Or see the index
George Sand
(1804-1876)
À Aurore
La nature est tout ce qu’on voit,
Tout ce qu’on veut, tout ce qu’on aime.
Tout ce qu’on sait, tout ce qu’on croit,
Tout ce que l’on sent en soi-même.
Elle est belle pour qui la voit,
Elle est bonne à celui qui l’aime,
Elle est juste quand on y croit
Et qu’on la respecte en soi-même.
Regarde le ciel, il te voit,
Embrasse la terre, elle t’aime.
La vérité c’est ce qu’on croit
En la nature c’est toi-même.
George Sand poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive S-T, George Sand
William Shakespeare
(1564-1616)
THE SONNETS
Sonnet 144
Two loves I have of comfort and despair,
Which like two spirits do suggest me still,
The better angel is a man right fair:
The worser spirit a woman coloured ill.
To win me soon to hell my female evil,
Tempteth my better angel from my side,
And would corrupt my saint to be a devil:
Wooing his purity with her foul pride.
And whether that my angel be turned fiend,
Suspect I may, yet not directly tell,
But being both from me both to each friend,
I guess one angel in another’s hell.
Yet this shall I ne’er know but live in doubt,
Till my bad angel fire my good one out.
kempis.nl poetry magazine
More in: -Shakespeare Sonnets
Mijn liefste meisje
Willoos is de vlieger
die meevaart op zonnestralen
naar een rimpelrode branding
van oud geworden licht
Mijn meisje bij zee;
ommuurd met sterfelijkheid
heb ik je zandkastelen, je zijgende beelden
van ridders en prinsessen
Ik ben jou, je vlieger,
je zonlicht; vrees de dagen
zonder zandsculpturen en sprookjesfiguren
die gespeend van jou en mij zullen zijn
Niels Landstra
Niels Landstra presenteert dichtbundel: Waterval
Donderdag 20 september zal Niels Landstra zijn nieuwe dichtbundel Waterval presenteren bij Selexyz Gianotten in Breda, de Barones 63. De aanvang is 19.00 uur.
Na het verschijnen van het kort verhaal ‘Het portret’ in e-zine Meander in 2004, volgde een lange reeks publicaties (korte verhalen, poëzie en interviews) in diverse literaire tijdschriften in zowel Nederland als Vlaanderen. Het oeuvre van Niels Landstra is dan ook rijk, bevat elementen als liefde en dood, geloof en noodlot, en het nemen van afscheid, zoals in zijn gedicht Mijn liefste meisje: ‘Ik ben jou, je vlieger, je zonlicht; vrees de dagen zonder zandsculpturen en sprookjesfiguren die gespeend van jou en mij zullen zijn’.
Naast zijn gedichten en verhalen, schreef hij drie romans en een novelle, waar deze elementen sterk in verweven zijn en die een melancholische sfeer oproepen, maar ook een wrange vorm van humor kennen; deze vertelwijze maakt zijn werk dan ook boeiend tot de laatst gelezen letter.
Zijn dichtbundel ‘Waterval’ bij uitgeverij Oorsprong is zijn debuut als dichter.
Volgend jaar zal Niels Landstra’s eerste roman ‘De vereerder’ verschijnen bij uitgeverij Beefcake Publishing in Gent, België.
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive K-L, Landstra, Niels
Norbert de Vries
Kemp natuurlijk (IV)
Pierre (1 december 1886- 21 juli 1967) en Mathias (31 december 1890- 7 augustus 1964) waren beide autodidact.
Van de lagere school ging het linea recta naar de fabriek. In hun geval was dat de Société Céramique. Die enorm grote fabriek is een jaar of tien gelden gesloopt, en nu ligt daar een prachtige, nieuwe stadswijk. Inderdaad, de wijk Céramique.
Pierre en Math werkten er als plateelschilder.
Het is bijna ongelooflijk om te zien hoe beide jongelieden zich ontwikkeld hebben.
In de lijn van hun dagelijkse werk is hun inschrijving als leerling van het Stadstekeninstituut.
Pierre schilderde er vijf jaar (1906-1911), samen met onder anderen Jan Grégoire en Henri Jonas (die voor een loopbaan in de beeldend kunst zouden kiezen), en het is niet overdreven om Pierre op een met hen vergelijkbaar artistiek niveau te stellen. Pierre Kemp is beroemd geworden als dichter, maar hij heeft enige tijd zeer serieus gewerkt aan een carrière als kunstschilder.
En dan: zijn echte, zijn grote droom was het om componist te worden.
De beide broers kwamen uit een volstrekt niet intellectueel of artistiek milieu, ze hadden weinig onderwijs genoten, en toch hebben ze alle twee erg veel bereikt op het terrein van het geschreven woord. Ze kregen daarvoor ook de alleszins verdiende maatschappelijke erkenning.
Voor me ligt het dossier 1823 (niet openbaar). Een dossier over Koninklijke Onderscheidingen.
Over Math zit er méér in dan over Pierre. Math wordt ook eerder onderscheiden dan Pierre. Je krijgt als lezer van de stukken (na meer dan 50 jaar) ook de indruk dat Math in Maastricht meer gezien was dan Pierre.
We schrijven oktober 1950.
Er heeft zich een Mathias Kemp-Comité gevormd, met lokale zwaargewichten als dr. H. van Can, drs. J. Notermans en mr. Drs. H. Wouters.
Het comité heeft op 19 oktober een gesprek gehad met burgemeester mr. W. Baron Michiels van Kessenich met het oogmerk te bevorderen dat aan Mathias Kemp bij gelegenheid van zijn zestigste verjaardag een KO wordt verleend.
Op 7 november zendt het comité een uitgewerkte levensbeschrijving (4 pagina’s). Voorts geeft Jef Notermans een 5 bladzijden omvattende beschouwing ten beste over ‘Mathias Kemp en de BeNeLux-gedachte. Ook is er een curriculum vitae opgesteld met een opsomming daarbij van ’s mans vele publicaties (poëzie, proza, toneel, uitgaven op cultureel, historisch en sociaal-economisch gebied).
Indrukwekkend. Er is werkelijk flink werk van gemaakt.
De burgemeester heeft er eveneens zichtbaar zorg aan besteed: de concept-brief heeft hij op diverse punten gecorrigeerd en aangepast. En hoe snel handelt hij: de voordracht gaat op 10 november 1950 de deur uit.
Het is voor iemand die de procedures kent geen verrassing: een uitreiking van de onderscheiding op 31 december 1950 is niet haalbaar gebleken. Het wordt uiteindelijk 12 maart 1951. Behoorlijk snel, toch nog.
De brief van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is van 6 maart 1951, ondertekend door mr. J. Cals.
Kennelijk kent hij Math Kemp, ‘letterkundige en journalist’, persoonlijk, want de burgemeester wordt nadrukkelijk gevraagd Kemp namens hem te feliciteren.
De geridderde Math was, veel meer dan Pierre, een bekende Limburger.
In 1913 stapte hij van het plateel schilderen over naar de journalistiek. Opmerkelijk dat iemand zoiets lukt. Dan moet je toch over veel talent beschikken. Maar kennelijk zonder enig probleem nam hij de redactie van het weekblad De Maastrichter Krant op zich, en onderscheidde hij zich door het schrijven van vlammende artikelen tegen de expansieneigingen van het Duitse keizerrijk.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog is hij de eerste bibliothecaris van de katholieke bibliotheek van Maastricht.
In 1920 wordt hij hoofdredacteur van het weekblad Limburgs Leven (het eerste tijdschrift van algemene strekking in dit landsdeel!), later opgevolgd door De Nedermaas.
Math is op allerlei journalistiek en publicitair vlak actief. Hij vervult voor kortere of langere tijd diverse functies: secretaris van de Kamer van Koophandel, redacteur voor de provincie Limburg van De Maasbode, hoofdredacteur van dagblad De Nieuwe Venlosche Courant, directeur en firmant van de boekhandel en uitgeverij Veldeke te Maastricht, correspondent van De Tijd en Het Algemeen Dagblad, en, sinds 1933, eigenaar en beheerder van het Limburgs antiquariaat en uitgeverij Veldeke.
Op 10 mei 1940 wordt hij gegijzeld door de Duitsers, en is daarmee een van de eerste politieke gevangenen in Nederland!
(mooi detail: burgemeester Michiels van Kessenich moest in mei 1940 van de Duitsers een lijstje van tien vooraanstaande Maastrichtenaren opstellen. Deze mensen golden dan als gijzelaar, ‘als waarborg voor de rustige houding van de Maastrichtenaren’. Van Kessenich gaf, zonder iemand te consulteren, de namen van tien intimi of (kaart)vrienden van hem. Natuurlijk had hij zichzelf bovenaan dat lijstje moeten plaatsen, maar hij verzuimde dat.
Zijn vrienden hebben die weinig dappere houding niet erg gewaardeerd. Kort na de bevrijding van ons land moest er een nieuw kabinet worden geformeerd, en Van Kessenich zou daarin minister worden. Op het laatste moment ging dat niet door. Algemeen wordt inmiddels aangenomen dat die gijzelaarskwestie daar de oorzaak van is geweest.
Overigens is geen der gijzelaars, onder wie dus Math Kemp, een haar gekrenkt tijdens de oorlog.)
In 1951 wordt Math Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. En zijn geniale broer? Die moet wachten tot zijn zeventigste verjaardag.
Op 30 januari 1956 schrijft de toenmalige wethouder van onderwijs, kunsten en wetenschappen, Fons Baeten (inderdaad, de latere burgemeester van Maastricht) een korte nota aan de burgemeester, waaruit ik volgende regels citeer:
“Op 1 december van dit jaar zal, zo dit God belieft, de dichter Pierre Kemp zeventig jaar worden. Deze in wezen weinig belangrijke gebeurtenis lijkt mij een gerede aanleiding om de persoon en het werk van deze dichter tot voorwerp van bijzondere belangstelling voor de overheid te maken.
Ik koester het plan de stad Maastricht te interesseren in de uitgave van een gedichtencyclus die de dichter onlangs in regeringsopdracht wijdde aan Maastricht. Nadere voorstellen dienaangaande zullen het College eerlang bereiken. (…..) Een overzicht van leven en werk van de dichter, van de hand van Fernand M. de Louvick (Fernand Lodewick) diene ter adstructie van mijn en eventueel Uw verzoek.”
Het overzicht van De Louvick sluit op pagina 3 af met de zin: “Volgens onze mening is Pierre Kemp niet alleen een dichter die in de hedendaagse Nederlandse literatuur tot de merkwaardigste (sic!) en beste (sic!) gerekend moet worden, maar beweegt hij zich in zijn verzen op een wat men noemen kan Europees peil.”
Middelbare school, vak Nederlands: Literaire kunst van Lodewick. Ik denk dat ik het nog grotendeels van buiten ken. Wat mooi om deze Lodewick zovele jaren nadien nog op een taalfoutje te kunnen betrappen.
Het jaar 1956 is voor Pierre echt een feestjaar geworden.
Hij ontvangt de Constantijn Huygensprijs, en in Maastricht is er onder voorzitterschap van Jef Notermans een werk-comité actief om de ‘dichter-schilder Pierre Kemp’ een passende hulde te brengen, onder meer met een expositie van een paar dozijn van zijn schilderijen in de zalen van de Jan van Eyck-Academie.
” . . . zal in de maand december kunstcritici en minnaars van een kleurrijk palet de overtuiging schenken, dat Pierre Kemp als picturale nazaat van Graafland en Jonas een eervolle plaats inneemt tussen oudere en jongere beoefenaars van Apelles’ kunst.”.
Trouwens, in 1956 verschijnt de bundel Engelse Verfdoos, volgens velen zijn beste werk.
Op 1 december 1956 ontvangt Pierre het Ridderkruis in de Orde van Oranje-Nassau.
Vlak voor zijn dood zal hij, op 30 april 1967, worden bevorderd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Het gaat allemaal in grote haast. In het dossier een handgeschreven, ongedateerde notitie:
De heer P. Kemp wordt verpleegd in het ziekenhuis. Naar mededeling van zoon Kemp komt P. Kemp niet meer thuis. Hart en longen zijn zeer zwak.
Norbert de Vries: Kemp natuurlijk (IV)
Mijmeringen over Pierre Kemp uit mijn Maastrichtse tijd
fleursdumal.nl magazine
More in: Kemp, Pierre, Norbert de Vries
Een Egyptische weduwe
bij het schilderij van Lawrence Alma-Tadema
Wij weten nu dat deze schilder wist
dat eeuwen her zich deze dode
als een mummie naar de toekomst wrong
in uitgeleefde luchten en vluchtte
in hiernamaalsen waarin hij zelf
geloofde. Ter plekke zong de twijfel:
men roofde graven leeg en zweeg en
daarom neuriet er de hoop dat
rust hier mag gaan heersen.
De weduwe treurt diep maar ondertussen
leert ze van het sterven: het lot
vermomt zich graag als einde.
Bert Bevers
(uit Afglans – Gedichten 1972-1997, Uitgeverij WEL, Bergen op Zoom, 1997)
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Charles Cros
(1842-1888)
Testament
Si mon âme claire s’éteint
Comme une lampe sans pétrole,
Si mon esprit, en haut, déteint
Comme une guenille folle,
Si je moisis, diamantin,
Entier, sans tache, sans vérole,
Si le bégaiement bête atteint
Ma persuasive parole,
Et si je meurs, soûl, dans un coin
C’est que ma patrie est bien loin
Loin de la France et de la terre.
Ne craignez rien, je ne maudis
Personne. Car un paradis
Matinal, s’ouvre et me fait taire.
Charles Cros poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive C-D, Cros, Charles
D. H. Lawrence
(1885-1930)
The Elephant is Slow to Mate
The elephant, the huge old beast,
is slow to mate;
he finds a female, they show no haste
they wait
for the sympathy in their vast shy hearts
slowly, slowly to rouse
as they loiter along the river-beds
and drink and browse
and dash in panic through the brake
of forest with the herd,
and sleep in massive silence, and wake
together, without a word.
So slowly the great hot elephant hearts
grow full of desire,
and the great beasts mate in secret at last,
hiding their fire.
Oldest they are and the wisest of beasts
so they know at last
how to wait for the loneliest of feasts
for the full repast.
They do not snatch, they do not tear;
their massive blood
moves as the moon-tides, near, more near
till they touch in flood.
D.H. Lawrence poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive K-L, D.H. Lawrence, Lawrence, D.H.
foto joost bataille
Esther Porcelijn
Bloemlezen en Koffiedik kijken
op de Roze Maandag
Lights On
Daar gaan we Weer Weer WEER Weer.
Zonder ideeën ben ik er niet
Zonder ideeën zijn jullie er niet
Zonder de mensen is er niks
om over te praten.
Zonder verschillen kunnen we alles
stilzwijgend ondergaan.
Dan gaan de lichten op de dimstand.
De grootste beren op de Roze rots,
Komrij’s Paralymics.
Het anders-zijn wordt juist benadrukt?
Met z’n allen in een draaimolen,
de carrousel.
Alle plaatjes van mensen in de centrifuge
tot oliebolsap.
Allemaal hetzelfde,
behalve op Roze maandag.
Nog een Keer Keer KEER Keer.
Online bashen, inmaken oprotten optiefen onder de lakens houden, achter de voordeur. “Mij maakt het niet uit hoor,” als ze maar niet ehm zoenen op straat, ehm handen vasthouden, ehm genegenheid tonen, ehm mij aankijken, ehm iets roze-achtigs doen, ehm of denken, ehm ademen, of ehm leven.
“Het is een ziekte,”
“homo’s zijn dierlijk.”
Nieuw Nieuw NIEUW Nieuw
Oproer uit de jaren 50.
Conservatisme is de allergrootste traditie.
Misplaatste frustratie
van anoniem-schreeuwers is
de online munitie
waar we met z’n allen in draaien.
Zij met de grootste aannames nemen
nooit iets aan van anderen,
want dat is een no-Go Go GO Go.
Dansers in kooien, harde sex, slappe handjes,
roze boa’s, darkrooms.
Cliché Cliché CLICHÉ Cliché.
Niet te verdragen.
Erger nog dan Jonge Sla.
Gay. What’s in a name?
Mo money mo homo mo homo mo homo
Geld waard.
Straks mis je nog de Bootsma.
Geld waard, twee voor de prijs van
Één Één ÉÉN Één.
Benadruk het anders zijn,
anders doet niemand het,
gaan de lichten op dimstand.
Zwieren en draaien.
Daar gaan We We WE We
Weer Weer WEER Weer.
Het evenement ‘Roze Maandag’ maakt onderdeel uit van de Tilburgse Kermis, juli 2012. Het gedicht ‘Bloemlezen en Koffiedik kijken op de Roze Maandag’ werd eerder gepubliceerd in het Brabants Dagblad.
esther porcelijn poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Archive O-P, LGBT+ (lhbt+), Porcelijn, Esther
Students
‘Hoest?’
‘Vet en jij?’
‘Ook, wat gaan we doen?’
‘Appie H, knoeipakket scoren, knoeien bij mij?’
‘Doen we, cool’
‘Hé Joris join us’
‘Super, wat gaan we doen?’
‘Barbeknoeitje bij Menno’
‘Vet, let’s do it’
‘Scoor ik snel effe wat grolsies thuis, merkt Bart to nie’
‘Ik zeg doen’
‘Me too’
‘CU’
‘Catch you later boys’
Freda Kamphuis
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive K-L, Kamphuis, Freda
Valeria
Het zand onder haar boetseert
De naakte deining van haar lijf
Die onder haar weg spoelt, als zij
omkeert. Het gezonken beeld leert
mij haar te lezen: ze smaakt naar zout,
en is er even, de minnares
die mijn momenten leent. Oud
maar slaafs volg ik haar met een krans
van doorns in mijn haar, het is spelen
met mijn wil. Blauw en groot zijn haar
ogen als de zeven hemelen
die zij bestijgt; haar beeldenaar
mag ik zijn. Haar verkondigen
en afstaan. Zolang ze zondig
is en mijn vergeving zich richt
op haar stil en licht bewegen.
Niels Landstra
Niels Landstra presenteert dichtbundel: Waterval
Donderdag 20 september zal Niels Landstra zijn nieuwe dichtbundel Waterval presenteren bij Selexyz Gianotten in Breda, de Barones 63. De aanvang is 19.00 uur.
Na het verschijnen van het kort verhaal ‘Het portret’ in e-zine Meander in 2004, volgde een lange reeks publicaties (korte verhalen, poëzie en interviews) in diverse literaire tijdschriften in zowel Nederland als Vlaanderen. Het oeuvre van Niels Landstra is dan ook rijk, bevat elementen als liefde en dood, geloof en noodlot, en het nemen van afscheid, zoals in zijn gedicht Mijn liefste meisje: ‘Ik ben jou, je vlieger, je zonlicht; vrees de dagen zonder zandsculpturen en sprookjesfiguren die gespeend van jou en mij zullen zijn’.
Naast zijn gedichten en verhalen, schreef hij drie romans en een novelle, waar deze elementen sterk in verweven zijn en die een melancholische sfeer oproepen, maar ook een wrange vorm van humor kennen; deze vertelwijze maakt zijn werk dan ook boeiend tot de laatst gelezen letter.
Zijn dichtbundel ‘Waterval’ bij uitgeverij Oorsprong is zijn debuut als dichter.
Volgend jaar zal Niels Landstra’s eerste roman ‘De vereerder’ verschijnen bij uitgeverij Beefcake Publishing in Gent, België.
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive K-L, Landstra, Niels
Vincent Berquez© painting:
My son the musician
kempis.nl poetry magazine
More in: Berquez, Vincent, Vincent Berquez
vincent berquez
this
this is the vessel
this is the child
the spontaneous
sparks into action
this is central
this is who we are
this is the treasure
and the bud opens.
this is you and me
in our ideal form,
we have blended
and here before us
is unrefined love
that is a smile
and we praise this
through him, with him.
29.09.10
Vincent Berquez Biography
Vincent Berquez is a London–based artist and poet. He has published in Britain, Europe, America and New Zealand. His work is in many anthologies, collections and magazine worldwide. Vincent Berquez was requested to write a Tribute as part of ‘Poems to the American People’ for the Hastings International Poetry Festival for 9/11, read by the mayor of New York at the podium. He has also been commissioned to write a eulogy by the son of Chief Albert Nwanzi Okoluko, the Ogimma Obi of Ogwashi-Uku to commemorate the death of his father. Berquez has been a judge many times, including for Manifold Magazine and had work read as part of Manifold Voices at Waltham Abbey. He has recited many times, including at The Troubadour and the Pitshanger Poets, in London. In 2006 his name was put forward with the Forward Prize for Literature. He recently was awarded a prize with Decanto Magazine. Berquez is now a member of London Voices who meet monthly in London, United Kingdom.
Vincent Berquez has also been collaborating in 07/08 with a Scottish composer and US film maker to produce a song-cycle of seven of his poems for mezzo-soprano and solo piano. These are being recorded at the Royal College of Music under the directorship of the concert pianist, Julian Jacobson. In 2009 he will be contributing 5 poems for the latest edition of A Generation Defining Itself, as well as 3 poems for Eleftheria Lialios’s forthcoming book on wax dolls published in Chicago. He also made poetry films that have been shown at various venues, including a Polish/British festival in London, Jan 07.
As an artist Vincent Berquez has exhibited world wide, winning prizes, such as at the Novum Comum 88’ Competition in Como, Italy. He has worked with an art’s group, called Eins von Hundert, from Cologne, Germany for over 16 years. He has shown his work at the Institute of Art in Chicago, US, as well as many galleries and institutions worldwide. Berquez recently showed his paintings at the Lambs Conduit Festival, took part in a group show called Gazing on Salvation, reciting his poetry for Lent and exhibiting paintings/collages. In October he had a one-man show at Sacred Spaces Gallery with his Christian collages in 2007. In 2008 Vincent Berquez had a solo show of paintings at The Foundlings Museum and in 2011 an exposition with new work in Langham Gallery London.
kempis.nl poetry magazine
More in: Berquez, Vincent, Vincent Berquez
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature