Or see the index
S t a d s j u t t e n
Camera op kraan, filmt logo: “Tilburg University.” Camera zoomt langzaam uit.
Er zijn ruziënde professoren en docenten. Door de druk kunnen ze amper nog onderzoek doen omwille van het onderzoek want alles moet een onmiddellijk praktisch nut hebben.
Camera filmt scène op een kantorengang van professoren. Twee heren met stropdas en baard staan tegen elkaar te roepen over scoren in A-tijdschriften. Ze mompelen iets over valorisatie.
In de colleges horen de studenten af en toe iets over wat er schort aan een collega middels subtiele opmerkingen over argumenten die in de categorie “onhoudbaar” vallen en toevalligerwijs samenvallen met een of andere persoon die toevalligerwijs een collega is.
Shot vanachter schouder van student, voor het bord staat een man druk met zijn armen te bewegen en wijst naar een logische contradictie op het bord.
De bibliotheek zit vol met boeken en mensen die over de boeken hangen in de hoop hun langstudeerdersboete van zich af te leren.
Montage van vrolijk gekleurde boeken, ingewikkelde tabellen, namen van filosofen en citaten. In de kroeg spreken de studenten met elkaar. Ze discussiëren maar geen enkel argument overtuigt hen.
Buiten. Softfocus. Studenten op het gras in de zon. Lachend in kleermakerszit. Overgang naar bewolkte sfeer. Studenten staan voor een regenachtig betonnen gebouw met schuifdeuren die open en dicht blijven gaan.
Naar boven in de lift. Bij elke verdieping komt een andere docent binnen en geeft zijn elevatorpitch.
Discotheek. Een professor is de dj en spreekt het publiek toe: “Kennen jullie die van de olifant in de kamer? Die olifant zit in je bovenkamer! Everybody Happy?”
Het publiek kijkt mat.
Relativisme werkt verlammend.
Eindshot. Titels van Professoren komen langs. Kladblaadjes en pennenstrepen volgen. Er is op het Diederik Stapel-argument geanticipeerd en het wordt geïncasseerd.
Esther Porcelijn
Eerder gepubliceerd in de serie Stadsjutten van het Brabants Dagblad
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther
nick j. swarth
Tentoonstelling Visuele Poëzie
schrijft wedstrijd uit
De Tentoonstelling Visuele poëzie, die van 9 t/m 25 november 2012 plaatsvindt in de Goretti Kapel te Tilburg, schrijft een unieke wedstrijd uit. De organisatie daagt professionele makers, studenten en amateurs uit een visueel poëtisch werk in te sturen.
Ben jij een dichter die graag verbeeld of ben je een beeldmaker, maar diep in je hart tegelijk een poëet? Heb je een werk dat binnen dit genre past? Of inspiratie om zo spoedig mogelijk aan de slag te gaan? Dan is dit je kans!
Overdonder de jury met een geweldig poëtisch visueel werk en stuur foto’s en een korte omschrijving in! Het werk zelf kan 2D zijn, of ruimtelijk, audiovisueel of multimediaal. Kijk voor meer informatie over de tentoonstelling en deelname aan deze wedstrijd op: http://www.facebook.com/VisuelePoezie
fleursdumal.nl magazine
More in: CONCRETE , VISUAL & SOUND POETRY, Swarth, Nick J.
Freda Kamphuis ©2012: Verweven
kempis.nl poetry magazine
More in: Freda Kamphuis, Kamphuis, Freda
Zilveren favorieten
bij het schilderij van Lawrence Alma-Tadema
Water om water. Daartussen vrouwen,
die drie die standbeeld zijn van eigen stilleven,
rustend op marmer alsof zij er zelf van schijnen.
Kruimels hangen stil tussen een hand en mondjes
van vissen die liever dan bekeken
onzichtbaar zouden zwemmen in de open
zee die zij veraf vermoeden en dichter hopen.
Wij weten haar vlakbij. Geen geluid weerklinkt
al zingt in elk hoofd een droom.
Zeer strak staat alles stil en nauwelijks
nog is blauw een kleur te noemen.
De wereld lijkt wel monochroom.
Bert Bevers
(uit Afglans – Gedichten 1972-1997, Uitgeverij WEL, Bergen op Zoom, 1997)
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Eelke van Es
Eelke van Es poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive E-F, Es, Eelke van
Esther Porcelijn
Lift
Je mag een gegeven paard niet in de bek kijken. Apparentlie det is un rule.
In de trein op 12 april, de avond van de 3FM Awards in Amsterdam. Dat weet ik omdat de trein vol zit met vertraagde tieners die al uren tussen Amsterdam en Rotterdam aan het reizen waren.
Ik zat ook in die trein vanaf Rotterdam naar Breda, en dan hopelijk naar Tilburg.
Ik pak altijd per ongeluk een te late trein waarvan ik niet zeker weet of die nog echt terecht komt waar ik terecht wil komen. Dus, deze trein gaat maar tot Dordrecht. Echt flut, ken daar niemand.
Dus ik hoor een jongen en een meisje spreken over dat ze naar Tilburg moeten.
Ik zet onmiddellijk mijn aller-leukste hoofd aan en zeg dat ik super-toevalligerwijs ook naar Tilburg moet en of we samen een taxi kunnen nemen.
Zij kijken nogal beduusd maar vinden het prima. Ik klets wat verder en vraag of “Go Back to the Zoo” supervet was en zij Giel Beelen ook zo megacool vinden.
Verder meen ik alles wel oprecht, want ze zijn aardig en ik wil heel erg graag nog in Tilburg komen. Ze gaan niet met de taxi maar de vader van de jongen komt ze in Dordrecht ophalen. Mag ik mee? Ja ik mag mee. Prima.
Ze moeten naar de Reeshof maar ze kunnen mij wel afzetten bij Tilburg-West, o nee, sorry: Universiteit. Fijn.
In Dordrecht op het station loop ik achter ze aan. Het meisje is heel aardig, de jongen is wat stil maar ik klets wel om het gezellig te houden.
We komen aan bij de auto van de vader en de moeder staat ons op te wachten. Ze kijkt de jongen aan en zegt: “Een vreemde.…Neem je een vreemde mee?” De jongen legt uit dat er geen treinen meer rijden en dat ik ook naar Tilburg moet. De moeder zegt: “Oh, en dan neem je gewoon een vreemde mee?” Ondertussen heeft ze mij nog niet één keer echt aangekeken en ik zet mijn allerliefste hoofd aan, als van een kitten in een nestje: “neem mij ah toe neem mij!”
De moeder moet het nog éven met de vader bespreken en ik hoor de man wat mompelen over “liever niet” en “vooruit dan maar.”
Ik controleer mijzelf en ik ben toch echt een meisje!? Ik ben geen enorme man van 2 meter met bloed op z’n wife-beater? In ieder geval kan ik mee en ik stap in. Mooi.
Ik zit in het midden van de achterbank en probeer zo goed mogelijk het gesprek op gang te houden. De ouders zeggen geen woord tegen mij. Ik wordt steeds meer verlegen, en raak in een toestand waarin ik niets meer durf te zeggen tegen de volwassenen voorin. Alsof er familieruzie is geweest en we nog helemaal naar Frankrijk moeten op vakantie én het gezellig moeten hebben. De ouders stellen vragen aan de kinderen en de moeder vond het blijkbaar al een idioot idee om he-le-maal van Tilburg naar Amsterdam te gaan met de trein. De jongen zegt dat hij een rijbewijs en auto wil want dat is beter, ik zeg lollig dat je dan in de file staat.
Het grapje wordt niet gewaardeerd. Shit.
Ik kan alleen nog maar zachtjes praten met de jongen en het meisje, ze gaan volgend jaar naar de UvT om te studeren en ik probeer het meisje te overtuigen dat Filosofie megacool is maar dat lukt niet.
Ondertussen zijn we al bijna bij Tilburg en ik zie de afslag van de wijk De Reeshof op ons afkomen, ik hoop nog dat de jongen iets zal zeggen over dat ik naar West moet. Hij zegt niets. Hij is het blijkbaar helemaal zat om te reizen op dit moment en wil gewoon naar huis, ongeacht. Kut.
Ik begin er zelf maar over, heel subtiel: “Oooh, u reist naar de Reeshof.. goh..ja..”
Ik probeer de jongen nog aan te kijken en ik hoop dat hij nog wat zegt. Hij weet immers dat ik naar de stad moet.
De moeder vraagt eindelijk iets aan mij: “Waar moet jij heen dan?” En ik zeg: “Ik woon in het centrum, West kan ook, dan red ik het wel.”
De ouders zeggen niets.
Het meisje wordt afgezet ergens diep in de wijk en zij rijden weer terug. Ik krijg niet echt de indruk dat ze naar West aan het rijden zijn.
Ik zie station Reeshof en ik vraag, in de hoop ze op een idee te brengen: “Dus, zou er nog een trein rijden?” De moeder en vader overleggen wat en komen tot de wonderbaarlijke conclusie dat er waarschijnlijk geen trein meer rijdt om half twee ‘s nachts vanaf station Reeshof.
Wel denken ze dat er misschien nog een bus rijdt. ..Jezus.
Ik durf ondertussen echt niets meer te zeggen en zit in de kramp. Ik kan alleen nog maar lief kijken en proberen mijn meedenkende gezicht aan te zetten.
“Ja,” zegt de moeder, “Er rijdt waarschijnlijk nog wel een bus vanaf het station.”
“Oja? Goh, nou dan kan ik wel eens kijken dus, ja, hm,” zeg ik. ..Godverdomme.
We zijn bij het station, we stoppen en ik stap uit. “Ja, er rijdt misschien nog wel een bus,” zegt de moeder. Ik kan gewoonweg niets zeggen, krijg het er niet uit. In mijn hoofd heb ik echt al twintig keer geroepen dat ze mij toch echt bij West moeten afzetten omdat er natuurlijk geen ene moer meer rijdt vanaf een wijkstationnetje om ondertussen kwart voor twee. Maar ik zeg het niet. Ik zeg niets. Ik bedank ze vriendelijk en de deur wordt dichtgeslagen. “En bedankt hè!” Roep ik ze na. Maar ze zijn al weg.
Daar sta ik dan. Een totaal verlaten station met niets. Alleen een snelweg, een grasveld, parkeerplaatsen en in de verte wat huizen.
Het idee om naar de stad te lopen verschrompelt snel aangezien een heel donker wandelbos de wijk West en de Reeshof scheidt.
Ik bel een taxi. Er komt een taxi. De Marokkaanse taxichauffeur vertel ik het hele verhaal uit woede. Hij antwoordt dat dit echte Hollandse gierigheid is, dat hij vroeger ook niets kreeg bij zijn Hollandse vriendjes thuis rond etenstijd, dan was er ineens niet genoeg vlees. Ook vertelt hij over de discussies op zijn achterbank bij het afrekenen: “nee, maar ík heb al de entree betaald, en ik heb alleen maar cola gehad in het restaurant, dus het is 6,45 voor jouw en 3,20 voor mij.”
Ik kreeg korting voor de taxirit. Heerlijk.
Mag je een gegeven paard echt niet in de bek kijken? Ook niet als het een hele kleine magere Shetlandpony is? En zijn hier geen regels meer voor? Emancipatie is leuk en alles maar is er echt geen regel meer voor een vrouw alleen in de nacht op een station laten?
Apparentlie det is not un rule.
Esther Porcelijn. Eerder gepubliceerd in de serie Stadsjutten van het Brabants Dagblad
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther
Mijn liefste meisje
Willoos is de vlieger
die meevaart op zonnestralen
naar een rimpelrode branding
van oud geworden licht
Mijn meisje bij zee;
ommuurd met sterfelijkheid
heb ik je zandkastelen, je zijgende beelden
van ridders en prinsessen
Ik ben jou, je vlieger,
je zonlicht; vrees de dagen
zonder zandsculpturen en sprookjesfiguren
die gespeend van jou en mij zullen zijn
Niels Landstra
Niels Landstra presenteert dichtbundel: Waterval
Donderdag 20 september zal Niels Landstra zijn nieuwe dichtbundel Waterval presenteren bij Selexyz Gianotten in Breda, de Barones 63. De aanvang is 19.00 uur.
Na het verschijnen van het kort verhaal ‘Het portret’ in e-zine Meander in 2004, volgde een lange reeks publicaties (korte verhalen, poëzie en interviews) in diverse literaire tijdschriften in zowel Nederland als Vlaanderen. Het oeuvre van Niels Landstra is dan ook rijk, bevat elementen als liefde en dood, geloof en noodlot, en het nemen van afscheid, zoals in zijn gedicht Mijn liefste meisje: ‘Ik ben jou, je vlieger, je zonlicht; vrees de dagen zonder zandsculpturen en sprookjesfiguren die gespeend van jou en mij zullen zijn’.
Naast zijn gedichten en verhalen, schreef hij drie romans en een novelle, waar deze elementen sterk in verweven zijn en die een melancholische sfeer oproepen, maar ook een wrange vorm van humor kennen; deze vertelwijze maakt zijn werk dan ook boeiend tot de laatst gelezen letter.
Zijn dichtbundel ‘Waterval’ bij uitgeverij Oorsprong is zijn debuut als dichter.
Volgend jaar zal Niels Landstra’s eerste roman ‘De vereerder’ verschijnen bij uitgeverij Beefcake Publishing in Gent, België.
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive K-L, Landstra, Niels
Een Egyptische weduwe
bij het schilderij van Lawrence Alma-Tadema
Wij weten nu dat deze schilder wist
dat eeuwen her zich deze dode
als een mummie naar de toekomst wrong
in uitgeleefde luchten en vluchtte
in hiernamaalsen waarin hij zelf
geloofde. Ter plekke zong de twijfel:
men roofde graven leeg en zweeg en
daarom neuriet er de hoop dat
rust hier mag gaan heersen.
De weduwe treurt diep maar ondertussen
leert ze van het sterven: het lot
vermomt zich graag als einde.
Bert Bevers
(uit Afglans – Gedichten 1972-1997, Uitgeverij WEL, Bergen op Zoom, 1997)
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
foto joost bataille
Esther Porcelijn
Bloemlezen en Koffiedik kijken
op de Roze Maandag
Lights On
Daar gaan we Weer Weer WEER Weer.
Zonder ideeën ben ik er niet
Zonder ideeën zijn jullie er niet
Zonder de mensen is er niks
om over te praten.
Zonder verschillen kunnen we alles
stilzwijgend ondergaan.
Dan gaan de lichten op de dimstand.
De grootste beren op de Roze rots,
Komrij’s Paralymics.
Het anders-zijn wordt juist benadrukt?
Met z’n allen in een draaimolen,
de carrousel.
Alle plaatjes van mensen in de centrifuge
tot oliebolsap.
Allemaal hetzelfde,
behalve op Roze maandag.
Nog een Keer Keer KEER Keer.
Online bashen, inmaken oprotten optiefen onder de lakens houden, achter de voordeur. “Mij maakt het niet uit hoor,” als ze maar niet ehm zoenen op straat, ehm handen vasthouden, ehm genegenheid tonen, ehm mij aankijken, ehm iets roze-achtigs doen, ehm of denken, ehm ademen, of ehm leven.
“Het is een ziekte,”
“homo’s zijn dierlijk.”
Nieuw Nieuw NIEUW Nieuw
Oproer uit de jaren 50.
Conservatisme is de allergrootste traditie.
Misplaatste frustratie
van anoniem-schreeuwers is
de online munitie
waar we met z’n allen in draaien.
Zij met de grootste aannames nemen
nooit iets aan van anderen,
want dat is een no-Go Go GO Go.
Dansers in kooien, harde sex, slappe handjes,
roze boa’s, darkrooms.
Cliché Cliché CLICHÉ Cliché.
Niet te verdragen.
Erger nog dan Jonge Sla.
Gay. What’s in a name?
Mo money mo homo mo homo mo homo
Geld waard.
Straks mis je nog de Bootsma.
Geld waard, twee voor de prijs van
Één Één ÉÉN Één.
Benadruk het anders zijn,
anders doet niemand het,
gaan de lichten op dimstand.
Zwieren en draaien.
Daar gaan We We WE We
Weer Weer WEER Weer.
Het evenement ‘Roze Maandag’ maakt onderdeel uit van de Tilburgse Kermis, juli 2012. Het gedicht ‘Bloemlezen en Koffiedik kijken op de Roze Maandag’ werd eerder gepubliceerd in het Brabants Dagblad.
esther porcelijn poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Archive O-P, LGBT+ (lhbt+), Porcelijn, Esther
Students
‘Hoest?’
‘Vet en jij?’
‘Ook, wat gaan we doen?’
‘Appie H, knoeipakket scoren, knoeien bij mij?’
‘Doen we, cool’
‘Hé Joris join us’
‘Super, wat gaan we doen?’
‘Barbeknoeitje bij Menno’
‘Vet, let’s do it’
‘Scoor ik snel effe wat grolsies thuis, merkt Bart to nie’
‘Ik zeg doen’
‘Me too’
‘CU’
‘Catch you later boys’
Freda Kamphuis
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive K-L, Kamphuis, Freda
Valeria
Het zand onder haar boetseert
De naakte deining van haar lijf
Die onder haar weg spoelt, als zij
omkeert. Het gezonken beeld leert
mij haar te lezen: ze smaakt naar zout,
en is er even, de minnares
die mijn momenten leent. Oud
maar slaafs volg ik haar met een krans
van doorns in mijn haar, het is spelen
met mijn wil. Blauw en groot zijn haar
ogen als de zeven hemelen
die zij bestijgt; haar beeldenaar
mag ik zijn. Haar verkondigen
en afstaan. Zolang ze zondig
is en mijn vergeving zich richt
op haar stil en licht bewegen.
Niels Landstra
Niels Landstra presenteert dichtbundel: Waterval
Donderdag 20 september zal Niels Landstra zijn nieuwe dichtbundel Waterval presenteren bij Selexyz Gianotten in Breda, de Barones 63. De aanvang is 19.00 uur.
Na het verschijnen van het kort verhaal ‘Het portret’ in e-zine Meander in 2004, volgde een lange reeks publicaties (korte verhalen, poëzie en interviews) in diverse literaire tijdschriften in zowel Nederland als Vlaanderen. Het oeuvre van Niels Landstra is dan ook rijk, bevat elementen als liefde en dood, geloof en noodlot, en het nemen van afscheid, zoals in zijn gedicht Mijn liefste meisje: ‘Ik ben jou, je vlieger, je zonlicht; vrees de dagen zonder zandsculpturen en sprookjesfiguren die gespeend van jou en mij zullen zijn’.
Naast zijn gedichten en verhalen, schreef hij drie romans en een novelle, waar deze elementen sterk in verweven zijn en die een melancholische sfeer oproepen, maar ook een wrange vorm van humor kennen; deze vertelwijze maakt zijn werk dan ook boeiend tot de laatst gelezen letter.
Zijn dichtbundel ‘Waterval’ bij uitgeverij Oorsprong is zijn debuut als dichter.
Volgend jaar zal Niels Landstra’s eerste roman ‘De vereerder’ verschijnen bij uitgeverij Beefcake Publishing in Gent, België.
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive K-L, Landstra, Niels
Vincent Berquez© painting:
My son the musician
kempis.nl poetry magazine
More in: Berquez, Vincent, Vincent Berquez
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature