New

  1. Retrouver la douceur. Poésie par Cécile Coulon
  2. Georg Trakl: Abendland
  3. New Cemetery new poems by Simon Armitage
  4. Week van het Verboden Boek: 20 tm 28 september 2025
  5. Adah Menken: Dying
  6. Bert Bevers: Homerusfeest, 1967
  7. Almost by Emily Dickinson
  8. Rudyard Kipling: The Press
  9. Bert Bevers: Verdwenen details
  10. Georg Trakl: Nähe des Todes
  11. Rouge et Noir by Emily Dickinson
  12. Invictus by William Ernest Henley
  13. Anthology of Black Humor by André Breton
  14. Gertrud Kolmar: Verlorenes Lied
  15. Georg Trakl: In Venedig
  16. Masaoka Shiki: Buddha-death
  17. Feeling All the Kills by Helen Calcutt
  18. Johann Wolfgang von Goethe: Der Sänger
  19. Adah Menken: Aspiration
  20. Wild nights – Wild nights! by Emily Dickinson
  21. Adah Menken: A Memory
  22. Water by Ralph Waldo Emerson
  23. This Little Bag poem by Jane Austen
  24. Rachel Long: My Darling from the Lions
  25. Masaoka Shiki: Haiku
  26. 55th Poetry International Festival Rotterdam
  27. Gertrud Kolmar: Soldatenmädchen
  28. Neem ruim zei de zee. Gedichten van Sholeh Rezazadeh
  29. Adah Menken: Karazah To Karl
  30. The Emperor of Gladness, a novel by Ocean Vuong
  31. Georg Trakl: Sonja
  32. Bert Bevers: Achtergrondgeluk
  33. To See Yourself as You Vanish, poems by Andrea Werblin Reid
  34. I’m Nobody! Who are you? by Emily Dickinson
  35. Vanessa Angélica Villarreal: Magical/Realism. Essays on Music, Memory, Fantasy and Borders

Categories

  1. AFRICAN AMERICAN LITERATURE
  2. AUDIO, CINEMA, RADIO & TV
  3. DANCE & PERFORMANCE
  4. DICTIONARY OF IDEAS
  5. EXHIBITION – art, art history, photos, paintings, drawings, sculpture, ready-mades, video, performing arts, collages, gallery, etc.
  6. FICTION & NON-FICTION – books, booklovers, lit. history, biography, essays, translations, short stories, columns, literature: celtic, beat, travesty, war, dada & de stijl, drugs, dead poets
  7. FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor's choice, etc.
  8. LITERARY NEWS & EVENTS – art & literature news, in memoriam, festivals, city-poets, writers in Residence
  9. MONTAIGNE
  10. MUSEUM OF LOST CONCEPTS – invisible poetry, conceptual writing, spurensicherung
  11. MUSEUM OF NATURAL HISTORY – department of ravens & crows, birds of prey, riding a zebra, spring, summer, autumn, winter
  12. MUSEUM OF PUBLIC PROTEST
  13. MUSIC
  14. NATIVE AMERICAN LIBRARY
  15. PRESS & PUBLISHING
  16. REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS
  17. STORY ARCHIVE – olv van de veestraat, reading room, tales for fellow citizens
  18. STREET POETRY
  19. THEATRE
  20. TOMBEAU DE LA JEUNESSE – early death: writers, poets & artists who died young
  21. ULTIMATE LIBRARY – danse macabre, ex libris, grimm & co, fairy tales, art of reading, tales of mystery & imagination, sherlock holmes theatre, erotic poetry, ideal women
  22. WAR & PEACE
  23. WESTERN FICTION & NON-FICTION
  24. ·

 

  1. Subscribe to new material: RSS

Emile VERHAEREN: Fleur fatale

verhaeren-emile-fdm12

Emile Verhaeren
Fleur fatale

L’absurdité grandit comme une fleur fatale
Dans le terreau des sens, des coeurs et des cerveaux ;
En vain tonnent, là-bas, les prodiges nouveaux ;
Nous, nous restons croupir dans la raison natale.

Je veux marcher vers la folie et ses soleils,
Ses blancs soleils de lune au grand midi, bizarres,
Et ses échos lointains, mordus de tintamarres
Et d’aboiements et pleins de chiens vermeils.

Iles en fleurs, sur un lac de neige ; nuage
Où nichent des oiseaux sous les plumes du vent ;
Grottes de soir, avec un crapaud d’or devant,
Et qui ne bouge et mange un coin du paysage.

Becs de hérons, énormément ouverts pour rien,
Mouche, dans un rayon, qui s’agite, immobile
L’insconscience douce et le tic-tac débile
De la tranquille mort des fous, je l’entends bien !

Emile Verhaeren (1855-1916) poésie
fleursdumal.nl magazine

More in: Archive U-V, Verhaeren, Emile

Hans Janssen: PIET MONDRIAAN. Een nieuwe kunst voor een ongekend leven

mondriaan-janssen-21Aan de hand van een nauwgezette reconstructie van werkelijke gebeurtenissen, wordt Mondriaan gevolgd als de man die Nederland ontvluchtte en het moderne leven voluit omarmde, die beschouwend de schilderkunst en het leven liefhad, met alles wat daaraan vastzat, die conservatisme en nazi-terreur trotseerde en die zo de moderniteit waarin wij nu leven verregaand hielp formuleren.

Deze meeslepende biografie werpt nieuw licht op het leven en werk van een van de belangrijkste kunstenaars van de twintigste eeuw. In Piet Mondriaan brengt Hans Janssen de man en de schilder op meesterlijke wijze tot leven. Piet Mondriaan is een bij vlagen ontroerend boek over een kunstenaar die gek was van jazz en boogiewoogie, die open opvattingen had over liefde en huwelijk, vele vrouwen begeerde en liefdesaffaires kende, maar die uiteindelijk maar één echte passie had: het schilderen.

Deze biografie is de vrucht van een diepe fascinatie en bewondering voor het werk van een van onze allerbeste schilders. Janssen beziet deze buitengewone schilder vanuit het werk en niet vanuit onnavolgbare theorieën. Hij plaatst de handeling en de techniek van het schilderen in relatie tot de spirituele, dromerig verhalende betekenissen die in Mondriaans werken schuilgaan, en laat zien hoe die relatie betekenis geeft aan de uitzonderlijke wendingen in het leven en de kunst van deze bijzondere man.  In zijn biografie van Piet Mondriaan weet hans Janssen allerlei nieuwe feiten over de schilder boven water te krijgen, onder meer over Mondriaans liefdesleven en een afgeslagen huwelijksaanzoek.

mondriaan-janssen-22In het boek worden ook twee niet eerder gepubliceerde foto’s van Mondriaan afgedrukt. De foto’s, waarop Mondriaan werkt aan een van zijn bekendste schilderijen: Victory Boogie Woogie, zijn gevonden in de National Galery of Art in Washington, Hans Janssen publiceert ze voor het eerst in zijn boek Piet Mondriaan. Nieuwe kunst voor een ongekend leven, dat op 13 augustus ten doop gehouden werd in het Gemeentemuseum in Den Haag.

Janssen belicht ook het liefdesleven van Mondriaan. ‘Mondriaan wordt vaak geportretteerd als een rationele, ascetische man. Een monnik die zich opsloot in zijn atelier. Maar wie de historische feiten op een rij zet, komt op het tegendeel uit,’ stelt Janssen. ‘Mondriaan besloot Lily Bles, de dochter van dichter Dop Bles, in 1931 een huwelijksaanzoek te doen, per brief. De kunstenaar kocht zelfs een groter bed, huurde een zolderkamertje boven zijn eigen keukentje, timmerde een wiegje en schilderde zijn hele atelier.’

Hans Janssen
Piet Mondriaan: een nieuwe kunst voor een ongekend leven
De eerste volwaardige biografie van leven en werk van Piet Mondriaan
Gebonden, 608 p.
Uitg. Hollands Diep
ISBN: 9789048833580
€ 39.99 – 2016

‘Janssen staat bekend als dé Mondriaandeskundige en heeft al diverse boeken aan de kunstenaar gewijd. In de biografie kiest hij voor een nieuwe benadering: hij probeert onder de huid van de kunstenaar te kruipen en de schilder als ‘mens’ weer te geven. Hij kijkt met de ogen van Mondriaan naar een schilderij. Zo leest het boek hier en daar als een “vie romancée”, alsof de schrijver – en dus ook de lezer – bij Mondriaan in zijn atelier staat.’   PZC

# Meer informatie op website Hollands Diep

fleursdumal.nl magazine for art & literature

More in: - Book News, Antony Kok, Art & Literature News, De Stijl, Doesburg, Theo van, Essays about Van Doesburg, Kok, Mondriaan, Schwitters, Milius & Van Moorsel, Kok, Antony, Magazines, Modernisme, Piet Mondriaan, Piet Mondriaan, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg (I.K. Bonset)

Ted van LIESHOUT: Rond vierkant vierkant rond. De beeldsonnetten

   tedvlieshout-beeldsonnet12

Poëzie is spelen met taal. Maar soms is het maken van een gedicht een lastig spel. Een sonnet, bijvoorbeeld, moet voldoen aan veel regels. Kan dat niet makkelijker? Ja. Want als het niet gaat in letters, dan lukt het wel in beeld!

In dit boek staan naast ‘gewone’ gedichten bijna alle beeldsonnetten die Ted van Lieshout in tien jaar tijd maakte. Maar ook vind je er werk in van kinderen en volwassenen die zich door het beeldsonnet lieten inspireren. En als je tóch een gedicht van taal wilt maken, dan zit je goed met dit boek, want het staat boordevol informatie en tips.

In 2005 verscheen het eerste beeldsonnet van Ted van Lieshout. Na tien jaar bekroont hij het maken van beeldsonnetten met een boek dat niet alleen alle beeldsonnetten bevat, maar ook een keur aan gedichten van taal, aangevuld met geestige informatie over poëzie en hoe je zelf gedichten kunt maken: Rond vierkant vierkant rond.

  tedvlieshout-beeldsonnet11

‘Gedichten, zo mooi dat je ze graag levensgroot aan je muur zou hangen.’ – NRC

Ted van Lieshout: ‘Poëzie is spelen met taal. Maar soms is het maken van een gedicht een lastig spel. Een sonnet, bijvoorbeeld, moet voldoen aan veel regels. Kan dat niet makkelijker? Ja. Want als het niet gaat in letters, dan lukt het wel in beeld!’

De ochtend is nog grauw van mist en kou.
Mijn fiets staat stil te slapen in de schuur.
Ik moet naar school, ik trek hem aan het stuur
naar buiten. ‘Ik ben al laat,’ zeg ik, ‘kom nou!’

Ted van Lieshout
Rond vierkant vierkant rond
De beeldsonnetten
Pagina’s 112
ISBN 978-90-258-6873-4
Leopold – Prijs € 19,99

fleursdumal.nl magazine

More in: *Concrete + Visual Poetry K-O, - Book News, Archive K-L, Art & Literature News, Children's Poetry, Lieshout, Ted van, Ted van Lieshout

Thomas TRAHERNE: Walking

 fdm_traherne

Thomas Traherne
(1637 – 1674)

Walking

To walk abroad is, not with eyes,
But thoughts, the fields to see and prize;
Else may the silent feet,
Like logs of wood,
Move up and down, and see no good
Nor joy nor glory meet.

Ev’n carts and wheels their place do change,
But cannot see, though very strange
The glory that is by;
Dead puppets may
Move in the bright and glorious day,
Yet not behold the sky.

And are not men than they more blind,
Who having eyes yet never find
The bliss in which they move;
Like statues dead
They up and down are carried
Yet never see nor love.

To walk is by a thought to go;
To move in spirit to and fro;
To mind the good we see;
To taste the sweet;
Observing all the things we meet
How choice and rich they be.

To note the beauty of the day,
And golden fields of corn survey;
Admire each pretty flow’r
With its sweet smell;
To praise their Maker, and to tell
The marks of his great pow’r.

To fly abroad like active bees,
Among the hedges and the trees,
To cull the dew that lies
On ev’ry blade,
From ev’ry blossom; till we lade
Our minds, as they their thighs.

Observe those rich and glorious things,
The rivers, meadows, woods, and springs,
The fructifying sun;
To note from far
The rising of each twinkling star
For us his race to run.

A little child these well perceives,
Who, tumbling in green grass and leaves,
May rich as kings be thought,
But there’s a sight
Which perfect manhood may delight,
To which we shall be brought.

While in those pleasant paths we talk,
‘Tis that tow’rds which at last we walk;
For we may by degrees
Wisely proceed
Pleasures of love and praise to heed,
From viewing herbs and trees.

Thomas Traherne
fleursdumal.nl magazine

More in: Archive S-T, CLASSIC POETRY

Kunstbeweging DE STIJL (100 jaar) in het Stedelijk Museum Amsterdam

destijl-theovdoesburg-sma-fdm14Tentoonstelling De Stijl in het Stedelijk Museum Amsterdam
3 dec 2016 – 21 mei 2017

Wat heeft het werk van Isa Genzken met De Stijl te maken? En hoe verhoudt Bas Jan Ader zich tot De Stijl, of de iconische Lichtenstein uit de collectie van het Stedelijk? In De Stijl in het Stedelijk is in zes zalen te zien hoe De Stijl in de collectie vertegenwoordigd is, en hoe de stroming weerklank vond en vindt bij andere kunstenaars in de collectie. Onderdeel van het 100 jaar De Stijl programma.

De presentatie is opgebouwd rond verschillende facetten, zoals kleurgebruik, de diagonaal, zuiverheid, architectuur en de verspreiding van de stijl. Werken van De Stijl die de ideologie bij uitstek tot uitdrukking brengen, worden gecombineerd met werk van naoorlogse kunstenaars. Het is duidelijk dat De Stijl een onontkoombaar gegeven was voor de generaties die volgden. Sommige kunstenaars brengen een geïnspireerde ode, anderen onderzoeken de hedendaagse betekenis ervan. De dominantie van De Stijl riep ook parodiërende reacties op, zoals de Infe©ted Mondrian, de zieke Mondriaan, van General Idea uit de jaren 90.

De Stijl en het Stedelijk
In oktober 1917 verscheen de eerste aflevering van De Stijl, maandblad voor de moderne beeldende vakken, waarin kunstenaars, vormgevers en architecten vernieuwende ideeën publiceerden over een radicale hervorming van de kunst, die moest leiden naar een wereld van totale harmonie en een eenheid van kunst en leven. Hun theorieën over kleur en ruimte leidden tot een revolutionaire, volledig abstracte beeldtaal die aan die harmonie uitdrukking moest geven.

Het Stedelijk Museum legde een grote verzameling aan van De Stijl en leverde mede dankzij een aantal belangrijke tentoonstellingen een bijdrage aan de internationale waardering voor de beweging, in het bijzonder met het grote overzicht in 1951, georganiseerd door toenmalig directeur Willem Sandberg, dat doorreisde naar het MoMA in New York.

De Stijl werd in 1931 opgeheven, maar is tot op de dag van vandaag voor kunstenaars, vormgevers en architecten een inspiratiebron, of juist een onontkoombaar gegeven om zich tegen af te zetten.

2017: 100 jaar de stijl
In 2017 is het 100 jaar geleden dat De Stijl werd opgericht, de legendarische kunstenaars- en architectengroep rond Theo van Doesburg, Piet Mondriaan en Gerrit Rietveld. Dat wordt in Nederland door verschillende musea groot gevierd. Het Stedelijk Museum Amsterdam was de katalysator van de internationale doorbraak van De Stijl en beschikt over een van de grootste collecties van de beweging. In 2017 wijdt het Stedelijk een jaarlang presentaties aan onverwachte kanten van De Stijl, zoals een tentoonstelling over Chris Beekman, het afvallige lid van De Stijl. Ook legt het museum een verbinding met de Russische Revolutie, die eveneens in 1917 plaatsvond.

De tentoonstellingen omtrent 100 Jaar De Stijl zijn onderdeel van een nieuw, langlopend onderzoeksprogramma van het Stedelijk. Daarin wordt de collectie van het museum, zonder onderscheid tussen beeldende kunst en vormgeving, op een experimentele manier benaderd, geïnterpreteerd en gepresenteerd. Ook de rijke geschiedenis van het instituut en de archieven worden daarbij betrokken.

100 JAAR DE STIJL
Stedelijk Museum belicht een jaar lang onverwachte kanten van De Stijl:

destijl-theovdoesburg-sma-fdm15De Stijl in het Stedelijk
3 december 2016 – 21 mei 2017
Het Stedelijk laat in zes zalen zien hoe De Stijl in de collectie vertegenwoordigd is, en hoe de stroming weerklank vond en vindt bij andere kunstenaars in de collectie. Wat heeft bijvoorbeeld het werk van Isa Genzken met De Stijl te maken? En hoe verhoudt Bas Jan Ader zich tot De Stijl, of de iconische Lichtenstein uit de collectie van het Stedelijk? De presentatie is opgebouwd rond verschillende facetten, zoals kleurgebruik, de diagonaal, zuiverheid, architectuur en de verspreiding van De Stijl. Werken van De Stijl die de ideologie bij uitstek tot uitdrukking brengen, worden gecombineerd met werk van naoorlogse kunstenaars. Het is duidelijk dat De Stijl een onontkoombaar gegeven was voor de generaties die volgden. Sommige kunstenaars brengen een geïnspireerde ode, anderen onderzoeken de hedendaagse betekenis ervan. De dominantie van De Stijl riep ook parodiërende reacties op, zoals de Infe©ted Mondrian, de zieke Mondriaan, van General Idea uit de jaren 90.

Chris Beekman, de afvallige van De Stijl
8 april – 17 september 2017
Het Stedelijk besteedt aandacht aan het werk van Chris Beekman, een van de meest politiek actieve kunstenaars verbonden aan deze beweging. Voor het eerst is het oeuvre van deze vergeten Stijl-kunstenaar te zien, in een tentoonstelling met circa 80 werken, uit de collecties van het Stedelijk Museum, Museum Kröller Müller en het Amsterdam Museum.

Schilder en communist Chris Beekman (1887-1964) was bevriend met links-radicalen als Bart van der Leck, Peter Alma en Robert van ’t Hoff. Zijn werken uit de beginjaren van De Stijl laten een grote vrijheid zien in geometrische vorm en kleur. Beekman kreeg echter een afkeer van de louter ideële discussie binnen de stroming en het, in zijn ogen, gebrek aan concrete maatschappelijke betekenisgeving van De Stijl. De wereld stond in brand en daar moest begrijpelijke schilderkunst voor gemaakt worden. Hij brak begin jaren 20 dan ook met de abstractie om zich te wijden aan figuratieve kunst met een sociale inslag. In de tentoonstelling is de breuk met De Stijl goed te volgen: waar Mondriaan zijn meest efemere zwart-wit werken schildert, zoekt Beekman gedesillusioneerd een weg terug naar het volk. Hiermee vormt hij een trait-d’union tussen De Stijl en de Russische Revolutie: ook daar keerde menig kunstenaar, waaronder Malevich, terug naar de figuratie.

De tentoonstelling brengt, naast zijn werk van direct voor, tijdens en na de De Stijl-periode, ook de directe context waarin Beekman werkte in beeld. Zo zijn er banden met onder meer Bart van der Leck en Piet Mondriaan, met wie hij in Laren bevriend raakte, en is ook werk te zien van Jacob Bendien, Johan van Hell en Ferdinand Erfmann, en vroeg, verrassend abstract werk van Carel Willink.

destijl-mondriaan-sma-fdm17Vanaf eind mei 2017 wordt er een epiloog aan de tentoonstelling toegevoegd, waarin duidelijk wordt dat Beekman nummers van De Stijl, met foto’s van abstract werk en De Stijl architectuur, opstuurde naar Malevich. Onderzoek suggereert dat een trapontwerp van Van ’t Hoff wellicht van invloed is geweest op de ontwikkeling van de laatste fase van Malevich’ suprematisme: de Architektons.

Op 2 en 3 juni 2017 houden het Stedelijk Museum en de Khardzhiev Stichting een internationaal symposium: The Many Lives of the Russian Avant-garde – Symposium in honour of Nikolai Khardzhiev, scholar and collector (1903-1996). Met deelname van vooraanstaande wetenschappers en met aandacht voor de Russische avant-garde als multidisciplinaire onderneming: kunstzinnig, literair, politiek en filosofisch.

De Stijl en Metz & Co
14 oktober 2017– 28 januari 2018
Leden van De Stijl ontwierpen onder meer meubelen, interieurtextiel en verpakkingen voor het Amsterdamse warenhuis Metz & Co. Het warenhuis speelde vanaf eind jaren 20 een grote rol bij de verspreiding van het modernisme in Nederland. Een aantal opvallende werken uit de collectie van het Stedelijk, van onder anderen Bart van der Leck, Friedrich Vordemberge-Gildewart en Vilmos Huszár, worden gepresenteerd in samenhang met hun toegepaste werk voor Metz & Co. De Zigzag-meubelontwerpen van Gerrit Rietveld – waarvan enkele vanaf 1934 bij Metz & Co in productie werden genomen – krijgen bijzondere aandacht. Daarnaast wordt werk getoond van ontwerpers die door De Stijl beïnvloed werden, zoals Sonia Delaunay, die veel stoffen voor het warenhuis ontwierp.

In 2017 zal het Stedelijk ook aandacht besteden aan de Russische revolutie, die honderd jaar geleden plaatsvond, met onder meer een presentatie over de Russische revolutie en film(affiches), en reflecties van kunstenaars uit de jaren 80 en 90 op de Sovjetmaatschappij.

De tentoonstellingen omtrent 100 Jaar De Stijl zijn onderdeel van een nieuw, langlopend onderzoeksprogramma van het Stedelijk. Daarin wordt de collectie van het museum, zonder onderscheid tussen beeldende kunst en vormgeving, op een experimentele manier benaderd, geïnterpreteerd en gepresenteerd. Ook de rijke geschiedenis van het instituut en de archieven worden daarbij betrokken.

Stedelijk Museum Amsterdam
Museumplein 10
1071 DJ Amsterdam

# Meer informatie op website SM

# Meer informatie over De Stijl op website Antony Kok

fleursdumal.nl magazine for art & literature

More in: Antony Kok, Antony Kok, Art & Literature News, Bauhaus, Dadaïsme, De Stijl, Design, DICTIONARY OF IDEAS, Doesburg, Theo van, Essays about Van Doesburg, Kok, Mondriaan, Schwitters, Milius & Van Moorsel, Evert en Thijs Rinsema, FDM Art Gallery, Futurisme, Kok, Antony, Kurt Schwitters, Magazines, Piet Mondriaan, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg (I.K. Bonset)

Schrijver-criticus EMILE VERHAEREN en de kunst van zijn tijd in MSK Gent

Verhaeren verbeeld
De schrijver-criticus Emile Verhaeren en de kunst van zijn tijd
Nog te zien t/m 15.01.2017 in M.S.K. in Gent

 verhaeren-msk

In samenwerking met het Verhaerenmuseum in Sint-Amands aan de Schelde en de Université Libre de Bruxelles organiseert het Museum voor Schone Kunsten Gent een grote tentoonstelling over de uit Gent afkomstige dichter en kunstcriticus Emile Verhaeren, die 100 jaar geleden overleed.

De tentoonstelling belicht het universele karakter van Verhaerens oeuvre, zijn netwerk binnen de kunstwereld rond de eeuwwisseling en de internationale aandacht voor zijn werk, in eerste instantie in België en Frankrijk, maar ook in Rusland en andere landen.

verhaeren-msk2Emile Verhaeren volgde tussen 1880 en 1916 volgde hij nauwgezet de ontwikkeling van de Belgische avant-garde-kunst. Hij verdedigde het naturalisme en de sociale kunst, het impressionisme en het neo-impressionisme, het symbolisme. Bovenal was hij een verdediger van de moderniteit die hij in de kunst van zijn tijd terugvond.

In zijn poëzie en geschriften bundelt Verhaeren zijn gevoelens, passies en artistieke strijdpunten. Meer dan 100 jaar later laten ze ons toe het werk van nationale en internationale kunstenaars te herontdekken door de ogen van een eigenzinnig kenner.

De tentoonstelling brengt de historische en artistieke context tot leven waarin het oeuvre van de dichter-criticus tot stand kwam. Het MSK laat o.a. de rijke collectie schilderijen, beeldhouwwerken en werken op papier zien. Zoals publiekslievelingen als ‘De Lezing van Emile Verhaeren’ door Théo Van Rysselberghe of ‘Kinderen aan het ochtendtoilet’ van James Ensor in dialoog met collectiestukken die de reserves weinig verlaten.

Tegelijk haalt het MSK een grote reeks kunstwerken uit internationale publieke en private verzamelingen naar Gent, met stukken van ondermeer Auguste Rodin, Paul Signac, Maximilien Luce of Odilon Redon. Ook kunstenaars als Léon Frédéric, Eugène Laermans en Constantin Meunier, Jan Toorop en Guillaume Vogels, Henry Van de Velde, Fernand Khnopff en George Minne kunnen uiteraard niet ontbreken. In totaal brengt het MSK niet minder dan 200 werken uit het fin de siècle op zaal.

Verhaeren verbeeld
De schrijver-criticus Emile Verhaeren en de kunst van zijn tijd (1881-1916)
Nog te zien t/m 15.01.2017 in M.S.K. in Gent
Museum voor Schone Kunst Gent
Fernand Scribedreef 1
Citadelpark
9000 Gent

# Meer informatie op website MSK Gent

fleursdumal.nl magazine for art & literature

More in: Archive U-V, Art & Literature News, Art Criticism, Exhibition Archive, Historia Belgica, Verhaeren, Emile

Writers Unlimited WINTERNACHTEN Festival Den Haag – 19 t/m 22 januari 2017

 winternachten-2017-12

Winternachten Festival: rake woorden, diepzinnige waarnemingen en richtinggevende verbeelding

Van donderdag 19 tot en met zondag 22 januari 2017 brengt Winternachten schrijvers, journalisten, denkers, dichters en publiek samen in Theater aan het Spui en Filmhuis Den Haag. De 22e editie van het mooiste literatuurfestival van Nederland heeft als motto ‘Is this the real life?’ over wat er is maar verborgen blijft, en over fake – dat wat er niet is maar ons wordt voorgehouden.

Tijdens de grote festivalavonden Friday & Saturday Night Unlimited keert dit motto terug in debatten als This is Not America, IS: The Horror Show, Fictie in tijden van Fake en De verborgen stad.

Onder de tachtig gasten zijn topauteurs als Arnon Grunberg, Tommy Wieringa, Bas Heijne, Joke Hermsen en, uit het buitenland, Ian Buruma, Colson Whitehead, Michel Faber, Tomás Sedláček, Michaïl Sjisjkin en Salena Godden.

Op vrijdag- en zaterdagavond verzorgt Spoken Beat Night optredens waarin jazz, spoken word, wereldmuziek, voordracht, live animatie en funky beats zich vermengen. Tijdens het festival worden de Oxfam Novib PEN Awards (donderdag 19 januari) en de Jan Campert-prijzen (zondag 22 januari) uitgereikt.

Winternachten is een vierdaags festival dat inspireert met andere verhalen, nieuwe invalshoeken en actuele thema’s. Internationale en Nederlandstalige schrijvers reflecteren in zaalgesprekken en debatten, rond filmvertoningen en muziekoptredens aan de hand van het motto ‘Is this the real life?’ op de grote en de alledaagse vragen waar Nederland en Europa mee worstelen.

Winternachten is er voor iedereen die stof tot nadenken zoekt, die romans, poëzie of non-fictie leest, die een ander perspectief op de actualiteit wil, die graag luistert naar of deelneemt aan het vertellen van verhalen van ver of dichtbij, die wil ontmoeten en kennismaken.

Reading the Bible with Sedlacek – World Storytelling in het Institute of Social Studies – Door het Noordeinde: verhalen van achter de façades – Wereldverhalen in Theater Dakota – NRC Leesclub Live: Louise O. Fresco – Saturday Night Unlimited – VPRO O.V.T. Live  – Schrijversfeest

winternachten-2017-11Arjan PetersArnon GrunbergBaban KirkukiBalout Khazraei Bas HeijneBeri Shalmashi Carolina TrujilloChristine OttenColson Whitehead Corina DuijndamDJ SocratesDamiaan DenysDelphine Lecompte Dieter van der WestenDominique De Groen Dorit RabinyanFelix RottenbergFrancis BroekhuijsenFrank WestermanGerlinda HeywegenHanna BervoetsHannah van BinsbergenHassan BlasimHassnae Bouazza Ian BurumaIlja Leonard PfeijfferJeroen van KanJoke HermsenLex BohlmeijerMaarten van der GraaffMargriet OostveenMaria VlaarMarieke RijneveldMehdi Arami Michalis CholevasMichaïl SjisjkinMichel FaberMira Feticu Mircea Cărtărescu Obe AlkemaOfran BadakhshaniOlga Grjasnowa Omar MuniePiotr Ibrahim KalwasRodaan Al Galidi Rodrigo HasbúnRoos Laan Salena GoddenSana ValiulinaSimone Atangana BekonoSimone van Saarloos Spoken Beat NightStephan Sanders Stine JensenTom DommisseTomas SedlacekTommy WieringaTon van ‘t Hof

 

Writers Unlimited Winternachten Festival Den Haag – 19 t/m 22 januari 2017

# Meer informatie op website Winternachten

fleursdumal.nl magazine

More in: - Book Lovers, Arnon Grunberg, Art & Literature News, Bas Heijne, Lecompte, Delphine, Rijneveld, Marieke Lucas, Winternachten, Wintertuin Festival

NELLIE BLY: Ten days in a Mad-house (Chapter IV: Judge Duffy and the Police)

bly_madhouse14Ten Days in a Mad-House
(Chapter IV: Judge Duffy and the Police)
by Nellie Bly

But to return to my story. I kept up my role until the assistant matron, Mrs. Stanard, came in. She tried to persuade me to be calm. I began to see clearly that she wanted to get me out of the house at all hazards, quietly if possible. This I did not want. I refused to move, but kept up ever the refrain of my lost trunks. Finally some one suggested that an officer be sent for. After awhile Mrs. Stanard put on her bonnet and went out. Then I knew that I was making an advance toward the home of the insane. Soon she returned, bringing with her two policemen–big, strong men–who entered the room rather unceremoniously, evidently expecting to meet with a person violently crazy. The name of one of them was Tom Bockert.

When they entered I pretended not to see them. “I want you to take her quietly,” said Mrs. Stanard. “If she don’t come along quietly,” responded one of the men, “I will drag her through the streets.” I still took no notice of them, but certainly wished to avoid raising a scandal outside. Fortunately Mrs. Caine came to my rescue. She told the officers about my outcries for my lost trunks, and together they made up a plan to get me to go along with them quietly by telling me they would go with me to look for my lost effects. They asked me if I would go. I said I was afraid to go alone. Mrs. Stanard then said she would accompany me, and she arranged that the two policemen should follow us at a respectful
distance. She tied on my veil for me, and we left the house by the basement and started across town, the two officers following at some distance behind. We walked along very quietly and finally came to the station house, which the good woman assured me was the express office, and that there we should certainly find my missing effects. I went inside with fear and trembling, for good reason.

A few days previous to this I had met Captain McCullagh at a meeting held in Cooper Union. At that time I had asked him for some information which he had given me. If he were in, would he not recognize me? And then all would be lost so far as getting to the island was concerned. I pulled my sailor hat as low down over my face as I possibly could, and prepared for the ordeal. Sure enough there was sturdy Captain McCullagh standing near the desk.

He watched me closely as the officer at the desk conversed in a low tone with Mrs. Stanard and the policeman who brought me.

“Are you Nellie Brown?” asked the officer. I said I supposed I was. “Where do you come from?” he asked. I told him I did not know, and then Mrs. Stanard gave him a lot of information about me–told him how strangely I had acted at her home; how I had not slept a wink all night, and that in her opinion I was a poor unfortunate who had been driven crazy by inhuman treatment. There was some discussion between Mrs. Standard and the two officers, and Tom Bockert was told to take us down to the court in a car.

In the hands of the police.

“Come along,” Bockert said, “I will find your trunk for you.” We all went together, Mrs. Stanard, Tom Bockert, and myself. I said it was very kind of them to go with me, and I should not soon forget them. As we walked along I kept up my refrain about my trucks, injecting occasionally some remark about the dirty condition of the streets and the curious character of the people we met on the way. “I don’t think I have ever seen such people before,” I said. “Who are they?” I asked, and my companions looked upon me with expressions of pity, evidently believing I was a foreigner, an emigrant or something of the sort. They told me that the people around me were working people. I remarked once more that I thought there were too many working people in the world for the amount of work to be done, at which remark Policeman P. T. Bockert eyed me closely, evidently thinking that my mind was gone for good. We passed several other policemen, who generally asked my sturdy guardians what was the matter with me. By this time quite a number of ragged children were following us too, and they passed remarks about me that were to me original as well as amusing.

“What’s she up for?” “Say, kop, where did ye get her?” “Where did yer pull ‘er?”

“She’s a daisy!”

Poor Mrs. Stanard was more frightened than I was. The whole situation grew interesting, but I still had fears for my fate before the judge.

At last we came to a low building, and Tom Bockert kindly volunteered the information: “Here’s the express office. We shall soon find those trunks of yours.”

The entrance to the building was surrounded by a curious crowd and I did not think my case was bad enough to permit me passing them without some remark, so I asked if all those people had lost their trunks.

“Yes,” he said, “nearly all these people are looking for trunks.”

I said, “They all seem to be foreigners, too.” “Yes,” said Tom, “they are all foreigners just landed. They have all lost their trunks, and it takes most of our time to help find them for them.”

We entered the courtroom. It was the Essex Market Police Courtroom. At last the question of my sanity or insanity was to be decided. Judge Duffy sat behind the high desk, wearing a look which seemed to indicate that he was dealing out the milk of human kindness by wholesale. I rather feared I would not get the fate I sought, because of the kindness I saw on every line of his face, and it was with rather a sinking heart that I followed Mrs. Stanard as she answered the summons to go up to the desk, where Tom Bockert had just given an account of the affair.

“Come here,” said an officer. “What is your name?”

“Nellie Brown,” I replied, with a little accent. “I have lost my trunks, and would like if you could find them.”

“When did you come to New York?” he asked.

“I did not come to New York,” I replied (while I added, mentally, “because I have been here for some time.”)

“But you are in New York now,” said the man.

“No,” I said, looking as incredulous as I thought a crazy person could, “I did not come to New York.”

“That girl is from the west,” he said, in a tone that made me tremble. “She has a western accent.”

Some one else who had been listening to the brief dialogue here asserted that he had lived south and that my accent was southern, while another officer was positive it was eastern. I felt much relieved when the first spokesman turned to the judge and said:

“Judge, here is a peculiar case of a young woman who doesn’t know who she is or where she came from. You had better attend to it at once.”

I commenced to shake with more than the cold, and I looked around at the strange crowd about me, composed of poorly dressed men and women with stories printed on their faces of hard lives, abuse and poverty. Some were consulting eagerly with friends, while others sat still with a look of utter hopelessness. Everywhere was a sprinkling of well-dressed, well-fed officers watching the scene passively and almost indifferently. It was only an old story with them. One more unfortunate added to a long list which had long since ceased to be of any interest or concern to them.

Nellie before Judge Duffy.

“Come here, girl, and lift your veil,” called out Judge Duffy, in tones which surprised me by a harshness which I did not think from the kindly face he possessed.

“Who are you speaking to?” I inquired, in my stateliest manner.

“Come here, my dear, and lift your veil. You know the Queen of England, if she were here, would have to lift her veil,” he said, very kindly.

“That is much better,” I replied. “I am not the Queen of England, but I’ll lift my veil.”

As I did so the little judge looked at me, and then, in a very kind and gentle tone, he said:

“My dear child, what is wrong?”

“Nothing is wrong except that I have lost my trunks, and this man,” indicating Policeman Bockert, “promised to bring me where they could be found.”

“What do you know about this child?” asked the judge, sternly, of Mrs. Stanard, who stood, pale and trembling, by my side.

“I know nothing of her except that she came to the home yesterday and asked to remain overnight.”

“The home! What do you mean by the home?” asked Judge Duffy, quickly.

“It is a temporary home kept for working women at No. 84 Second Avenue.”

“What is your position there?”

“I am assistant matron.”

“Well, tell us all you know of the case.”

“When I was going into the home yesterday I noticed her coming down the avenue. She was all alone. I had just got into the house when the bell rang and she came in. When I talked with her she wanted to know if she could stay all night, and I said she could. After awhile she said all the people in the house looked crazy, and she was afraid of them. Then she would not go to bed, but sat up all the night.”

“Had she any money?”

“Yes,” I replied, answering for her, “I paid her for everything, and the eating was the worst I ever tried.”

There was a general smile at this, and some murmurs of “She’s not so crazy on the food question.”

“Poor child,” said Judge Duffy, “she is well dressed, and a lady. Her English is perfect, and I would stake everything on her being a good girl. I am positive she is somebody’s darling.”

At this announcement everybody laughed, and I put my handkerchief over my face and endeavored to choke the laughter that threatened to spoil my plans, in despite of my resolutions.

“I mean she is some woman’s darling,” hastily amended the judge. “I am sure some one is searching for her. Poor girl, I will be good to her, for she looks like my sister, who is dead.”

There was a hush for a moment after this announcement, and the officers glanced at me more kindly, while I silently blessed the kind-hearted judge, and hoped that any poor creatures who might be afflicted as I pretended to be should have as kindly a man to deal with as Judge Duffy.

“I wish the reporters were here,” he said at last. “They would be able to find out something about her.”

I got very much frightened at this, for if there is any one who can ferret out a mystery it is a reporter. I felt that I would rather face a mass of expert doctors, policemen, and detectives than two bright specimens of my craft, so I said:

“I don’t see why all this is needed to help me find my trunks. These men are impudent, and I do not want to be stared at. I will go away. I don’t want to stay here.”

So saying, I pulled down my veil and secretly hoped the reporters would be detained elsewhere until I was sent to the asylum.

“I don’t know what to do with the poor child,” said the worried judge. “She must be taken care of.”

“Send her to the Island,” suggested one of the officers.

“Oh, don’t!” said Mrs. Stanard, in evident alarm. “Don’t! She is a lady and it would kill her to be put on the Island.”

For once I felt like shaking the good woman. To think the Island was just the place I wanted to reach and here she was trying to keep me from going there! It was very kind of her, but rather provoking under the circumstances.

“There has been some foul work here,” said the judge. “I believe this child has been drugged and brought to this city. Make out the papers and we will send her to Bellevue for examination. Probably in a few days the effect of the drug will pass off and she will be able to tell us a story that will be startling. If the reporters would only come!”

I dreaded them, so I said something about not wishing to stay there any longer to be gazed at. Judge Duffy then told Policeman Bockert to take me to the back office. After we were seated there Judge Duffy came in and asked me if my home was in Cuba.

“Yes,” I replied, with a smile. “How did you know?”

“Oh, I knew it, my dear. Now, tell me were was it? In what part of Cuba?”

“On the hacienda,” I replied.

“Ah,” said the judge, “on a farm. Do you remember Havana?”

“Si, senor,” I answered; “it is near home. How did you know?”

“Oh, I knew all about it. Now, won’t you tell me the name of your home?” he asked, persuasively.

“That’s what I forget,” I answered, sadly. “I have a headache all the time, and it makes me forget things. I don’t want them to trouble me. Everybody is asking me questions, and it makes my head worse,” and in truth it did.

“Well, no one shall trouble you any more. Sit down here and rest awhile,” and the genial judge left me alone with Mrs. Stanard.

Just then an officer came in with a reporter. I was so frightened, and thought I would be recognized as a journalist, so I turned my head away and said, “I don’t want to see any reporters; I will not see any; the judge said I was not to be troubled.”

“Well, there is no insanity in that,” said the man who had brought the reporter, and together they left the room. Once again I had a fit of fear. Had I gone too far in not wanting to see a reporter, and was my sanity detected? If I had given the impression that I was sane, I was determined to undo it, so I jumped up and ran back and forward through the office, Mrs. Stanard clinging terrified to my arm.

“I won’t stay here; I want my trunks! Why do they bother me with so many people?” and thus I kept on until the ambulance surgeon came in, accompanied by the judge.

Ten Days in a Mad-House
(Chapter IV: Judge Duffy and the Police)
by Nellie Bly (1864 – 1922)

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive A-B, Bly, Nellie, Nellie Bly, Psychiatric hospitals

NACHT van de kunsten – Fontys Hogeschool voor de Kunsten Tilburg

nachtvdkunsten-fontys

Nacht van de kunsten van Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg op 23 december 2016

De grote artiesten, dansers en musicalsterren van de toekomst? Die lopen nu al rond bij de Fontys Hogeschool voor de Kunsten (FHK). Op de vrijdag voor Kerst staan traditiegetrouw de deuren van FHK open voor de Nacht van de Kunsten. De Nacht laat je verwonderen tijdens een complete avond uit met spetterende performances en intieme concerten van talentvolle studenten.

Dit jaar staan er weer meer dan veertig optredens geprogrammeerd. Waaronder een aantal projecten met een spectaculaire mix van circus, muziek, dans en theater! Met grote trots presenteren we oa optredens van Fontys Jazz Choir, Fontys Kamerkoor, Exposities en (geluids)installaties door studenten Art, Communication and Design en het interdisciplinair performance event Fremdkörper. Uiteraard kunt je de hele avond optredens bezoeken van studenten Conservatorium, klassiek en ensembles lichte muziek Dance Academy, Muziektheater (Klassiek) en Rockacademie.

Na het succes van vorige edities zijn er ook dit jaar weer voorstellingen in de prachtige Concertzaal van Theaters Tilburg. De avond start om 19.30 uur (om 19 uur is de deur open) en eindigt in de kleine uurtjes.
Je kaartje geeft toegang tot ruim veertig voorstellingen!

Enkele voorstellingen van vorige editie (2015) uitgelicht:  Fontys Jazz Choir – Fontys Kamerkoor – Academy for Circus and Performance Art – Exposities en installaties – De Academie voor Beeldende Vorming (ABV) en Academy for Art, Communication and Design (ArtCoDe) – Musicaltheater – Theater – Fremdkörper – Muziektheater, Muziektheater Klassiek – Optredens Conservatorium, Rockacademie.

Vrijdag 23 december 2016
Fontys Hogeschool voor de Kunsten
Ingang: Concertzaal Theaters Tilburg, Schouwburgring Tilburg
Voorverkoop via Theaters Tilburg à
€ 12,50 (incl. reserveringskosten)
Aanvang programma 19.30 uur
Koop snel je kaartje, vorige edities waren uitverkocht!

# Meer informatie via website Fontys

fleursdumal.nl magazine

More in: Art & Literature News, AUDIO, CINEMA, RADIO & TV, DANCE & PERFORMANCE, Design, Exhibition Archive, Fashion, FDM Art Gallery, Illustrators, Illustration, MUSIC, Performing arts, Photography, THEATRE, Urban Art

Museum Dr. GUISLAIN: Een andere wereld. Laboratorium van waan en fantasie

guislaine-anderewereldWaar ligt de grens tussen fantasie en werkelijkheid? Hoe onderscheid je droom van delirium, waan van wens, hallucinatie van inzicht? Op welke manier kan je onderzoeken of verbeelden wat zich ergens anders afspeelt? De tentoonstelling neemt, vertrekkend van de vele vragen rond psychose, hallucinatie en waan, twee eeuwen in ogenschouw. Niet om een historisch verhaal te vertellen, maar om uit die periode vijf eigenzinnige oeuvres te lichten die balanceren tussen kunst, kunde en wetenschap. J.J. Grandville, Gustav Mesmer, Gerard Heymans, Jean Perdrizet en Mathew Kneebone schiepen of brachten elk een ander universum in kaart en trachtten zo het ongrijpbare op hun eigen manier te vatten. Het zijn werelden waarin potloden wandelen, fietsen zweven, de afstand tussen twee evenwijdige lijnen variabel is, typemachines in contact staan met de overledenen en straatlichten stoppen met schijnen wanneer je er voorbijwandelt. Een andere wereld creëert passages: van deze naar de andere, tussen die andere onderling, en – misschien – ook van die andere terug naar deze wereld.

Een andere wereld
Laboratorium van waan en fantasie
22.10.16 – 28.05.17

Museum Dr. Guislain
Jozef Guislainstraat 43
B-9000 Gent
+32 (0)9 216 35 95
info@museumdrguislain.be

# meer informatie op website Museum Dr. Guislain

fleursdumal.nl magazine

More in: Art & Literature News, DICTIONARY OF IDEAS, Exhibition Archive, Psychiatric hospitals, Spurensicherung

Te voet is het heelal drie dagen ver: Na zes jaar een nieuwe dichtbundel van K. MICHEL

kmichel-gedichtenK. MICHEL

(Tilburg 1958) wordt beschouwd als een van de belangrijkste hedendaagse dichters. Hij debuteerde in 1989 met Ja! Naakt als de stenen. Vervolgens verschenen Boem de nacht, dat bekroond werd met de Herman Gorterprijs 1995, en Waterstudies, waarvoor hij maar liefst twee prijzen ontving: de Jan Campertprijs en de VSB Poëzieprijs 2000. Voor zijn bundel Bij eb is je eiland groter kreeg hij in 2011 de Awater Poeziëprijs.

Met een onderbreking van zes jaar verschijnt in 2016 weer een nieuwe dichtbundel: Te voet is het heelal drie dagen ver.

 

voorop
zwemt een piepklein visje
dat gevolgd wordt door
een iets minder klein visje
waarachter eentje
van dertien in een dozijn zwemt
met in zijn spoor
een wat lijviger type
dat op de hielen wordt gezeten door
een tamelijk fors exemplaar
(fragment)

 

K. Michel
Te voet is het heelal drie dagen ver
Paperback 56 blz.
ISBN 9789025447755
Atlas Contact
2016 € 17,99

 

Het is een verrassende bundel, voor de lezer die niet vies is van een beetje avontuur. (…) In de gedichten van Michel zit regelmatig zon rare twist die je even aan het wankelen brengt. (…) Mijn devies: accepteer het raadselachtige, omarm het. – **** het Parool

 

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive M-N, K. Michel, Michel, K.

BERT BEVERS: Haarscherp

Bert_Bevers53

 

Haarscherp

 
 

O ja, Nel is zichzelf terug gaan zien. Een dikke

halve eeuw overleefde ze haar lieve Rik. Maar

ze ís zichzelf als Grande Dame als Dwaze Maagd

terug gaan zien. Met haar linkerhand raakte ze

 
 

haar eigen jonge rechterbil van brons lichtjes

grijnzend aan, eerder onbeholpen blikkend in

een andere lens. Wat zagen ze elkaar graag

in zot geweld. O, wat was ze destijds nog strak

 
 

toch. Toen hij haar zo vereeuwigde klonken er

lichte liederen waarin bloed zong. Aan hun lippen

kleefden jonge woorden. Dauwzoet als regen

rustte trouw in hun hart. Hij droeg de dood

 
 

reeds in zich, maar die dag rook alles naar vers

brood alom. Dat wist ze nog goed. Haarscherp.

 
 

Bert Bevers

 
Bij Rik Wouters’ beeld Het zotte geweld. Verschenen in Dichter bij beeld – Poëtische wandeling door het Middelheimmuseum (samenstelling Richard Foqué), vzw Middelheimpromotors, Antwerpen, 2014

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive A-B, Bevers, Bert

« Read more | Previous »

Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature