Or see the index
Carina van der Walt
Haïti hagedisje
als een hagedisje tegen zijn schouder
grote, draaiende, heldere oogjes
stoffig kopje
ingekrompen, zwart, klein lijfje
slappe pootjes, geen geluidje
en hij sust haar
en zij slikt maar
stil maar lieverd
thula thula thula thandwa
en hij sust haar
en zij slikt maar
meisje stil maar
intombazani thula thula
als een levende muur onder dit wezentje straalt
hitte uit de kleine gesloten holte van zijn armen
hij klopt op het kromme rugje
streelt over het grijze kopje
zonder zelf te weten wat of wie
en hij sust maar
en zij slikt maar
thula thula thula thandwa
Carina van der Walt (1960) werd geboren in Welkom Zuid-Afrika en studeerde Nederlands en Afrikaans. In 2003 kwam zij via een uitwisselingsprogramma op de UVT voor haar master in vergelijkend poëzie (2004). Als dichteres publiceerde zij de bundel Seeverse (2000, in eigen beheer) en Woorden over Beelden (dec. 2012, Uitgeverij Smit van 1876, Venlo). Haar Ars poetica is gepubliceerd in Literator (april 2012), een gerenommeerd Zuid-Afrikaanse literaire tijdschrift. Vier van haar gedichten waren afgelopen najaar tegelijkertijd tentoongesteld in Tilburg (Twiet Twiet) en Johannesburg (Melville Poetry Festival). In het voorjaar van 2013 zullen van haar gedichten opgenomen worden in twee bloemlezingen in Zuid-Afrika: Afrikaanse gedichten in Nuwe Stemme 5 en Nederlandse gedichten in Theater van de Verloren Tijd.
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive W-X, Carina van der Walt, Walt, Carina van der
William Butler Yeats
(1865 – 1939)
The Heart of the Woman
O what to me the little room
That was brimmed up with prayer and rest;
He bade me out into the gloom,
And my breast lies upon his breast.
O what to me my mother’s care,
The house where I was safe and warm;
The shadowy blossom of my hair
Will hide us from the bitter storm.
O hiding hair and dewy eyes,
I am no more with life and death,
My heart upon his warm heart lies,
My breath is mixed into his breath.
William Butler Yeats poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive Y-Z, Yeats, William Butler
Stilleven met haai
Witte druiven, prei en aubergines tussen bier,
tagliatelli, gestoomde haring, geitenkaas
en knäckebröd. Een winkelwagentje vol
met waar vroeger veel geduld voor nodig was.
Ineens bots ik dan op een stilleven met haai.
Rode ponen stuiven in stilstand wild voor hem uit.
Er liggen er, met blokken ijs, zelfs in zijn bek
gedrapeerd. Die staat daardoor open, de tanden
vlijmscherp driehoekig zichtbaar. Het meisje
dat net neuriënd een tong fileerde verdwijnt
plotsklaps onder water, schiet happend naar lucht
weer even boven. Seconden later komt haar linkerhand
de golven uit, om op de weegschaal soort, gewicht
en prijs te tikken. Zomaar om de hoek van eieren en boter
bot, geep, kabeljauw, schol, zalm en zonnevis
allerlei soorten Jêsous Christos Theou Huios Soter,
Jezus Christus, Zoon van God, Verlosser alom
mooi rond een grote, dode haai verspreid.
Bert Bevers
uit In de buurt van de wereld, Uitgeverij Kleinood & Grootzeer, Bergen op Zoom, 2006
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Le Bateau Ivre (Arthur Rimbaud) in New York
© photos hans hermans 2013
fleursdumal.nl magazine
More in: *Archive Les Poètes Maudits, FDM in New York, Rimbaud, Arthur, Rimbaud, Arthur
Lewis Carroll
(1832 — 1898)
Echoes
Lady Clara Vere de Vere
Was eight years old, she said:
Every ringlet, lightly shaken, ran itself in golden thread.
She took her little porringer:
Of me she shall not win renown:
For the baseness of its nature shall have strength to drag her
down.
“Sisters and brothers, little Maid?
There stands the Inspector at thy door:
Like a dog, he hunts for boys who know not two and two are four.”
“Kind words are more than coronets,”
She said, and wondering looked at me:
“It is the dead unhappy night, and I must hurry home to tea.”
Lewis Carroll poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive C-D, Carroll, Lewis
Martin Beversluis
Nullen en enen
Hoe ik je een tijd lang nergens vond
en daarna alleen in nullen en enen
de digitaal van facebook
het was min of meer hetzelfde
je stond in een lijstje van mensen die ik toch nooit belde
de herinnering vergeelde rouwomrand
je werd een stukje verleden dat ik oppakken kon
dat je plots opnieuw in je gedaante van muze
voor mijn deur stond was een verklaarbaar wonder
de nullen en enen zijn vrouw geworden logisch
ik kan je aanraken en met je praten
er is zelfs een kans dat je me begrijpt.
Martin Beversluis poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Beversluis, Martin
Matthew Arnold
(1822 – 1888)
The Last Word
Creep into thy narrow bed,
Creep, and let no more be said!
Vain thy onset! all stands fast.
Thou thyself must break at last.
Let the long contention cease!
Geese are swans, and swans are geese.
Let them have it how they will!
Thou art tired: best be still.
They out-talked thee, hissed thee, tore thee?
Better men fared thus before thee;
Fired their ringing shot and passed,
Hotly charged – and sank at last.
Charge once more, then, and be dumb!
Let the victors, when they come,
When the forts of folly fall,
Find thy body by the wall!
Matthew Arnold poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, CLASSIC POETRY
Jasper Mikkers
DEMOCRATIE IS DAAD
ga aan het water staan dat stadhuis spiegelt
presidentieel paleis of parlement
en roep ‘democratie’ en kijk wat er gebeurt
het is geen woord dat als een lelie openbloeit
de klinkers laten geen vliesvleugeligen stijgen
uit vlammen van de gele lissen aan de rand
misschien dat na een tijd zich schimmen
in het donker roeren, traag als vissen
en dat het duister lichter kleurt
ga op je hurken zitten, spel het woord
want weet wat het aan inhoud in zich bergt
is moeilijk grijpbaar en nooit zeker
wanneer je ee zegt, rijst een engel op
met druipend haar, slank als een bloemrietstengel
waar onze blik haar raakt is ze volmaakt
maar zeg je oo, dan antwoordt ze met au
want hagel treft haar en van bleek verandert
ze in blauw, ze staat er naakt en in de kou
en bij de aa tekent een hand onder haar neus
een Hitlersnor, en brillantinekeizer Berlusconi
laat haar dansen op een brandende krant
en bij de ie schampen er kogels langs haar hoofd
wordt ze door Bouterse met ballen als olijven verkracht
ze weert zich nauwelijks, ze lijkt door angst verdoofd
je denkt: ik heb geen macht, ik neem de benen
achter je rug wordt ze aan een bordeel verkocht
voortaan door nachtvlinders van traliestaal bezocht
democratie: haar bouw is fijn, haar vlees onvast
als je niet handelt en niet waakt wordt ze gestolen
uit stad en land, als kapitalen uit een letterkast
democratie: ze is de dochter van de daad en taal
de zuurstof die ze ademt is ethiek, haar klinkers
deelt ze als genen met haar tweelingzuster ideaal
Jasper Mikkers is Stadsdichter van Tilburg
Noot: Dit gedicht schreef Jasper Mikkers op verzoek van de gemeente Tilburg in het kader van de Dag van de Democratie op 14 september 2013.
Jasper Mikkers Poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, City Poets / Stadsdichters, Mikkers, Jasper
JACE van de Ven
Op de tonen van de beiaard
I
muziek zal je van elke klokslag krijgen
gezang dat bij de nagalm bovenkomt
synchronisch lacht en huilt en goedig gromt
als één akkoord de rest wil overstijgen
de beiaardier op zijn klavier van stokken
weet dat zijn klokken anarchisten zijn
maar krijgt ze aaiepoezend op één lijn
om het gevoelig met hen uit te knokken
daar valt hij aan centraal en in de flanken
en heel het klokkenspel lijkt op de vlucht
te slaan maar hergroepeert zich in de lucht
waar het voorbij zweeft op zijn eigen klanken
II
grondtoon, klaagtoon,
boventoon is jubeltoon
fluittoon, juichtoon
maar dood is mijn broer Toon
sla er maar op
sla ze maar aan
van je bim bam beieren
klokken zijn geen eieren
klaagtoon, vraagtoon
jij vervloekte plaagtoon
waar is mijn broer Toon
sla er maar op
sla ze maar aan
van je bim bam beieren
klokken zijn geen eieren
III
uit de weg, uit de weg
sms-jes, e-mails, tweets
tv-signalen, al wat vliegt
ik ga aan de kant voor niets
zijn jullie ook verzonden
door een klap op een stok
langs een touw en een klepel
die een hengst gaf op een klok
jullie vragen waar ik heenga
wie mij download her en der
ik denk niemand hier beneden
klokgelui vliegt veel te ver
de tonen van de beiaardier
moeten reizen zonder end
de deur waarop zij kloppen
ligt voorbij het firmament
IV
voor wie de klok luidt
rataplan
zakenman of ambachtsman
voor wie de klok luidt
rataplan
voor wie de klok luidt
bon-vivant of charlatan
rataplan
voor wie de klok luidt
Koerdistan of Kanaän
rataplan
de klok luidt en passant
rataplan voor alleman
voor wie de klok luidt
die is eran
(c) 2013 JACE van de Ven poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive U-V, Ven, Jace van de
John Keats
(1795 – 1821)
When I Have Fears
When I have fears that I may cease to be
Before my pen has gleaned my teeming brain,
Before high-piled books, in charactery,
Hold like rich garners the full ripened grain;
When I behold, upon the night’s starred face,
Huge cloudy symbols of a high romance,
And think that I may never live to trace
Their shadows, with the magic hand of chance;
And when I feel, fair creature of an hour,
That I shall never look upon thee more,
Never have relish in the fairy power
Of unreflecting love; – then on the shore
Of the wide world I stand alone, and think
Till love and fame to nothingness do sink.
John Keats poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive K-L, John Keats, Keats, John
Martin Beversluis
Dit hart
Dit hart is een kerk
waar je heen kunt met vragen
een plaats waar eenzaamheid
van tijd tot tijd minder wordt of slijt
dit hart is een hutje op de hei voor jou alleen
dit hart houdt een sportieve uitdaging in
het daagt liefde uit tot zomerse capriolen
dit hart zwelt en slinkt in iedere beweging
het pinkt soms ontroerd een traan weg
dit hart heeft een kamer waar je rouwen kunt
de muren bestand tegen boosheid
de ramen ontkennen het plafond huilt
als herinneringen niet overgaan
dit hart is een bed om in lief te hebben
oogopslag gemoedstoestand geheimgehouden
als strelingen over verborgen verleden
vragende ogen verzachtende omstandigheden
is smelten als was
dit hart loopt stilaan over van liefde
het zingt de melodie van het universum
wacht tot de wereld gaat draaien.
Martin Beversluis poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Beversluis, Martin
Jasper Mikkers
HET AFWEZIGE MONUMENT
ik wil een monument dat alles samenvat
dat tot het wezen hoort van deze stad
en dat van taal en licht vervaardigd is
dat al wat mij in haar bekoort, weerkaatst
waarin ik elk gezicht herken van wie
hier leeft, mij voorging, na mij komt
het heeft een naam die alles in zich sluit
spreekt met een stem waarin ik ieder hoor
ik wijs ernaar als iemand jazz wil horen
of van een overleden lief de foto heeft verloren
en dat weerspiegelt wat er niet meer is
het oud station en vroegere stadhuis
waarnaar ik om kan kijken en dat knikt
wanneer ik zwaai of iemand tikt tegen zijn pet
maar nu ik weet dat het nog niet bestaat
ga ik het zelf maar maken; als het klaar is
plaats ik het aan het eind van elke straat
en tegen enen aan het einde van mijn bed
Jasper Mikkers is Stadsdichter van Tilburg
Noot: Dit is het eerste gedicht dat Jasper Mikkers schreef als (nog te installeren) stadsdichter. Het werd gepubliceerd in het Brabants Dagblad op 29 juni 2013.
Jasper Mikkers Poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, City Poets / Stadsdichters, Mikkers, Jasper
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature