Lucas De Man regisseert het beroemdste liefdesverhaal uit de theatergeschiedenis. Laat u meevoeren door de prachtige taal van Shakespeare en de verboden en onmogelijke liefde tussen Julia Capulet en Romeo Montague. De strijd tussen de families wordt weer aangewakkerd en misverstanden en wanhoop stapelen zich op. Kom kijken naar deze tijdloze klassieker, want Romeo & Julia is voor iedere generatie en van iedere cultuur.
speelperiode 7 maart t/m 13 mei 2015
première 12 maart 2015, Theaters Tilburg
Romeo & Julia wordt de eerste van een reeks Shakespeare’s die regisseur Lucas De Man (1982) de komende jaren maakt. Hij behoudt de taal, de plot en de traditie van Shakespeare, maar kiest voor een team van dertigers en de live muziek van Nik van den Berg en band om het uit te voeren. In zijn Romeo & Julia wil Lucas De Man de worsteling van zijn generatie laten zien, met al hun dromen, verwachtingen en angsten op het gebied van liefde en identiteit. Een zoektocht waar uiteindelijk iedereen mee te maken heeft – in zijn eigen leven of dat van zijn kinderen of kleinkinderen.
tekst William Shakespeare
bewerking Tom Blokdijk, Lucas De Man
regie Lucas De Man
spel Sanne den Hartogh, An Hackselmans, Nik van den Berg, Eva Meijering, Ludo
Hoogmartens, Servaas Petrov (stage), Hendrik Aerts, Lowie van Oers
muziek Nik van den Berg & band: Ilse Hofma, Harold Koopman, Stefano de Smaele
# Website HET ZUIDELIJK TONEEL
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Shakespeare, William, THEATRE
Arthur Cravan, born Fabian Avenarius Lloyd in Lausanne, Switzerland, was both a poet and pugilist. He was a proponent of Dada and Surrealism.
His most famous fight was a sixth-round knockout loss to the former heavyweight champion Jack Johnson.
He disappeared while attempting to sail a small boat from Mexico to Argentina. Though he most likely perished, numerous unconfirmed sightings of Cravan continued for years, establishing a fanciful legend to the death of Arthur Cravan’s already eventful and colorful life.
Name: Arthur Cravan
Birth Name: Fabian Avenarius Lloyd
Born: 1887-05-22
Birthplace: Lausanne, Switzerland
Died: 1918-11-00 (Age:31)
Height: 6′ 1″ / 185cm
Boxing Record: Arthur Cravan
Global ID: 58873
sex: male
birthdate: 1887-05-22
death date: 1918-11-00 (31)
division: heavyweight
height: 6′ 1″ / 185cm
country: France
residence:
birth place: Lausanne, Switzerland
birth name: Fabian Avenarius Lloyd
won 0 (KO 0) + lost 2 (KO 2) + drawn 1 = 3
rounds boxed 8 KO% 0
Arthur Cravan
(1887-1918?)
HIE
Quelle âme se disputera mon corps?
J’entends la musique:
Serai-je entraîné ?
J’aime tellement la danse
Et les folies physiques
Que je sens avec évidence
Que, si j’avais été jeune fille.
J’eusse mal tourné.
Mais, depuis que me voilà plongé
Dans la lecture de cet illustré
Je jurerai n’avoir vu de ma vie
D’aussi féeriques photographies :
L’océan paresseux berçant les cheminées,
Je vois dans le port, sur le pont des vapeurs,
Parmi des marchandises indéterminées,
Les matelots se mêler aux chauffeurs ;
Des corps polis comme des machines,
Mille objets de la
Chine,
Les modes, et les inventions;
Puis, prêts à traverser la ville,
Dans la douceur des automobiles.
Les poètes et les boxeurs,
Ce soir, quelle est ma méprise,
Qu’avec tant de tristesse,
Tout me semble beau ?
L’argent qui est réel,
La paix, les vastes entreprises,
Les autobus et les tombeaux ;
Les champs, le sport, les maîtresses,
Jusqu’à la vie inimitable des hôtels
Je voudrais être à
Vienne et à
Calcutta,
Prendre tous les trains et tous les navires,
Forniquer toutes les femmes et bâfrer tous les plats.
Mondain, chimiste, putain, ivrogne, musicien, ouvrier, peintre,
[acrobate, acteur,
Vieillard, enfant, escroc, voyou, ange, et noceur,
Millionnaire, bourgeois, cactus, girafe ou corbeau;
Lâche, héros, nègre, singe, don
Juan, souteneur, lord, paysan,
[chasseur, industriel,
Faune et flore.
Je suis toutes les choses, tous les hommes, et tous les animaux !
Que faire?
Essayons du grand air,
Peut-être y pourrai-je quitter
Ma funeste pluralité !
Et tandis que la lune,
Par-delà les marronniers,
Attelle ses lévriers.
Et, qu’ainsi qu’en un kaléidoscope,
Mes abstractions Élaborent les variations
Des accords
De mon corps,
Que mes doigts collés
Au délice de mes clés
Absorbent de fraîches syncopes,
Sous des motions immortelles
Vibrent mes bretelles;
Et, piéton idéal
Du
Palais-Royal,
Je m’enivre avec candeur
Même des mauvaises odeurs.
Plein d’un mélange
D’éléphant et d’ange
Mon lecteur, je balade sous la lune
Ta future infortune.
Armée de tant d’algèbre,
Que, sans désirs sensuels,
J’entrevois, fumoir du baiser.
Con, pipe, eau,
Afrique et repos funèbre,
Derrière les stores apaisés,
Le calme des bordels.
Du baume, ô ma raison!
Tout
Paris est atroce et je hais ma maison.
Déjà les cafés sont noirs.
ne reste, ô mes hystéries!
Que les claires écuries
Des urinoirs.
Je ne puis plus rester dehors.
Voici ton lit; sois bête et dors.
Mais, dernier des locataires,
Qui se gratte tristement les pieds.
Et, bien que tombant à moitié,
Si j’entendais sur la terre
Retentir les locomotives,
Que mes âmes pourtant redeviendraient attentives !
Arthur Cravan poet & boxer
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive C-D, Cravan, Arthur, Dada, DADA
Helen (Maria) Hunt Jackson
(1830-1885)
To an Absent Lover
That so much change should come when thou dost go,
Is mystery that I cannot ravel quite.
The very house seems dark as when the light
Of lamps goes out. Each wonted thing doth grow
So altered, that I wander to and fro
Bewildered by the most familiar sight,
And feel like one who rouses in the night
From dream of ecstasy, and cannot know
At first if he be sleeping or awake.
My foolish heart so foolish for thy sake
Hath grown, dear one!
Teach me to be more wise.
I blush for all my foolishness doth lack;
I fear to seem a coward in thine eyes.
Teach me, dear one,–but first thou must come back!
Helen Hunt Jackson poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive I-J, CLASSIC POETRY
De Rotterdamse dichteres Hester Knibbe krijgt de prijs voor de beste Nederlandstalige dichtbundel van het afgelopen jaar voor haar bundel Archaïsch de dieren (Uitgeverij De Arbeiderspers). Knibbe ontving de prijs tijdens een feestelijke avond in de Kunsthal in Rotterdam uit handen van juryvoorzitter Peter Vandermeersch, hoofdredacteur van NRC Handelsblad. Aan de prijs is een geldbedrag van 25.000 euro verbonden en een glaskunstwerk van kunstenares Maria Roosen. Ook de dichters Piet Gerbrandy, Sasja Janssen, Alfred Schaffer en Peter Verhelst maakten kans op deze jaarlijkse prijs voor Nederlandstalige poëzie.
De jury roemt Knibbes stevige, klankrijke en toch hoogst hedendaagse vorm en taal waarmee ze in staat is grote vragen te stellen
waartoe zijn wij op aarde, hoe kunnen we samen leven terwijl
er zoveel ‘wonden op de wereld’ zijn, hoe kunnen we onze doden herdenken
zonder dat ze topzwaar worden of bezwijken onder hun eigen gewicht. In haar voldragen bundel keert Knibbe terug naar de wil tot weten van de allereerste mens en de verdrijving uit het paradijs die daarop volgt. Antwoorden zijn er niet te vinden in deze gedichten; de goden geven niet thuis. Mythische verbanden zijn er echter des te meer, bijvoorbeeld in de zangerige en klankrijke taal van Knibbe.
De jury was speciaal ingenomen met de sterke samenhang en dwingende stuwende kracht in deze belangrijke bundel, die de mens tot zijn ontgoochelende kern terugbrengt en vervolgens warm omhelst.
De jury, die naast voorzitter Peter Vandermeersch bestond uit uit Yra van Dijk, Ruth Joos, Peter Theunynck en Antoine de Kom, nomineerde in november vijf van de in totaal 107 ingezonden bundels die tussen 1 september 2013 en 31 augustus 2014 zijn verschenen. Uit alle ingezonden bundels koos juryvoorzitter Peter Vandermeersch zijn 100 favoriete gedichten voor de bloemlezing De 100 beste gedichten. De uitgave van De Arbeiderspers en Stichting VSB Poëzieprijs is tijdens de prijsuitreiking gepresenteerd en is vanaf vandaag verkrijgbaar in de boekhandel.
Ter gelegenheid van de Poëzieweek is het gedicht Laten we de oude … uit de winnende bundel Archaïsch de dieren van Hester Knibbe door Poetry International als poster uitgebracht. De poster is te bestellen via info@poetry.nl
# Meer informatie op website Poetry International
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive K-L, Art & Literature News, Poetry International
Bert
BEVERS
Sedan, april 1940
Aan een grens een stadje dat
sluimert tegen verre heuvels.
Geen vijand valt er te bekennen.
Een officier te paard trekt
ter inspectie langs de wegen,
in handen los de teugels.
Onaangekondigd meldt de tijd
zich aan de poorten die
in rust gedompeld zijn.
Wat valt er hier dan meer te doen
dan in alledaagse sleur
te worden overrompeld?
Bert Bevers
(Verschenen in De Tweede Ronde, Amsterdam, 8ste jaargang, nummer 4)
fleursdumal.nl magazine
More in: *War Poetry Archive, Archive A-B, Bevers, Bert
Gedichtendag opent de Poëzieweek op de laatste donderdag van januari. In 2015 op donderdag 29 januari. Gedichtendag is hét poëziefeest van Nederland en Vlaanderen. Poëzieliefhebbers in Nederland en Vlaanderen organiseren die dag een grote diversiteit aan eigen poëzieactiviteiten en ook de media klinken die dag een stuk poëtischer.
In Vlaanderen wordt in Brussel op Gedichtendag 2015 een Dichters des Vaderlands-avond georganiseerd.
# Meer informatie website POËZIEWEEK
# Activiteiten poëzieweek Nederland
# Activiteiten poëzieweek Vlaanderen
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Literary Events, MODERN POETRY, Poëzieweek
Jean Ingelow
(1820-1897)
On a Picture
As a forlorn soul waiting by the Styx
Dimly expectant of lands yet more dim,
Might peer afraid where shadows change and mix
Till the dark ferryman shall come for him.
And past all hope a long ray in his sight,
Fall’n trickling down the steep crag Hades-black
Reveals an upward path to life and light,
Nor any let but he should mount that track.
As with the sudden shock of joy amazed,
He might a motionless sweet moment stand,
So doth that mortal lover, silent, dazed,
For hope had died and loss was near at hand.
‘Wilt thou?’ his quest. Unready but for ‘Nay,’
He stands at fault for joy, she whispering ‘Ay.’
Jean Ingelow poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive I-J, CLASSIC POETRY
De wonderen bleven uit. Tot grote droefenis van het dorp ging iedere zieke die zijn hulp inriep tóch dood. Tot helemaal heilig zou de gelukzalige het nooit kunnen brengen als hij het zo duidelijk liet afweten, ook al droeg hij op zijn portret reeds een aureool van wit licht. Hij leek voorgoed ingeslapen op het kerkhof van Solde, tussen bemoste muren en groene linden. Een zware, natuurstenen tombe, hem geschonken door het dorp, drukte zijn lijf steeds verder het grondwater in. De geur van heiligheid waarnaar hij zijn hele leven had gestreefd, bleek hem verder koud te laten. Misschien had hij zich daar in die bossen, waar nooit iemand hem zag, toch vaker afgetrokken dan voor een echte heilige mogelijk werd gehouden. De in het zwart geklede vrouwen kregen het algauw warm in de kleine kamer van de jongen. Toen het zweet hun uitbrak, vonden ze een oplossing door de zieke jongen met bed en al naar buiten te verplaatsen. Enkelen namen hem op bij armen en benen en droegen hem door de werkplaats naar buiten, terwijl de anderen het bed door het raam naar buiten wurmden. Ze zetten hem op een mooie plaats in de schaduw van de meidoorn. Voor het kind was het daar een stuk beter dan in zijn benauwde kamer. Met zijn door koorts halfblinde ogen keek de jongen om zich heen. Zocht naar dingen die hij kon herkennen, maar hij slaagde daar niet in. Hij viel in slaap, moe van het licht dat, na een wekenlang verblijf in een donkere kamer, vol geweld op hem afkwam. Een schijnslaap. Het soort slaap waarin ook opoe Ramesz voortdurend verkeerde.
Jacob Ramesz droeg haar naar buiten en zette het uitgeleefde vrouwtje in een rieten leunstoel. Aan het kindse wijfje was niet meer te zien of ze sliep of wakker was. Als ze niet in haar stoel zat, lag ze in bed; meestal had ze een onwezenlijke glimlach op haar gezicht. Haar ogen stonden altijd open. Ze had het altijd koud, in zomer en winter. Zelfs bij deze hoge temperaturen klopte ze de vlooientemmer de laatste centen uit de zak voor de aanschaf van kolen voor haar voetstoofje. Jacob zette het stoofje vol gloeiende vetkool onder haar voeten en hing er haar rokken overheen. De warmte trok in haar kleren. De rook kroop tussen kraag en mouwen in kleine kringetjes naar buiten, zodat het leek of ze in brand stond. Ze lachte erbij. Kon niets anders meer dan lachen. Alle andere dingen die haar ooit hadden beziggehouden was ze zo goed als vergeten. Niets hinderde haar meer. Zo ging dat met een oud mens dat zelfs haar herinneringen verloren had en dat niet eens meer zag wat er om haar heen gebeurde. Ze had er geen notie van dat op een paar passen afstand een jongen lag te sterven. Een kind dat nog een heel leven voor zich zou moeten hebben, een leven om te vullen met al de dingen die opoe alweer kwijt was. Haar bleef alleen een doelloze vrolijkheid over. Zo gerust als opoe Ramesz waren ook de drie jongere zusjes Azurri, die in de spoelbak van de pomp speelden. Naakt. Hun kleren lagen in het gras. Ze sloegen in het water of ze lagen languit in de drinkgoot en schreeuwden om het hardst. Zonder ook maar een moment te denken aan de jongen die ze zo goed kenden en met wie ze zo vaak samen waren geweest. Huid aan huid. Een paar weken geleden konden ze hem nog nauwelijks missen in hun spel. Nu waren ze hem al haast vergeten, omdat zijn lijf al bijna dood was.
Ton van Reen: Landverbeuren (20)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine
More in: - Landverbeuren, Reen, Ton van
Winter in Holland 2015 (4)
Hans Hermans @ photo
fleursdumal.nl magazine
More in: 4SEASONS#Winter, Dutch Landscapes, Hans Hermans Photos, Photography
De Nieuwe Kerk Amsterdam wijdt een grote internationale tentoonstelling aan de wereldberoemde Afrikaanse maskers en sculpturen. Met ruim tweehonderd betoverende en mysterieuze kunstobjecten uit Ivoorkust vervult De Nieuwe Kerk een al lang levende wens om aandacht te besteden aan de cultuur van het Afrikaanse continent. Onder de titel Magisch Afrika, maskers en beelden uit Ivoorkust is in samenwerking met vele internationale musea en particuliere bruikleengevers een reizende tentoonstelling tot stand gebracht die nu in Amsterdam te zien is.
De maskers en beelden zijn meer dan dertig jaar intensief bestudeerd door een team van experts. Onderzoek in Afrika heeft aangetoond welke beelden door welke kunstenaar zijn gemaakt en de regionale verschillen in stijl en esthetische opvattingen zijn nauwgezet in kaart gebracht. Samen geven de maskers en beelden – veelal van hout, soms van ivoor – een overrompelende indruk van de kracht en authenticiteit van de Afrikaanse sculptuurtraditie, die in het huidige Ivoorkust een volgens velen ongekend hoog niveau bereikte.
De tentoonstelling omvat werken van negenenveertig kunstenaars uit de negentiende, twintigste en ook eenentwintigste eeuw, afkomstig uit de regio’s Baule, Dan, Guro, Lobi, Senufo en Lagunen in Ivoorkust. Van het mannelijke beeld van Kipume Youl uit circa 1850 tot en met de eigentijdse beeldengroepen van Emile Guebehi en Jems Robert Koko Bi (Diaspora II) uit 2013.
Voor de Amsterdamse tentoonstelling heeft De Nieuwe Kerk kunstenaar en theatermaker Henk Schut aangetrokken om een atmosferische installatie te ontwerpen. Hij maakte In Between, een grote geluidsinstallatie van stalen platen die een gang vormen en die de overgang tussen de drukte van de stad en de verstilling van de kerk vertraagt. Bij het doorlopen van de gang wordt de ruimtelijke en fysieke ervaring versterkt door de vibrerende platen. Op het moment dat je de gang uitkomt ervaar je de ruimte die hierop volgt anders door de immateriële doorwerking van de installatie.
Magisch Afrika, maskers en beelden uit Ivoorkust
De kunstenaars ontdekt
Tot en met 15 februari 2015
De Nieuwe Kerk, Dam, Amsterdam
+31 (0)20 638 69 09
fleursdumal.nl magazine
More in: African Art, Art & Literature News, Sculpture
John Donne
(1572-1631)
Song: Go and catch a falling star
Goe, and catche a falling starre,
Get with child a mandrake roote,
Tell me, where all past yeares are,
Or who cleft the Divels foot,
Teach me to heare Mermaides singing,
Or to keep off envies stinging,
And find
What winde
Serves to advance an honest minde.
If thou beest borne to strange sights,
Things invisible to see,
Ride ten thousand daies and nights,
Till age snow white haires on thee,
Thou, when thou retorn’st, wilt tell me
All strange wonders that befell thee,
And sweare
No where
Loves a woman true, and faire.
If thou findst one, let mee know,
Such a Pilgrimage were sweet;
Yet doe not, I would not goe,
Though at next doore wee might meet,
Though shee were true, when you met her,
And last, till you write your letter,
Yet shee
Will bee
False, ere I come, to two, or three.
John Donne poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive C-D, Donne, John
Toen in juni vorig jaar Wiel Kusters’ biografie van Kees Fens, Mijn versnipperd bestaan, werd gepresenteerd in de Openbare Bibliotheek van Amsterdam, trok dat honderden belangstellenden uit de wereld van de literatuur, de universiteit en de journalistiek. Kees Fens (1929-2008) gold en geldt voor velen als de belangrijkste criticus en essayist van de tweede helft van de vorige eeuw.
Om de inzet en de belangrijkste thema’s uit zijn literairkritische en cultuurhistorische werk levend te houden organiseert de onlangs opgerichte Kees Fens Stichting jaarlijks een Kees Fens-lezing.
De reeks wordt geopend door Fens’ biograaf, de dichter Wiel Kusters, emeritus hoogleraar algemene en Nederlandse letterkunde aan Universiteit Maastricht. Onder de titel Grote God gaat hij in op voor Kees Fens belangrijke noties als tijd en eeuwigheid en belicht hij, mede aan de hand van Vestdijks De toekomst der religie, de aard van Fens’ (moderne) traditionalisme.
# Grote God: Eerste Kees Fens-lezing door Wiel Kusters op woensdag 18 februari 2015 – Aanvang: 15:30 uur
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book Stories, Art & Literature News, Kees Fens, Wiel Kusters
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature