New

  1. Bluebird by Lesbia Harford
  2. Prix Goncourt du premier roman (2023) pour “L’Âge de détruire” van Pauline Peyrade
  3. W.B. Yeats: ‘Easter 1916’
  4. Paul Bezembinder: Nostalgie
  5. Anne Provoost: Decem. Ongelegenheidsgedichten voor asielverstrekkers
  6. J.H. Leopold: O, als ik dood zal zijn
  7. Paul Bezembinder: Na de dag
  8. ‘Il y a’ poème par Guillaume Apollinaire
  9. Eugene Field: At the Door
  10. J.H. Leopold: Ik ben een zwerver overal
  11. My window pane is broken by Lesbia Harford
  12. Van Gogh: Poets and Lovers in The National Gallery London
  13. Eugene Field: The Advertiser
  14. CROSSING BORDER – International Literature & Music Festival The Hague
  15. Expositie Adya en Otto van Rees in het Stedelijk Museum Schiedam
  16. Machinist’s Song by Lesbia Harford
  17. “Art says things that history cannot”: Beatriz González in De Pont Museum
  18. Georg Trakl: Nähe des Todes
  19. W.B. Yeats: Song of the Old Mother
  20. Bert Bevers: Großstadtstraße
  21. Lesbia Harford: I was sad
  22. I Shall not Care by Sara Teasdale
  23. Bert Bevers: Bahnhofshalle
  24. Guillaume Apollinaire: Aubade chantée à Laetare l’an passé
  25. Oscar Wilde: Symphony In Yellow
  26. That Librarian: The Fight Against Book Banning in America by Amanda Jones
  27. When You Are Old and grey by William Butler Yeats
  28. Katy Hessel: The Story of Art without Men
  29. Alice Loxton: Eighteen. A History of Britain in 18 Young Lives
  30. Oscar Wilde: Ballade De Marguerite
  31. Anita Berber: Kokain
  32. Arthur Rimbaud: Bannières de mai
  33. Algernon Charles Swinburne: The Complaint of Lisa
  34. The Revelation by Coventry Patmore
  35. Guillaume Apollinaire: Annie

Categories

  1. AFRICAN AMERICAN LITERATURE
  2. AUDIO, CINEMA, RADIO & TV
  3. DANCE & PERFORMANCE
  4. DICTIONARY OF IDEAS
  5. EXHIBITION – art, art history, photos, paintings, drawings, sculpture, ready-mades, video, performing arts, collages, gallery, etc.
  6. FICTION & NON-FICTION – books, booklovers, lit. history, biography, essays, translations, short stories, columns, literature: celtic, beat, travesty, war, dada & de stijl, drugs, dead poets
  7. FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor's choice, etc.
  8. LITERARY NEWS & EVENTS – art & literature news, in memoriam, festivals, city-poets, writers in Residence
  9. MONTAIGNE
  10. MUSEUM OF LOST CONCEPTS – invisible poetry, conceptual writing, spurensicherung
  11. MUSEUM OF NATURAL HISTORY – department of ravens & crows, birds of prey, riding a zebra, spring, summer, autumn, winter
  12. MUSEUM OF PUBLIC PROTEST
  13. MUSIC
  14. NATIVE AMERICAN LIBRARY
  15. PRESS & PUBLISHING
  16. REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS
  17. STORY ARCHIVE – olv van de veestraat, reading room, tales for fellow citizens
  18. STREET POETRY
  19. THEATRE
  20. TOMBEAU DE LA JEUNESSE – early death: writers, poets & artists who died young
  21. ULTIMATE LIBRARY – danse macabre, ex libris, grimm & co, fairy tales, art of reading, tales of mystery & imagination, sherlock holmes theatre, erotic poetry, ideal women
  22. WAR & PEACE
  23. WESTERN FICTION & NON-FICTION
  24. ·

 

  1. Subscribe to new material: RSS

Lieke MARSMAN: Man met hoed, gedichten 2005 – 2017

De poëzie van Lieke Marsman heeft altijd veel begrip voor de lezer. Dat levert een vorm van vervreemding op die bijzonder is, maar niet oncomfortabel.

Hoe weet ze dat nu? ben je vaak geneigd te denken als je de gedichten van Marsman leest. In Man met hoed zijn haar eerste twee bundels bijeengebracht: Wat ik mijzelf graag voorhoud en De eerste letter.

Een simpele daad van rechtvaardigheid, want deze bundels horen er gewoon te zijn.

De bundels worden bovendien aangevuld met vroeg en minder vroeg werk, en met enkele vertalingen die misschien een voorzichtig antwoord geven op de vraag hoe ze het allemaal weet. Man met hoed is een aangename ontmoeting met een dichter.

Lieke Marsman (’s-Hertogenbosch, 1990) is filosoof en een van de populairste en meest gelauwerde dichters van haar generatie.

Ze is een graag geziene gast op podia als Lowlands en De Nacht van de Poëzie en haar gedichten en essays verschenen onder meer in De Gids, Tirade en Vrij Nederland.

Voor haar meermaals herdrukte debuutbundel Wat ik mijzelf graag voorhoud ontving Marsman in 2011 onder meer de C. Buddingh’-prijs en de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs. Haar tweede dichtbundel De eerste letter verscheen in 2014..

Lieke Marsman
Man met hoed
gedichten 2005 – 2017
Atlas Contact, juni 2017
192 pagina’s
hardcover € 24,99
ISBN 9789025450892

fleursdumal.nl magazine

More in: - Book News, Archive M-N, Art & Literature News, Marsman, Lieke

Fjodor TJOETTSJEV: Een sfinx is de natuur!

Fjodor Tjoettsjev
(1803 – 1873)

Een sfinx is de natuur!

Een sfinx is de natuur! – en juist het meest
Laat zij misschien de mens te gronde gaan
Doordat er, in de grond van haar bestaan,
geen raadsel ís, en ook nooit is geweest.

 

Fjodor Tjoettsjev, Природа — сфинкс, 1869.
Vertaling Paul Bezembinder, 2017.

Paul Bezembinder: zijn gedichten en vertalingen verschenen in verschillende (online) literaire tijdschriften. Zie meer op zijn website: www.paulbezembinder.nl

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive S-T, Tjoettsjev, Tjoettsjev, Fodor

Robert BURNS: Address to Edinburgh

Robert Burns

Address to Edinburgh

1.
Edina! Scotia’s darling seat!
All hail thy palaces and tow’rs,
Where once, beneath a Monarch’s feet,
Sat Legislation’s sov’reign pow’rs :
From marking wildly-scatt’red flow’rs,
As on the banks of Ayr I stray’d,
And singing, lone, the ling’ring hours,
I shelter in thy honor’d shade.

2.
Here Wealth still swells the golden tide,
As busy Trade his labours plies ;
There Architecture’s noble pride
Bids elegance and splendour rise :
Here Justice, from her native skies,
High wields her balance and her rod ;
There Learning, with his eagle eyes,
Seeks Science in her coy abode.

3.
Thy sons, Edina, social, kind,
With open arms the stranger hail ;
Their views enlarg’d, their lib’ral mind,
Above the narrow, rural vale ;
Attentive still to Sorrow’s wail,
Or modest Merit’s silent claim :
And never may their sources fail!
And never Envy blot their name!

4.
Thy daughters bright thy walks adorn,
Gay as the gilded summer sky,
Sweet as the dewy, milk-white thorn,
Dear as the raptur’d thrill of joy!
Fair Burnet strikes th’ adoring eye,
Heav’n’s beauties on my fancy shine :
I see the Sire of Love on high,
And own His work indeed divine!

5.
There, watching high the least alarms,
Thy rough, rude fortress gleams afar ;
Like some bold vet’ran, grey in arms,
And mark’d with many a seamy scar :
The pond’rous wall and massy bar,
Grim-rising o’er the rugged rock,
Have oft withstood assailing war,
And oft repell’d th’ invader’s shock.

6.
With awe-stuck thought and pitying tears,
I view that noble, stately dome,
Where Scotia’s kings of other years,
Fam’d heroes! had their royal home :
Alas, how chang’d the times to come!
Their royal name low in the dust!
Their haplesss race wild-wand’ring roam!
Tho’ rigid Law cries out: ‘’Twas just!’

7.
Wild beats my heart to trace your steps,
Whose ancestors, in days of yore,
Thro’hostile ranks and ruin’d gaps
Old Scotia’s bloody lion bore:
Ev’n I, who sing in rustic lore,
Haply my sires have left their shed,
And fac’d grim Danger’s loudest roar,
Bold-following where your fathers led!

8.
Edine! Scotia’s darling seat!
All hail thy palaces and tow’rs ;
Where once, beneath a Monarch’s feet,
Sat Legislation’s sov’reign pow’rs :
From marking wildly-scatt’red flow’rs,
As on the banks of Ayr I stray’d,
And singing, lone, the ling’ring hours,
I shelter in thy honour’d shade.

Robert Burns (1759 – 1796)
Address to Edinburgh
fleursdumal.nl magazine

More in: Archive A-B, Burns, Robert

Koen Hilberdink: J.B.W.P. Het leven van Johan POLAK

Johan Bertus Wouter Polak (1928-1992) was een legendarische en extravagante uitgever, essayist, bibliofiel, vertaler en mecenas.

Hij groeide op in ‘een zeer liberaal joods milieu met sterk atheïstische en sociaaldemocratische inslag’. Dit ogenschijnlijk idyllische bestaan werd bruut verstoord door de vroege dood van Johans vader en de Duitse bezetting vlak daarna. Deze ingrijpende gebeurtenissen en de verhouding met zijn moeder bepaalden voor een groot deel Polaks verdere leven.

De drama’s uit zijn jeugd worden door Hilberdink in verband gebracht met de oprichting van uitgeverij Polak & Van Gennep in 1962. Hij gaf op fraaie wijze het werk uit van onder anderen P.C. Boutens, J.H. Leopold, Herman Gorter en J.C. Bloem. En dat van Gerard Reve, die hij van alle naoorlogse auteurs het meest bewonderde en met wie hij een uiterst complexe verhouding kreeg.

Daarnaast begon Polak in 1966 de al even vermaarde Athenaeum Boekhandel op het Spui in Amsterdam. Het werd een centrum van activiteiten, zowel politiek als literair, en Johan werd een bekende Amsterdammer.
Uitvoerig komt ook Polaks rol aan de orde in de emancipatie van homoseksuelen en de strijd tegen het antisemitisme.

Zijn persoonlijke seksuele bevrijding wordt openlijk beschreven. Johans emancipatiestrijd was verbonden met de strijd tegen het antisemitisme. Hij schreef: ‘Er is in homosexuelen een hypersensitiviteit voor taal en schoonheid aanwezig, juist nu. De kans bestaat dat zij instinctief reeds voelen, zoals de Joden voorheen, dat zij getekend zijn en reeds op het punt staan als verworpenen te worden uitgeroeid. Ik ben op dat punt pessimistisch en zie allerlei onrustbarende tekenen.’

J.B.W.P. – De biografie van uitgever Johan Polak

Koen Hilberdink is literatuurwetenschapper en werkzaam bij de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Hij promoveerde op Ik ben een vreemdeling. Ik sta apart. Een biografie van Paul Rodenko (2000). In 2007 verscheen zijn biografie over dichter Hans Lodeizen.

Koen Hilberdink
J.B.W.P.
Het leven van Johan Polak
Uitgeverij Van Oorschot, Amsterdam
Juni 2017, gebonden, € 29,99
ISBN 9789028261846

fleursdumal.nl magazine

More in: - Book Lovers, - Bookstores, Art & Literature News, Johan Polak, LGBT+ (lhbt+), PRESS & PUBLISHING, Racism, The Art of Reading

Gertrude STEIN: America

Gertrude Stein

(1874-1946)

America

Once in English they said America.
Was it English to them.
Once they said Belgian.
We like a fog.
Do you for weather.
Are we brave.
Are we true.
Have we the national colour.
Can we stand ditches.
Can we mean well.
Do we talk together.
Have we red cross.
A great many people speak of feet.
And socks.

 

Gertrude Stein poetry
fleursdumal.nl magazine

More in: Archive S-T, Stein, Gertrude

DISRUPTION – Remapping Nature – Lustwarande Tilburg

 

Groepsexpositie Disruption – Remapping Nature
24 juni – 24 september 2017 – Lustwarande Tilburg

De plotselinge, hernieuwde belangstelling de laatste paar jaar voor expliciet op de natuur gerichte ‘stromingen’ als Land Art, Eco Art en Bio Art, als ook voor de relatie tussen kunst en natuur in het algemeen, is opmerkelijk te noemen maar komt beslist niet uit de lucht vallen. Deze hernieuwde belangstelling kan oppervlakkig gezien verklaard worden in het licht van de terugkeer naar het kleinschalige en het lokale, de herontdekking van wat ‘oer’ is en het streven naar duurzaamheid. Het gaat om een pas op de plaats, een herbezinning op onze ethische waarden vanuit het besef dat de aarde niet onuitputtelijk is.

Vanuit het filosofisch-sociologischgedachtegoed van Bruno Latour kan er een specifiekere verklaring geformuleerd worden. Latour breekt met de denkkaders van de Verlichting en de Moderniteit, waarin de mens centraal staat en de wereld door de mens beschouwd, bestudeerd, geanalyseerd, kortom verklaard wordt. Volgens Latour is er geen objectieve wereld maar slechts een geconstrueerde werkelijkheid, waarin mens en aarde niet twee gescheiden entiteiten zijn maar eenheden die in complexe relaties en systemen met elkaar verbonden zijn. Het menselijk handelen heeft invloed op de gesteldheid van de aarde en, omgekeerd, laat de veranderende aarde zijn sporen na op het wezen van de mens. Sinds het nieuwe millennium is er dan ook een nieuw tijdperk voorgesteld, waarin gedachtegoed als dat van Latour expliciet erkend wordt, het zogeheten Antropoceen. Het Antropocene denken wint steeds meer aan terrein, zodanig dat er inmiddels gesproken kan worden van een “Generation Antropocene” (Robert Macfarlane, The Guardian, 1 april 2016).

Met de erkenning van dergelijke nieuwe inzichten werken steeds meer onderzoekers, waaronder kunstenaars, vanuit diverse invalshoeken aan een herdefiniëring van het begrip natuur, waar mens en techniek gezamenlijk deel van uit maken. Dit heeft tot gevolg dat de tegenstelling cultuur versus natuur niet langer opgaat. Dit besef leidt de ontwikkeling van nieuwe vormen van kennis, waaruit geleidelijk een nieuw wereldbeeld voortvloeit. De samenwerking tussen natuur- en geesteswetenschappen, waaronder de kunsten, staat in het centrum van deze ontwikkeling.

Disruption – Remapping Nature focust op een groep Europese kunstenaars, die het begrip natuur ieder op geheel eigen wijze in hun oeuvre centraal stellen. Vanuit de Antropocene denkkaders bezien laten deze in eerste instantie zo verschillende artistieke praktijken afzonderlijk hun licht schijnen op de wijze waarop de hedendaagse mens de natuur waarneemt, definieert en er zich toe verhoudt.
De uitdaging in deze expositie is niet alleen gelegen in het samenbrengen van nieuwe werken van een specifieke groep kunstenaars over een uiterst actueel thema maar vooral ook in het presenteren van deze reflecties op kunst en natuur in de “natuurlijke” context van De Oude Warande. Waar houdt het begrip natuur op en begint de notie cultuur? In het Antropocene perspectief zijn er geen begrenzingen. Een en ander zijn één entiteit.


Lionel Estève (FR)

Sven Fritz (NL)

Paul Geelen (NL)

Jasper Griepink (NL)

Henrik Håkansson (SU)

Antti Laitinen (FI)

Zeger Reyers (NL)

Martin Schwenk (DE)

Egied Simons (NL)

Maarten Vanden Eynde (BE)

 

Groepsexpositie
DISRUPTION – Remapping Nature
Lustwarande Tilburg
24 juni – 24 september 2017

Lustwarande – Platform for Contemporary Sculpture
park De Oude Warande Tilburg
Hoofdingang: Bredaseweg 441 (parkeerplaats Auberge du Bonheur)
www.lustwarande.org

fleursdumal.nl magazine

More in: Art & Literature News, Dutch Landscapes, Exhibition Archive, FDM Art Gallery, Fundament - Lustwarande, Sculpture

Nieuwe uitgave gedichten Gerrit KOUWENAAR

Het was vriendschap op het eerste gezicht, zo herinnert Anna Enquist zich haar kennismaking met Gerrit Kouwenaar. Ze bleven bijna een kwarteeuw goede vrienden, tot zijn dood in 2014.

Om de aandacht voor zijn poëzie levend te houden selecteerde Anna Enquist de mooiste gedichten van Gerrit Kouwenaar. ‘Geen literair-kritisch verantwoorde bloemlezing waarin alle aspecten van het werk aan de orde komen maar een persoonlijke selectie, gedreven door de vraag hoe Gerrit eigenlijk was en wat hij met zijn werk wilde,’ schrijft ze in haar inleiding.

Het resultaat, van woorden gemaakt, biedt een blik op zijn oeuvre – door haar ogen.

Gerrit Kouwenaar
Van woorden gemaakt
Geselecteerd en ingeleid door Anna Enquist

Poezie
Uitgeverij: Querido
Paperback 168 pp.
ISBN: 9789021402314
Prijs: € 15,00
Publicatiedatum: 13-06-2017

fleursdumal.nl magazine

More in: - Book News, Archive K-L, Art & Literature News, Gerrit Kouwenaar, Kouwenaar, Gerrit

Yves KLEIN in BOZAR: Theater van de leegte

    

Na Tate Liverpool reist de tentoonstelling van de Franse kunstenaar Yves Klein in de lente van 2017 naar BOZAR. Klein werd bekend met zijn ultramarijnblauwe monochromen. Als geen ander vertolken ze zijn ideeën over spirituele oneindigheid en zijn zoektocht naar het immateriële. Yves Klein werd met zijn beeldende kunst en spectaculaire performances de voorloper van de happening en de body art. In deze expo maak je kennis met zijn grensverleggende oeuvre via ongeziene meesterwerken en nauwelijks vertoond beeldmateriaal.  (Curator: Darren Pih)

Tijdens de expo Yves Klein. Theater van de Leegte pakt BOZAR uit met performances van gevierde Belgische en internationale artiesten als Marvin Gaye Chetwynd, Jan Fabre, Alexandra Pirici & Manuel Pelmus, Miet Warlop, Nick Steur, Andros Zins-Browne, Ian Whittlesea,…

Vóór performancekunst vaste vormen aannam in de gevestigde kunstwereld zette BOZAR de deuren van het Paleis voor Schone Kunsten wagenwijd open voor de voorvechters van de ‘immateriële’ kunst. Samen met de Hallen van Schaarbeek (Trouble) en het Kaaitheater (Performatik) bracht BOZAR al kunstenaars als Robert Pacitti, Lloyd Newson, Laurie Anderson, Germaine Kruip en Orla Barry naar België.

Ontdek op de website welke namen er dit jaar op het programma staan.
#  Website BOZAR / Paleis van de schone kunsten

Yves Klein
Theater van de leegte
Nog te zien t/m 20 augustus 2017

BOZAR
Paleis voor Schone Kunsten
Ravensteinstraat 23
1000 Brussel – BE

fleursdumal.nl magazine

More in: Art & Literature News, Exhibition Archive, Performing arts, Yves Klein, ZERO art

Niels LANDSTRA: De Voedselbank (slot)

De Voedselbank (3)
‘Loop maar met me mee,’ gebaarde de Engelse en ze stond op om een bos sleutels te halen uit een aangrenzende ruimte die sterk naar wierook en salie geurde. Maureen vertelde dat hier healings plaats vonden. Het hele interieur had ze drie jaar geleden vervangen om een ontspannen sfeer te scheppen, legde ze uit, knabbelend aan een koekje. Om die reden had ze voor vrolijke kleuren gekozen, zoals de IKEA bankstellen met de fleurige kussens en de bonte kleden op de vloer. Op het laatst had ze Piet, een dakloze, de muren laten beschilderen met de gezichten van karikaturale Indianen die tot aan het plafond reikten.

Ze glimlachte bedroefd.

Piet was zo vriendelijk geweest om zichzelf na afloop te belonen met een peperdure gasbarbecue die hij van het terrein af wilde slepen, verklapte Maureen. Helaas voor hem, werd hij in de kraag gegrepen door een van de loonwerkers die ze in dienst had.

Bij de grote bouwvallige schuur op het erf schoof ze een deur open. Met een druk op de knop floepte een tl hoog in het dak aan. De schuur was van eind 19e eeuw, verklaarde Maureen. Het rook er naar dieren en stro. Een ezel balkte, konijnen ritselden in een kooi. Verderop was een camper geparkeerd, een jongere versie van de mijne. Hij was van haar dochter, Jenny. Het was na de echtscheiding lang slecht tussen haar en de kinderen gegaan. En hoewel haar ex-man er meerdere buitenechtelijke relaties op na hield, kreeg Maureen de schuld van het op de klippen gelopen huwelijk. Maar de laatste tijd haalde Jenny haar moeder vaak op om te toeren en herstelde ook het contact met haar andere kinderen gestaag.

Maureen informeerde nogmaals hoe lang ik van plan was te blijven en excuseerde zich voor haar slechte geheugen. Al vier jaar lang had ze een tumor in haar hoofd en hoewel die chemo vereiste, weigerde ze een behandeling. Volgens de prognose had ze morsdood moeten zijn, maar het gezwel leek stil te staan. Ze probeerde er onverschillig onder te blijven, maar door het grijs van haar ogen zweemde oude treurnis. Met een hoofdknik zei ze iets van: ‘Nou je camper in’, en draaide zich om. Achter het keukenraam nam ze plaats, bij het romige schijnsel van een walmende kaars, haar haar zilvergrijs in het bevende licht, haar profiel versteend.

In de camper bedekte ik de ruiten met raamfolie en sloot de blinden. De vorst naderde en stuwde zijn kou naar binnen door alle kieren van mijn tochtige verblijf. Omdat mijn gas op was kon ik de verwarming niet aanzetten, ik moest het doen met een elektrisch tweepitfornuis dat ik ooit kreeg van een Duitser op een camping. De hitte steeg verticaal op van de roodgloeiende spiralen en ofschoon ik bezeten wapperde met een handdoek om de warmte te verspreiden, won de vorst het, die een kille muur opbouwde in het compartiment.

Ik dacht aan Sylvia. Het was augustus. We stonden met de camper op de zonovergoten boulevard van Vlissingen. Met veel vertoon paste Sylvia een paar zomerse jurkjes in de badkamer en speelde ze onzeker te zijn welke te kiezen, want ze wist dat zij de sculptuur was, haar kleding de huid van zand die om haar welvingen golfde. In een rood kanten slipje ging ze zitten op de bank en klapte een spiegeltje uit op tafel om zich op te maken. Op een plankje boven haar hadden mijn dochters schmink en een set kleurpotloden achtergelaten. Het hout bespoten met glitterverf. Speelse glittertjes daalden er nu op Sylvia neer. Van die kleine zilveren speldenpuntjes die het zonlicht op haar zwarte lokken lieten glinsteren en een mysterieuze fonkeling als van maanstof legden op haar huid. Het deed me denken aan de midweek in Parijs, die ik er doorbracht voor het schrijven van een krantenartikel over een tentoonstelling in het Louvre. Op een plein werd ik gelokt door het klateren van een zomerse fontein. Parisiennes in luchtige kledij verfristen zich met het water uit het bassin dat ze in een prismatische nevel over hun hals en armen streken. Waar tussen de gleuf van haar borsten vochtpareltjes glommen, die ik jaren later van Sylvia’s huid kussen mocht.

Ik trok de stekker uit het fornuis. Er was maar een manier om het nog een beetje warm te krijgen: wandelen.
Handschoenen aan, sjaal om, muts op mijn hoofd. De polder in. De akkers waren omgeploegd, de bomen naakt. Het was een grauw landschap. Ik herinnerde mij dat ik hier ’s nachts een keer liep toen het had gesneeuwd en er mist hing over de velden. Door de sneeuw was het of de nacht als een stolp op die witte gloed stond en er tegelijkertijd deel van uitmaakte. Hemel en aarde met elkaar versmolten.

In de stilte knerpten alleen mijn schoenen op het pad. In dit niemandsland voelde ik me een met twee werelden. Zou de dood zo zijn? vroeg ik me af. Opgaan in het luchtledige, ergens blijven zweven tussen het licht en het donker.
Ik naderde de woonwijk waar de echtelijke woning stond.

Dit was het punt waarop ik mij om moest draaien en terugkeren naar Maureens hoeve en mijn camper, maar een onzichtbare hand dwong me verder te lopen. Ik stribbelde niet tegen, ging verder de wijk in. Of wilde ik het gewoon? Verder lopen? En toen ik er opeens stond, voor mijn oude huis, gaf ik het toe aan mezelf: zeg maar hoe klote je je voelt dat je naar je huis staart, hoe de sneeuw op het dak glinstert, de ijsbloemen op de ruiten staan. Waar het licht in de kamers van je dochters brandt, maar het veel te laat is en jij er iets van moet zeggen, naar bed!, licht uit!

Hun fietsen staan nog buiten, leunen scheef tegen de appelboom. Je zou ze eigenlijk achter in de schuur willen zetten. Bedekt onder een laag sneeuw zal het aluminium dat nu nog fonkelt in het lantaarnlicht gaan roesten. Maar je kunt niet eens je eigen tuin in. Je stem in het gezin is je ontnomen, mijn beste, je echo in een mist vergruist.

Het gordijn in Eva’s kamer bewoog en ging langzaam open. Alsof ze voelde dat ik daar stond. Zij en ik. Ik dacht voor altijd met elkaar verbonden. Haar blik zocht mij en vond mijn ogen die zich vulden met iets dat lekker warm was en stroomde. Als een standbeeld stond ze in het raam. Het was niet goed dat ze mij daar zag, die zwerver, die schaduwvlek tegen een muur. Moest ik dan toch naar haar wenken, kusgroeten door de vrieslucht naar haar toe sturen, die op de ruit stuitten en de ijsbloemen lieten smelten?

Ik maakte me los van de muur, liet mijn dochter achter met vraagtekens. En toen ik meters verder omkeek, was het gordijn nog geopend, brandde fel het licht. Maar mij zou ze niet zien. Ik was opgegaan in een tunnel van bomen.

Voor de Voedselbank rolden mensen met gele boodschappenkarren af en aan en laadden ze auto’s vol met tassen die uitpuilden van de etenswaren. Bij de ingang groeide de rij mensen allengs aan. Ze rookten shag, dronken blikjes limonade, en hoewel de sfeer gemoedelijk was, klaagde een enkeling steen en been over het lange wachten en het slechte weer.

De moeder bij wie ik altijd mijn snoep ruilde tegen kaas, was samen met haar dochter. Ze keken opgewonden uit naar het ogenblik dat ze aan de beurt waren, want vandaag ging de limonade voor niks weg, alleen het statiegeld moest betaald worden. Zestien flessen per persoon was de regeling.

Op mijn kaart haalde ik limonade voor de moeder die wat muntstukken in mijn hand drukte en vulde mijn karretje met frisdranken. Toen ik weer buiten kwam, was er tumult. Ik herkende Ronald van de Straatraad. Hij was compleet overstuur.
‘Mijn fiets met achterop mijn tent en slaapzak is een paar dagen geleden gestolen,’ liet hij ons verward weten. ‘En in een zijvak van mijn tent bewaarde ik mijn voedselkaart die nu ook weg is.’
‘Ze kennen je hier toch?’ riep een tandeloos oud vrouwtje met een gammele kinderwagen. Daarin sliep een kind van Aziatische komaf.

‘Natuurlijk kennen ze mij,’ zei Ronald, ‘ik kom hier al jaren, maar het beleid is: geen kaart, geen voedsel. Kan ik net als vroeger mijn eten uit prullenbakken gaan vissen.’
Meteen bood de rij wachtenden aan dat ze hun eten met hem wilden delen.
‘Nee, bedankt,’ weerde hij af. ‘Ik heb liever een plek om te slapen.’
‘Je kan toch naar Doorstroom,’ opperde een Afrikaan met een gedrongen postuur en een buikje.
‘Daar ben ik net geweest en ik had vijf euro bij me voor een overnachting,’ lichtte Ronald toe. ‘Maar de beveiliging liet me niet binnen.’

‘Je hebt recht om daar te slapen,’ wist een Antilliaanse kerel. ‘Je bent toch geen beest dat ze je daar wegsturen.’
‘Helaas heeft Gerard van Centraal Onthaal mij niet aangemeld voor vannacht, dus einde oefening. Want als Hades geen toestemming verleent, verspert Cerberus de toegang tot het schimmenrijk.’

‘Waar moet je nu slapen?’ vroeg de dochter van de moeder met de wagen vol limonadeflessen.
‘Ik heb nog een hutje van takken in het bos. Ik slaap wel onder een bed van bladeren. Al vaker gedaan. Mijn fiets is zo vaak gestolen.’
‘Het gaat vriezen vannacht, Ronald!’ voorspelde een bejaarde corpulente vrouw op een scootmobiel.

Maar hij haalde zijn schouders op en verliet het terrein. Zijn blik was leeg, alsof hij in trance was, lijdzaam overging van leven naar dood.

‘Hallo!’ riep een vrouw bij de Voedselbank tegen mij. Ze duwde een boodschappenkar voort met twee etages aan limonadeflessen omringd door zakken snoep.
‘Wat leuk je weer te zien,’ zei ze en gaf me drie zoenen op mijn wangen.
Vroeger droeg ze strakke mantelpakjes, nu werd haar lijf omhuld door wijde kleren die haar omvang benadrukten.

‘Ik ben er volgende week weer,’ kraaide ze behaagziek, ‘altijd rond tienen.’
Bijna vergat ik in de rij aan te sluiten. Wat als ik haar zou verleiden, dacht ik. Vindt de dakloze zo onderdak via een ontmoeting bij de Voedselbank, juist door het rijke verleden?
Ik keek haar na, hoe ze rammelend het terrein af rolde.

‘Wie was dat?’ wilde een Surinaamse die achter me stond weten. ‘Een buurvrouw of zo?’
‘Nee, dat was een oud collega,’ legde ik uit. ‘Uit de tijd dat we topsalarissen hadden en dikke onkostenvergoedingen.’
Met een boodschappenkarretje betrad ik het uitgiftepunt. Ik had een code op mijn kaart, waaraan de vrijwilligers zagen dat ik alleenstaand was. Langs een rij aaneengeschakelde schooltafels in een L-vorm (had je maar een vak moeten leren!) schuifelden de armoedzaaiers – namen ze de etenswaren in ontvangst.

Weer buiten bevond zich in mijn winkelwagen voor de helft afgedankt voedsel en de andere helft snoep. Door de gigantische voorraad suikerwaar die ik weg gaf aan de moeders op het terrein, maakte ik me snel populair.

Nu was ik behalve een van hen, ook een barmhartige Samaritaan.

EINDE

Niels Landstra

 

Niels Landstra: De Voedselbank
Niels Landstra (1966) is dichter, schrijver, schilder en muzikant.
De Voedselbank is een bewerkt fragment uit Niels Landstra’s debuutroman: Monddood. Monddood verschijnt in de loop van 2017 bij uitgeverij Droomvallei.

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive K-L, Landstra, Niels, Niels Landstra

Vincent BERQUEZ: Vera Rich

Vera Rich

She smelt of time
walking slowly
like a mountain.

She railed
heavily
and flowed internally
and cared profoundly
but slowly,
at her own pace.

She smelt the energy
of her people,
of their language
on her lips.

Like a mother river
she carried many
with her on a raft
towards themselves.

01.03.10

Vincent Berquez

 

Vincent Berquez is a London–based artist and poet

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive A-B, Berquez, Vincent, Vincent Berquez

John LEONARD: In a dream

In a dream

In a dream I walked through a forest,
In a great gale, and the wind did not touch
My body, so much as ruffle my hair.
I saw branches, fern fronds hurled past;
I saw a forest giant crash down, its trunk
Shattering, with splinters flying about.
I walked in swirl of dust and yet
My eyes were clear and open.

The wind blew and I did not feel it,
I felt sun and warmth and smelled
A sweet wattle scent. At last I came
To the edge of the scarp, looking down,
And there the wind knocked me, tossing
Me down to be dashed on the rocks
Hundreds of feet below… but for waking
From my dream that was not a dream.

John Leonard

John Leonard lives in Canberra, Australia.
More poetry on website: www.jleonard.net

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive K-L, Leonard, John

NOVALIS: Klagen eines Jünglings

Novalis
Klagen eines Jünglings

Nimmer schwanden undankbar die Freuden
Traumgleich mir in öde Fernen hin;
Jede färbte, lieblicher im Scheiden,
Mit Erinnrung meinen trunknen Sinn;
Mit Erinnrung, die, statt zu ermüden,
Neue, heilge Wonne mir entschloß,
Und mir süßen jugendlichen Frieden
Um die rebengrünen Schläfe goß.

Seit ich mehr aus schöner Wangen Röte
Mehr aus sanften, blauen Augen las,
Oft, wenn schon die scharfe Nachtluft wehte
Im beseeltern Traume mich vergaß;
Meinem Herzen nachbarlicher, wärmer,
Da den Schlag der Nachtigall empfand,
Und entfernt von meinem Klärchen ärmer
Mich als jeder dürftge Pilger fand:

Lachet, ewge Gottheit in dem Blicke,
Mich mein sonnenschönes Leben an,
Amor täuscht mich nicht mit List und Tücke,
Ganymeda nicht mit kurzem Wahn;
Jedes Lüftchen nähert sich mir milder,
Das dort Blüten wild herunter haucht;
Üppig drängen immer frische Bilder
Sich zu mir, in Rosenöl getaucht.

Zypris Tauben warten schon mit Kränzen
Und mit Traubenbechern meiner dort,
Und in leichtverschlungnen Freudentänzen
Reißet Amors Bruderschwarm mich fort.
Von der Grazien und Musen Lippen
Schmachtet mir entgegen mancher Kuß;
Götterwonne kann ich selig nippen,
Schwelgen da im freundlichsten Genuß.

Dennoch lodern öfters Purpurgluten
Mir um meine Wang und meine Stirn,
Wenn sich unter Stürmen, unter Fluten,
Wie des Abends leuchtendes Gestim,
Mir, umstrahlt von echter Freiheit Kranze,
Eines edlen Dulders Seele zeigt,
Den der Himmel nicht in seinem Glanze
Nicht die Höll in ihren Nächten beugt.

Kraftlos fühl ich mich von dem Geschicke
Zum unmännlichern Genuß verdammt;
Vor Gefahren beb ich feig zurücke
Weil nicht Mut in meinem Busen flammt.
Weibisch hat das Schicksal mich erzogen,
Nicht sein Liebling, nur sein Sklav bin ich;
Amor hat mich schmeichlerisch umflogen
Statt der Sorge, die mir stets entwich.

Statt der ernstern, rühmlicheren Lanze
Wieget einen Hirtenstab mein Arm;
Nimmer wurde mir im Waffentanze
Aber oft im bunten Reigen warm:
Alle großen, strahlenden Gefahren
Hat mein Schicksal von mir abgewandt,
Und nur unter frohe Mädchenscharen
Statt in Feindes Haufen mich gesandt.

Parze, hast du jemals deine Spindel
Nach dem Flehn des Erdensohns gedreht,
Dem kein bald entwichner Zauberschwindel,
Um die flammendheißen Schläfe weht:
O! so nimm, was Tausende begehrten,
Was mir üppig deine Milde lieh,
Gib mir Sorgen, Elend und Beschwerden,
Und dafür dem Geiste Energie.

Ungeduldig soll die Flamme lodern
Meines Dankes dann von dem Altar;
Nichts mehr sollen meine Wünsche fordern,
Frei und gnügsam macht mich die Gefahr;
Doch versagest du mir diese Bitte
O! so kürze, wenn du streng nicht bist,
Mindestens geschwind nur meine Schritte
Nimm dies Leben, das nicht Leben ist.

Novalis (1772 – 1801)
Gedicht: Klagen eines Jünglings
fleursdumal.nl magazine

More in: Archive M-N, Novalis, Novalis

« Read more

Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature