New

  1. Bluebird by Lesbia Harford
  2. Prix Goncourt du premier roman (2023) pour “L’Âge de détruire” van Pauline Peyrade
  3. W.B. Yeats: ‘Easter 1916’
  4. Paul Bezembinder: Nostalgie
  5. Anne Provoost: Decem. Ongelegenheidsgedichten voor asielverstrekkers
  6. J.H. Leopold: O, als ik dood zal zijn
  7. Paul Bezembinder: Na de dag
  8. ‘Il y a’ poème par Guillaume Apollinaire
  9. Eugene Field: At the Door
  10. J.H. Leopold: Ik ben een zwerver overal
  11. My window pane is broken by Lesbia Harford
  12. Van Gogh: Poets and Lovers in The National Gallery London
  13. Eugene Field: The Advertiser
  14. CROSSING BORDER – International Literature & Music Festival The Hague
  15. Expositie Adya en Otto van Rees in het Stedelijk Museum Schiedam
  16. Machinist’s Song by Lesbia Harford
  17. “Art says things that history cannot”: Beatriz González in De Pont Museum
  18. Georg Trakl: Nähe des Todes
  19. W.B. Yeats: Song of the Old Mother
  20. Bert Bevers: Großstadtstraße
  21. Lesbia Harford: I was sad
  22. I Shall not Care by Sara Teasdale
  23. Bert Bevers: Bahnhofshalle
  24. Guillaume Apollinaire: Aubade chantée à Laetare l’an passé
  25. Oscar Wilde: Symphony In Yellow
  26. That Librarian: The Fight Against Book Banning in America by Amanda Jones
  27. When You Are Old and grey by William Butler Yeats
  28. Katy Hessel: The Story of Art without Men
  29. Alice Loxton: Eighteen. A History of Britain in 18 Young Lives
  30. Oscar Wilde: Ballade De Marguerite
  31. Anita Berber: Kokain
  32. Arthur Rimbaud: Bannières de mai
  33. Algernon Charles Swinburne: The Complaint of Lisa
  34. The Revelation by Coventry Patmore
  35. Guillaume Apollinaire: Annie

Categories

  1. AFRICAN AMERICAN LITERATURE
  2. AUDIO, CINEMA, RADIO & TV
  3. DANCE & PERFORMANCE
  4. DICTIONARY OF IDEAS
  5. EXHIBITION – art, art history, photos, paintings, drawings, sculpture, ready-mades, video, performing arts, collages, gallery, etc.
  6. FICTION & NON-FICTION – books, booklovers, lit. history, biography, essays, translations, short stories, columns, literature: celtic, beat, travesty, war, dada & de stijl, drugs, dead poets
  7. FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor's choice, etc.
  8. LITERARY NEWS & EVENTS – art & literature news, in memoriam, festivals, city-poets, writers in Residence
  9. MONTAIGNE
  10. MUSEUM OF LOST CONCEPTS – invisible poetry, conceptual writing, spurensicherung
  11. MUSEUM OF NATURAL HISTORY – department of ravens & crows, birds of prey, riding a zebra, spring, summer, autumn, winter
  12. MUSEUM OF PUBLIC PROTEST
  13. MUSIC
  14. NATIVE AMERICAN LIBRARY
  15. PRESS & PUBLISHING
  16. REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS
  17. STORY ARCHIVE – olv van de veestraat, reading room, tales for fellow citizens
  18. STREET POETRY
  19. THEATRE
  20. TOMBEAU DE LA JEUNESSE – early death: writers, poets & artists who died young
  21. ULTIMATE LIBRARY – danse macabre, ex libris, grimm & co, fairy tales, art of reading, tales of mystery & imagination, sherlock holmes theatre, erotic poetry, ideal women
  22. WAR & PEACE
  23. WESTERN FICTION & NON-FICTION
  24. ·

 

  1. Subscribe to new material: RSS

Jasper Mikkers: Democratie is daad

fleursdumal 111a

 

Jasper Mikkers

DEMOCRATIE IS DAAD

 

ga aan het water staan dat stadhuis spiegelt

presidentieel paleis of parlement

en roep ‘democratie’ en kijk wat er gebeurt

 

het is geen woord dat als een lelie openbloeit

de klinkers laten geen vliesvleugeligen stijgen

uit vlammen van de gele lissen aan de rand

 

misschien dat na een tijd zich schimmen

in het donker roeren, traag als vissen

en dat het duister lichter kleurt

 

ga op je hurken zitten, spel het woord

want weet wat het aan inhoud in zich bergt

is moeilijk grijpbaar en nooit zeker

 

wanneer je ee zegt, rijst een engel op

met druipend haar, slank als een bloemrietstengel

waar onze blik haar raakt is ze volmaakt

 

maar zeg je oo, dan antwoordt ze met au

want hagel treft haar en van bleek verandert

ze in blauw, ze staat er naakt en in de kou

 

en bij de aa tekent een hand onder haar neus

een Hitlersnor, en brillantinekeizer Berlusconi

laat haar dansen op een brandende krant

 

en bij de ie schampen er kogels langs haar hoofd

wordt ze door Bouterse met ballen als olijven verkracht

ze weert zich nauwelijks, ze lijkt door angst verdoofd

 

je denkt: ik heb geen macht, ik neem de benen

achter je rug wordt ze aan een bordeel verkocht

voortaan door nachtvlinders van traliestaal bezocht

 

democratie: haar bouw is fijn, haar vlees onvast

als je niet handelt en niet waakt wordt ze gestolen

uit stad en land, als kapitalen uit een letterkast

 

democratie: ze is de dochter van de daad en taal

de zuurstof die ze ademt is ethiek, haar klinkers

deelt ze als genen met haar tweelingzuster ideaal

 

Jasper Mikkers is Stadsdichter van Tilburg

Noot: Dit gedicht schreef Jasper Mikkers op verzoek van de gemeente Tilburg in het kader van de Dag van de Democratie op 14 september 2013.

Jasper Mikkers Poetry

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive M-N, City Poets / Stadsdichters, Mikkers, Jasper

VPRO-BOEKEN over nieuwe biografie W.F. Hermans

W.F.Hermans

VPRO-BOEKEN met Willem Otterspeer

Na uitgebreid onderzoek van het door Willem Frederik Hermans zelf aangelegde archief, verschijnt nu het eerste deel van de biografie die Willem Otterspeer schrijft: De mislukkingskunstenaar. Het behandelt Hermans’ leven van zijn geboorte in 1921 tot aan 1951, het jaar dat hij Ik heb altijd gelijk publiceert.

# VPRO-Boeken:

zondag 1 december 2013, Ned. 1 TV, 11.20-12.00u

# Speciale WF Hermansavond zaterdag 30 november op Cultura24 TV,

VPRO-uitzending 19.30-0.20u

# website vpro boeken

fleursdumal.nl magazine

More in: Art & Literature News, WF Hermans

JACE van de Ven: Op de tonen van de beiaard

fleursdumal 111a

 

JACE van de Ven

Op de tonen van de beiaard

 

I

muziek zal je van elke klokslag krijgen 

gezang dat bij de nagalm bovenkomt

synchronisch lacht en huilt en goedig gromt

als één akkoord de rest wil overstijgen

 

de beiaardier op zijn klavier van stokken

weet dat zijn klokken anarchisten zijn

maar krijgt ze aaiepoezend op één lijn

om het gevoelig met hen uit te knokken

 

daar valt hij aan centraal en in de flanken

en heel het klokkenspel lijkt op de vlucht

te slaan maar hergroepeert zich in de lucht

waar het voorbij zweeft op zijn eigen klanken

 

II

grondtoon, klaagtoon,

boventoon is jubeltoon 

fluittoon, juichtoon

maar dood is mijn broer Toon

 

sla er maar op

sla ze maar aan

van je bim bam beieren

klokken zijn geen eieren

 

klaagtoon, vraagtoon

jij vervloekte plaagtoon

waar is mijn broer Toon

 

sla er maar op

sla ze maar aan

van je bim bam beieren

klokken zijn geen eieren

 

III

uit de weg, uit de weg

sms-jes, e-mails, tweets 

tv-signalen, al wat vliegt

ik ga aan de kant voor niets

 

zijn jullie ook verzonden

door een klap op een stok  

langs een touw en een klepel

die een hengst gaf op een klok

 

jullie vragen waar ik heenga 

wie mij download her en der

ik denk niemand hier beneden

klokgelui vliegt veel te ver  

 

de tonen van de beiaardier

moeten reizen zonder end

de deur waarop zij kloppen

ligt voorbij het firmament 

 

IV

voor wie de klok luidt

rataplan

zakenman of ambachtsman

voor wie de klok luidt

rataplan

 

voor wie de klok luidt

bon-vivant of charlatan

rataplan

 

voor wie de klok luidt

Koerdistan of Kanaän

rataplan

 

de klok luidt en passant

rataplan voor alleman

voor wie de klok luidt

die is eran

 

(c) 2013 JACE van de Ven poetry

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive U-V, Ven, Jace van de

Schrijfster Hermine de Graaf overleden

herminedegraaf

Schrijfster Hermine de Graaf overleden

Schrijfster Hermine de Graaf is op zondag 24 november 2013 in haar woonplaats Buinen (Drenthe) overleden. Ze was 62 jaar oud. De in Winschoten geboren schrijfster was al enige tijd ernstig ziek.

De Graaf studeerde Nederlands en debuteerde in 1984 met de roman ‘Een kaart, niet het gebied’. Het boek kreeg de Geertjan Lubberhuizenprijs voor het beste debuut.

Hermine de Graaf schreef nog een tiental andere boeken. In 1988 kreeg ze de F. Bordewijkprijs voor haar novelle ‘De regels van het huis’ .

In 2002 verscheen bij uitgeverij De Geus haar laatste roman ‘Mijn moeder en de duif of hoe ik met schaatsen stopte’.

fleursdumal.nl magazine

More in: DEAD POETS CORNER, In Memoriam

John Keats: When I Have Fears

- keats

John Keats

(1795 – 1821)

 

When I Have Fears

 

When I have fears that I may cease to be

Before my pen has gleaned my teeming brain,

Before high-piled books, in charactery,

Hold like rich garners the full ripened grain;

 

When I behold, upon the night’s starred face,

Huge cloudy symbols of a high romance,

And think that I may never live to trace

Their shadows, with the magic hand of chance;

 

And when I feel, fair creature of an hour,

That I shall never look upon thee more,

Never have relish in the fairy power

Of unreflecting love; – then on the shore

 

Of the wide world I stand alone, and think

Till love and fame to nothingness do sink.

 

John Keats poetry

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive K-L, John Keats, Keats, John

Martin Beversluis: Dit hart

fleursdumal 111a

 

Martin Beversluis

Dit hart

 

Dit hart is een kerk

waar je heen kunt met vragen

een plaats waar eenzaamheid

van tijd tot tijd minder wordt of slijt

 

dit hart is een hutje op de hei voor jou alleen

dit hart houdt een sportieve uitdaging in

het daagt liefde uit tot zomerse capriolen

dit hart zwelt en slinkt in iedere beweging

het pinkt soms ontroerd een traan weg

 

dit hart heeft een kamer waar je rouwen kunt

de muren bestand tegen boosheid

de ramen ontkennen het plafond huilt

als herinneringen niet overgaan

 

dit hart is een bed om in lief te hebben

oogopslag gemoedstoestand geheimgehouden

als strelingen over verborgen verleden

vragende ogen verzachtende omstandigheden

is smelten als was

 

dit hart loopt stilaan over van liefde

het zingt de melodie van het universum

wacht tot de wereld gaat draaien.

 

Martin Beversluis poetry

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive A-B, Beversluis, Martin

Jasper Mikkers: Het afwezige monument

fleursdumal 111a

Jasper Mikkers

HET AFWEZIGE MONUMENT

 

ik wil een monument dat alles samenvat

dat tot het wezen hoort van deze stad

en dat van taal en licht vervaardigd is

dat al wat mij in haar bekoort, weerkaatst

waarin ik elk gezicht herken van wie

hier leeft, mij voorging, na mij komt

 

het heeft een naam die alles in zich sluit

spreekt met een stem waarin ik ieder hoor

ik wijs ernaar als iemand jazz wil horen

of van een overleden lief de foto heeft verloren

 

en dat weerspiegelt wat er niet meer is

het oud station en vroegere stadhuis

waarnaar ik om kan kijken en dat knikt

wanneer ik zwaai of iemand tikt tegen zijn pet

 

maar nu ik weet dat het nog niet bestaat

ga ik het zelf maar maken; als het klaar is

plaats ik het aan het eind van elke straat

en tegen enen aan het einde van mijn bed

 

Jasper Mikkers is Stadsdichter van Tilburg

Noot: Dit is het eerste gedicht dat Jasper Mikkers schreef als (nog te installeren) stadsdichter. Het werd gepubliceerd in het Brabants Dagblad op 29 juni 2013.

Jasper Mikkers Poetry

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive M-N, City Poets / Stadsdichters, Mikkers, Jasper

Schrijver en dichter Gerrit Krol overleden

krolgerrit01

Schrijver en dichter Gerrit Krol overleden

Gerrit Krol werd op 1 augustus 1934 in Groningen geboren. Hij schreef vanaf zijn indrukwekkende romandebuut (De rokken van Joy Scheepmaker, 1962) meer dan vijftig romans, verhalenbundels, novellen, dichtbundels en essays. In zijn laatste roman (Duivelskermis, 2007) beschreef hij op meesterlijke wijze de gevolgen van de ziekte van Parkinson. Gerit Krol ontving diverse prijzen, waaronder de Multatuliprijs en de Busken Huetprijs. Zijn oeuvre werd in 1986 bekroond met de Constantijn Huygensprijs en in 2001 met de P.C. Hooftprijs. In 2005 ontving hij een eredoctoraat aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Bron: Uitgeverij Querido

fleursdumal.nl magazine

More in: In Memoriam, Oude meesters

Jacob & Wilhelm Grimm: Der Gevatter Tod

Märchen der Brüder Grimm

Jacob Grimm (1785-1863) & Wilhelm Grimm (1786-1859)

Der Gevatter Tod

Es hatte ein armer Mann zwölf Kinder und mußte Tag und Nacht arbeiten, damit er ihnen nur Brot geben konnte. Als nun das dreizehnte zur Welt kam, wußte er sich in seiner Not nicht zu helfen, lief hinaus auf die große Landstraße und wollte den ersten, der ihm begegnete, zu Gevatter bitten. Der erste, der ihm begegnete, das war der liebe Gott. Der wußte schon, was er auf dem Herzen hatte, und sprach zu ihm: “Armer Mann, du dauerst mich, ich will dein Kind aus der Taufe heben, will für es sorgen und es glücklich machen auf Erden.” Der Mann sprach: “Wer bist du?” – “Ich bin der liebe Gott.” – “So begehr’ ich dich nicht zu Gevatter,” sagte der Mann, “du gibst dem Reichen und lässest den Armen hungern.” Das sprach der Mann, weil er nicht wußte, wie weislich Gott Reichtum und Armut verteilt. Also wendete er sich von dem Herrn und ging weiter. Da trat der Teufel zu ihm und sprach: “Was suchst du? Willst du mich zum Paten deines Kindes nehmen, so will ich ihm Gold die Hülle und Fülle und alle Lust der Welt dazu geben.” Der Mann fragte: “Wer bist du?” – “Ich bin der Teufel.” – “So begehr’ ich dich nicht zu Gevatter,” sprach der Mann, “du betrügst und verführst die Menschen.” Er ging weiter; da kam der dürrbeinige Tod auf ihn zugeschritten und sprach: “Nimm mich zu Gevatter.” Der Mann fragte: “Wer bist du?” – “Ich bin der Tod, der alle gleichmacht.” Da sprach der Mann: “Du bist der Rechte, du holst den Reichen wie den Armen ohne Unterschied, du sollst mein Gevattersmann sein.” Der Tod antwortete: “Ich will dein Kind reich und berühmt machen; denn wer mich zum Freunde hat, dem kann’s nicht fehlen.” Der Mann sprach: “Künftigen Sonntag ist die Taufe, da stelle dich zu rechter Zeit ein.” Der Tod erschien, wie er versprochen hatte, und stand ganz ordentlich Gevatter.

Als der Knabe zu Jahren gekommen war, trat zu einer Zeit der Pate ein und hieß ihn mitgehen. Er führte ihn hinaus in den Wald, zeigte ihm ein Kraut, das da wuchs, und sprach: “Jetzt sollst du dein Patengeschenk empfangen. Ich mache dich zu einem berühmten Arzt. Wenn du zu einem Kranken gerufen wirst, so will ich dir jedesmal erscheinen: steh ich zu Häupten des Kranken, so kannst du keck sprechen, du wolltest ihn wieder gesund machen, und gibst du ihm dann von jenem Kraut ein, so wird er genesen; steh ich aber zu Füßen des Kranken, so ist er mein, und du mußt sagen, alle Hilfe sei umsonst und kein Arzt in der Welt könne ihn retten. Aber hüte dich, daß du das Kraut nicht gegen meinen Willen gebrauchst, es könnte dir schlimm ergehen!”

Es dauerte nicht lange, so war der Jüngling der berühmteste Arzt auf der ganzen Welt. “Er braucht nur den Kranken anzusehen, so weiß er schon, wie es steht, ob er wieder gesund wird oder ob er sterben muß,” so hieß es von ihm, und weit und breit kamen die Leute herbei, holten ihn zu den Kranken und gaben ihm so viel Gold, daß er bald ein reicher Mann war. Nun trug es sich zu, daß der König erkrankte. Der Arzt ward berufen und sollte sagen, ob Genesung möglich wäre. Wie er aber zu dem Bette trat, so stand der Tod zu den Füßen des Kranken, und da war für ihn kein Kraut mehr gewachsen. “Wenn ich doch einmal den Tod überlisten könnte,” dachte der Arzt, “er wird’s freilich übelnehmen, aber da ich sein Pate bin, so drückt er wohl ein Auge zu, ich will’s wagen.” Er fasste also den Kranken und legte ihn verkehrt, so daß der Tod zu Haupten desselben zu stehen kam. Dann gab er ihm von dem Kraute ein, und der König erholte sich und ward wieder gesund. Der Tod aber kam zu dem Arzte, machte ein böses und finsteres Gesicht, drohte mit dem Finger und sagte: “Du hast mich hinter das Licht geführt, diesmal will ich dir’s nachsehen, weil du mein Pate bist, aber wagst du das noch einmal, so geht dir’s an den Kragen, und ich nehme dich selbst mit fort.”

Bald hernach verfiel die Tochter des Königs in eine schwere Krankheit. Sie war sein einziges Kind, er weinte Tag und Nacht, daß ihm die Augen erblindeten, und ließ bekanntmachen, wer sie vom Tode errette, der sollte ihr Gemahl werden und die Krone erben. Der Arzt, als er zu dem Bette der Kranken kam, erblickte den Tod zu ihren Füßen. Er hätte sich der Warnung seines Paten erinnern sollen, aber die große Schönheit der Königstochter und das Glück, ihr Gemahl zu werden, betörten ihn so, daß er alle Gedanken in den Wind schlug. Er sah nicht, daß der Tod ihm zornige Blicke zuwarf, die Hand in die Höhe hob und mit der dürren Faust drohte; er hob die Kranke auf und legte ihr Haupt dahin, wo die Füße gelegen hatten. Dann gab er ihr das Kraut ein, und alsbald regte sich das Leben von neuem.

Der Tod, als er sich zum zweitenmal um sein Eigentum betrogen sah, ging mit langen Schritten auf den Arzt zu und sprach: “Es ist aus mit dir, und die Reihe kommt nun an dich,” packte ihn mit seiner eiskalten Hand so hart, daß er nicht widerstehen konnte, und führte ihn in eine unterirdische Höhle. Da sah er, wie tausend und tausend Lichter in unübersehbaren Reihen brannten, einige groß, andere halbgroß, andere klein. Jeden Augenblick verloschen einige, und andere brannten wieder auf, also daß die Flämmchen in beständigem Wechsel zu sein schienen. “Siehst du,” sprach der Tod, “das sind die Lebenslichter der Menschen. Die großen gehören Kindern, die halbgroßen Eheleuten in ihren besten Jahren, die kleinen gehören Greisen. Doch auch Kinder und junge Leute haben oft nur ein kleines Lichtchen.” – “Zeige mir mein Lebenslicht,” sagte der Arzt und meinte, es wäre noch recht groß. Der Tod deutete auf ein kleines Endchen, das eben auszugehen drohte, und sagte: “Siehst du, da ist es.” – “Ach, lieber Pate,” sagte der erschrockene Arzt, “zündet mir ein neues an, tut mir’s zuliebe, damit ich König werde und Gemahl der schönen Königstochter.” – “Ich kann nicht,” antwortete der Tod, “erst muß eins verlöschen, eh’ ein neues anbrennt.” – “So setzt das alte auf ein neues, das gleich fortbrennt, wenn jenes zu Ende ist,” bat der Arzt. Der Tod stellte sich, als ob er seinen Wunsch erfüllen wollte, langte ein frisches, großes Licht herbei, aber weil er sich rächen wollte, versah er’s beim Umstecken absichtlich, und das Stöckchen fiel um und verlosch. Alsbald sank der Arzt zu Boden und war nun selbst in die Hand des Todes geraten.

ENDE

Die Märchen der Brüder Grimm
fleursdumal.nl magazine

More in: Grimm, Andersen e.o.: Fables, Fairy Tales & Stories, Grimm, Jacob & Wilhelm

Novalis: Ich sehe dich in tausend Bildern

- Novalis

Novalis

(1772-1801)

 

Ich sehe dich in tausend Bildern

 

Ich sehe dich in tausend Bildern,

Maria, lieblich ausgedrückt,

Doch keins von allen kann dich schildern,

Wie meine Seele dich erblickt.

Ich weiß nur, daß der Welt Getümmel

Seitdem mir wie ein Traum verweht,

Und ein unnennbar süßer Himmel

Mir ewig im Gemüthe steht.

 

Novalis poetry

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive M-N, Novalis

VPRO BOEKEN met Nathan Filer & Andrew Solomon

De-schok-van-de-val

VPRO BOEKEN met Nathan Filer & Andrew Solomon

De Britse auteur Nathan Filer is sinds twaalf jaar werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg. Zijn ervaringen op dit gebied heeft hij verwerkt in zijn ontroerende debuut De schok van de val.

Andrew Solomon schreef Ver van de boom voor en over ouders met kinderen die anders zijn: kinderen ontstaan uit verkrachting, dove kinderen, kinderen met dwerggroei, criminele kinderen, transgenders, of kinderen zoals hij zelf is: homoseksueel. Hoe ga je als ouder om met een kind dat niet aan de algemene verwachtingen voldoet?

vervandeboom 

Deze schrijvers zijn te zien in een speciale uitzending van VPRO Boeken, opgenomen op Crossing Border: zondag 24 november, op Nederland 1, om 11.20u.

# website VPRO BOEKEN

 fleursdumal.nl magazine

More in: - Book News, Art & Literature News

Albertine Kehrer: Verloren vriendschap

Albertine Kehrer

(1826-1852)

Verloren vriendschap

 

Weer een schoone droom vervlogen,

Ligt voor de aard te schoon, helaas!

Weder voor een zoete logen

Bittre waarheid in de plaats!

Bloesems mijner vreugd bedorven,

Ach! een ideaal gestorven,

Neen, meêdoogenloos vermoord

Met een enkel, vlijmend woord!

Toch, toch dank ik uwe opregtheid

Die dat woord mij deed verstaan,

En geen ander mijn gehechtheid

Zulk een wonde heeft doen slaan!

De eenzame avond, mijn vertrouwde,

– Vaak getuige van mijn strijd –

Die ook nu mijn smart aanschouwde,

Weet, dat ik u niets verwijt!

 

God, die aller menschen harten,

Als zijn waterbeken leidt;

Die zijn kindren onder smarten

Opvoedt tot zijn heerlijkheid,

Heeft dat leed mij toegewogen,

Heeft dien beker toebereid.

‘k Hief mijn hart, mijn schreijende oogen

‘k Zond mijn zuchten en gebeên,

Naar mijn Vader vol meêdoogen,

Naar zijn open hemel heen,

Naar mijn Vader in den hoogen

Die geen lust schept in ‘t geween,

En uit wellust nimmer plaagde…

‘k Bad, en ‘t licht zijns troostes daagde

Scheemrend door mijn tranen heen:

‘Vader! dat het vuur dier smarte

Loutrend door mijn ziele ga!

Wil haar heilgen aan mijn harte

Door de kracht van uw genâ!

Leer mij niets van de aard te vragen;

U beminnen, U alleen;

Trek mijn hart naar boven heen,

Zij ‘t ook onder leed en plagen…

Gij geeft balsem bij uw slagen!’

 

Albertine Kehrer poetry

fleursdumal.nl magazine

More in: Albertine Kehrer, Archive K-L, Kehrer, Albertine

« Read more

Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature