Or see the index
Vincent Berquez
Infant illness
Yelling the night down
the voice lilts and moans.
Listening for his cries
out loud, a song of pain
and voiceless shackles
slides out of the void
of illness in the dark game
of night and hot breath.
His mouth rattles and yells
the lights on and demands
the tender strokes of relief
from the heart of a cough.
The hack of a scarlet throat,
a nose full of glue
he yells our attention
sitting to attention
in the complete darkness.
The lament of infant illness
dries up for a while
and waits in the song of tears.
24.12.10
vincent berquez poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Berquez, Vincent, Vincent Berquez
Passanten
Met ingeslikte step door keel zichtbaar raast
kleine jongen op sprinkhaanpoten door omhoog
torenend verkeer dat stairway to heaven ronkend
bedwingt, de jongen niet, vergeefs probeert hij mee
omhoog te springen maar dondert telkens weer terug.
Vanboven zwart pak kijken twee reebruine ogen als
vanuit een onvoorstelbare diepte door azuurblauw van
water, daar snorkelend naar prachtig gekleurde tropische
vissen, in plaats van gehaast boven stoepen te hangen,
bevroren zonder enige diepte, los van die in zijn ogen.
In suikerspin woont het roze meisje, alles roze, haar jurkje,
schortje, ogen, handjes, voetjes, schoentjes, haar moeder,
haar vader, het meisje steeds minder zichtbaar
want suikerspin breidt zich uit, haar volledig omringend
als mist boven wazige velden, dikke watten roerloos en nat.
Freda Kamphuis
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive K-L, Kamphuis, Freda
foto kempis.nl
JACE van de Ven
De rivier
Dorst en honger stilt hij navenant
Kop omlaag drinken de koeien, sloten
Die het akkerland bevloeien, blote
Kinderen spelen op een stukje strand
Dan fabrieken aan een kadewand
Ongerust gaan toeterende boten
Langs centrales die hun gal uitstoten
Gulzig zuigt een zandzuiger naar zand
De rivier verschiet hier als grafiet
Kolkt wanhopig een ontgoocheld lied
Dat er een beloofde land zou komen
Het echoot als menselijk verdriet
Maar gedane zaken keren niet
Voortgaand vervluchtigen de dromen
© 2010 JACE van de Ven: Drie sonnetten over water. De rivier
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive U-V, Ven, Jace van de
Bedrijf
Schaduwloos theater. In kasten onder de planken
vlaggen met verschoten symbolen. Er zouden
kaarsen. En gazen kousen. Beloofd was zindering,
wortel en tak. Maar alles verloopt stroef, en koel
als een lege trombone. Het wachtwoord: onschuld.
Wat buiten herfst met bramen doet. Alles in de gaten.
In de bedding van het zwijgen ligt het wijzen.
Bert Bevers
verschenen in Uit de herinneringen van een souffleur, Uitgeverij Kleinood & Grootzeer, Bergen op Zoom, 2006
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Beaconstructor
Ik herinner me vooral
de chaos in Amsterdam
toen u de troon aannam
krakersrellen rookbommen
spontaan rondvliegende
straatstenen helicopters
die laag over de stad vlogen
je kunt het je nu bijna niet
meer voorstellen het volk
onderbrak zijn staatshoofd
meermaals dat was uw moeder
en u onderging uw lot toen al
met statigheid majesteit
u bouwde verder aan de
erfenis van de generaties
het viel in het begin niet
eens op eerst was er crisis
toen klommen we daar weer
langzaam uit we namen u
slinks nog wat macht af en
het was altijd uw statigheid
majesteit baken van rust
pas in de laatste jaren zagen
we u naast vorstin steeds meer
vrouw worden u bracht uw ouders
naar het graf waar u eerder al uw man
de prins bracht u deed dat met
waardigheid majesteit en na dat ongeluk
met uw zoon was het voor u wel klaar we
begrijpen het u zult de geschiedenis
ingaan zodra we afscheid hebben genomen
statigheid waardigheid majesteit.
Martin Beversluis
29-01-2013
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Beversluis, Martin
Carina vd
Walt
luchtalarm
plotseling & ook niet
telkens weer opnieuw om 12 uur
stoppen mijn vingers met typen
beginnen hun tippen te prikken
een boos verschrikt geloei
boort door mijn hoofd
van dichtbij, van verder &
van alle kanten uit de stad
Ik wroet in mijn ingewanden:
met een Joods Roodkapje, vluchtend voor de SS-soldaten
met een gloeiend Viëtnamees meisje, naakt voor een napalmbom uit
met een Palestijnse jongen, onderweg naar zijn oma omgekomen in een autobomaanslag
met de onschuld van de kindsoldaten – Kadago – tot wolven getraind in de DR Congo
met Peace & Mpo & Lerato voor de kogels van de angstige heks ApartheidsAfrikaans.
de akelige aanzwellende toon stoot
een klont zuur op tegen mijn tanden
zodat ik moet slikken tegen
de krop in mijn keel
de oproep naar terug in
kelders onthoofdt me
ik word een & al lijf
oogst alleen maar angst
Ik wroet in mijn ingewanden
met een gierende aarde die haar miskende moederschap brullend terugeist:
een hongersnood in Soedan, waar een kindje eerbiedig buigt voor haar gulzige gier
een tsunamigolf, vraatzuchtig met een drijvend groepje Japanse klasgenootjes
een aardbeving, die duizenden Chinese scholiertjes 80 uren stof laat eten –
& dan, onwillig, eentje teruggeeft.
Carina van der Walt
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive W-X, Carina van der Walt, Walt, Carina van der
Vincent Berquez © painting: St Vincent de Paul
kempis.nl poetry magazine
More in: Berquez, Vincent, Vincent Berquez
Voorspel
Voor de eerste repetitie ligt het podium er verlaten
bij, als het Bos van Wallers tussen mei en maart.
Scenario, nog zonder inkt in de marge, kreukloos
in de tas. Op het lijf. Rollen komen mij aangestaard
en stamelend nabij, ik zie ze langzaam bloed en vlees.
Aktes. Het omslaan van mijn blad voelt fijner steeds.
Coupures. Daar zit ik dan, orakelend voor intimi.
Bert Bevers
verschenen in Uit de herinneringen van een souffleur, Uitgeverij Kleinood & Grootzeer, Bergen op Zoom, 2006
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Freda Kamphuis
2 naamwerken voor Jef ©2012 collages
kempis.nl poetry magazine
More in: Freda Kamphuis, Kamphuis, Freda
JACE van de Ven
Over het kunstbeleid van de provincie Noord-Brabant
Het gaat me niet om de ham, want hoe je het ook wendt of keert, qua prijs- kwaliteitsverhouding is die van de Lidl toch de beste. Het gaat me er ook niet om dat het in Italië is, want het declarerende deel der natie slaagt er ook op de Veluwe wel in om er in één weekend met zijn enkelen een heel jaarsalaris door te draaien. Het gaat me zelfs niet om het onderwerp, om eerlijk te zijn gaat het me om de mensen.
Ze zeggen wel eens ‘je moet niet op de man of vrouw spelen’ maar in verkiezingstijd willen diezelfde man of vrouw wel dat we op hen stemmen. Dus speel op man of vrouw, dat is wel zo eerlijk. Maar dat even vooraf. Eerst een lied:
Toen hertog Jan kwam varen
te peerd parmant, al triomfant
na zevenhonderd jaren
hoe zong men t’ allen kant
Harba lorifa, zong den hertog
harba lorifa-aha
na zevenhonderd jaren
in het edel Brabants land
In de ruim dertig jaar dat ik journalist was bij de Brabantse Plattelandsbode ben ik er vaak genoeg geweest om erover mee te kunnen praten. Het is er of je even uit onze hectische tijd stapt. Je houdt op om in minuten, uren of zelfs dagen te denken. Alles wat hier gebeurt, als er al iets gebeurt, heeft minstens een week nodig om op gang te komen. Maar als ze er eenmaal aan beginnen dan blijven ze wel bezig. Niemand heeft hier ook maar de minste behoefte om een zaak die bezig is, af te werken. Ze leggen een dossier onder op de stapel, middenin de stapel, of boven op de stapel maar nooit op het werkblad van een bureau…, in ons onvolprezen provinciehuis van architect Maaskant in Den Bosch. Het was jarenlang het hoogste gebouw van Brabant. Dat is het niet meer, maar nog wel het hoogst verheven gebouw, zo goed als onbereikbaar voor u en mij, het had bij wijze van spreken net zo goed in Parma kunnen staan.
Iedereen drinkt er koffie, de hele dag door, de gedeputeerde, de ambtenaar, de telefoniste, de bode, ze hangen op hun kamer naar hun Ipod te staren of schuiven een deel van de stapel dossiers op een lekker plekje op hun bureau om er hun hoofd op te leggen, ze geeuwen een keer en rusten verder in vrede alle werkdagen van het jaar, op die paar uitslovers na die minstens drie keer per dag naar het toilet banjeren om zich af te rukken.
Alleen al aan de ongeëvenaarde klasse waarmee ze liggen te snurken, te lurken of hun lid te schurken, kun je zien dat het Brabantse provincieambtenaren zijn. Daar is over gezongen:
Ik kom uit Brabant, kunde gij da zien
Ik kom uit Brabant of hurde da misschien
Of kunde et ruiken bovendien
ik wil nie ruilen, nog nie mischien
Als je als journalist opbelt naar het provinciehuis voor wat informatie van die of die, dan is er die nooit, MAAR…, maar, hij of zij belt u zo spoedig mogelijk terug.
Na enige weken word je als gewone Jan met de Pet wat ongeduldig en informeert op een zonnige maandagochtend hoe het ermee staat. Och, daar heb je pech, de onderhavige ambtenaar is vandaag juist voor studie op een hijssessie van Brabantse streekbieren en mag daar niet gestoord worden. Nee, morgen is hij er ook niet, want dan krijgt hij compensatie-uren voor het feit dat hij vanavond door moet hijsen. En overmorgen? Nee, dan heeft iedereen hier ATV, de dag daarna vieren we het Zalig Peerke Donders en dan is het alweer vrijdag. Vrij…dag, vrijdag voorbijdag begrijp je.
Nee, dat begrijp ik niet.
O, het is toch niet zo moeilijk, vrijdag, de week alweer voorbijdag, snap je het nu?
Ik zie aan uw gezichten dat u vindt dat ik overdrijf, want hoe kan het dan dat ik van de provincie toch ooit een foldertje, een aanslag, of een afgewezen subsidieverzoek heb toegestuurd gekregen, zie ik u denken.
Dat kan, maar dat kwam eigenlijk niet van de provincie. Dit soort werkzaamheden besteden ze daar uit, begrijpt u. Van tijd tot tijd zijn er provincieambtenaren die niet meer naar het provinciehuis gaan. Waarom zou ik, zeggen ze, thuis hebben we ook goeie koffie en rukken kun je overal.
En dan begint zo’n ambtenaar een adviesbureau. Hij krijgt tegen vijf keer teveel aan kosten het werk toebedeeld dat zijn collega’s in het provinciehuis eigenlijk zouden moeten doen en laat het voor een tiende van dat geld uitvoeren door familieleden of kennissen. Zelf bezoekt hij natuurlijk nog wel de veelvuldige borrels en recepties op zijn ouwe kantoor. Iedereen is vol lof over zijn pappen en nathouden-netwerk. Ze zingen er zelfs over:
Het leven is goed in het Brabantse land
Het land waar mijn wieg heeft gestaan
Daar heb ik voor altijd mijn hart aan verpand
Dat land doet mijn hart sneller slaan
De laatste jaren regelen dit soort bureaus ook de kunst in Brabant. Goed, we hebben daar een gedeputeerde voor, Brigitte van Haaften, maar dat is iemand die, zoals de meeste gedeputeerden en wethouders, in het normale bedrijfsleven nooit een belangrijke functie zou hebben gehad. Ze behoort tot het slag politici dat in hun partij altijd braaf de folders heeft rondgebracht en koffie heeft gezet als die er moest zijn en die daarom op een gegeven moment beloond wordt. Dat ze eigenlijk niks anders kan dan folderen en koffie zetten doet er niet toe.
Dan is er ook nog een cultureel ambtenaar, Pierre Rutgers, wiens enige verdienste het is al meer dan dertig jaar op een plek te zitten die eigenlijk bedoeld is voor iemand die iets uitvoert. Maar zoals eerder beschreven: Pierre snurkt, lurkt en schurkt. Dat laatste overigens alleen als hij hem omhoog kan krijgen.
Dus moet je als je iets wil op kunstgebied in Brabant terecht bij het BKKC en als je een amateurkunstenaar bent bij de Kunstbalie. Beide instellingen hebben met elkaar gemeen dat ze een directeur hebben die veel teveel betaald krijgt, die blabla beweert dat ze Brabant op de kaart gaan zetten -alsof iemand daarom gevraagd had- en die je nooit ergens ziet waar iets cultureels gaande is. In het geval van Chris van Koppen van het BKKC is dat niet zo verwonderlijk omdat hij in Noord-Holland woont, daar ook nog een drukke baan heeft als schoolbestuurder en uitgever en omdat hij dat Brabant op de kaart zetten er eigenlijk maar even bijdoet. Daarbij heeft hij zich omringd met bijna dertig mensen die de kennis van kunst en cultuur, zoals afgekort in het BKKC met hem uitdragen. Samen maken ze exact genoeg op om niets meer over te houden om de plekken waar wel kunst gemaakt wordt te ondersteunen. Ook dit podium, Paradox, het muzikaal interessantste podium van Zuid-Nederland, krijgt niets meer sinds Van Koppen en zijn BKKC er zijn.
Bij de Kunstbalie, idem dito, als je daar als amateur aanklopt, krijg je te horen, ga maar naar een plaatselijke muziekschool of kunsteducatiecentrum: wij zijn er niet voor jou. Wij zijn er om Brabant op de kaart te zetten.
Sinds Chris van Koppen en Jan Stoffels er zijn is het licht in Brabant uitgegaan en wonen we weer in het donkere zuiden. Zo lang er mensen in het provinciehuis zitten die zelf niets kunnen of willen, maar die door radde praters -blablablabla- best op de kaart gezet willen worden, wat dat ook wezen moge. Hoelang gaat dat nog duren???
Brabantse nachten zijn lang
Brabantse nachten zijn lang
Ze komen wat langzaam op gang
Ja maar dan, ja maar dan…
(c) 2013 JACE van de Ven
JACE van de Ven: Over het kunstbeleid van de provincie Noord-Brabant
fleursdumal.nl magazine
More in: JACE van de Ven, The talk of the town, Ven, Jace van de
Eindpunt
De trein stopt bij elk station
een lange rit
ik lees wat, dommel in, schrijf iets op
denk aan mijn moeder hoe ze alleen
in het bed ligt, ze slaapt wellicht
De trein schokt bij elk vertrek
alles kan veranderen, weet ik
zelfs de uren blijven niet klokvast
ik kijk naar buiten, naar een zwart vlak
geen contouren, geen schakeringen
gewoon donker
de nacht heeft een andere stem dan overdag
mijn woorden komen onvast in een boekje
ze dansen grillig, gisteren nog niet
ik voel aan mijn schouder, een pijnlijke trek
de koude hangt rond de spieren, slecht
morgen neem ik een bad, schrob mijn huid rood
wrijf ze in met olie
dan eet ik een uitgebreid ontbijt met eieren
wandel in de stad
koffie met taart, een tweede koffie zonder taart
‘s avonds een paar glazen wijn
om het alleen zijn te verdoezelen
de toekomst te verdoven
mama, ben ik er nog niet ?
Erica De Stercke
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive C-D, De Stercke, Erika
Carina van der Walt
vragen
wat mag ik vragen
mag ik vragen
wat is uw naam
wanneer gaan we iets doen
waar zullen we afspreken
waar zijn we aan begonnen
wat mag ik zeggen
mag ik zeggen
voor u ben ik nog zonder naam
nu is niet goed, misschien later
hier is niet goed, misschien daar
we zeggen te laat hoe nu verder
of is het beter om te zwijgen
mag ik iets voorstellen
iets zoals
laten we tutoyeren
laten we geen duidelijke tijd afspreken
laten we geen aantoonbare plek bedenken
misschien kunnen we altijd opnieuw beginnen
mag ik iets achterhouden
iets onthouden zoals
tussen ons mag dit geen naam meer hebben
er is geen tijd om te beminnen en geen tijd om te haten
misschien verzin ik een open raam om iets te vertellen:
wat is was er allang en wat zal zijn is alweer voorbij
Carina van der Walt (1960) werd geboren in Welkom Zuid-Afrika en studeerde Nederlands en Afrikaans. In 2003 kwam zij via een uitwisselingsprogramma op de UVT voor haar master in vergelijkend poëzie (2004). Als dichteres publiceerde zij de bundel Seeverse (2000, in eigen beheer) en Woorden over Beelden (dec. 2012, Uitgeverij Smit van 1876, Venlo). Haar Ars poetica is gepubliceerd in Literator (april 2012), een gerenommeerd Zuid-Afrikaanse literaire tijdschrift. Vier van haar gedichten waren afgelopen najaar tegelijkertijd tentoongesteld in Tilburg (Twiet Twiet) en Johannesburg (Melville Poetry Festival). In het voorjaar van 2013 zullen van haar gedichten opgenomen worden in twee bloemlezingen in Zuid-Afrika: Afrikaanse gedichten in Nuwe Stemme 5 en Nederlandse gedichten in Theater van de Verloren Tijd.
Carina van der Walt poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive W-X, Walt, Carina van der
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature