Or see the index
Esther Porcelijn
Droste-effect, de nieuwe wending
“Afgetrapt is het nieuwe opgedirkt”
Ik race door een tunnel, de lijnen op de weg zijn één lange streep.
De lucht fluit op een lage toon langs mijn oren. Aan de zijkanten van de tunnel zie ik borden en banieren met kreten die naar mij schreeuwen: “doe het!, ” “grijp je kans” “zo rijk als ik? ” ” kom mij halen pak me dan,” “zwart is het nieuwe wit,” ” pak me dan” ” fluit mijn deun” “kom, ik wijs je” “wees mij” “ruik naar mij” “pak me dan” ” eet mij op.”
Het ruikt naar shampoo.
PAF.
“Doe maar wat” zeg ik tegen de vrouw die mijn haren knipt.
Ik kijk in de spiegel naar mijzelf.
Een soort mopshond met een schort aan. Ondanks dat kriebelt het haar in mijn nek.
In de spiegel zit een vrouw naast mij, ze kijkt beroemd.
“thee?” vraagt de kapster.
“ja, lekker.”
In het onderste van mijn theekopje dwarrelen fractals als muggen in marmer.
Zoemend vliegen ze uit mijn kopje en rond mijn hoofd. Ze tillen mij op uit mijn stoel en nemen mij mee naar boven, boven de mensen en boven de daken, boven een vliegtuig, boven de aarde. De muggen vertellen mij moppen, hele vunzige moppen over mensen enzo, over zekerheid enzo, over waarheid ofzo. En net op het moment dat alles toch niet zo relatief lijkt te schijnen..
PAF. Een klap op mijn hoofd. Het is de kapper, ik heb nog niet betaald.
De beroemde vrouw in de spiegel ademt woorden naar mij toe, woorden als “bespottelijk” en “volk” en “kunnen ze ook niets aan doen” en nog iets over dat de geschiedenis zit altijd herhaalt. Ik zeg tegen haar dat als de geschiedenis zich weer herhaalt het zeer binnenkort weer super trendy, van nu, hét, en helemaal de najaarscollectie zal zijn om bij de onderste alleronderste laag van de bevolking te horen.
Ze gnuift. Ik heb haar op een idee gebracht. De vrouw begint te pruttelen en glijdt uit haar bontjas. Ze siddert en rochelt, er komen belletjes van haar af.
Ze is veranderd in een rups.
De beroemde vrouw die nu een rups is begint de modeblaadjes aan te vreten.
FLITS, een journalist. Flits flits flits flits flits.
“zeg, zeg, zeg mag ik even uw aandacht, heel even één vraag, ah toe ah toe één vraag.”
“u hebt zojuist de beroemde vrouw ontmoet, hoe zag ze eruit?”
“nou, beroemd..”
“ja, juist, typisch iets voor haar, altijd vernieuwend. Flitsflitsflits. En wat ging er nu door u héén op het moment dat u haar ontmoette”
“iets met muggen”
“ja, ze heeft schijnt prikkelig te zijn ja, heel goed ja, echt iets voor de najaarscollectie.
En u hebt haar toch zien veranderen zojuist? In een rups hmm, volgens de informatie. Hoe ging die transformatie?”
“best snel”
“vanwaar die kilte toch? De meeste mensen zouden het toch zien als levensveranderend om de beroemde vrouw in levende lijve zo een trendsetting transformatie te zien doorgaan? Hebt u dan geheel geen medeleven voor het lot van de beroemde vrouw?”
“nee”
“empathieloos dus, ja, geen empathie betekent dus dat u geen volwaardig mens bent. Dat beseft u toch hè?”
. . .
“wat gaat er door u heen? Kom op, wat gaat er nu door u heen? Wat gaat er door u heen?”
” u bent nu zelf ook een beetje beroemd, is dat niet fijn dan?” Wat gaat er dan door u heen bij dat besef?”
“hoe laat is het?”
Flits Flits Flitsflitsflitsflitsflitsflits door het licht van de flitsen zie ik dat de lens van de camera steeds groter lijkt te worden. Een gapend zwarte massa die op mij af komt, nog één keer gaapt het en eet mij op. Beroemd.
Hap.
Wie de dagen verraadt verraadt de dagen traag.
Moederziel alleen op een stip in het midden van een x-factor auditie.
O god o god wie wil mijn kont het meeste kussen, het liefste?
Doe maar eerst een dansje.
Terwijl er peentjes uit mijn poriën komen vallen begint de muziek. Het is een nummer dat doet denken aan een studio100/Disney melodie maar dan geproduceerd door rijke zwarte mannen die ooit lang lang geleden uit een getto kwamen. Het klinkt naar sex maar dan sex zonder mensen.
De jury deint op de maat. Achter het bureau zie ik Andy Warhol op een troon van coke zichzelf in vieren zagen en daarna in achten om zich vervolgens op stukken canvas te plakken. Naast hem zit de Mona Lisa. Ze kijkt koket/blij/treurig en draagt enkel een tangaslip om haar net gebleekte anus nog éven geheim te houden voor de tv-kijkers thuis.
Ik begin met zingen.
La. La. La.
Er komt niet meer uit.
Met elke poging om te zingen bederft mijn mond het voor mijzelf. Mijn mond wordt groter.
De jury heeft boze wenkbrauwen maar blije monden.
Bij elke ademhaal pulseert mijn mond als een kwal, groter en groter. Ik eet ze allemaal op, de 8 Warholcanvassen, en de Mona Lisa totdat ik de gehele studio heb opgegeten.
HAP.
Ik sta op straat. Naakt.
Ik sta op de snelweg.
Naakt en borstenloos.
Ik sta midden op de weg en zie de tunnel verderop.
Weer zijn er die beeldschreeuwen uit de tunnel, “eet mij” “wees mij”………
Er komen auto’s aan. Ze racen mij voorbij en raken mij telkens net niet.
Op een bus die gierend op mij afkomt ligt een vrouw op een poster in gouden bikini mij aan te staren alsof er achter haar blik meer schuil gaat dan enkel behangselplak.
Een gouden vrouw.
Haar tepel is net over een hoekje van een raamkozijn gesmeerd en even lijkt de tepel te bewegen. Nog net weet ik de tepel van de gouden vrouw te pakken en ik zweef buiten de bus. Ik kijk door het raam.
Onder het trillen van de bus beeft een snor net boven de tepel van de vrouw.
De snor blijkt bij een man te horen en er zit ook een neus bij.
De neus lijkt iets te ruiken. Onraad.
Er is onraad in de buurt. Zijn vleugels verraden de onraad.
Hij niest en er komt snot uit de neus. De man die vast zit aan de snor waaraan de neus vast zit smeert het snot met zijn snor aan het raam. Hij spelt iets.
S e l l s. Sex Sells. De man kijkt mij boos aan en de gouden vrouw op de poster lijkt ineens niet meer zo opgewonden maar gewoon slaperig. Ik waai van de bus af en zit onder het behangselplak.
BAM
Opgewonden.
Spuitend in mijn gezicht vraagt mijn vriendje of ik het lekker vind.
“heerlijk schat, ga door, ga door, geil, ja ja ja, geil, ja.”
Terwijl ik krijsend probeer vol te houden zowel geil te lijken als geil te blijven zie ik in de reflectie van het raam mijn telefoon oplichten. Ik. Moet. Het. Weten.
Welke noodkreet aan het wereldse besef mis ik als ik er niet op inga.
“Ga door schat. Ja, lekker, lekker, ja”
JA! In een stuip schiet ik met mijn handen naar voren en duw op het knopje. (een sms)
Ja schat, ja geil ja.
PING
De popcorn is klaar.
Wegend of er nog korrels zijn. Even schudden.
Ik kom binnen op mijn eigen feest. Iedereen is prachtig, opgemaakt, hoogbehakt en dronken.
Ik breng de popcorn naar mijn bezoek.
Hier. Eten.
De hoogbehakte vrouwen eten mijn popcorn en klagen over het zout. Te zout is fout.
Ze beginnen te knetteren. Wat een feest en wat een geknetter. Vuurwerk vuurwerk!
Alle restjes popcorn slurpen ze naar binnen. Nog meer geknetter. Knal boem raak!
Ze knallen zelf als een korrel maïs. Ze spetteren uit elkaar van blijdschap.
Overal stukjes mens, pang en daar en pang en daar. Tegen het 8panelige Warholwerk.
Tegen de neo-neo-ikealamp. Tegen mij, tegen de anderen. Overal stukken mens.
Wat een knalfuif.
Huilend pruttelen ze weg tot hol gruis. Huilend.
Wèèè…
Terwijl ik mijzelf huilend in slaap twitter mis ik net de analyse over het tweede iets dat toch niets bleek te zijn.
Helaas bereikt het mij niet en zal ik in de laatste opiniepeiling tot de groep: “niet nietsers” geclassificeerd zijn.
Dat is toch iets hè?
Ben ik toch nog iemand.
Ja! Iemand!
Ik word plots wakker in mijn bed.
Blijk ik al die tijd in de realiteit te zitten!
Esther Porcelijn: Droste – effect, de nieuwe wending
fleursdumal.nl magazine
More in: Andy Warhol, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
Freda Kamphuis:
Compositie met bomen en vissen
kempis.nl poetry magazine
More in: Freda Kamphuis, Kamphuis, Freda
DE LASTEN VAN ELKE DAG
De vrouwen breken hun hutten af
ze vouwen de huiden op
binden de stokken bij elkaar
en laden de vracht op de lastdieren
ze nemen de waterkruiken op hun hoofd
en vertrekken
zonder te wachten op de mannen
Stoffig is de weg die ze gaan
beladen met de lasten van elke dag
wacht hen op zoek naar water vooral zand
Jaar in jaar uit gaan ze dezelfde weg
steeds weer terug naar de plekken
die ze eerder verlaten hebben
voor altijd gebonden aan oude grond
die hun trouw met karigheid loont
Ton van Reen
Ton van Reen: De naam van het mes. Afrikaanse gedichten In 2007 verschenen onder de titel: De straat is van de mannen bij BnM Uitgevers in De Contrabas reeks. ISBN 9789077907993 – 56 pagina’s – paperback
kempis.nl poetry magazine
More in: -De naam van het mes
Nieuwe Tilburgse Stadsdichter Esther Porcelijn
speelt in de voorstelling De Ingebeelde Zieke van Molière
Molières De Ingebeelde Zieke, het grote publiekssucces uit 2009, komt voor de periode van 18 augustus t/m 25 september terug in de schouwburgen van Utrecht, Rotterdam en Amsterdam. De kaartverkoop is gestart. Jos Thie, artistiek directeur van De Utrechtse Spelen, regisseert dit stuk met hoofdrollen voor Paul R. Kooij, Loes Luca en Georgina Verbaan. Pers en publiek prezen de fraaie kostuums, het ingenieuze decor en het aanstekelijke spel. De voorstelling trok een record aantal van 22000 bezoekers in 5 weken. Alle reden om deze succesvolle productie met zijn grote cast, uitbundige aankleding en live muziek, uitgevoerd door barokorkest Musica Poetica onder leiding van Jörn Boysen, opnieuw in de theaters te brengen.
De Ingebeelde Zieke speelt zich af in Parijs. De rijke, gezonde, maar angstige ingebeelde zieke Argan slijt zijn dagen met het roepen om doktoren en het klagen over hun rekeningen die steevast op de consulten volgen. In de hoop op gratis medische verzorging wil hij zijn dochter Angélique uithuwelijken aan een onaantrekkelijke jonge arts. Zijn liefhebbende verzorgster Toinette en zijn tweede echtgenote Béline hebben echter heel andere plannen. Verwarringen en hilarische verwikkelingen zijn het gevolg in deze komedie.
Jos Thie maakt van De Ingebeelde Zieke een uitbundige, muzikale theateravond. Uitgangspunt vormt de originele barokmuziek, die Marc-Antoine Charpentier op verzoek van Molière componeerde. 350 Jaar lang waren deze partituren zoek, totdat John Powell ze in de jaren ‘80 terugvond in de archieven van de Comédie Française. Opvallend genoeg zijn de muziek van Charpentier en de daarop gebaseerde tussenspelen sinds hun ontdekking nauwelijks gebruikt als basis voor een hedendaagse theaterproductie. Eigen onderzoek van Thie en zijn artistieke team wijst uit dat de muziek en de ensceneringen van de entr’actes aan de basis lagen van de originele voorstelling uit 1673.
Cast:
Paul R. Kooij
Loes Luca
Georgina Verbaan
Martijn Fischer
Peter Blok
Vincent Croiset
Peter de Jong en Karel de Rooy (Mini & Maxi)
Hans Leendertse
Lidewij Mahler
Esther Porcelijn
Thomas Cammaert
En vijftien musici van barokorkest Musica Poetica onder leiding van Jörn Boysen
Vierde van rechts: Esther Porcelijn
Stadsschouwburg Utrecht – do 18 augustus t/m za 3 september 2011
De Rotterdamse Schouwburg – di 6 september t/m zo 11 september 2011
Stadsschouwburg Amsterdam– di 20 september t/m zo 25 september 2011
fleursdumal.nl magazine
More in: Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther, THEATRE
Het jongetje
‘Zachte dromen’ heet de beddenzaak waar hij langs fietst, een grauw jaren ’50 pand zonder fleur of kleur weerspiegelt allesbehalve zachte dromen maar een soort weemoedigheid die hij ook inwendig in tijden niet zo sterk gevoeld heeft als nu. In een poging de ramen het gewenste droomachtige uiterlijk te geven zijn er boven de naam van de winkel blauwe schilderingen op het glas gemaakt die ongetwijfeld als wolken bedoeld zijn maar hem nog het meest aan reuzenboemerangs doen denken. ‘Om iedere dromer de illusie te geven zich lichtjaren ver weg van alles te kunnen dromen om vervolgens toch iedere ochtend genadeloos terug te keren naar de droomloze realiteit’, denkt hij. ‘Hoe zien zulke bedden eruit?’. Hij stopt, zet zijn fiets tegen de muur, tuurt door het glas naar binnen. Onzichtbaar vanaf de straat, maar vanaf hier goed te zien, kijkt hij recht in het vervormde gezichtje van een klein jongetje, dat zijn hoofdje aan de andere kant tegen het glas perst, het neusje helemaal plat gedrukt. Ook zijn handjes heeft het zo hard mogelijk tegen het glas gedrukt zodat het lijkt of het kind tegen het glas is geplakt. Hij tikt vanaf de buitenkant zacht (om het jongetje niet te laten schrikken) tegen het glas om te testen of het daarop reageert. Het jongetje reageert totaal niet en lijkt verstijfd in zijn geplakte houding. Dan ziet hij het glas vlak voor zich en hij kan zijn ogen niet geloven; het glas is door zijn tikjes, als ware het zacht als klei, ingedeukt en vertoont de vormen van zijn vingerknokkels. ‘Dit is raar, aan de kant van het jongetje is het glas snoeihard en buiten is het soepel’ denkt hij in opperste verwarring gebracht hardop na. Hij bukt instinctief, pakt een heel klein steentje, gooit dat tegen het glas en ziet tot zijn verbazing dat het steentje zeker een meter met glas en al naar binnen buigt en daar als vorm blijft staan. Vlakbij ziet hij nu dat een vogeltje ook iets dergelijks is overkomen, zeker twee meter met glas en al naar binnen is gevlogen en daar is blijven hangen. Het kleine jongetje staat nog steeds als verstijfd met zijn neusje en vingertoppen tegen het glas gedrukt. ‘Dit kan niet waar zijn’ denkt hij ‘ik moet dromen’ en hij besluit bewust verder te fietsen en te gaan geloven dat dit niet is gebeurd, omdat het niet kan. Als hij vanaf de fiets nog even opzij kijkt valt het hem op dat er vanaf de straat niets vreemds meer is te zien behalve die weemoed in hem.
Freda Kamphuis
kempis.nl poetry magazine
© freda kamphuis 2011
More in: Kamphuis, Freda
WIT LICHT
Wit licht uit de hutten
wit de witte graanschuren
wit de rode bomen, wit de zwarte dieren
wit de adem van het dorp
die wit boven de hutten van wit riet hangt
Het licht wit het stof van de zwarte straten
wit stof wit de bruine ezels
wit stof wit de zwarte kinderen
zwarte kinderen zijn wit
in wit licht
zwarte kinderen zijn witter dan wit
Het witte stof wit het licht
het witte stof van de witte straat
het witte stof
van de witbestoven ezels
het witte licht van de zwarte kinderen
die wit stof tegen het witte licht blazen
Ton van Reen
Ton van Reen: De naam van het mes. Afrikaanse gedichten In 2007 verschenen onder de titel: De straat is van de mannen bij BnM Uitgevers in De Contrabas reeks. ISBN 9789077907993 – 56 pagina’s – paperback
kempis.nl poetry magazine
More in: -De naam van het mes
Yorkshire Dales
Eenzaam land, al in dit kader wijde wereld.
Tegen voorzichtige bergen figureert klein vee.
Ochtend vervloeit in middag, als had het zin.
Donkere honden sluipen schuren binnen.
Onweer ontrolt: waakzame ooien plaatsen zich
voor al te dartel kroost. Bij bliksemflitsen
schieten hun blikken neerwaarts als reigerhalzen.
Bert Bevers
Uit: Afglans – Gedichten 1972-1997, Uitgeverij WEL, Bergen op Zoom, 1997, ISBN 90 6230 080 4
kempis.nl poetry magazine
More in: Bevers, Bert
Freda Kamphuis:
Zalig is het kinderlot, jong gestorven vroeg bij God
Foto’s Hervormde begraafplaats Nieuwe Pekela
kempis.nl poetry magazine
More in: Freda Kamphuis, Galerie des Morts, Kamphuis, Freda
HET OOR VAN DE MAAIER
Sjuu sjuu, het is de zeis
sjuu sjuu, het is de zeis door het koren
sjuu sjuu, het is de zeis
sjuu sjuu, het is de zeis door het koren
sjuu sjuu, het is de zeis
sjuu sjuu, het is de zeis door het koren
sjuu, het is de zeis
sjuu, het is de zeis door het koren
sjuu, het is de zeis
sjuu sjuu, het is de zeis
sjuu sjuu, het is de zeis door het koren
sjuu sjuu, het is de zeis
Ton van Reen
Ton van Reen: De naam van het mes. Afrikaanse gedichten In 2007 verschenen onder de titel: De straat is van de mannen bij BnM Uitgevers in De Contrabas reeks. ISBN 9789077907993 – 56 pagina’s – paperback
kempis.nl poetry magazine
More in: -De naam van het mes
Op de Kruzenshtern
Het dek van de Kruzenshtern glooit als een omgekeerde schoenzool.
Beneden in de kombuis schillen jonge matrozen patatten. Op
het fornuis ernaast een eenzame tomaat. O, neigend kompas:
hoe zoet is voor u de zee. Ik hunker haast de horizon voorbij,
maar weet het schip hier aan de ree. Dan hoor ik plots mijn vader
van kanotochten in de branding spreken, zie ik hem
in jeugdherinneringen stampend aan de reling van een sleepboot
woeste zee bedwingen. Hij mocht met loodsen wel eens mee.
Kartelrandfoto’s heb ik uit zijn jonge jaren: niet weet hij wie
wiens vader worden zal. Hij danst aan wal in zwemtenue
met ouderwetse meisjes. Waarom? Niet echt kijkt hij naar hen om,
zij zien wel hem in heel zijn onbeholpen heldendom.
Daar denk ik aan op het plankier van deze viermastbark.
Hier sta ik met een almaar grijzer snor aan boord van wat ik als
een huis beschouwen kunnen zou. Getouw dat wijst naar zware
luchten. Er kruipt een god langs naar beneden en erboven
knettert zacht sint-elmusvuur. Waarom ben ik het liefst
in mijn vertrek en schieten avonturen mij door aderen
zodra ik voet zet aan een boord? Zitten er erfelijkheden in het woord?
Zeelui blijven met wapperende lintjes aan hun hoofd en strepen
over uit te trekken borsten in wezen altijd jongetjes, met ver
een huis, bedachte avonturen en vluchtige meisjes onder de pet.
Geloof in iets. In een vorig leven was ik kapitein. Hier
vastgelegd. Hij slaat een bladzijde van water om.
Bert Bevers
Uit: In de buurt van de wereld, Kleinood & Grootzeer,
Bergen op Zoom, 2002 (ISBN 90-76644-23-3)
kempis.nl poetry magazine
More in: Bevers, Bert
WACHTER
De jongen staat op een vlonder
hoog boven het maïsveld
hij is de prins van de akker
tegen de brandende zon
draagt hij een kroon van maïsbladeren
zijn ogen turen over de velden
het minste vogelgeluid hoort hij
hij richt zijn katapult naar iedere wiekslag
De vogels kennen de jonge wachter
vanuit de bomen loeren ze naar hem
en wachten op hun kansen
van ver zien ze wanneer de hitte hem overmant
en zijn waakzaamheid verslapt
Zijn ogen vallen dicht
staande valt hij in slaap, hij droomt
een page waaiert met een bos veren rond zijn hoofd
het ruisen van veren is mooi
en gevaarlijk, te laat schrikt hij op
vogels ritselen door de maïs
en hakken de kolven open
Ton van Reen
Ton van Reen: De naam van het mes. Afrikaanse gedichten In 2007 verschenen onder de titel: De straat is van de mannen bij BnM Uitgevers in De Contrabas reeks. ISBN 9789077907993 – 56 pagina’s – paperback
kempis.nl poetry magazine
More in: -De naam van het mes
Freda Kamphuis Debuut-gedichtenbundel
Hoopvolle vogels
Binnen het poëziefonds van Triona Pers in Houwerzijl is recentelijk de gedichtenbundel ‘Hoopvolle vogels’ verschenen van de Groninger dichteres Freda Kamphuis. Het betreft een debuutbundeling van tien gedichten en een zelfgemaakte vinylsnede, waarvan vijf gedichten met de vriendelijke medewerking van diverse vogels. Het ontwerp van de bundel en het zetwerk uit de Lectura is op ambachtelijke wijze gedaan door Dick Ronner van Triona Pers. Vervolgens zijn de bundels handmatig door hem gedrukt m.b.v. een Korrexpers. Onder andere het onderstaande gedicht is in de bundeling opgenomen.
Hierbij de link naar de informatie / bestelpagina op de Website Triona Pers
Zonder vogels
Wezen van iets
omschreven
door
woord is
eigenlijk niets
onmachtige
taal – het staat
er te klein het
staat er te
schraal
de vogels
vliegen
veel
mooier dan
in dit gedicht
dat zichzelf
moest
herschrijven
tot dat
wat hier ligt.
Freda Kamphuis
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive K-L, Kamphuis, Freda
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature