell wie einer Gottheit Bild
aus blitzendem Gewölk. Schon trübt und wirrt
des Lebens Spiegel fern sich wie ein Traum·
der flatternd zwischen Tag und Dämmer lischt.
1904
Ernst Stadler poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: *War Poetry Archive, - Archive Tombeau de la jeunesse, Archive S-T, Archive S-T, Stadler, Ernst
Vincent Berquez © painting: St Vincent de Paul
kempis.nl poetry magazine
More in: Berquez, Vincent, Vincent Berquez
Voorspel
Voor de eerste repetitie ligt het podium er verlaten
bij, als het Bos van Wallers tussen mei en maart.
Scenario, nog zonder inkt in de marge, kreukloos
in de tas. Op het lijf. Rollen komen mij aangestaard
en stamelend nabij, ik zie ze langzaam bloed en vlees.
Aktes. Het omslaan van mijn blad voelt fijner steeds.
Coupures. Daar zit ik dan, orakelend voor intimi.
Bert Bevers
verschenen in Uit de herinneringen van een souffleur, Uitgeverij Kleinood & Grootzeer, Bergen op Zoom, 2006
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Freda Kamphuis
2 naamwerken voor Jef ©2012 collages
kempis.nl poetry magazine
More in: Freda Kamphuis, Kamphuis, Freda
Albertine Kehrer
(1826-1852)
Morgenstond
Aan de oosterkim verrijst de gouden morgen.
Al wat de nacht hield in zijn floers verborgen
Treedt op voor ‘t oog, terwijl de scheemring zwicht.
En heuvels, dalen, woud, en veld, en weiden,
Ontwakend uit hun nevelsluimer, spreiden
Hun pracht ten toon in ‘t schittrend zonnelicht.
Bestraal mijn borst, o zonne van mijn leven,
Mijn Jezus! wil er licht en warmte aan geven,
Ontsteek er, Heer! uw heldren morgengloed!
Toon bij dat licht mij de verborgenheden
Van ‘thart, waaruit uw beeld te voorschijn treden.
Dat zich naar U vernieuwen, heilgen moet!
Laat mij in ‘t licht van uw genade wandelen,
Leer me in den geest van uwe liefde handelen,
Gelijk een nieuw en ander schepsel, Heer!
Dat ik door een gansch nieuwe levenswijze
Den Schepper mijnes nieuwen levens prijze,
En enkel leve tot uw roem en eer!
Ik bid U niet: Neem weg mijn levensplagen!
Neen! geef geduld, geef liefde om die te dragen,
Geef mij ‘t geloof, dat me alles vromen moet;
Wijl Gij mij alles, zegening en smarte,
Uit uw genadig, liefdrijk zeegnend harte,
En uit uw trouwe handen komen doet!
Ik bid niet om een stil en rustig leven, –
Ook hier zij U ‘t bestuur mijns lots verbleven! –
Neen, geef me een stil, berustend hart alleen!
En, trekt mij de aard in haar beslom’ring mede,
Mijn hart blijv’ steeds vervuld van uwen vrede,
Trek Gij het daaglijks meer naar boven heen!
Ik bid niet: Laat mij spoedig zijn ontheven
Van al de moeite en ‘t lijden van dit leven!
Neen: wees mijn vrede in alles, telkens meer!
Ik bid niet: Laat mij haast uw hemel erven!
Neen, eer ik sterf, laat mij der zonde sterven,
Werk zelf in mij den dood der zonde, Heer!
O Jezus! Morgenzonne van mijn leven!
Laat mij uw glans niet vruchteloos omgeven,
Wees mij ten licht, als ik in ‘t duister sta;
Blijf mij met gloed en heil en vreugde omstralen,
Tot ik in ‘t eind mijn avond zal zien dalen,
En dan blijmoedig naar mijn rustplaats ga.
(Uit: Albertina Kehrer, Gedichten, De Erven De Onder De Linden En Zoon, Amsterdam, 1853, pg. 73-74)
fleursdumal.nl magazine
More in: Albertine Kehrer, Archive K-L, Kehrer, Albertine
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature