Or see the index
Ontmoeting
Van ver
klinkt vaag uw
orgeltje van yesterday
het vloog u spelend
tegemoet vandaag en
zal nu altijd hoorbaar zijn.
Freda Kamphuis
Gedicht bij het overlijden van Rutger Kopland
fleursdumal.nl magazine
More in: In Memoriam, Kamphuis, Freda, Kopland, Rutger
Rob Birza, De engel van Tilburg, Museum De Pont Tilburg
Engel verstopt
Eenieder heeft een sprookje nodig
Al is ’t maar om de dag goed door te komen
En niemand kan eraan ontkomen
We zijn allen een beetje gelovig
Een nis als plek, tentoongesteld.
Of juist aan ’t zicht ontweken
Dit is waar ik ben neergestreken
Betekenis op het beeld gespeld
Jaloers zou ik zijn, op de mensen
Ik weet niets van goed en kwaad
Weet niks van liefde, lust of haat
Zou ’t amper kunnen wensen
Zwichtend voor de Grote Hand
Die leven vonkte op de aarde
Waar jullie eeuwenlang voor naar kruizen staarden
Als zwaarte lichtheid overmant
Wie zou ik moeten benijden dan?
De wezens die niets geloven?
Die niet durven dromen dat ze hopen?
Ik weet niet hoe misschien, en kán.
Zuiver mogelijk is wat ik benijd
Het alles kunnen zijn en meer
Maar ik was alles wat je wilde en weer
Zou ik alles kunnen zijn.
Ik zou uit andere verhalen willen stelen
Over keizers en ridders en vrouwen van sneeuw
Jachthonden die prinsen redden en monniken leeuwen
Maar wie wil er in mijn sprookje delen?
Esther Porcelijn
Voor: ‘De Engel van Tilburg’. Rob Birza, Museum De Pont , 23 juni 2012
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther
Vier van de vijf dichters van het collectief GeelZucht:v.l.n.r. Patrick Cornillie, Bert Bevers, Frank Pollet en Yella Arnouts. Willie Verhegghe was op dat moment de Kemmelberg aan het bedwingen…. (foto Moniek Vermeulen)
GeelZucht III
FLEURSDUMAL-medewerker Bert Bevers is een van de auteurs die dit jaar werken aan GeelZucht. Dat is een blog die de Tour de France op poëtische wijze volgt. Vijf dichters (behalve Bert Bevers zijn dat Yella Arnouts, Patrick Cornillie, Frank Pollet en Willie Verhegghe) beloven de lezers iedere dag van De Ronde om uiterlijk 19.00 uur een vers gedicht te posten dat is geïnspireerd op de rit (of de rustdag).
De poëtische krachttoer, die de derde editie beleeft, start op 30 juni met de proloog en moet 22 dagen later – rustdagen inbegrepen – minstens evenveel nieuwe schrijfsels opleveren.
Een en ander is te volgen op de druk bezochte blog www.geelzucht.wordpress.com
Ook gastdichters kunnen er met hun poëzie over de Tour 2012 terecht. De gedichten van het vijftal verschijnen ook weer in boekvorm – evenzeer voor de derde keer. De presentatie van de papieren versie van GeelZucht III staat op de rol voor zondag 12 augustus, in de bibliotheek van Stekene.
fleursdumal.nl magazine
More in: Bevers, Bert
IJzerhard
Stalen glans op paars blad. Op hoge stelen wiegt
de ijzerhard. Middaguur in onze hortus botanicus
liegt niet: het land van gisteren is toe. Alles bloeit.
Ik hoor kinderen op een nabijgelegen schoolplein
driewerf hoera roepen. Er wordt traag gesproeid
door een man die graag bezorgd lijkt. Soms wil hij
de tuin uit hollen en het op een gillen zetten, maar
zijn bladeren houden niet van geluid. Het ruikt naar
zoethout. Een koolwitje laveert tegen wind in, en zand
wijkt zachtjes voor zaad. Wolkjes zijn licht en de goden
nabij. Laat alle mensen maar weten waar de verhalen
over gaan. Wie een grens trekt heeft een huis.
Bert Bevers
(Verschenen in Smeedwerk, Stichting Bredevoort Boekenstad, Bredevoort, lente 2007)
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Nick J. Swarth
Wachten als die jongens
Over de nacht het volgende
Je hoort de lift naar beneden gaan, jij wel ja, jij wel
Is die lamp nu alweer kapot?
Dat die blanken ophouden met dansen
Of met hun baarden
Hou op met je baard, blanke lul
Ben jij de bouwer van die monumentale gebouwen?
Hun taal laat je in de steek
Je kunt die hal maar beter aanvegen IEDREEN RUIT!
RUIT!
Ik ga toch ook niet van dat vuilnis zitten eten
IJzige Herbert doet zijn ronde, de herder aan de riem
krabt kwispelend zijn buik KOMMA fikkie KOMMA
Geprevel bij de bus
Wijn op de muur
En weer die baarden, die snorren, die pijp
Een doorgaande camion zonder vracht BILLBOARDS
en dag aan dag een vlag, gewikkeld om de mast
Over die tunnel het volgende HIJ IS LEEG
Over de trap LEEG over het perron IK WOU
DAT IK DAT KON wachten als die jongens (op wat
komen gaat
stoïcijns stommetje spelend, bukshag bietsend (!) (van
elkaar.
(uit: Nick J. Swarth: MIJN ONSTERFELIJKE LEVER. Gedichten & tekeningen. Uitgeverij IJzer, Utrecht | 2012. ISBN 978 90 8684 086 1 – NUR 305 – Paperback, 64 blz. Prijs: € 10 – Zie voor meer informatie: www.swarth.nl )
Nick J. Swarth poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive S-T, Swarth, Nick J.
In Memoriam Anton (Toon) Eijkens
(1920-2012)
Anton Eijkens schreef de Tilburgse historie in 1000 dichtregels
TILBURG – In het verzorgingshuis Koningsvoorde is afgelopen zaterdagochtend Antonius Maria Eijkens overleden. Toon Eijkens heeft diverse boeken op zijn naam staan en schreef ook de Tilburgse rijmkroniek die burgemeester Jan van de Mortel in 1946 bij zijn afscheid aangeboden kreeg van de Tilburgse bevolking. Het beschrijft de geschiedenis van Tilburg in duizend dichtregels.
Eijkens werd in 1920 te Tilburg geboren en volgde het gymnasium op het St. Odulphuslyceum waar hij zich al vroeg ontpopte als een jongeman met talent voor taal en muziek én als dichter. Zijn vader vond een baan voor hem bij Bureau Van Spaendonck. Het stond zijn literaire ambities niet in de weg. Onder de naam Anton Eijkens schreef hij artikelen en verhalen in de bladen Brabantia Nostra en Edele Brabant, waar hij ook in de redactie zat.
In 1946 beleefde Anton Eijkens zijn productiefste jaar. Hij publiceerde toen onder meer de verhalenbundel Rond de toren, de bloemlezing De Sprookjeshoorn en Een handvol verzen. Bovendien schreef hij samen met Jan Naaijkens het scenario en de teksten voor het massale openluchtspel Kruis en Ploeg dat in de zomer van 1946 bij gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond (NBC) opgevoerd werd in het Willem II-stadion. Kort erna werd aan burgemeester Van de Mortel het gedenkboek Rijmkroniek van Tilburg, het hart van Brabant aangeboden, een uniek in kalfsleer gebonden boek waarvan de door Eijkens geschreven tekst geheel gekalligrafeerd was door zijn zwager Kees Mandos.
Ook in de daarop volgende jaren bleef Eijkens actief als schrijver, zij het vooral van gelegenheidsliederen voor zijn collega’s en van gedenkboeken voor het bedrijfsleven en voor Bureau Van Spaendonck zelf. Daar nam hij in 1984 afscheid als secretaris van diverse werkgeversorganisaties en directeur van de Sector Secretariaten.
Toon Eijkens was getrouwd met Thea Mandos met wie hij zeven kinderen kreeg. In 1982 werd hij geridderd in de Orde van Oranje Nassau.
Anton Eijkens
(1920-2012)
Voor de Beminde
Mijn liederen zijn gering als schaamle kinderen,
die voor een aalmoes komen zingen aan je raam,
als ‘t daglicht in de straat begint te minderen
en aan de avondlucht de eerste sterren staan.
Wie zal mij in mijn schamelheid verhinderen
mijn leed en vreugd te komen zingen aan je raam?
Ik weet: jij kunt het lied van schaamle kinderen
niet zonder mildheid langs je venster laten gaan.
Ontmoeting
Ik had maar de kortste weg genomen,
een weg vol distels en woekerkruid,
want de avond viel dichter in de bomen
en de wind blies langzaam de sterren uit.
Maar aan de rand van een bloeiende tuin,
geurend van appels, pruimen en peren,
blies een bultenaar op zijn kranke bazuin;
“Kunt gij het geluk uw rug toekeren?”
Hoe vreemd: teruggaand heb ik genomen
de langste weg, langs de hoogste bomen.
Anton Eijkens: Twee gedichten
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive E-F, Eijkens, Anton, In Memoriam
Glasscherven op een muur
Eens zaten jullie om jenever heen en wijn maar
jullie moesten kapot, van fles naar gruzelementen.
Iemand heeft jullie ooit fluitend in cement gestoken.
Gedacht: ‘Wat ben jij mooi stuk, glas, ik zal jou naar
het westen laten wijzen. Het beste lijkt me dat voor
jou, doorzichtig groen.’ Daar steek je nu van noen tot noen,
van winter tot winter. In oude handschoenen uw splinters.
Bert Bevers
(Verschenen in Stroom, nummer 24, Antwerpen, lente 2007)
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Nick J. Swarth
Babyscherven (barsten als die jongens)
Hij werd onthoofd door een tunnel.
Het was de enige keer dat ik hem zag
blèren. Bloed.
Zijn poriën openden zich. In de kleinste
stond een fiedelkast van toen.
Als je wilt huilen moet je het nu doen,
zei niemand in het bijzonder tot iemand
zonder naam.
De jongens waren mooi destijds, ik ook.
De herder van de wacht had een glanzende vacht.
De lege hal was leeg, minimaal een minuut, maar
ogenschijnlijk een eeuw.
De roltrappen rolden en ratelden ongerijmd.
Ik was blijven zitten TOEVALLIG
bij haar pakken, haar zakken, haar zooi.
En zij DE BEDELGRIJS gaf me bij terugkeer,
een kleine drie kwartier na haar vertrek, twee
dollar.
You’ve been keeping an eye on it, good!
De haan kraait, de kraai moet worden gegeten
ANDERS ZOU IK HET OOK NIET WETEN
Om de hoek een man.
Volgens hem liet hij de baby per ongeluk vallen.
Boodschappen stapelen de vaat.
Waarom doen. Morgen is alles weer vies.
(uit: Nick J. Swarth: MIJN ONSTERFELIJKE LEVER. Gedichten & tekeningen. Uitgeverij IJzer, Utrecht | 2012. ISBN 978 90 8684 086 1 – NUR 305 – Paperback, 64 blz. Prijs: € 10 – Zie voor meer informatie: www.swarth.nl )
Op YouTube een video-opname van de presentatie van de nieuwe bundel Mijn onsterfelijke lever
Nick J. Swarth poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive S-T, Swarth, Nick J.
Vinko Kalinić
Pola pjesme
Probudio sam se jutros s pola pjesme u glavi
pamtim, sanjao sam te – da, bile su to tvoje usne
i ruke! i nos! i uho! – i mogao bih napisati pjesmu
sasvim strašnu neku pjesmu, pristojnu i zanosnu
recimo, o čovjeku koji je umro u snu, ljubeći te
ali ne znam kako ti oči pretočiti u riječi
te strašne oči koje me uvijek iz nova prepolove
na mene koji bi umro zbog njih
i na mene koji bi umro bez njih
– oči, pred kojima ni jedna pjesma
nikada neće biti ispjevana do kraja
Komiža, 20. 11. 2010
Half a song
I woke up this morning with half a song in my head
I remember, I dreamt about you – yes, those were your lips
and hands! and nose! and ear! – and I could write a song
some absolutely dreadful song, decent and passionate
let’s say, about a man who died in his dream, while kissing you
but I don’t know how to transfuse your eyes into words,
those enticing eyes which bisect me in two all over again,
to a me that would die for them
and to a me that would die without them
– those eyes, in front of which no song
will ever be sung till the end
Translation by Darko Kotevski, Melbourne
Vinko Kalinić poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive K-L, Kalinić, Vinko
Nick J. Swarth
Twee november op een koude kermis
Niemand gunde hij zijn zuurverdiende geld.
Dus nadat hij het nog eens had bepoteld, had
geteld,
met peper en zout bereid en tot pap gekookt,
verteerde hij het tot de laatste spat.
Wederhelft en telg vonden de pitbull in de pot.
Hij versteende, zij weende
en snotterde: ‘Als ik ergens van baal, dan is het
dood kapitaal.’
*/
WIE NOEM JIJ DOOD?
riep de hoofdletter bot.
Dit is het boek waarin ALLES staat geschreven.
Er staat op dit boek geen enkele maat.
Er zal omstandig uit worden voorgedragen.
Die-En-Die ziet zich genoodzaakt
daarvoor een riante vergoeding te vragen.
NOEM DAT MAAR DOOD!
*/
Ik kan het je volstrekt niet uitleggen.
Ik ben zo blij dat ik nog leef.
Maar als ik eenmaal crepeer (…) wil ik (…)
in besloten kring begraven worden. Daaraan
hecht ik waarde.
En dan wil ik daar naakt liggen, ook nog.
En alle anderen moeten ook naakt zijn.
In hun handen moeten ze, stel je voor,
dorsvlegels houden,
(…)
En dan moeten ze uit mij GOOR ZWIJN
de duivel drijven. Laat niets van me heel,
lieve vrienden.
Sla me finaal tot pulp. Breek alle knoken.
Trek het vel van mijn smoel. Stomp mijn
snufferd verrot, stel moordlustige hoeren.
Trap me als een pad zo plat. Castreer me.
Voer mijn kloten aan de kat. En dan…
*/
GRAFWAARTS!
Sibe Selinay alpu
FATMA MINE
NAKAKI NAKAKI
ALLES WURSCHT
allons travailler zegt de slimmerik
en zuipt bourgogne
¿Daarnet had hij die fles
toch nog in zijn handen
voordat de zwaartekracht hem overmande
en het biertranen bruiste op het trottoir.
De Turkse uitdrager stormt naar buiten,
het gerstenat schuimt op zijn ruiten.
Hij veegt de scherven
bij elkaar IDIOOT, DOE NIET ZO RAAR
knarsend met zijn tanden.
Daarnet had hij die fles
toch nog in zijn handen.
Wir tranken uns zu
Und tranken aufs ‘Du’!
Mein Freund – der Plan!
Sibe Selinay
alpu FATMA MINE NAKAKI NAKAKI
(uit: Nick J. Swarth: MIJN ONSTERFELIJKE LEVER. Gedichten & tekeningen. Uitgeverij IJzer, Utrecht | 2012. ISBN 978 90 8684 086 1 – NUR 305 – Paperback, 64 blz. Prijs: € 10 – Zie voor meer informatie: www.swarth.nl )
Nick J. Swarth poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive S-T, Swarth, Nick J.
Vinko Kalinić
Ne znam odgovor
pitaš me: zašto te volim? baš tebe? meni sasvim nepoznato biće? a ne pitaš me koliko su duboke tvoje oči? i kako može živ čovjek ne osjetiti ono što u njima gori? tako svečano. i toplo.
ne znam odgovor. tek osjećam da bi se nas dvoje jako dobro razumijeli. čak i onda kada ni riječ jednu ne bi izrekli. samo da nasloniš glavu na moje grudi. netalo bi svijeta. i svega onog što grčevito skupljaju isprazni ljudi. oko čega se tuku. i za sobom vuku, ko ukleti svoje prokletstvo.
bez ičega. i sasvim goli. stajali bi nijemo. zadivljeni. u spoznanju. koliko je malo potrebno za biti sretan. i to malo, koliko je ljepše dati, no uzeti. i tako bi nestajali. ležeći jedno drugom u sjeni. šuteći. sva bi pitanja bila besmislena. i svi odgovori uzaludni. ono između nas progutalo bi sve što smo ikad bili. i što ćemo ikada biti. što je itko ikada utjelovio u riječi. dok ne bi nestali. sasvim. jedno drugom darujući, i posljednji komadić sebe.
Komiža, 18. 04. 2011
Don’t know the answer
you ask me: why I love you? yes, you? to me absolutely unknown being? but you don’t ask me how deep are those eyes of yours? and how can a living man not feel what burns inside those eyes? so festive. and warm.
I don’t know the answer. I just feel that you and I would understand each other very well. Even when we wouldn’t say one single word. just so you lean your head on my chest. the world would disappear. and all that what futile people collect frantically. things they fight for. and drag around, like damned drag their own curse.
without anything. and totally naked. we would be standing silent. amazed. in the cognition. how little is needed to be happy. and that little, how nicer is to give than to take. and that’s how we would disappear. lying in one another’s shadow. being silent. all questions would be senseless. and all answers useless. that between us would swallow everything that we’ve ever been. and what we would ever be. what has anyone ever embodied into words. until we would disappear. totally. giving each other the last particle of himself.
Translation by Darko Kotevski, Melbourne
Vinko Kalinić poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive K-L, Kalinić, Vinko
Nick J. Swarth
Mijn onsterfelijke lever (een winterverhaal)
1. Het is geen broodje aap, boef.
Het is een straat die op de kaart staat, gewoon,
die je nooit neemt
(omdat je het niet waard bent
genomen te worden > BLING = KING
& YOU’RE A QUEEN!
Kom, til gerust de deken op, ik heb niets op mijn
onsterfelijke lever. De lucht is bruin, het denken
dief. Schrompel, Schram & Schrot.
Krostovič, heb je hier telefoon?
Nee, maar d’r is een cel om de hoek.
Ik ga even bellen. Als ie grappen uithaalt, schieten.
O.K. Nick.
You must be 18+ to read this poem.
If you are not 18+ please close your eyes.
2. Koppen freest de kou,
een heer van sneeuw, sneeuwsoldaatjes, verstoken
van buit.
Schrompel, Schram & Schrot, Ave, Ade (van
de opmerkelijkste mummies zijn er enkele bij toeval
toeval geconserveerd
Niemand bewaakte de maag
Niemand hield de darmen vast
Niemand hield een oogje op de longen
Niemand woog het hart, de onsterfelijke lever
Geen barst, geen biet, geen zier
snars noch sikkepit, moer noch fluit.
Verse maden
haalt de visser
uit de muur 24/7 om de hoek bij de dierenspeciaalzaak
O GEKKIE
JE BEKKIE
EEN STEKKIE VAN STEEN!
3. Zum Korken, overgeleverd aan koffie & brein. Helen
clandestien. Op het scherm een gier, geluidloos een buik
vlies doordringend.
O, die, ja, die. Die, die lag een dag voor pampus,
kop in de kattenbak, benen wijd
(op z’n Mexicaans, meneer, uit de hand, meneer
knalden de knapen een kapitaal aan pijlen de lucht in &
bestookten elkaar met rotjes, daarna), ‘s anderendaags
het beesten
een kreng
dat nekloos ploegde door de vorstkorst
& in de Obstquelle
kleumend foerageerde
tussen voor het doordraaien
behoed fruit DRIE mango’s voor EEN enkele euro!
Productinformatie uit den boze
in het buisverlichte kot. Alle appels heten er ‘appel’
alle peren ‘peer’
alle aardappelen ‘aardappel’
en als ze pijn zouden verkopen heette het simpelweg
‘pijn’, alle pijn, ook de lekkere. Met een beetje geluk
heb je er een koopje aan, in het andere geval keil je
de zak in de container
& ga je morgen weer. Schrompel, Schram & Schrot.
(uit: Nick J. Swarth: MIJN ONSTERFELIJKE LEVER. Gedichten & tekeningen. Uitgeverij IJzer, Utrecht | 2012. ISBN 978 90 8684 086 1 – NUR 305 – Paperback, 64 blz. Prijs: € 10)
Nick J. Swarth’s nieuwe bundel heet Mijn onsterflijke lever (Uitgeverij IJzer, mei 2012). Eerder verscheen in druk: ¡Mondo Manga’ (gedichten); Horror Vacui | een docudrama in 14 staties, verslag van een schandaalverwekkend kunstproject; Naked City Poems (stadsgedichten); Vier zure zultsculpturen (grafiekmap); De napalmsessies (bundel-dvd). Voorganger van het guerrilla rock trio Betonfraktion. Swarth is voorts actief in Zwarte Vleugels, dat voorstellingen maakt op basis van een rock-’n-roll-dramaturgie. Zie voor meer informatie: www.swarth.nl.
nick j. swarth poetry
fleursdumal.nl poetry magazine
More in: 4SEASONS#Winter, Archive S-T, Swarth, Nick J.
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature