ESTHER PORCELIJN: ALLURE NOCH SCHIJNGESTALTE / RANDJES
Allure noch schijngestalte / Randjes
Ik ben zielig, zo zielig.
Ik haat de deuren die te hard dichtvallen.
Ik haat de randjes rond mijn nagels.
Ik haat de tegeltjes in mijn badkamer omdat ze niet naar boven of onder gaan.
Ik haat al mijn beslissingen, maar de beslissing om mijzelf te gaan vinden in Cambodja nog het meest.
Ik ben een mislukkeling en ik kan niks.
Ik heb nog altijd randjes rond mijn nagels
Ik haat de regen die niet doorzet en de mislukte kit in de zijkant van mijn ijskast.
Alles mislukt. Misluk!
Ik haat de herinnering aan het nergens bij horen.
Ik haat dat ik zelfs in de mooiste verfabeling van mijn herinnering toch geen stukje ontbijtkoek krijg en word uitgelachen.
Ik ben zielig.
Ik kan niet eens ritmisch haten, zoals de harmonie van de maquette voor een rijk van een dictator.
Ik kan niet eens de vetkwabben van de hoerige caissière, met blonde pluk in ’t haar, haten.
Hoe zij aan haar blonde pluk sabbelt en mijn pak mergpijpjes piept.
Ik bijt de velletjes rond mijn nagels en ik zwabber op mijn stoel.
Alles zou kunnen en ik doe niets.
Ik haat want ik weet alles beter, dat zei mijn net niet echt labiele tante tegen mij.
De tante waarbij ik schaamhaar voor het eerst goed zag. Ze had een donkere bos die ik later ook zou krijgen. Zij las mij voor en ik wist het beter.
Beter dan de meneren op het nieuws die altijd alles weten.
Zij kunnen tenminste niets vinden. Ik vind alles.
Ik pulk en scheur de vellen rond mijn nagels en ik haat de ademloze race van ik tegen ik.
Mama, je spijt me.
Ik ben zielig.
Esther Porcelijn, 2014
fleursdumal.nl magazine
More in: Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther