Or see the index
Theo van Doesburg (1883 – 1931)
was behalve beeldend kunstenaar ook criticus, tijdschriftredacteur, architect, dichter en wat al niet. en wat al niet.
Alles in zijn leven deed hij met een enorme gedrevenheid en doorzettingsvermogen. Steeds verkondigde hij luidruchtig zijn visie, en hij was niet gediend van tegenspraak.
Voortdurend was hij bezig zijn leven en dat van anderen richting te geven.
Als redacteur van De Stijl, het tijdschrift dat hij in 1917 met Piet Mondriaan en andere geestverwanten had opgericht, kwam hij in contact met iedereen die er in het modernistische Europa toe deed.
Over Van Doesburg zijn duizenden publicaties verschenen, maar deze monumentale biografie, waarvoor de auteurs talloze archieven in Europa en Amerika raadpleegden, is de eerste die alle facetten van dit veelkantige leven belicht.
Hans Renders (1957), verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen, schreef de geruchtmakende biografie van Jan Hanlo en is als criticus werkzaam voor Het Parool en Vrij Nederland. In 2000 publiceerde hij bij De Bezige Bij het boek Braak, over het vermaarde tijdschrijft van de Vijftigers waarin onder meer Remco Campert en Lucebert publiceerden. In 2004 verscheen zijn biografie van Jan Campert, Wie weet slaag ik in de dood en een bloemlezing uit het dichterlijke oeuvre van Jan Campert. Datzelfde jaar verscheen de door hem samengestelde uitgave Gevaarlijk Drukwerk. Een vrije uitgeverij in oorlogstijd. Renders is mede-oprichter van de Jan Hanlo-Essayprijs, redacteur van ZL (Literair-Historisch Tijdschrift) en medewerker van Histoire des Médias; Revue d’histoire en American Journalism History.
Sjoerd van Faassen is geassocieerd onderzoeker bij rkd- Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis en werkte mee aan Van Doesburgs Oeuvrecatalogus. Hij bezorgde twee uitgaven met Van Doesburgs correspondentie, en publiceerde onder meer een monografie over Nederlands-Belgische modernistische netwerken in het interbellum. Hij is redacteur van het cultuurhistorische tijdschrift Rode Haring. Onder zijn redactie verscheen onder meer Roomse ruzie, over het literaire tijdschrift De Gemeenschap (1925-1941).
Ik sta helemaal alleen
Biografie Theo van Doesburg
Auteur(s): Hans Renders, Sjoerd van Faassen
ISBN: 9789403134314
NUR: 641
Type: Gebonden
Aantal pagina’s: 784
Uitgever: De Bezige Bij
Verschijningsdatum: 29-09-2022
Prijs: 49,99
• fleursdumal.nl magazine
More in: #Biography Archives, - Book News, Agnita Feis, Antony Kok, Antony Kok, Archive E-F, Archive Q-R, Constuctivisme, Dadaïsme, De Stijl, Doesburg, Theo van, Essays about Van Doesburg, Kok, Mondriaan, Schwitters, Milius & Van Moorsel, Evert en Thijs Rinsema, Kok, Antony, Kurt Schwitters, Piet Mondriaan, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg (I.K. Bonset)
Antony Kok
schrijver en experimenteel dichter
door Jef van Kempen
Antony Kok werd op 18 april 1882 in Rotterdam geboren, als zoon van Pieter Kok en Sophia Hagen. Zijn vader was adjunct-commies bij de Staatsspoorwegen. Antony Kok overleed op 29 oktober 1969 te Haarlem.
Het grootste deel van zijn jeugd woonde Antony Kok in het Limburgse Maasbree. Na zijn middelbare schooltijd trad hij in het voetspoor van zijn vader door in 1899 ook bij de Staatsspoorwegen te gaan werken. Na eerst in ‘s-Hertogenbosch en Oisterwijk als klerk-telegrafist te hebben gewerkt kwam hij in 1908 naar Tilburg, waar hij het na verloop van tijd tot chef-commies zou brengen.
De eerste tien jaar woonde Kok, die zijn hele leven ongehuwd bleef, op kamers boven slagerij De Brouwer in de Tuinstraat. Hij zou in Tilburg later nog vier maal verhuizen.
In 1914 raakte Antony Kok bevriend met de Amsterdamse schrijver en schilder Theo van Doesburg, die tijdens de mobilisatie in de omgeving van Tilburg was gelegerd. Samen organiseerden zij in 1915 tweemaal een Soiree Intime, waarbij Van Doesburg gedichten voordroeg en Kok piano speelde. Onder invloed van Van Doesburg experimenteerde Kok dat jaar, als een van de eersten in Nederland, met het schrijven van klankpoëzie.
In die tijd ontstonden ook plannen voor het oprichten van een eigen tijdschrift, waarin zij hun opvattingen over de moderne beeldende kunst en literatuur zouden kunnen ventileren. Dat tijdschrift werd De Stijl, dat van 1917 tot 1932 verscheen en ook internationaal gezien een van de belangrijkste organen zou blijken voor de vernieuwing van met name beeldende kunst en architectuur. Behalve Van Doesburg en Kok behoorden tot de oprichters ook de schilders Huszàr, Van der Leck en Mondriaan, en de architecten Oud en Wils. Zij wilden de beeldende kunst ontdoen van alle overbodige versieringen en zich beperken tot het gebruik van de rechte lijn en de primaire kleuren.
Antony Kok debuteerde in 1917 met zijn gedicht Excelsior in het tijdschrift Eenheid. In hetzelfde tijdschrift publiceerde hij later nog de gedichten De Rozelaar (1917) en Gods Licht (1918). Verder werd in 1917 Koks experimentele gedicht De Wisselwachter in het tijdschrift Holland Express afgedrukt.
In het eerste nummer van De Stijl van oktober 1917 nam Van Doesburg een beschouwing van zijn Tilburgse vriend op met de titel: De moderne schilderij in het interieur.
Antony Kok zou in de loop van de tijd meer beschouwend proza in De Stijl publiceren, zoals Scheppen (1918), Denkextracten. Over organische schoonheid en Kunst en ontroering. Synthetische analyse (1919).
Hij was ook een van de ondertekenaars van de door Stijl-medewerkers gepubliceerde manifesten over beeldende kunst (1918) en literatuur (1920). Van Kok werden in het tijdschrift De Stijl maar twee gedichten opgenomen: in 1921 Stilte + stem (Vers in W) en in 1923 het acht jaar eerder geschreven Nachtkroeg. De beide gedichten, die voor het grootste deel bestonden uit klanknabootsende woorden, werden niet alleen door Theo van Doesburg, maar ook door Piet Mondriaan en Kurt Schwitters beschouwd als een belangrijke bijdrage tot de vernieuwing van de dichtkunst.
Schwitters nam het gedicht Stilte + stem (Vers in W) ook op in zijn eigen tijdschrift Merz. Geïnspireerd door Schwitters schreef Kok in 1923 een aantal dadaïstische gedichten, die echter pas na zijn dood werden gepubliceerd. Het overlijden van Theo van Doesburg in 1931 betekende het einde van het tijdschrift De Stijl.
In 1932 zou er nog een laatste aflevering verschijnen met daarin een In memoriam van de hand van Kok; dat zou tevens zijn laatste publicatie zijn. De omvangrijke briefwisseling tussen Van Doesburg en Kok is een van de belangrijkste bronnen met betrekking tot de geschiedenis van de beweging rond het tijdschrift De Stijl.
Antony Kok stond bekend als een bedachtzaam en vrijgevig man. Hij was een groot kunstminnaar en een mecenas, niet alleen voor bijvoorbeeld Piet Mondriaan maar ook voor regionale kunstenaars. In de jaren na het overlijden van zijn vriend Theo van Doesburg schreef hij nog zelden gedichten, maar legde zich geheel toe op het schrijven van aforismen.Tot aan zijn dood zou hij er vele duizenden schrijven, die hijzelf echter nooit heeft gepubliceerd.
In 1942 ging Antony Kok met pensioen bij de spoorwegen. De jaren daarna zou hij zijn belangstelling voor het spiritisme en de filosofie verder cultiveren en zich in 1946 aansluiten bij de beweging van De Rozenkruisers. Ter wille van die beweging verhuisde hij in 1952 naar Haarlem. In deze stad maakte Kok kennis met de schilder Kees Verweij, die ruim veertig portretten van hem maakte. De tekeningen, die door Kok van een titel waren voorzien, werden tentoongesteld, onder andere in het Stedelijk Museum Amsterdam en het Van Abbemuseum in Eindhoven (1954-1955).
Op 29 oktober 1969 overleed Antony Kok op 87-jarige leeftijd. De meeste publicaties van en over zijn werk kwamen na zijn dood tot stand. Als gevolg van de toegenomen belangstelling voor zijn werk en zijn persoon, werd begin 1985 in de Stadsschouwburg/Kultureel Sentrum van Tilburg nog een grote tentoonstelling aan de ‘Dichter bij De Stijl‘ gewijd.
Meer informatie over Antony Kok op website: www.antonykok.nl
Dit artikel verscheen eerder in: J. van Oudheusden, e.a. (red.), Brabantse biografieën. Levensbeschrijvingen van bekende en onbekende Noordbrabanders. Deel 1, Amsterdam/Meppel, 1992.
Verder gepubliceerd op 14 september 2017 op de website Brabants Erfgoed: https://www.brabantserfgoed.nl/
Op 29 oktober 2019 is het precies 50 jaar geleden dat Antony Kok, schrijver en experimenteel dichter, overleed in een Haarlems ziekenhuisbed.
Tot en met 5 januari 2020 is er een expositie te zien in het Dordrechts Museum over de Haarlemse kunstschilder Kees Verwey, onder de titel: Kees Verwey en zijn idolen. Hier zijn ook 30 portretten te zien van Antony Kok (gemaakt door Verwey) uit de collectie van het Rijksmuseum.
Bij deze expositie in Museum Dordrecht, verscheen de publicatie: Kees Verwey en zijn idolen.
Één van de hoofdstukken heeft als titel: ‘Antony Kok had me te pakken’ en is geschreven door de Antony Kok biografen Hanneke van Kempen en Jef van Kempen.
Kees Verwey en zijn idolen
Dordrechts Museum
2019
ISBN 978-90-71722-30-1
Redactie: Laura van den Hout, Judith Spijksma, Linda Janssen
‘Antony Kok had me te pakken’ door Hanneke van Kempen en Jef van Kempen geeft een beeld van de gang van zaken rond de vriendschap van Antony Kok en de Haarlemse schilder Kees Verwey en is geïllustreerd.
https://www.dordrechtsmuseum.nl/
antonykok.nl magazine
fleursdumal.nl magazine
29 oktober 2019
More in: Agnita Feis, Antony Kok, Archive K-L, DADA, De Stijl, Essays about Van Doesburg, Kok, Mondriaan, Schwitters, Milius & Van Moorsel, Evert en Thijs Rinsema, Hanneke van Kempen, Jef van Kempen, Kurt Schwitters, Kurt Schwitters, Literaire sporen, Piet Mondriaan, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg
Op zaterdag 6 oktober organiseert Museum Dr8888 (Drachten) het Dada Poëziebal in Schouwburg De Lawei.
Vanaf 19.30 uur presenteert het museum in de Kleine Zaal een verrassend en onvoorspelbaar programma met poëzie, performances, muziek, beeld en dans.
Optredens worden verzorgd door o.a. K. Schippers, Astrid Lampe, Nyk de Vries, Jan Ketelaar, Meindert Talma en Andries de Jong. Het Poëziebal is onderdeel van het buitenprogramma van Museum Dr8888 en vindt plaats in het kader van Leeuwarden-Friesland 2018.
De avond wordt een beleving op zich en laat zich het best omschrijven als extravagant, intiem, verrassend en een tikkeltje rebels. Het Dada Poëziebal begint om 19.30 uur en vindt plaats in de Kleine Zaal van De Lawei. Het wordt een avondvullend programma met een divers palet aan multidisciplinaire performances waarin tegelijkertijd en op meerdere plekken tegelijk wordt geprogrammeerd. Optredens worden verzorgd door K. Schippers, Astrid Lampe, Jan Ketelaar, Alison Isadora, Jaap Blonk, Tim Schouten, Felicity Provan en Laura Polence, studenten Beeld en Taal van de Gerrit Rietveld Academie, Meindert Talma, Tijdelijke Toon, Bram Zielman, Andries de Jong, Leendert Vooijce, Nyk de Vries, Redactielokaal met Jamila Faber en Arjan Hut, Natasja Hoekstra en dansers en Willie Darktrousers.
Presentator van de avond: Karel Hermans. Regie van de avond is in handen van Janneke de Haan i.s.m. Sanne van Balen.
# Kaarten zijn verkrijgbaar via: www.lawei.nl
Dada Poëziebal met o.a. Jan Ketelaar, K. Schippers en Astrid Lampe in Schouwburg De Lawei in Drachten op zaterdag 6 oktober 2018
more dada
fleursdumal.nl magazine
More in: Antony Kok, Art & Literature News, Dada, DADA, Dadaïsme, De Stijl, Doesburg, Theo van, Evert en Thijs Rinsema, K. Schippers, Kok, Antony, Kurt Schwitters, Kurt Schwitters, Performing arts, Schippers, K., Schwitters, Kurt, THEATRE, Theo van Doesburg, Tzara, Tristan, Visual & Concrete Poetry, Werkman, Hendrik Nicolaas
De correspondentie tussen Theo van Doesburg en de broers Rinsema geeft een doorkijk in hun persoonlijke dilemma’s ten tijde van grote maatschappelijke veranderingen.
Het moest eerlijker, socialer en de kunst zakelijker zonder versierselen. Rechte lijnen, primaire kleuren en een duidelijke vlakverdeling.
Dat het lang niet altijd meeviel blijkt uit hun brieven, geschreven in de periode 1915-1931, waarin uitvoerig van gedachten werd gewisseld over kunst, De Stijl, het leven en de dood.
Auteur Thijs Rinsema (1944) leidde overeenkomstig zijn opa Thijs en oudoom Evert een soort ‘dubbelleven’. Waar Thijs en Evert zich naast hun schoenmakersvak in kunst en literatuur verdiepten, combineerde Thijs jr. zijn apothekersvak met de studie algemene cultuurwetenschappen. Na zijn afstuderen verbond hij beide vakgebieden in een uitgebreid onderzoek en promoveerde in 2000 aan de universiteit in Leiden. Hij zegde het apothekersvak vaarwel om zich volledig aan cultuurwetenschappelijk onderzoek te wijden.
Brieven over kunst, DE STIJL, het leven en de dood
De correspondentie tussen Theo van Doesburg en de broers Rinsema van 1915-1931
Auteur: Thijs Rinsema
Paperback
Pagina’s 424
€35,00
(verkrijgbaar vanaf 15-04-2017)
ISBN: 9789056154080
Uitgeverij Bornmeer
# Meer informatie website Uitgeverij Bornmeer
fleursdumal.nl magazine
More in: Antony Kok, Antony Kok, Art & Literature News, Constuctivisme, Dada, Dadaïsme, De Stijl, Doesburg, Theo van, Evert en Thijs Rinsema, Kok, Antony, Kurt Schwitters, Piet Mondriaan, Schwitters, Kurt, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg (I.K. Bonset)
Vanaf 16 april 2017 presenteert Museum Dr8888 de tentoonstelling De Stijl in Drachten: Theo van Doesburg, kleur in architectuur. Te zien zijn o.a. kleurontwerpen, glas-in-loodramen, schilderijen en poëzie van kunstenaars als Theo van Doesburg, Thijs Rinsema en Evert Rinsema. Bijna alle ontwerpen van Theo van Doesburg in Drachten zijn voor het eerst bij elkaar te zien.
Over de tentoonstelling
In een speciale tentoonstelling wordt De Stijl in Drachten belicht, in het bijzonder de relatie tussen Theo van Doesburg, Thijs en Evert Rinsema, Cees Rienks de Boer en de ontwerpen voor de zogenaamde Papegaaienbuurt in Drachten. Vanaf juni 2017 heeft Drachten er een nieuw Stijlicoon bij: het Van Doesburg-Rinsemahuis, met meubels en werken van Thijs Rinsema en ontwerpen van Theo van Doesburg. In Drachten realiseerde Theo van Doesburg zijn eerste grote opdracht: het kleurontwerp voor 16 middenstandswoningen in 1921. Beleef een echt driedimensionaal Stijlschilderij en ontdek dat een woning van 100 jaar geleden nog steeds hypermodern oogt.
Publicatie
Bij de tentoonstelling verschijnt bovendien het boek Brieven over kunst, De Stijl, het leven en de dood. De correspondentie tussen Theo van Doesburg en de broers Rinsema van 1915-1931, dat verkrijgbaar is in de museumwinkel.
Themajaar Mondriaan tot Dutch Design
De Stijl in Drachten: Theo van Doesburg, kleur in architectuur is de tweede tentoonstelling in het kader van de landelijke viering van 100 jaar De Stijl. Naast Museum Dr8888 doen ook Keramiekmuseum Princessehof Leeuwarden en de voormalig Rijksluchtvaartschool in Eelde als vertegenwoordigers van Noord-Nederland mee aan het themajaar Mondriaan tot Dutch Design.
De Stijl in Drachten:
Theo van Doesburg, kleur in architectuur
16 april– 25 juni 2017
Museum Dr8888
Museumplein 2 – 9203 DD Drachten
Gemeente Smallingerland, Friesland
# Meer informatie website Museum Dr8888
fleursdumal.nl magazine
More in: Antony Kok, Antony Kok, Art & Literature News, Dada, De Stijl, Doesburg, Theo van, Evert en Thijs Rinsema, Gerrit Rietveld, Kurt Schwitters, Kurt Schwitters, Piet Mondriaan, Schwitters, Kurt, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg (I.K. Bonset)
Rondom 1920 vinden de nieuwe kunststromingen De Stijl en Dada hun weg naar Drachten door een bijzondere vriendschap tussen architect en schilder Theo van Doesburg en twee broers uit Drachten: Evert en Thijs Rinsema.
Theo van Doesburg
Theo van Doesburg is een van de oprichters van De Stijl, een belangrijke avant-garde beweging in Europa. De Stijl omvat een groep kunstenaars die nieuwe eisen stelt aan alle vormen van kunst, maar vooral aan architectuur. Uitgangspunt is dat vorm en materiaal worden teruggebracht tot de meeste elementaire constructie. Kleur wordt gebruikt om de lijnen van de architectuur te doorbreken en om een evenwicht te brengen tussen horizontaal en verticaal.
Gebroeders Rinsema
Evert Rinsema is dichter. In 1920 verschijnen zijn aforismen ‘Verzamelde volzinnen’ als uitgave van De Stijl. Thijs Rinsema is schilder. Hij schildert het liefst eenvoudige alledaagse voorwerpen die hij modelleert naar de principes van het kubisme en De Stijl. Thijs is net als zijn broer Evert autodidact. Evert en Thijs Rinsema leren de Duitse dadaïst Kurt Schwitters kennen via Theo van Doesburg. In het voorjaar van 1923 staat er een kleine advertentie in de Drachtster Courant met de tekst: ‘Een Dada avond, door K. Schwitters, vrijdag 13 april, 8 uur ’s avonds, entree Fl. 1,-. De Phoenix in Drachten’. Het is een kleine maar opvallende advertentie, die net als het Dada-affiche van Van Doesburg, is gedrukt in een mengeling van hoofdletters en kleine letters. Die avond klinkt de Ur-sonate van Kurt Schwitters.
Door de vriendschap met de gebroeders Rinsema komt Theo van Doesburg in contact met de gemeente-architect Cees Rienks de Boer. Theo van Doesburg ontwerpt voor 16 middenstandswoningen aan de Torenstraat en de Landbouwwinterschool een kleuroplossing. Ook ontwerpt Van Doesburg op verzoek van De Boer glas-in-loodramen voor de Christelijke ULO en de Landbouwwinterschool.
Museum Dr8888
Museum Dr8888 bezit een belangrijke verzameling werken van deze roemruchte avant-gardestromingen van de 20ste eeuw. Deze collectie mag zich tegenwoordig ook verheugen in internationale belangstelling. In 2009 en 2010 waren een groot aantal werken van Van Doesburg en Schwitters te zien in exposities in de Tate Modern in Londen en Centre Pompidou in Parijs.
100 jaar De Stijl
In 2017 is het honderd jaar geleden dat de Nederlandse kunstbeweging De Stijl is opgericht. Nederland viert dit met het themajaar Mondriaan tot Dutch Design. 100 jaar De Stijl. Gedurende het hele jaar vinden er door heel Nederland tal van inspirerende tentoonstellingen en evenementen plaats. Van 29 januari t/m 2 april 2017 vindt de eerste grote tentoonstelling in het kader van 100 jaar de Stijl plaats in Museum Dr8888: César Domela, De Stijl in kunst en typografie. Naast Museum Dr8888 doen ook Keramiekmuseum Princessehof Leeuwarden en de voormalig Rijksluchtvaartschool in Eelde als vertegenwoordigers van Noord-Nederland mee.
Exposities Museum Dr8888 in 2017
César Domela: De Stijl in kunst en typografie
28 januari – 2 april 2017
César Domela was een Nederlands kunstschilder, graficus, fotograaf, typograaf en lid van kunstbeweging De Stijl. Museum Dr8888 toont een dwarsdoorsnede van het werk van deze creatieve duizendpoot.
De Stijl in Drachten: Theo van Doesburg, kleur in architectuur
16 april – 25 juni 2017
Deze tentoonstelling bestaat uit o.a. kleurontwerpen, glas-in-loodramen, schilderijen en poëzie van kunstenaars als Theo van Doesburg, Thijs Rinsema en Evert Rinsema. Bijna alle ontwerpen van Theo van Doesburg in Drachten voor het eerst bij elkaar te zien.
De Stijl en expressionisme in de tropen: Sandberg, Rietveld, Chris en Lucila Engels op Curaçao
9 juli 2017 – 17 september 2017
Expositie van de projecten die Gerrit Rietveld heeft uitgevoerd op Curaçao. Daar heeft hij o.a. het interieur van Villa Stroomzigt mede ontworpen en een tehuis voor kinderen met een beperking. Daarnaast een uitgebreide selectie werken uit de collectie van kunstenaarsechtpaar Chris en Lucila Engels en hun adviseur en vriend Willem Sandberg.
Museum Dr8888 en RLS Eelde: De Stijl & constructivisme in Noord-Nederland
30 september 2017- 7 januari 2018
Een overzicht van (Stijl)kunstenaars die actief waren tijdens het Interbellum in Noord-Nederland, maar ook hedendaagse kunstenaars uit die zich laten inspireren door De Stijl en het constructivisme. In Drachten ligt het accent op De Stijl in ontwerp en architectuur. In RLS Eelde hedendaagse kunst geïnspireerd op De Stijl en constructivisme, met o.a. Jan van der Ploeg en Krijn de Koning.
Dada & 100 jaar Kunstbeweging DE STIJL in Museum Dr8888
Vier exposities in 2017
Museum Drachten (Dr8888)
Museumplein 2
Drachten 9203 DD
tel. 0512 515 647
# Meer informatie op website Dr8888
fleursdumal.nl magazine
More in: Antony Kok, Art & Literature News, Bauhaus, Bauhaus, César Domela, Constructivism, Constuctivisme, Dada, Dadaïsme, De Ploeg, De Stijl, Design, Doesburg, Theo van, Dutch Landscapes, Evert en Thijs Rinsema, Exhibition Archive, FDM Art Gallery, Futurism, Futurisme, Gerrit Rietveld, Gerrit Rietveld, Kok, Antony, Kubisme, Kurt Schwitters, Kurt Schwitters, Piet Mondriaan, Piet Mondriaan, Schwitters, Kurt, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg, Werkman, Hendrik Nicolaas
Rond het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog waart er een vernieuwingsdrang door het neutrale Nederland. Kunstenaars willen de heersende traditie van gemeenschapskunst verder ontwikkelen, maar in een compleet nieuwe beeldtaal. De bruine bakstenen van de decoratieve architectuur van de populaire Amsterdamse School vinden zij ongeschikt voor de moderne wereld. Een aantal jonge kunstenaars en architecten propageert daarom een ver doorgevoerde abstractie. Alleen die kunst kan de moderne tijd inluiden en het leven transformeren tot kunst. Hun visie leidt tot de wereldwijd bekende kunst en architectuur van De Stijl. De Stijl vormt – samen met het Duitse Bauhaus – de invloedrijkste avant-gardebeweging uit de eerste helft van de twintigste eeuw.
In 1917 begint het in eerste instantie allemaal met een tijdschrift. Schilder, dichter en criticus Theo van Doesburg verzamelt een aantal vernieuwende kunstenaars zoals Piet Mondriaan, Bart van der Leck en Vilmos Huszar die in het tijdschrift willen publiceren. Ook al denken zij op sommige punten anders over kunst, zij geloven allen dat abstracte kunst de weg vooruit is. In oktober 1917 verschijnt uiteindelijk het eerste nummer van De Stijl. Op de cover staat dat De Stijl een bijdrage wil leveren aan “de ontwikkeling van het nieuwe schoonheidsbewustzijn,” met als bedoeling “den modernen mensch ontvankelijk [te] maken voor het nieuwe in de Beeldende Kunst.” Niet alleen schilderkunst, beeldhouwkunst, literatuur en architectuur zijn daartoe in staat. Juist design, typografie, reclame-uitingen, verpakkingen en modeontwerpen zijn bepalend in het straatbeeld. In tegenstelling tot een beweging als Bauhaus, die gestandaardiseerde oplossingen nastreeft, houdt De Stijl wel altijd maatwerk en vakmanschap hoog in het vaandel. Iedere specifieke omgeving vraagt om specifieke oplossingen. De Stijl is als een groep jonge jongens, die de wereld willen bestormen; en verbeteren.
Na de Eerste Wereldoorlog waart er een vernieuwingsdrang door Nederland. Kunstenaars keren zich af van de traditionele kunst, zoals de Amsterdamse School en de Haagse School. In 1917 richt kunstenaar, architect en criticus Theo van Doesburg, samen met de Tilburgse dichter Antony Kok, het tijdschrift ‘De Stijl’ op, waarin kunstenaars, vormgevers en architecten hun vernieuwende ideeën over kunst kunnen publiceren. In een mum van tijd weet hij onder andere Gerrit Rietveld, Bart van der Leck en Vilmos Huszar aan het tijdschrift te verbinden. Een aantal van deze kunstenaars tekent later ook een Manifest. Ook Piet Mondriaan doet mee. Met zijn abstracte kunst, primaire kleuren en zwart-witte lijnenspel is hij het grote voorbeeld voor De Stijl. De kunstenaars, architecten en vormgevers geloven dat zij met innovatieve en abstracte kunst de samenleving kunnen moderniseren. Daarvoor moeten wel alle kunstvormen samenwerken; en alles om ons heen moet opnieuw worden vormgegeven. Van de meubels waarop we zitten. De huizen waarin we wonen. En de steden die we bouwen. Zo groeit De Stijl uit tot een internationale beweging vergelijkbaar met het latere Bauhaus.
In 2017 is het honderd jaar geleden dat De Stijl is opgericht. Nederland viert dit met het feestjaar Mondriaan tot Dutch design. 100 jaar De Stijl. Met ’s werelds grootste Mondriaan-collectie – en tevens een van de grootste De Stijl-collecties – is het Gemeentemuseum het middelpunt van dit feestelijke jaar. Drie tentoonstellingen zetten de groep hemelbestormers op het erepodium dat zij verdienen. Op 11 februari trapt het museum af met een tentoonstelling over de ontstaansgeschiedenis van een nieuwe kunst die de wereld voorgoed heeft veranderd.
In de mode of de vormgeving van magazines. Op verpakkingen, in advertenties of in videoclips. De kleurencombinatie van rood, geel en blauw die De Stijl iconische status heeft gegeven, is nog steeds heel geliefd. Maar wie heeft deze kenmerkende signature style eigenlijk bedacht? Het antwoord vindt u vanaf februari in het Gemeentemuseum Den Haag. De tentoonstelling Piet Mondriaan en Bart van der Leck. De uitvinding van een nieuwe kunst vertelt het verhaal van de vriendschap en wederzijdse beïnvloeding tussen twee schilders die heeft geleid tot het inhoudelijk fundament van De Stijl.
Piet Mondriaan en Bart van der Leck ontmoeten elkaar in 1917 in Laren. Een dorpje waar zich op dat moment veel kunstenaars verzamelen. Mondriaan heeft dan al even in Parijs gewoond, maar kan door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog na een familiebezoek in Nederland tijdelijk niet terug naar Parijs. Bart van der Leck heeft veel in Nederland gewerkt, waaronder in Den Haag.
Van der Leck en Mondriaan zijn er allebei van overtuigd dat er een nieuwe kunst voor een moderne wereld moet komen. Van der Leck bouwt voort op zijn ervaringen als glasschilder en zijn bewondering van de simpele vormgeving van Egyptische kunst. Mondriaan is direct geboeid door het kleurgebruik van Van der Leck. Van der Leck op zijn beurt is onder de indruk van Mondriaans zoektocht naar abstractie. In navolging van Mondriaan begint hij zijn doeken ook ‘composities’ te noemen en durft hij de figuratie los te laten.
In Parijs vindt Mondriaan de sleutel tot de abstractie in het kubisme. Tijdens zijn eerste jaren daar maakt hij voornamelijk kubistische bewerkingen van eerder gemaakt figuratief werk. Van der Leck legt een andere route af. Hij maakt gebruik van een methode die hij doorbeelding noemt. Beginnend bij een schets van een situatie uit de werkelijkheid, een persoon of een dier, brengt hij deze stap voor stap terug tot geometrische vormen. Zo komen beide kunstenaars onafhankelijk van elkaar tot een manier om abstracte kunst te maken.
Niet eerder waren de onderlinge relatie en blijvende invloed van Mondriaan en Van der Leck onderwerp van een tentoonstelling. De presentatie ontrafelt het verhaal van de vriendschap aan de hand van schilderijen, historische foto’s en ander archiefmateriaal. Met prachtige bruiklenen uit het Museum of Modern Art (MoMa) en het Solomon R. Guggenheim Museum.
Rembrandt, Van Gogh en Mondriaan. Het zijn de drie Nederlandse kunstenaars die wereldberoemd zijn. 2015 was het Van Gogh jaar. En in 2016 keek de wereld naar het Rijksmuseum voor Rembrandt van Rijn. Nu is het tijd voor een groots internationaal eerbetoon aan Piet Mondriaan. Het Gemeentemuseum is daarvoor de best denkbare plek. De collectie telt maar liefst 300 kunstwerken uit alle fases van Mondriaans baanbrekende oeuvre en in 2017 zijn deze allemaal te zien in één grote tentoonstelling. Al die kunstwerken bij elkaar vormen een unieke tijdreis door de moderne kunst én door Mondriaans boeiende leven in de metropolen Amsterdam, Parijs, Londen en New York. Mondriaans werk is als een tijdreis door de moderne kunst.
Waar veel mensen denken dat De Stijl heel serieus en kil was; alsof hun kunst met de liniaal op de tekentafel is gemaakt, ontdekt u in Den Haag dat het tegendeel waar is. Met het gebruik van heldere, primaire kleuren geven De Stijl-kunstenaars vorm aan hun levendige, vrije en vrolijke visie op de toekomst: een wereld vol kunst. U ziet schilderijen, meubels, reclameposters, mode en maquettes van schilders, ontwerpers en architecten zoals Vilmos Huszár, Bart van der Leck en Gerrit Rietveld, die de wereld voorgoed hebben veranderd.
Al hoewel veel mensen denken dat Mondriaan een strenge man was, die zich opsloot in zijn atelier om zich te wijden aan zijn kunst, is niets minder waar. Mondriaan was een levensgenieter die woonde in de wereldsteden Amsterdam, Parijs, Londen en New York. Overal waar hij kwam behoorde hij al snel tot de crème de la crème van de kunstwereld en omarmde hij de nieuwste uitvindingen en het leven. Zo was hij gek op jazz, en bezocht hij avond na avond de Parijse ‘Bar Americains’. Hij woonde zelfs een optreden met cheetah van de beroemde Josephine Baker bij. Hij volgde de laatste mode op de voet en gaf al zijn geld uit aan muziek, pakken, dansen en vrouwen. In Londen rekende hij Peggy Guggenheim en Naum Gabo tot zijn vrienden en eenmaal in New York danste hij de sterren van de hemel op zijn favoriete dans: de boogie Woogie. Zijn levensenergie en ‘swing’ bleven waren de ultieme vertaling van alles waar De Stijl voor stond: energiek, positief, het nieuwe omarmend en hemelbestormend.
Zaterdag 11 februari 2017
De Koning opent viering van 100 jaar De Stijl
Zijne Majesteit de Koning opent op zaterdag 11 februari 2017
de tentoonstelling ‘Piet Mondriaan en Bart van der Leck –
De uitvinding van een nieuwe kunst’ in het Gemeentemuseum Den Haag.
11 februari 2017 t/m 21 mei 2017
Piet Mondriaan en Bart van der Leck
De uitvinding van een nieuwe kunst
03 juni 2017 t/m 24 september 2017
De ontdekking van Mondriaan
Amsterdam – Parijs -Londen – New York
10 juni 2017 t/m 17 september 2017
De architectuur en interieurs van De Stijl
De basis voor het design van nu
Doorlopend Gemeentemuseum Den Haag
Mondriaan & De Stijl
Ontdek de wereld van Mondriaan en De Stijl
Gemeentemuseum Den Haag
Stadhouderslaan 41
2517 HV Den Haag
# Meer informatie op website Gemeentemuseum Den Haag
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Antony Kok, Antony Kok, Art & Literature News, Bauhaus, Bauhaus, Constructivism, Constuctivisme, Dada, Dadaïsme, De Ploeg, De Stijl, Design, DICTIONARY OF IDEAS, Doesburg, Theo van, Dutch Landscapes, Essays about Van Doesburg, Kok, Mondriaan, Schwitters, Milius & Van Moorsel, Evert en Thijs Rinsema, Exhibition Archive, Futurism, Futurisme, Kok, Antony, Kurt Schwitters, Magazines, Piet Mondriaan, Schwitters, Kurt, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg (I.K. Bonset), Werkman, Hendrik Nicolaas
Dan dada doe uw werk!
Avant-gardistische poëzie uit de Lage Landen
Redactie: Geert Buelens, Hubert van den Berg
‘Dan dada doe uw werk!’ Met deze woorden besluit I.K. Bonset in 1921 in De Stijl een tirade tegen pogingen om ‘de kanselliteratuur van vóór ’80’ in het interbellum nieuw leven in te blazen. Of dada het ‘predikantenpathos’ inderdaad wist uit te drijven uit de Nederlandstalige literatuur, valt te betwijfelen. Wel lieten dada en andere avant-gardistische ‘ismen’ hun onmiskenbare sporen na in de Nederlandstalige poëzie.
In Dan dada doe uw werk! presenteren samenstellers Hubert van den Berg en Geert Buelens een dwarsdoorsnede van de poëtische avant-garde in de vroege twintigste eeuw in Nederland en Vlaanderen. De bloemlezing bevat werk van onder anderen Piet Mondriaan, I.K. Bonset, Paul van Ostaijen, Herman van den Bergh, Hendrik de Vries, H. Marsman, Pierre Kemp, Kurt Schwitters, Antony Kok, Victor J. Brunclair, Til Brugman, Gaston Burssens, A.C. Willink, Michel Seuphor en H.N. Werkman.
Dan dada doe uw werk! is het laatste deel in de Dada-reeks van Uitgeverij Vantilt. Eerder verschenen Tenderenda de Fantast van Hugo Ball, In den beginne was Dada van Raoul Hausmann, 7 dadamanifesten van Tristan Tzara, En Avant dada van Richard Huelsenbeck, Een avond in Cabaret Voltaire van Hans Arp e.a., Jezus Christus Quibus van Francis Picabia en Apologie van de luiheid en Pan Pan voor de Poeper van de Neger Naakt & Bar Nicanor van Clément Pansaers.
Geert Buelens, Hubert van den Berg
(Redactie)
Vormgever: Martien Frijns
ISBN 9789460041617
paperback
15 x 22 cm
248 pagina’s
Uitgeverij Vantilt
€ 19,95
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Antony Kok, Antony Kok, Baargeld, Johannes Theodor, Ball, Hugo, Cendrars, Blaise, Dada, DADA, Dadaïsme, De Stijl, Doesburg, Theo van, Ernst Jandl, Essays about Van Doesburg, Kok, Mondriaan, Schwitters, Milius & Van Moorsel, Evert en Thijs Rinsema, EXPRESSIONISM, DADA & DE STIJL, SURREALISM, Freytag-Loringhoven, Elsa von, Jandl, Ernst, Kok, Antony, Kurt Schwitters, Marcel Duchamp, Ostaijen, Paul van, Pansaers, Clément, Paul van Ostaijen, Piet Mondriaan, Schwitters, Kurt, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg (I.K. Bonset), Tzara, Tristan, Werkman, Hendrik Nicolaas
Dada
Een geschiedenis
Auteur: Hubert van den Berg
Dada. Een geschiedenis beschrijft het ontstaan en de ontwikkeling van de internationale dadabeweging, zoals die zich manifesteerde in onder andere Zürich, Berlijn en Parijs. Bijzondere aandacht is er voor dada-Nederland en dada-België en de belangrijkste hoofdrolspelers daar: Theo van Doesburg/I.K. Bonset, H.N. Werkman, Piet Mondriaan, Clément Pansaers en Paul van Ostaijen.
Dada wordt vaak een antibeweging genoemd. Dada. Een geschiedenis herziet dit eenzijdige, negatieve beeld. In werkelijkheid was dada zowel een synthese van vooroorlogse avantgardistische ‘ismen’ – kubisme, futurisme en expressionisme –, als de opmaat tot het surrealisme en constructivisme. Dada is een cruciale etappe in de ontwikkeling van de moderne kunst en literatuur van de twintigste eeuw, waarvan de echo nog altijd klinkt.
Dada. Een geschiedenis is rijk in kleur geïllustreerd. Een kroniek van de belangrijkste dadakunstenaars, -kunstwerken, -evenementen en -gebeurtenissen completeert het boek.
Hubert van den Berg:
Dada. Een geschiedenis
Vormgever: Martien Frijns
ISBN 9789075697971,
paperback
17 x 22 cm
geïllustreerd
304 pagina’s
Uitgeverij Vantilt
€ 29,95
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Antony Kok, Art & Literature News, Baargeld, Johannes Theodor, Ball, Hugo, Dada, DADA, Dadaïsme, DANCE & PERFORMANCE, De Stijl, Essays about Van Doesburg, Kok, Mondriaan, Schwitters, Milius & Van Moorsel, Evert en Thijs Rinsema, Freytag-Loringhoven, Elsa von, Kok, Antony, Kurt Schwitters, LITERARY MAGAZINES, MUSIC, Ostaijen, Paul van, Pansaers, Clément, Piet Mondriaan, Satie, Erik, Schwitters, Kurt, THEATRE, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg, Tzara, Tristan, Werkman, Hendrik Nicolaas
Tentoonstelling De Stijl in het Stedelijk Museum Amsterdam
3 dec 2016 – 21 mei 2017
Wat heeft het werk van Isa Genzken met De Stijl te maken? En hoe verhoudt Bas Jan Ader zich tot De Stijl, of de iconische Lichtenstein uit de collectie van het Stedelijk? In De Stijl in het Stedelijk is in zes zalen te zien hoe De Stijl in de collectie vertegenwoordigd is, en hoe de stroming weerklank vond en vindt bij andere kunstenaars in de collectie. Onderdeel van het 100 jaar De Stijl programma.
De presentatie is opgebouwd rond verschillende facetten, zoals kleurgebruik, de diagonaal, zuiverheid, architectuur en de verspreiding van de stijl. Werken van De Stijl die de ideologie bij uitstek tot uitdrukking brengen, worden gecombineerd met werk van naoorlogse kunstenaars. Het is duidelijk dat De Stijl een onontkoombaar gegeven was voor de generaties die volgden. Sommige kunstenaars brengen een geïnspireerde ode, anderen onderzoeken de hedendaagse betekenis ervan. De dominantie van De Stijl riep ook parodiërende reacties op, zoals de Infe©ted Mondrian, de zieke Mondriaan, van General Idea uit de jaren 90.
De Stijl en het Stedelijk
In oktober 1917 verscheen de eerste aflevering van De Stijl, maandblad voor de moderne beeldende vakken, waarin kunstenaars, vormgevers en architecten vernieuwende ideeën publiceerden over een radicale hervorming van de kunst, die moest leiden naar een wereld van totale harmonie en een eenheid van kunst en leven. Hun theorieën over kleur en ruimte leidden tot een revolutionaire, volledig abstracte beeldtaal die aan die harmonie uitdrukking moest geven.
Het Stedelijk Museum legde een grote verzameling aan van De Stijl en leverde mede dankzij een aantal belangrijke tentoonstellingen een bijdrage aan de internationale waardering voor de beweging, in het bijzonder met het grote overzicht in 1951, georganiseerd door toenmalig directeur Willem Sandberg, dat doorreisde naar het MoMA in New York.
De Stijl werd in 1931 opgeheven, maar is tot op de dag van vandaag voor kunstenaars, vormgevers en architecten een inspiratiebron, of juist een onontkoombaar gegeven om zich tegen af te zetten.
2017: 100 jaar de stijl
In 2017 is het 100 jaar geleden dat De Stijl werd opgericht, de legendarische kunstenaars- en architectengroep rond Theo van Doesburg, Piet Mondriaan en Gerrit Rietveld. Dat wordt in Nederland door verschillende musea groot gevierd. Het Stedelijk Museum Amsterdam was de katalysator van de internationale doorbraak van De Stijl en beschikt over een van de grootste collecties van de beweging. In 2017 wijdt het Stedelijk een jaarlang presentaties aan onverwachte kanten van De Stijl, zoals een tentoonstelling over Chris Beekman, het afvallige lid van De Stijl. Ook legt het museum een verbinding met de Russische Revolutie, die eveneens in 1917 plaatsvond.
De tentoonstellingen omtrent 100 Jaar De Stijl zijn onderdeel van een nieuw, langlopend onderzoeksprogramma van het Stedelijk. Daarin wordt de collectie van het museum, zonder onderscheid tussen beeldende kunst en vormgeving, op een experimentele manier benaderd, geïnterpreteerd en gepresenteerd. Ook de rijke geschiedenis van het instituut en de archieven worden daarbij betrokken.
100 JAAR DE STIJL
Stedelijk Museum belicht een jaar lang onverwachte kanten van De Stijl:
De Stijl in het Stedelijk
3 december 2016 – 21 mei 2017
Het Stedelijk laat in zes zalen zien hoe De Stijl in de collectie vertegenwoordigd is, en hoe de stroming weerklank vond en vindt bij andere kunstenaars in de collectie. Wat heeft bijvoorbeeld het werk van Isa Genzken met De Stijl te maken? En hoe verhoudt Bas Jan Ader zich tot De Stijl, of de iconische Lichtenstein uit de collectie van het Stedelijk? De presentatie is opgebouwd rond verschillende facetten, zoals kleurgebruik, de diagonaal, zuiverheid, architectuur en de verspreiding van De Stijl. Werken van De Stijl die de ideologie bij uitstek tot uitdrukking brengen, worden gecombineerd met werk van naoorlogse kunstenaars. Het is duidelijk dat De Stijl een onontkoombaar gegeven was voor de generaties die volgden. Sommige kunstenaars brengen een geïnspireerde ode, anderen onderzoeken de hedendaagse betekenis ervan. De dominantie van De Stijl riep ook parodiërende reacties op, zoals de Infe©ted Mondrian, de zieke Mondriaan, van General Idea uit de jaren 90.
Chris Beekman, de afvallige van De Stijl
8 april – 17 september 2017
Het Stedelijk besteedt aandacht aan het werk van Chris Beekman, een van de meest politiek actieve kunstenaars verbonden aan deze beweging. Voor het eerst is het oeuvre van deze vergeten Stijl-kunstenaar te zien, in een tentoonstelling met circa 80 werken, uit de collecties van het Stedelijk Museum, Museum Kröller Müller en het Amsterdam Museum.
Schilder en communist Chris Beekman (1887-1964) was bevriend met links-radicalen als Bart van der Leck, Peter Alma en Robert van ’t Hoff. Zijn werken uit de beginjaren van De Stijl laten een grote vrijheid zien in geometrische vorm en kleur. Beekman kreeg echter een afkeer van de louter ideële discussie binnen de stroming en het, in zijn ogen, gebrek aan concrete maatschappelijke betekenisgeving van De Stijl. De wereld stond in brand en daar moest begrijpelijke schilderkunst voor gemaakt worden. Hij brak begin jaren 20 dan ook met de abstractie om zich te wijden aan figuratieve kunst met een sociale inslag. In de tentoonstelling is de breuk met De Stijl goed te volgen: waar Mondriaan zijn meest efemere zwart-wit werken schildert, zoekt Beekman gedesillusioneerd een weg terug naar het volk. Hiermee vormt hij een trait-d’union tussen De Stijl en de Russische Revolutie: ook daar keerde menig kunstenaar, waaronder Malevich, terug naar de figuratie.
De tentoonstelling brengt, naast zijn werk van direct voor, tijdens en na de De Stijl-periode, ook de directe context waarin Beekman werkte in beeld. Zo zijn er banden met onder meer Bart van der Leck en Piet Mondriaan, met wie hij in Laren bevriend raakte, en is ook werk te zien van Jacob Bendien, Johan van Hell en Ferdinand Erfmann, en vroeg, verrassend abstract werk van Carel Willink.
Vanaf eind mei 2017 wordt er een epiloog aan de tentoonstelling toegevoegd, waarin duidelijk wordt dat Beekman nummers van De Stijl, met foto’s van abstract werk en De Stijl architectuur, opstuurde naar Malevich. Onderzoek suggereert dat een trapontwerp van Van ’t Hoff wellicht van invloed is geweest op de ontwikkeling van de laatste fase van Malevich’ suprematisme: de Architektons.
Op 2 en 3 juni 2017 houden het Stedelijk Museum en de Khardzhiev Stichting een internationaal symposium: The Many Lives of the Russian Avant-garde – Symposium in honour of Nikolai Khardzhiev, scholar and collector (1903-1996). Met deelname van vooraanstaande wetenschappers en met aandacht voor de Russische avant-garde als multidisciplinaire onderneming: kunstzinnig, literair, politiek en filosofisch.
De Stijl en Metz & Co
14 oktober 2017– 28 januari 2018
Leden van De Stijl ontwierpen onder meer meubelen, interieurtextiel en verpakkingen voor het Amsterdamse warenhuis Metz & Co. Het warenhuis speelde vanaf eind jaren 20 een grote rol bij de verspreiding van het modernisme in Nederland. Een aantal opvallende werken uit de collectie van het Stedelijk, van onder anderen Bart van der Leck, Friedrich Vordemberge-Gildewart en Vilmos Huszár, worden gepresenteerd in samenhang met hun toegepaste werk voor Metz & Co. De Zigzag-meubelontwerpen van Gerrit Rietveld – waarvan enkele vanaf 1934 bij Metz & Co in productie werden genomen – krijgen bijzondere aandacht. Daarnaast wordt werk getoond van ontwerpers die door De Stijl beïnvloed werden, zoals Sonia Delaunay, die veel stoffen voor het warenhuis ontwierp.
In 2017 zal het Stedelijk ook aandacht besteden aan de Russische revolutie, die honderd jaar geleden plaatsvond, met onder meer een presentatie over de Russische revolutie en film(affiches), en reflecties van kunstenaars uit de jaren 80 en 90 op de Sovjetmaatschappij.
De tentoonstellingen omtrent 100 Jaar De Stijl zijn onderdeel van een nieuw, langlopend onderzoeksprogramma van het Stedelijk. Daarin wordt de collectie van het museum, zonder onderscheid tussen beeldende kunst en vormgeving, op een experimentele manier benaderd, geïnterpreteerd en gepresenteerd. Ook de rijke geschiedenis van het instituut en de archieven worden daarbij betrokken.
Stedelijk Museum Amsterdam
Museumplein 10
1071 DJ Amsterdam
# Meer informatie op website SM
# Meer informatie over De Stijl op website Antony Kok
fleursdumal.nl magazine for art & literature
More in: Antony Kok, Antony Kok, Art & Literature News, Bauhaus, Dadaïsme, De Stijl, Design, DICTIONARY OF IDEAS, Doesburg, Theo van, Essays about Van Doesburg, Kok, Mondriaan, Schwitters, Milius & Van Moorsel, Evert en Thijs Rinsema, FDM Art Gallery, Futurisme, Kok, Antony, Kurt Schwitters, Magazines, Piet Mondriaan, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg (I.K. Bonset)
Museum Dr8888 viert 100 jaar Dada
De tentoonstelling is nog tot en met 18 september 2016 te zien.
De tentoonstelling Holland Dada and the International Context sluit aan bij de mondiale viering van de oprichting van de Dada-beweging in 1916. Museum Dr8888 heeft dankzij een uitgebreid internationaal netwerk de hand weten te leggen op prachtige collecties van Dada-kunstenaars uit diverse landen als Frankrijk, België en Duitsland. De tentoonstelling toont topwerken van o.a. Hans Arp, Marcel Duchamp, Kurt Schwitters, Man Ray en Francis Picabia.
Holland Dada and the International Context is opgebouwd in hoofdstukken die corresponderen met steden waar Dada een rol heeft gespeeld en een speciaal hoofdstuk over Holland Dada. Steden als Zürich, New York, Berlijn, Hannover, Parijs en Drachten zijn te zien in het gehele museum. Museum Dr8888 toont tijdens deze tentoonstelling een breed spectrum van disciplines: van literatuur en beeldende kunst tot film en muziek.
Randprogrammering: Naast de tentoonstelling volgt ook een randprogrammering die zich afspeelt binnen en buiten het museum. Zo geven Professor Russolo & His Noise Intoners vanaf mei elke laatste zaterdag van de maand om 15.30 uur een speciale Dada-voorstelling met de titel De grote betovering van het tijdloze (De liefde) in het auditorium. Dit is een ruim 35 minuten durende ode aan 100 jaar Dada in de vorm van een sprookjesachtige circusvoorstelling, waarin zeven bijzondere fantasiekarakters worden gemimed, gedanst en gezongen door zeven verschillende acteurs. De voorstellingen vinden plaats in het kader van Holland Dada and the International Context en zijn gratis te bekijken. U betaalt slechts toegang tot het museum.
Tentoonstelling Dada Remake in Sûnenz
Op maandag 20 juni opent Museum Dr8888 i.s.m. Sûnenz, de tentoonstelling DaDa Remake. De tentoonstelling bestaat uit foto’s van scholieren en studenten van o.a. ROC Friese Poort en het Drachtster Lyceum. Tijdens de opening wordt tevens de nieuwste uitgave van het tijdschrift DADA in Stijl gepresenteerd. Het tijdschrift is een samenwerking tussen Museum Dr8888, ROC Friese Poort en Minerva Academie voor Popcultuur. De tentoonstelling is tot en met 28 augustus in Sûnenz te zien.
Over de tentoonstelling: De tentoonstelling DaDa Remake is samengesteld uit foto’s die gemaakt zijn door studenten en scholieren. De jonge kunstenaars deden mee aan het Dada-fotografie project ‘Hoe bluf ik mijn weg door fotografie?’, een project over Dada en fotografie in het kader van de manifestatie 100 jaar Dada. Zij lieten zich inspireren door een iconische foto, denk aan de Beatles op Abbey Road van Iain MacMillan of Maxima van Erwin Olaf. Museumdocent is Mariëlle Vos en gastcurator van de tentoonstelling is Hester Witteveen, student kunstgeschiedenis aan de RUG.
Tentoonstelling DaDa Remake
Datum: 20 juni t/m 28 augustus 2016
Plaats: Sûnenz, Burgemeester Wuiteweg 140B, Drachten
Openingstijden: ma-zo, 9:00 – 20:00 uur
Tijdschrift Dada in Stijl te koop
DADA in Stijl is alweer de derde uitgave van het tijdschrift waarin jonge vormgevers, schrijvers en kunstenaars hun talenten laten zien. Dit doen ze in de vorm van foto’s, collages en artikelen. Het tijdschrift bestaat uit bijdragen van onder meer Natasha Taylor, Tjy Liu, Bert Jansen, Hein Kockelkoren, studenten TURBO Groep van AvP en ROC Friese Poort.
Het tijdschrift is verkrijgbaar voor € 6,50
Nieuwe publicatie
Holland Dada en de internationale context
door Annemieke Keizer-Sloff e.a.
€29,90
Paperback
Nederlands
Pagina’s 288
Auteur: Paulo Martina, Annemieke Keizer-Sloff, Dick Adelaar, Emanuel Overbeeke, Hester Jenkins, K. Schippers, Niels Bokhove, Remco Heite
ISBN: 9789056153748
In Holland Dada en de internationale context gaan verschillende dada-deskundigen, waaronder schrijver/dichter K. Schippers, in op de betekenis van de beweging voor de beeldende kunst, muziek en typografie. De internationale context staat hierbij centraal. De steden die in het boek aan bod komen zijn: Zürich, New York, Berlijn, Hannover, Keulen, Parijs, Antwerpen en Drachten.
Ondanks haar kleine omvang neemt Drachten zeker geen onbelangrijke plaats in de geschiedenis van dada in. Zo bestond er een intensief contact tussen Theo van Doesburg en Kurt Schwitters en de Drachtster broers Evert en Thijs Rinsema. Evert Rinsema was dichter, zijn broer Thijs kunstschilder. Door de vriendschap met de gebroeders Rinsema kwam Theo van Doesburg in contact met de gemeente-architect Cees Rienks de Boer. Van Doesburg ontwierp voor 16 middenstandswoningen aan de Torenstraat en de Landbouwwinterschool een kleuroplossing. Ook ontwierp hij op verzoek van De Boer glas-in-loodramen voor de Christelijke ULO en de Landbouwwinterschool.
In april 1923 ‘eindigde’ in Drachten de internationale dada-beweging met een solo-optreden van Kurt Schwitters. Tot die tijd shockeerde hij zijn publiek graag met abstracte poëzie en een onverstaanbaar mengsel van diverse talen en dierengeluiden, maar vanaf dat moment stapte Schwitters over op sprookjes en voordrachten over moderne kunst. Het optreden in Drachten was de laatste in zijn soort en daarmee een keerpunt in de gehele dada-beweging.
# Meer informatie op website Museum Dr8888
Museum Dr8888
Museumplein 2,
Drachten
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Antony Kok, Art & Literature News, Dada, Dadaïsme, De Stijl, Doesburg, Theo van, Evert en Thijs Rinsema, Kok, Antony, Kurt Schwitters, Marcel Duchamp, Piet Mondriaan, Schippers, K., Schwitters, Kurt, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg
Theo van Doesburg, Simultaneous Counter-Composition, 1929-30, olieverf op doek,
50,1 x 49,8cm, Digital image © 2009, The Museum of Modern Art, New York/ Scala, Florence
MUSEUM DE LAKENHAL LEIDEN
V a n D o e s b u r g
and the International Avant-Garde:
Constructing a New World
20 oktober 2009 t/m 3 januari 2010
In nauwe samenwerking met Tate Modern in Londen presenteert Stedelijk Museum De Lakenhal van 20 oktober ’09 t/m 3 januari ’10 in Leiden een groots opgezette tentoonstelling over Theo van Doesburg (1883-1931) en zijn invloed op de internationale avant-garde. Onvermoeibaar en vol van geestdrift verrichtte Van Doesburg baanbrekend werk als initiator, ambassadeur, promotor en organisator van de nieuwe kunst. De meer dan 300 werken van circa 80 kunstenaars – onder wie El Lissitzky, László Moholy-Nagy, Gino Severini, Kurt Schwitters, Hans en Sophie Arp, Hans Richter, Piet Mondriaan, Vilmos Huszár en Alexander Archipenko – zijn afkomstig van musea uit de hele wereld en voor een groot deel nog nooit in Nederland te bewonderen geweest.
Multidisciplinair als Van Doesburg was, als schilder, architect, vormgever, typograaf, kunstcriticus, dichter, redacteur en uitgever, streefde hij naar veranderingen in alle disciplines en vooral naar een synthese van kunst en leven: een ‘constructeur van het nieuwe leven’. In 1917 richtte hij in Leiden het tijdschrift De Stijl op, een platform van de gelijknamige kunstbeweging, waar kunstenaars en architecten als onder anderen Piet Mondriaan, Bart van der Leck, Vilmos Huszár, J.J.P. Oud en Gerrit Rietveld op zoek waren naar een harmonische en universele stijl. Als redacteur van het blad werd Van Doesburg al snel de spreekbuis van de groep en vanaf 1920 reisde hij naar België, Frankrijk en Duitsland om De Stijl te promoten. Hij gaf lezingen, schreef artikelen in internationale tijdschriften, gaf ‘De Stijl’ cursussen in Weimar aan studenten van het Bauhaus, organiseerde congressen en tentoonstellingen, richtte tijdschriften en kunstenaarsgroepen op, raakte bevriend met buitenlandse kunstenaars als de constructivist El Lissitzky en dadaïst Kurt Schwitters en wist vooral veel kunstenaars aan zich te binden. Door al die activiteiten werd hij een van de centrale figuren binnen de Europese avant-garde.
Hij was de man van de contrasten, van de polemieken; weerstanden waren voor hem om te overwinnen en niet om uit de weg te gaan. Vriendschappen eindigden wel eens in flinke ruzies. Ook in de kunst zijn er tegenstellingen te ontdekken in zijn interesses in het constructivisme én Dada, dat als een antikunst beweging het tegenovergestelde was. Hij schiep alter ego’s als de dadaïstische dichter I.K. Bonset en de Italiaanse schrijver Aldo Camini. Tijdens de Dada-optredens in Duitsland en vervolgens in Nederland, met zijn derde vrouw Nelly en de kunstenaars Schwitters en Huszár, genoot hij van de ophef die ze veroorzaakten.
De tentoonstelling neemt het hele museum in beslag en zet Van Doesburg neer als een onvermoeibare, veelzijdige en centrale persoon binnen de internationale avant-garde. Schilderijen, beelden, maquettes, meubels, affiches, films, typografische ontwerpen en tijdschriften geven een beeld van de levendige internationale kunstwereld waarin de verschillende disciplines steeds meer met elkaar verweven raakten. Er is werk te zien van onder anderen El Lissitzky, László Moholy-Nagy, Gino Severini, Karl Peter Röhl, Werner Gräff, Walter Dexel, Kurt Schwitters, Hans en Sophie Arp, Raoul Hausmann, Hans Richter, Henryk Berlewi, Mondriaan, Vilmos Huszár, Bart van der Leck, Alexander Archipenko.
Er verschijnt een rijk geïllustreerde Engelstalige catalogus Van Doesburg and The International Avant-Garde. Constructing a New World, onder redactie van Gladys Fabre en Doris Wintgens Hötte (240 pagina’s met 250 kleurafbeeldingen; € 25).
Van 4 februari tot 16 mei 2010 is de tentoonstelling te zien in Tate Modern Londen.
Theo van Doesburg, Compositie III, 1917, Glas-in-Lood, uitgevoerd door Vennoootschap Crabeth,
Den Haag, 40 x 40 cm, Stedelijk Museum De Lakenhal Leiden,
Bruikleen Instituut Collectie Nederland,(schenking Van Moorsel)
Theo van Doesburg: architect, vormgever, typograaf
Hoe veelzijdig een mens kan zijn, is duidelijk te zien aan Theo van Doesburg (1883-1931). Hij was niet alleen een beeldende kunstenaar, promotor van De Stijl en dichter, maar ook architect, vormgever en typograaf. Het was niet voor niets dat hij een groot belang hechtte aan disciplines als architectuur en (grafische) vormgeving. Van Doesburg was de oprichter van het tijdschrift De Stijl (Leiden, 1917), een platform van de gelijknamige kunstbeweging. Hierin waren kunstenaars en architecten verenigd en Van Doesburg zag in deze samenwerking een voorbeeld van zijn gewenste synthese van kunst en maatschappij.
Theo van Doesburg, Counter Composition VI , 1925, olieverf op doek, 50 x 50 cm, © Tate, London 2009
Van Doesburg vindt al snel in de architect J.J.P. Oud een medestander voor een integratie van schilderkunst, design en architectuur en hij krijgt van Oud diverse opdrachten om glas-in-loodramen te ontwerpen. Deze ontwerpen zijn door het gebruik van eenvoudige, geometrische vormen ook van groot belang voor zijn visie op kunst. Voor verschillende interieurs maakt hij voorstellen voor kleurschema’s. In zijn jaren in Duitsland (1921-1923) komt hij in contact met de Russische constructivisten, onder wie El Lissitzky. In het constructivisme ziet Van Doesburg een verwante artistieke visie. Ook zij vinden dat de nieuwe kunst toepasbaar moet zijn op de architectuur, stedenbouw, industriële vormgeving en typografie. In 1923 verhuist Van Doesburg naar Parijs. Hier ontwerpt hij met de architect Cornelis van Eesteren voor een expositie enkele maquettes van een ‘ideaal huis’, het Maison d’Artiste en voor het Maison Particulier. Enkele jaren later, in 1926, vragen Hans en Sophie Arp zijn hulp bij het inrichten van Café Aubette in het Franse Straatsburg. Van Doesburg neemt al snel de leiding en maakt van de Aubette een architectonische beleving van de vierde dimensie, voorbij de ruimte van de driedimensionale ruimte. Hij ontwerpt de Aubette als een dynamische arena voor eten, drinken, dansen en filmvoorstellingen.
Niet alleen architectuur maar ook de grafische vormgeving had zijn belangstelling; in deze discipline wordt hij beïnvloed door kunstenaars als El Lissitzky, László Moholy-Nagy en Kurt Schwitters. Hij ontwerpt diverse omslagen voor tijdschriften en affiches, waarbij het accent op de typografie komt te liggen. Van Doesburg en andere Stijlleden hebben een voorkeur voor een typografie die de mogelijkheden van de letter en tekst benadrukt. Naast deze wat statische stijl past Van Doesburg ook een onconventioneler typografie toe zoals in het, door hem uitgegeven, dadaïstische tijdschrift Mécano. Zijn klankgedichten die hij voordraagt tijdens Dada-voorstellingen, plaatst Van Doesburg in het tijdschrift De Stijl als ‘letterklankbeelden’, waarbij de typografie vormt geeft aan de vrije gedichten.
In nauwe samenwerking met Tate Modern in Londen presenteert Stedelijk Museum De Lakenhal in Leiden, van 20 oktober 2009 t/m 3 januari 2010, een groots opgezette tentoonstelling over Theo van Doesburg en zijn invloed op de internationale avant-garde:
Van Doesburg and the International Avant-Garde: Constructing a New World
Onvermoeibaar en vol van geestdrift verrichtte hij baanbrekend werk als initiator, ambassadeur, promotor en organisator van de nieuwe kunst. De meer dan 300 werken van circa 80 kunstenaars – onder wie El Lissitzky, László Moholy-Nagy, Gino Severini, Kurt Schwitters, Hans en Sophie Arp, Hans Richter, Piet Mondriaan, Vilmos Huszár en Alexander Archipenko – zijn afkomstig van musea uit de hele wereld en voor een groot deel nog nooit in Nederland te bewonderen geweest.
Theo van Doesburg, Cornelis van Eesteren, Model Maison d’Artiste,1923,
reconstructie 1982, Collectie Gemeentemuseum Den Haag
Nelly (Pétro) van Doesburg-van Moorsel
Als ‘vrouw van’, maar vooral ook als ‘weduwe van’ heeft Nelly van Doesburg-van Moorsel zich ingezet voor de idealen van haar man Theo van Doesburg: het internationaal promoten van de nieuwe kunst.
Nelly van Moorsel (1899-1975) was pianiste, opgeleid aan het conservatorium, toen ze in 1920 tijdens een lezing in de Haagse Kunstkring de kunstenaar Theo van Doesburg ontmoette. Na enkele maanden brak de 21-jarige Nelly met haar familie om het avontuur aan te gaan met de zestien jaar oudere Van Doesburg, die op dat moment nog getrouwd was met zijn tweede vrouw Lena.
Theo van Doesburg,Portret van Pétro (Nelly van Doesburg), ca. 1922,
olieverf op karton op paneel,Stedelijk Museum De Lakenhal Leiden,
bruikleen Instituut Collectie Nederland (Schenking Van Moorsel)
Theo en Nelly vestigden zich in april 1921 in Weimar (Duitsland). In 1919 was het Bauhaus hier van start gegaan en Van Doesburg zag kansen om binnen dit internationale kunstenaarsklimaat zijn ideeën van de Stijl uit te dragen. Hij gaf ‘De Stijl’cursussen en oefende veel invloed uit op jonge kunstenaars. Nelly speelde daarbij een belangrijke rol. Haar haren geknipt in een strakke coupe en zwaar opgemaakt, ontwikkelde zij zich aan de zijde van haar altijd in zwart en wit geklede ‘Doesje’ tot een ware muze van de moderne kunstenaars. Zij liet zich ook als pianiste niet onbetuigd en droeg met haar piano-uitvoeringen in belangrijke mate bij aan Dada-avonden in Duitsland. Met Kurt Schwitters en Vilmos Huszár gaan de Van Doesburgs in 1923 op Dada-toernee in Nederland. Nelly, alias Pétro, speelde tijdens deze optredens muziek van eigentijdse componisten als Jacob van Domselaer, Daniel Ruynemann en Erik Satie.
In 1923 verhuisden Nelly en Theo naar Parijs. Ze probeerde haar muziekcarrière verder op te bouwen, maar wordt uiteindelijk een danseres in een operette om zo wat geld te verdienen.
Nelly maakte zelf ook enkele schilderijen onder de naam Cupera (afgeleid van Küpper, de officiële naam van Theo) en organiseerde in 1929 de ESAC-tentoonstelling (Exposition Sélectes d’Art Contemporain) in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Daarbij bracht ze werk in van onder anderen Hans Arp, Marcelle Chan, Joaquin Torres-Garcia, Jean Crotti, Gino Severini – allen kunstenaars die zij persoonlijk kende. Door de erfenis van haar vader verbeterde hun financiële situatie en met dit geld werd begonnen aan een door Van Doesburg ontworpen huis in Meudon. Dit was in 1930 gereed, maar Theo kon er maar kort wonen; wegens astma moest hij kuren in Zwitserland, waar hij in 1931 overleed.
Tijdens zijn leven was Nelly Theo zeer toegewijd; ze steunde hem in zijn idealen om de nieuwe kunst te verspreiden. Na zijn overlijden zet ze deze missie voort. Ze beheert niet alleen zijn nalatenschap, maar promoot ook Van Doesburg en de denkbeelden van De Stijl. Ze maakt doelmatig gebruik van haar uitgebreide netwerk dat ze had opgebouwd in de jaren met Theo. Voor de Tweede Wereldoorlog raakte ze bevriend met Peggy Guggenheim, waarna ze een tijd Peggy’s adviseur was voor kunstaankopen. Na de oorlog woonde ze twee jaar in de Verenigde Staten, waar ze ook als promotor van De Stijl actief was. Mede door haar doortastendheid werden in binnen- en buitenland diverse exposities gehouden waaronder de grote tentoonstelling in 1951 in het Stedelijk Museum over De Stijl en een solotentoonstelling van Theo van Doesburg in 1968 in het Van Abbemuseum te Eindhoven. Ze leidde een druk sociaal leven als ook een boeiend liefdesleven met interessante minnaars onder wie Apithy, de latere president van Benin, en de beroemde architect Mies van der Rohe. Maar ze koos voor haar onafhankelijkheid; ze had haar hart al aan één man gegeven, haar ‘Does’.
In nauwe samenwerking met Tate Modern in Londen presenteert Stedelijk Museum De Lakenhal in Leiden, van 20 oktober 2009 t/m 3 januari 2010, een groots opgezette tentoonstelling over Theo van Doesburg en zijn invloed op de internationale avant-garde:
Van Doesburg and the International Avant-Garde: Constructing a New World
Onvermoeibaar en vol van geestdrift verrichtte hij baanbrekend werk als initiator, ambassadeur, promotor en organisator van de nieuwe kunst. De meer dan 300 werken van circa 80 kunstenaars – onder wie El Lissitzky, László Moholy-Nagy, Gino Severini, Kurt Schwitters, Hans en Sophie Arp, Hans Richter, Piet Mondriaan, Vilmos Huszár en Alexander Archipenko – zijn afkomstig van musea uit de hele wereld en voor een groot deel nog nooit in Nederland te bewonderen geweest.
Samenstellers tentoonstelling: Gladys Fabre, Vicente Todolí en Doris Wintgens Hötte.
Van 4 februari t/m 16 mei 2010 is de tentoonstelling te zien in Tate Modern Londen.
MUSEUM DE LAKENHAL LEIDEN
Van Doesburg and the International Avant-Garde:
Constructing a New World
20 oktober 2009 t/m 3 januari 2010
W e b s i t e M u s e u m D e L a k e n h a l
Kurt Schwitters, Mz. 285 Pillenz (oorspr: Für Nelli), collage, gouache, stof op papier,
18 x 14,1 cm, particuliere collectie
fleursdumal magazine
More in: Dadaïsme, De Stijl, Evert en Thijs Rinsema, Gerrit Rietveld, Kurt Schwitters, Piet Mondriaan, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature