Or see the index
Boventoon
Traag bewegen mieren, mugjes
voor immense ondergaande zon, hebben fietsers
geen idee van figureren, met hun ruggetjes zo krom.
Oranje gloeien daken op verkleinde boerderijtjes
oranje fluiten vogels van wat ooit groen weiland was
oranje buigen wilgen richting onderstromen vol met zwart.
Freda Kamphuis
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive K-L, Kamphuis, Freda
foto jef van kempen
Esther Porcelijn
Godvergeten Ironie
Je mag het wel benoemen
Maar je mag het niet zíjn
Je mag er wel om lachen
Maar je mag het niet willen
Je mag het wel afgrijselijk vinden
Maar je mag je er niet in verdiepen.
In een café praten heren over politiek.
Er wordt gestampt en gefoeterd
geproest en verloederd.
Maar niemand ziet de poster
op de achtergrond
in oranje, blauw en wit
waar iedereen precies
aan gekluisterd zit.
Zolang je maar
dingen zegt als:
“ze naaien ons toch wel!”
Met een grijns
en met een biertje.
En: “maarja.. ach”
of: “als het maar gezellig is!”
Zolang je dat maar zegt
ben je er tenminste
geen onderdeel van.
Hoef je niet bang te zijn
dat iemand echt
een goede vraag stelt.
Zolang je het parodieert
ben je het niet.
Esther Porcelijn poetry
stadsdichter Tilburg, 2012
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
Hondje
Gaan we naar buiten? Gaan we naar buiten? Jaa we gaan naar buiten! We gaan naar buiten, jaa! Mijn baas. Mijn geweldige baas. Zo loyaal en mooi en perfect en hij kan goed koken. Ik dacht dat ik altijd alleen zou blijven, dat niemand mij zou willen maar toen kwam hij en toen en toen en en en en. We gaan naar buiten!
Baas lacht. De tanden bloot. Grr. Ja baas. Grr. Boos! Ik ben ook boos. Grr. Samen boos! Jaa! Blote tanden baas! Heel bloot! Gaan we nog naar buiten baas? Ja? Ja! Baas begrijpt mij altijd goed. Weet precies wat ik leuk vind en ook wat ik niet leuk vind. Ik vind leuk: eten, en vooral lekker eten, stukje vlees, en ik vind leuk: goed geaaid worden en geborsteld, en een mooi bed en ik vind ook leuk: om anderen weg te jagen en het huis bewaken vind ik ook leuk. Wat ik niet leuk vind: katten, poedels en cavia’s. Die moeten maar weg, die zijn niet leuk. En ik vind ook niet leuk: anderen die de baas spelen. Ik ben de baas. IK ben de baas, en baas zegt ook altijd: “wij zijn de baas!” Ha! En ik vind raar eten ook niet leuk. Maar knakworsten wel, want die zijn normaal.
Ja, we gaan naar buiten! Samen de baas van buiten! Sinds ik baas heb, durf ik veel sneller te happen naar vreemden. Ik vond ze altijd al niet leuk, maar nu zijn we samen de baas. Ha! Baas is vrolijk boos. Hij heeft gekke blote tanden. Even hier plassen. En hier. Baas trekt me hard weg. Maar ik wil plassen baas! Baas zegt nee. Hij rinkelt met sleutels. Maar ik wil hier plassen, en hier nog een druppel. Zo. Toch gedaan. Nu ben ik de baas van de neuzen van de vreemden. Baas is ineens boos. Boze baas. Sorry baas echt sorry sorry maar ik wil nog even hier plassen. Baas. BAAS!! Ik wil hier nog even. Ah toeeee! Nou baahaas! Hij trekt mij mee. Hij laat mij nooit helemaal los. Maar ik kan toch zo ver lopen als baas wil, en dat is ver genoeg. Baas doet ineens gek. Rinkelt weer met zijn sleutels. Hoge piep. Grr.. boos. Hij tilt mij op en duwt mij in zijn wielenmachine. Dat gebruikt baas omdat hij niet zo hard kan rennen als ik. Elke dag gaat hij daarin en dan is hij lang weg en dan denk ik dat hij nooit meer terugkomt maar dan komt hij toch altijd weer terug. O, wat ben ik dan blij. Ik hoef nooit in de wielenmachine, alleen als ik ziek ben. Maar ik ben niet ziek en ik ben in de wielenmachine. Baas!! Baaaas!! Naast mij ligt een grote koffer, ik ruik eraan. Het ruikt naar, naar naar.. Die machine waar baas altijd zijn vacht in schoonmaakt! Waarom baas? Je hebt al een vacht aan! Één met bloemen erop vandaag.
Baas doet lief maar is boos. Ik zie dat. Hij praat nu lief zoals normaal maar ik zie aan zijn tanden dat hij boos is. Hij doet neplief. Stom.
Oo, maar andere wielenmachines! Die zijn ook leuk. Met baas ben ik niet meer alleen, zoef zoef zoef zoef zoef, overal wielenmachines en we gaan veel sneller dan ik kan rennen. Zoef! Samen de baas, baas? Samen de baas? Baas doet boos. Baas is boos. Hij roept “af” en nog wat andere dingen die ik niet versta. En hij wil niet dat we samen roepen. Alleen hij mag nu roepen. Goed dan. Ik ga wel een rondje om mijzelf heen waggelen in de wielenmachine. Nu lig ik beter. Ik lig goed. Maar dan stopt de wielenmachine. Oo ik mag eruit! Gaan we naar buiten baas? Gaan we naar buiten??
Ja, we gaan naar buiten. Jaa!
Baas pakt mij bij mijn kraag en trekt mij naar buiten. Grr baas, grr!!! Boos!
Hij slaat mij op mijn hoofd, dan draait het even. Whaa.. dat is gek, maar niet fijn gek, stom gek. We lopen naar een boom! Jaa, toch nog een plas doen! Whaa! Even een baas zijn van de neuzen! Jaa!! Jaa baas?
Maar hij pakt mij bij de kraag en ik hoor klik en dan zegt hij iets met veel û en o klanken.
Baas loopt weg.
BaBaas? Waar ga je heen baas? Ben je weer lang weg? Baas?? Ik loop achter baas aan maar ik word teruggetrokken. Hallo! Baas! Ik zit vast baas!
Baas doet niets. Hij gaat in zijn wielenmachine en zoeft weg.
Naast mij zoeven nog heel veel wielenmachines. Zoef-zoef-zoef-zoef. Hele hoge en lage tonen. Baas komt vast nog wel met een stuk vlees. Of een cavia om te bijten. Of een fris kussen waar ik dan de baas van mag zijn. Of met een aai.
Vast aan de boom. ’t Trekt aan mijn hals. Bah. Flauw. Stom. Baas was een nepbaas. Ik ben nu wel buiten, dat wel.
Esther Porcelijn 2012
Esther Porcelijn is stadsdichter van Tilburg
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
foto jef van kempen
H e r f s t a n g s t
Nog even niet de truien in
Nog even niet de vachten aan
Nog even geen verpulveren van bladeren
Nog even niet de kachelpijp
Nog even het laagje los.
Laat de stad nog éven zien,
Houd haar sluier op,
Al wordt ‘t zwaarder.
Herfst,
Geef mij nog één keer een peepshow.
Laat mij de dakpannen nog één keer roder zien.
Laat mij de grijze stenen nog één keer als zandsteen zien
en laat mij denken dat de huizen onvolledige piramides zijn.
Nog even geen chocoliedjes kerstcd’s.
Rillingen naakte bomen en natte laagjes
Druppels van mijn oren.
Koude winterlucht
die mijn hersenpan in tweeën snijdt
tot één knusse kopjes thee onder een dekentje, en één kersthatende.
Ik zet mijn rendieroren vast op.
Herfst,
Laat mij nog even niet veranderen,
Laat mij nog even geen herhaling zien
Van: “Ouwe koek en net als vorig jaar en zie je wel dacht ik al.”
Van: “Dat zei ik vroeger al, het ligt aan de rest aan de anderen
Het is de schuld van de buitenwereld, ik heb altijd gelijk en de rest verandert.”
Laat mij nog even alles zien alsof het nieuw is, dat er nog geen naam voor is.
Laat mij nog even bedenken hoe het moet heten.
Laat mij nog even niet die oude man worden die alles al benoemd heeft.
Wil je alsjeblieft nog even wachten?
Ik wacht dan met je mee dan turen we samen naar de wereld.
En noemen we alles oneindig vaak omdat we nog niks kennen.
Omdat we nog even niet binnen hoeven te zijn.
Omdat we nog even niet elk jaar hetzelfde ritueel.
Omdat we nog even geen grijsheid zien
Omdat we alle kleuren kunnen bedenken.
We kunnen alles bekijken, als jij ons de kleuren teruggeeft.
Nog even geen dikke sokken zelfde verhalen weer die éne oom.
Nog even niet koud nog even geen oude gedachten herinneringen.
Nog even niet?
Esther Porcelijn, stadsdichter Tilburg, 2012
(eerder gepubliceerd in het Brabants Dagblad)
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
Vincent Berquez© painting:
Cathedral of trees
kempis.nl poetry magazine
More in: Berquez, Vincent, Vincent Berquez
Einstein en Ensor op het strand
De-Haan-aan-Zee. Woensdag 2 augustus 1933.
Van zijn vierduizendvierhonderdeenentachtig
dagen is het Derde Rijk aan de honderdvijfentachtigste
toe. De geleerde voelt zich niet meer op zijn plaats
wo die alten Wälder rauschen en trekt westwaarts,
de schilder aan zijn trage kust trouw.
In dit koninkrijk zonder eilanden is het zomer
en vrede, nog. De zee is fier op haar water,
spoelt het speels de badgasten tegemoet.
Maakt daarbij geen onderscheid. Ziet ook niet
dat Albert Einstein (54) en James Ensor (73)
samen ballen op het zand. Geluiden van branding
in hun haren, blote voeten aangetrokken.
Verte spant zeilen aan. Neen, neen: een zwarte
cirkel is nog geen o. De middag is warm
en donderdag wacht braaf op zijn beurt.
Even voelen ze zich samen machteloos,
als admiraals zonder vloot. Even,
en dan glijdt van de schaar van de toekomst
een zware schaduw.
Verschenen in Onaangepaste tijden, Zinderend, Bergen op Zoom, 2006 – © Bert Bevers
Bert Bevers poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Facebook vriendenverzoek van ene Geert
Misschien wil je wel vrienden worden. Ik ben Geert, ben 50 jaar en in de vut. Ik doe tuinieren en konijnen jagen en heb twee kleinkinderen joost en joost. Verder hou ik van vakanties maar liever wel in Nederland en als het kan niet verder dan 20 km van mijn geboorteplaats waar ik nog altijd woon: Drunen. Ik ga dan naar naturistencamping “de klepel gevonden” en doe dan cursussen in koemelk pasteurisatie… Lekker met mijn handen bezig.. hou ik van. Ik werkte ooit wel, toen deed ik administratie bij een bedrijf dat zich specialiseert in administratie van het administreren. Wel boeiend maar ik deed het toch niet met Èchte passie. Ik wilde altijd met mijn handen bezig zijn en hou al mijn hele leven van de natuur. En dan vooral van koeien. Koeien zijn zulke machtige beesten, ze sluipen s’nachts mijn tuintje in en eten dan mijn peentjes op. Zij eten ze op en toch plant ik ze elk jaar weer. Op een dag kon ik zo dichtbij komen dat ik een koe (ik heb haar Tuffeltje genoemd) kon aanraken. Tuffeltje leek het prettig te vinden en ik aaide haar over haar prachtige glanzende rug. Ze keek mij aan en haar grote diepe ogen staarden in de diepte van mijn ogen. Ik aaide haar verder en ze begon te kauwen, te kauwen van plezier. Ik ging verder omlaag met mijn handen en raakte haar prachtige, grote uiers aan, ze stonden op spanning en de huid leek als gelooid leer, zo glad. Ik begon haar te melken en ze bleef kauwen. Ik zette mijn lippen aan Tuffeltje’s tepel en dronk haar melk zo puur uit haar. Maar zo teder als het moment was, zo stroef was de smaak van haar melk. Dat moment heeft mij geïnspireerd tot de verdieping in de pasteurisatie kant van de melk-business. Machtig mooi. Ik hoop ooit op een dag de melk zo gepasteuriseerd te krijgen dat ik het zo vers en nog warm maar toch gezuiverd uit de tepel van Tuffeltje kan drinken. Maar voorlopig moet ik het nog houden bij de lessen die ik in de zomer kan hebben, ik heb het niet breed en probeer wat bij te klussen via het doorverkopen van konijnenbontjes en oude puzzels. Nou ja, ik zag je dus op facebook en ik vond je foto heel speciaal. Ook je posts vond ik leuk, deden mij denken aan de dromen die ik ooit had.. Dromen, ja, ik maak mijn dromen nu wel waar. Maar jouw ideeÎn vond ik zuiver en deden mij denken aan de melk van mijn koe. Misschien wil je vrienden worden, ik zou je graag laten zien hoe je goeie melk maakt. Dan leer ik je hoe je goed moet melken en dan laat ik je, misschien, ook wel Tuffeltje melken. Ze is heel speciaal en zal je een leuk meisje vinden. Nou. Dit was dan mijn gedoe, ik doe mijn best. Groet. Geert.
Esther Porcelijn
Eerder gepubliceerd in de serie Stadsjutten van het Brabants Dagblad
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther
Doelman in vlucht
De oude doelman zucht boven zijn bier.
In dit café komt hij vanaf zijn jongenstijd.
Ook ploeggenoten zaten ooit zo dikwijls hier,
lokaal zich lavend aan vermaardheid.
Langs deze wanden ruisen de verhalen
nog van die haast eeuwenoude bal
nu die hij weghield van de houten palen,
het was nochtans een ongelofelijke knal.
Nog weet hij het, na zoveel jaren:
in glazen klanken galmde het publiek.
Regenen mocht die dag maar even.
Hij voelt de wind weer door zijn haren
glijden, hoort na die zege de muziek.
Voor altijd blijft hij zweven, zweven, zweven
Verschenen in Onaangepaste tijden, Zinderend, Bergen op Zoom, 2006
Bert Bevers poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Hallo Wereld
Hallo, kan iemand mij verstaan?
Alle mensen op de wereld,
Luister…
Luister even…
Ook vandaag lees ik
Weer voor uit,
Een van mijn gedichten.
Radio,
En televisie
Luister allemaal, vandaag de
Dag lees ik iets voor, wat ik al keren deed.
Pleun Andriessen
Pleun Andriessen is kinderstadsdichter van Tilburg
kempis.nl poetry magazine
More in: Andriessen, Pleun, Archive A-B
Vincent Berquez© painting:
Bulldog morning (2011)
Vincent Berquez Biography
Vincent Berquez is a London–based artist and poet. He has published in Britain, Europe, America and New Zealand. His work is in many anthologies, collections and magazine worldwide. Vincent Berquez was requested to write a Tribute as part of ‘Poems to the American People’ for the Hastings International Poetry Festival for 9/11, read by the mayor of New York at the podium. He has also been commissioned to write a eulogy by the son of Chief Albert Nwanzi Okoluko, the Ogimma Obi of Ogwashi-Uku to commemorate the death of his father. Berquez has been a judge many times, including for Manifold Magazine and had work read as part of Manifold Voices at Waltham Abbey. He has recited many times, including at The Troubadour and the Pitshanger Poets, in London. In 2006 his name was put forward with the Forward Prize for Literature. He recently was awarded a prize with Decanto Magazine. Berquez is now a member of London Voices who meet monthly in London, United Kingdom.
Vincent Berquez has also been collaborating in 07/08 with a Scottish composer and US film maker to produce a song-cycle of seven of his poems for mezzo-soprano and solo piano. These are being recorded at the Royal College of Music under the directorship of the concert pianist, Julian Jacobson. In 2009 he will be contributing 5 poems for the latest edition of A Generation Defining Itself, as well as 3 poems for Eleftheria Lialios’s forthcoming book on wax dolls published in Chicago. He also made poetry films that have been shown at various venues, including a Polish/British festival in London, Jan 07.
As an artist Vincent Berquez has exhibited world wide, winning prizes, such as at the Novum Comum 88’ Competition in Como, Italy. He has worked with an art’s group, called Eins von Hundert, from Cologne, Germany for over 16 years. He has shown his work at the Institute of Art in Chicago, US, as well as many galleries and institutions worldwide. Berquez recently showed his paintings at the Lambs Conduit Festival, took part in a group show called Gazing on Salvation, reciting his poetry for Lent and exhibiting paintings/collages. In October he had a one-man show at Sacred Spaces Gallery with his Christian collages in 2007. In 2008 Vincent Berquez had a solo show of paintings at The Foundlings Museum and in 2011 an exposition with new work in Langham Gallery London.
kempis.nl poetry magazine
More in: Berquez, Vincent, Vincent Berquez
JUNIOR-STADSDICHTER
Tilburg zoekt nieuwe Junior- Stadsdichter
Wedstrijd
Treed jij in de voetsporen van
Sara Bidaoui en Pleun Andriessen?
sara bidaoui
Schrijf je graag gedichten en vind je het ook leuk om ze voor te dragen?
Doe dan mee aan de Junior Stadsdichtwedstrijd!
Hoe doe je mee?
– Je bent niet ouder dan 17 jaar en komt uit Tilburg (of omstreken).
– Je stuurt voor 11 januari 2013 een of meer gedichten in naar wedstrijd@juniorstadsdichter.nl, samen met een ingevuld deelnameformulier.
De inzendingen worden beoordeeld door een vakkundige jury. De winnaar mag als Junior Stadsdichter een jaar lang gedichten schrijven, optreden en publiceren. Bovendien mag je een wens in vervulling laten gaan…
pleun andriessen
JACE van de Ven (dichter en schrijver) heeft nog wat tips voor het schrijven van gedichten
Zelf stadsdichter worden – Jace van de Ven
Nog wat losse tips voor het maken van gedichten:
elk overbodig woord moet eruit;
pas op met abstracties, de beschrijving van een toevallig detail uit de werkelijkheid is mogelijk veelzeggender;
ironie of humor kunnen helpen op hol geslagen gedachten af te remmen;
een enjambement -het doorlopen van een zin van de ene in de volgende versregel- kan het ritme afwisselender maken;
beeldspraak moet treffen, anders liever geen beeldspraak;
keer jezelf niet te bewust binnenstebuiten, door simpele dingen rondom je te beschrijven, laat je waarschijnlijk op een veel interessantere manier in jezelf kijken;
zoek eindeloos naar het woord dat je gedachten het meest exact weergeeft, en… probeer elke keer opnieuw zelfstandig het wiel uit te vinden.
Hoe andere dichters dichten, dat moeten zij weten, jij doet het op jouw manier.
jace van de ven
fleursdumal.nl magazine
More in: Andriessen, Pleun, Bidaoui, Sara, Kinderstadsdichters / Children City Poets, Ven, Jace van de
De gaard van mijn erfenis
Dravend op een ros in stof en zon doemt
zij op over een pad dat om mijn wijngaard
kronkelt. De fruitbomen strooien haar bloesems
van zomersneeuw toe. Ze tuurt naar een vis-
adelaar die aanvliegend in een zonnegloed
bij een steiger in het water plompt. Bedaard
daalt ze van haar ruin, begeleid door requiems
die op de ramen van mijn huis trillen; zij is
mijn substituut voor jou. Zij bewaart een zweem
van mijn minnekunst in de vezels van haar huid,
polijst het beeldhouwwerk van verstild gepieker
op mijn voorhoofd met haar prille strelen, mits
ze jou door mij vergeten acht. Ook houdt ze alleen
van paarden en requiems, hoewel ze mij luid
haar lijf verkondigt, terwijl ik haar kan bieden
wat ook zij vermocht: de gaard van mijn erfenis.
Niels Landstra
Gedicht uit de bundel: Waterval, Uitgeverij Oorsprong , september 2012
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive K-L, Landstra, Niels
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature