New

  1. The Apology by Ralph Waldo Emerson
  2. J.H. Leopold: Gij deed van alle mensen
  3. Umberto Eco: Hoe herken ik een fascist
  4. Ode To Beauty by Ralph Waldo Emerson
  5. Lie-a-bed by Lesbia Harford
  6. Under a Future Sky poetry by Brynn Saito
  7. Bert Bevers: Regen
  8. The Snow-Storm by Ralph Waldo Emerson
  9. Eliza Cook: Song for the New Year
  10. D. H. Lawrence: New Year’s Eve
  11. Bert Bevers: Arbeiterstadt
  12. O. Henry (William Sydney Porter): The Gift of the Magi. A Christmas story
  13. Emily Pauline Johnson: A Cry from an Indian Wife
  14. Bluebird by Lesbia Harford
  15. Prix Goncourt du premier roman (2023) pour “L’Âge de détruire” van Pauline Peyrade
  16. W.B. Yeats: ‘Easter 1916’
  17. Paul Bezembinder: Nostalgie
  18. Anne Provoost: Decem. Ongelegenheidsgedichten voor asielverstrekkers
  19. J.H. Leopold: O, als ik dood zal zijn
  20. Paul Bezembinder: Na de dag
  21. ‘Il y a’ poème par Guillaume Apollinaire
  22. Eugene Field: At the Door
  23. J.H. Leopold: Ik ben een zwerver overal
  24. My window pane is broken by Lesbia Harford
  25. Van Gogh: Poets and Lovers in The National Gallery London
  26. Eugene Field: The Advertiser
  27. CROSSING BORDER – International Literature & Music Festival The Hague
  28. Expositie Adya en Otto van Rees in het Stedelijk Museum Schiedam
  29. Machinist’s Song by Lesbia Harford
  30. “Art says things that history cannot”: Beatriz González in De Pont Museum
  31. Georg Trakl: Nähe des Todes
  32. W.B. Yeats: Song of the Old Mother
  33. Bert Bevers: Großstadtstraße
  34. Lesbia Harford: I was sad
  35. I Shall not Care by Sara Teasdale

Categories

  1. AFRICAN AMERICAN LITERATURE
  2. AUDIO, CINEMA, RADIO & TV
  3. DANCE & PERFORMANCE
  4. DICTIONARY OF IDEAS
  5. EXHIBITION – art, art history, photos, paintings, drawings, sculpture, ready-mades, video, performing arts, collages, gallery, etc.
  6. FICTION & NON-FICTION – books, booklovers, lit. history, biography, essays, translations, short stories, columns, literature: celtic, beat, travesty, war, dada & de stijl, drugs, dead poets
  7. FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor's choice, etc.
  8. LITERARY NEWS & EVENTS – art & literature news, in memoriam, festivals, city-poets, writers in Residence
  9. MONTAIGNE
  10. MUSEUM OF LOST CONCEPTS – invisible poetry, conceptual writing, spurensicherung
  11. MUSEUM OF NATURAL HISTORY – department of ravens & crows, birds of prey, riding a zebra, spring, summer, autumn, winter
  12. MUSEUM OF PUBLIC PROTEST
  13. MUSIC
  14. NATIVE AMERICAN LIBRARY
  15. PRESS & PUBLISHING
  16. REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS
  17. STORY ARCHIVE – olv van de veestraat, reading room, tales for fellow citizens
  18. STREET POETRY
  19. THEATRE
  20. TOMBEAU DE LA JEUNESSE – early death: writers, poets & artists who died young
  21. ULTIMATE LIBRARY – danse macabre, ex libris, grimm & co, fairy tales, art of reading, tales of mystery & imagination, sherlock holmes theatre, erotic poetry, ideal women
  22. WAR & PEACE
  23. WESTERN FICTION & NON-FICTION
  24. ·

 

  1. Subscribe to new material: RSS

Ton van Reen: Het diepste blauw (048). Een roman als feuilleton

Het kleine winkeltje van juffrouw Fijnhout zou in de erker passen die de entree tot de nieuwe zaak vormt. De huizen die vroeger rondom haar winkeltje lagen, zijn een voor een opgekocht en bij het pand getrokken. De winkel is nu een straatlengte breed.

Winkeljuffrouw Christine ziet Mels voorbijrijden en steekt haar hand op. Hij groet terug. Niet iedereen heeft een hekel aan hem. Ook de mensen die tot het laatst in de fabriek werkten, steken meestal hun hand op. Kameraadschap tussen mannen die samen de donkerste tijden hebben doorgemaakt. Vaak zijn het Turken, arbeiders van de laatste groepen die in het buitenland geronseld werden. Hij heeft ze altijd geholpen, ervoor gezorgd dat hun papieren in orde waren, dat hun gezinsleden konden overkomen en dat ze een flat kregen toegewezen. Hij heeft ze geholpen met het inrichten van een gebedsruimte in een leegstaand lokaal van de school en met de vergunningen voor de bouw van een moskee, achter het voetbalveld. Daar hebben ze nu ook een ontmoetingsruimte, een winkel en een islamitische slagerij.

Van de Turken verwacht hij er ook een aantal bij zijn lezing. Hij heeft immers ook foto’s van hen toen ze hier aankwamen: jonge jongens met verbaasde ogen, onderdanig en beleefd. In onwennige slobberige pakken, maar allemaal met stropdassen. Ze waren heel anders dan hun zonen die hem nu met hun snelle auto’s de stuipen op het lijf jagen. Van die tweede generatie verwacht hij niemand. Ze hebben nooit in de fabriek gewerkt. Er zitten er een paar in de handel. Niemand weet precies wat ze doen. Auto’s, drugs, dat zegt men. Ze scheuren op en neer tussen het dorp en de stad. Ze bezitten videotheken en slagerijen. Of dat waar is? En sommigen brengen klanten uit de stad naar de hoerenkast van mevrouw Lecoeur, die sinds een paar jaar in het dorp zit. In de paar winkels die het dorp rijk is, zijn ze graag gezien, want ze kopen bloemen, drank en lekkernijen. Ze hebben het geld los in de zak. Misschien dat hun ouders daarom zo zuur kijken. Hun vaders, de verbaasde jongemannen van toen, zijn gaan lijken op hun vaders die ze hebben achtergelaten in de dorpen in Turkije. Uit heimwee zijn ze zich net zo gaan kleden als de mensen vroeger thuis.

Misschien komen de Turkse arbeiders samen met hun vrouwen. Dat hij daar niet eerder aan heeft gedacht! Ook de andere arbeiders zullen hun vrouwen meebrengen. Die kennen hem ook allemaal. En hun vrienden. Of kinderen die hen begeleiden. Vijftig stoelen is te weinig.

Doet hij er wel goed aan de voorstelling te houden in het zaaltje van het café? Het is te klein. Hij onderschat de mensen. Hij had de parochiezaal moeten huren. Er kunnen er een paar honderd in. Maar dan had hij het probleem met de koffie. Daar kan hij zelf niet voor zorgen. En zijn vrouw en dochter? Nee, hij had het hun niet durven vragen. Stel je voor dat hij de parochiezaal had gehuurd en dat Lizet en Marjan hadden geweigerd voor de koffie te zorgen? Gênant. Het is beter dat de kastelein het doet. Als het echt te druk wordt, is een tweede presentatie mogelijk. En een derde. Bij succes kan alles.

Maar komen de Turken wel naar het café? Hij ziet er nooit een. De ouderen drinken geen alcohol, maar dat hoeft ook niet. In de parochiezaal ziet hij hen ook nooit. Moet hij een aparte voorstelling houden in hun eigen ontmoetingsruimte? Hij twijfelt. Waarom zou het hém wel lukken alle groepen uit het dorp in het café bij elkaar te brengen. Zelfs in de fabriek was er een tweedeling. Turken wilden in een ploeg met Turken. In de kantine zaten ze in een aparte hoek. De Turkse vrouwen die met inpakken hielpen, hadden een eigen hoekje in de inpakkerij. Ze kwamen niet eens in de kantine, want daar zaten ook andere mannen.

De kantine was altijd de toren van Babel van de fabriek geweest. Elke hoek voor een ander soort arbeider. Oorspronkelijk was de hoek bij de koffiebar de plek waar de arbeiders uit het dorp zaten. Vaders en zonen, mannen die er van generatie op generatie werkten, voor wie nooit iets anders had bestaan dan de fabriek. De hoek bij de kleedruimte en de wasplek was altijd bezet door de arbeiders die van her en der waren gekomen. Als eenlingen die ze in het begin waren, hadden ze ten slotte een eigen clan gevormd. Daar zaten zelfs protestanten tussen die op zondag naar kerken in de stad gingen. Dan was er de hoek van de ploegbazen, die stoelen hadden, terwijl de gewone arbeiders het moesten doen met banken aan tafels. De hoek naar de buitendeur was de hoek van de Turken, met een groot raam naar buiten. Ze moesten om zich heen kunnen kijken. Op een werkplek waar ze de lucht niet konden zien, gingen ze niet staan. Dat vertikten ze. Het waren buitenmensen.

De seizoenarbeiders kwamen zelden in de kantine. De meesten aten hun boterham op hun werkplek. Net als de mensen van kantoor. Die bleven achter hun bureau zitten om te lunchen. Zij mengden zich niet graag met de arbeiders. Dat was pas veranderd toen de directeuren erop aangedrongen hadden. In de laatste tien jaar van het bestaan mocht er geen verschil meer worden gemaakt tussen mannen in overalls en kantoormensen. Er was een aparte tafel gekomen voor de witteboordenmensen, dicht bij het koffieapparaat.

De kantine was het dorp op een kleinere schaal. Het oude dorp met de arbeiders van vader op zoon. De nieuwbouwwijk, met de nieuwkomers. De Turken en Marokkanen in hun flats. De werkbazen en het kantoorpersoneel in de bungalows aan de andere kant van het voetbalveld. Vier wijken die weinig met elkaar te maken hadden.

Hij stopt bij de brug en legt zijn hand op de leuning. Vanaf hier kan hij een heel eind over de Wijer uitkijken. Door de lichtval lijkt het of het water terugstroomt naar de bron.

Hij rijdt het verharde pad af, dat op de plaats ligt waar vroeger het zandpad langs de Wijer liep. Een paar skaters schreeuwen hem van het pad. Als ze voorbij zijn, zitten de voorwielen van de rolstoel vast in het modderige bermgras. De motor trekt het niet. Hij vloekt.

Ton van Reen: Het diepste blauw (048)
wordt vervolgd

fleursdumal.nl magazine

More in: - Book Stories, - Het diepste blauw, Archive Q-R, Reen, Ton van

Monika Maron: Munin oder Chaos im Kopf

Mina Wolf, Journalistin und Gelegenheitstexterin, opfert den Sommer, um einen Aufsatz über den Dreißigjährigen Krieg für die Festschrift einer Kleinstadt zu schreiben.

Eine irre Nachbarin, die Tag für Tag von morgens bis abends auf ihrem Balkon lauthals singt, zwingt sie, nur noch nachts zu arbeiten. Die kleine, enge Straße gerät in Aufruhr und in Minas Kopf vermischen sich der Dreißigjährige Krieg, die täglichen Nachrichten über Krieg und Terror mit der anschwellenden Aggression in der Nachbarschaft. Als auch noch eine Krähe in ihre nächtliche Einsamkeit gerät, die sie Munin nennt und mit der sie ein Gespräch über Gott und die Welt beginnt, ist das Chaos in Minas Kopf komplett.

Monika Maron entwirft in diesem turbulenten Roman provokant und mit Humor ein Stimmungsbild unserer Zeit.

Monika Maron ist 1941 in Berlin geboren, wuchs in der DDR auf, übersiedelte 1988 in die Bundesrepublik und lebt seit 1993 wieder in Berlin. Sie veröffentlichte zahlreiche Romane, darunter ›Flugasche‹, ›Animal triste‹, ›Endmoränen‹, ›Ach Glück‹ und ›Zwischenspiel‹, außerdem mehrere Essaybände, darunter ›Krähengekrächz‹, und die Reportage ›Bitterfelder Bogen‹. Zuletzt erschien der Roman ›Munin oder Chaos im Kopf‹. Sie wurde mit mehreren Preisen ausgezeichnet, darunter dem Kleist-Preis (1992), dem Friedrich-Hölderlin-Preis der Stadt Bad Homburg (2003), dem Deutschen Nationalpreis (2009), dem Lessing-Preis des Freistaats Sachsen (2011) und dem Ida-Dehmel-Preis (2017).

Monika Maron
Munin oder Chaos im Kopf
Hardcover
Preis € 20,00
ISBN: 978-3-10-048840-4
224 Seiten
gebunden
Verlag S. Fischer

fleursdumal.nl magazine

More in: - Book News, - Bookstores, Archive M-N

Faisal Mohyuddin: The Displaced Children Of Displaced Children

Poetry. Asian & Asian American Studies. Moving through past, present and future, this is a family history that journeys between America, Pakistan, modern Europe and even into space.

Faisal Mohyuddin delves into the past of his parents and their neighbours in Pakistan and India in a self-consciously impossible attempt to find some way of belonging to a place that is lost. Moving from elegant ghazals of lament to stuttering, disjointed phrases of yearning, Mohyuddin portrays with restrained emotion the complexities of what it is to be displaced, geographically, spiritually, psychologically. With moments of sorrow interspersed with unsettling humour, deep familial love and celebrations of beauty, it is a story recognizable to any who have felt displaced in a new world. If the personal is political, then this is truly poetry for our times.

Faisal Mohyuddin, a child of immigrants from Pakistan, is the author of the chapbook The Riddle of Longing (Backbone Press, 2017). He is the recipient of the 2014 Edward Stanley Award from Prairie Schooner and a 2017 Gwendolyn Brooks Poetry Award. A graduate of Carleton College, Northwestern University, and Columbia College Chicago, he is also an alumnus of the U.S. Department of State’s Teachers for Global Classrooms program. He teaches English at Highland Park High School in Illinois, serves as an educator adviser to the global not- for-profit Narrative 4, and lives with his wife and son in Chicago. THE DISPLACED CHILDREN OF DISPLACED CHILDREN is his debut full-length collection.

The Displaced Children Of Displaced Children
by Faisal Mohyuddin (Author)
Paperback
April 2, 2018
88 pages
Publisher: Eyewear Publishing
Language: English
ISBN-10: 1912477068
ISBN-13: 978-1912477067
$14.99
£10.99

new poetry
fleursdumal.nl magazine

More in: - Book Lovers, - Book News, Archive M-N, Art & Literature News

ELO 2018 Mind The Gap!

The Electronic Literature Organization (ELO) holds its 2018 Conference and Festival, hosted by the Université du Québec à Montréal from 13 to 17 August 2018.

The Conference, the Festival and Exhibits will be held August 13th to 17th in downtown Montréal, Québec, Canada. Mind the Gap! will be bilingual, with both English and French tracks, showcasing Montreal’s important and dynamic local Québécois e-lit/digital arts community and extending a special welcome to e-lit’s global francophonie.

The aim of this conference is to think about e-lit in a digital culture. What is its relationship to current cultural practices and trends?

Two directions are proposed: explorations and interventions. The first direction features e-lit’s exploratory nature, its formal aspects, its use of technology, its renewal of narrative conventions, and at the same time its impact on literary theories and methodologies to renew themselves.

The second direction considers e-lit’s place in the public sphere, its relationship to digital and urban culture, to forms of conservation and presentation, and also to performance.

# more information on website ELO 2018 Mind The Gap!

ELO 2018 Mind The Gap!
13 – 17 August 2018
The Electronic Literature Organization (ELO) announces its 2018 Conference and Festival, hosted by the Université du Québec à Montréal.

fleursdumal.nl magazine

More in: #Archive A-Z Sound Poetry, #Archive Concrete & Visual Poetry, Art & Literature News, AUDIO, CINEMA, RADIO & TV, Literary Events, Visual & Concrete Poetry

Jonathan Sperber: Karl Marx

Seit vier Jahrzehnten ist dies die erste große Marx-Biographie – geschrieben von einem exzellenten Kenner auf der Grundlage intensiver Forschungen.

Jonathan Sperber zeigt uns Karl Marx genauer als je zuvor im Kontext seines Jahrhunderts und interpretiert ihn nicht, wie die meisten seiner Vorgänger, als eine Art posthumen Zeitgenossen. Dieses Buch macht uns vielmehr bewusst, wie stark Marx sich im Koordinatensystem der eigenen Epoche bewegte – zwischen den Ereignissen der Französischen Revolution und einer kapitalistischen Zukunft.

Kein anderer Denker ist so gründlich in eine permanente Deutungshaftung für die Gegenwart genommen worden wie Karl Marx. Doch über der immensen und mit den aktuellen Krisen des Finanzkapitalismus wieder anschwellenden Wirkungsgeschichte sind die Ursprünge seiner Theorie weitgehend aus dem Blick geraten.

Jonathan Sperber schildert den historischen Marx – er rekonstruiert die Entstehung der Marxschen Theorie im Kontext der damaligen Ideen und Kontroversen, zeichnet seine politischen Aktivitäten vom Redakteur der Rheinischen Zeitung bis zum Gründervater der sozialistischen Bewegungen nach und beschreibt auch sehr eindrucksvoll den Menschen Karl Marx.

Die Biographie folgt den Spuren eines genialen Mannes, der ein Leben lang nach einer neuen und radikaleren Version der Französischen Revolution suchte und schließlich – neben Darwin – zum meistzitierten Denker des 19. Jahrhunderts werden sollte.

Jonathan Sperber ist Professor für Geschichte an der Universität von Missouri. Seine Bücher über das 19. Jahrhundert haben mehrere Preise erhalten, darunter “Rhineland Radicals” über die Revolution von 1848 im Rheinland den “Preis des DAAD” für das beste Buch zur deutschen Geschichte.

Jonathan Sperber:
Karl Marx
Sein Leben und sein Jahrhundert.
Originaltitel: Karl Marx. A Nineteenth-Century Life
Übersetzt von Thomas Atzert, Friedrich Griese, Karl Heinz Siber, Beck C. H.
EAN: 9783406640964
ISBN: 3406640966
Libri: 3841243
Mit 33 Abbildungen
März 2013
634 Seiten
Gebundene Ausgaben
€ 29,95

fleursdumal.nl magazine

More in: - Book News, Archive M-N, Art & Literature News, Karl Marx, MONTAIGNE

Karl Marx, Friedrich Engels: The Communist Manifesto

The Communist Manifesto by Karl Marx and Friedrich Engels. With an introduction by Yanis Varoufakis. ‘Vintage Classics’.

Featuring a new introduction from Yanis Varoufakis, this reissue of “The Communist Manifesto” in pocket portable form marks the 200th anniversary of Karl Marx’s birth.

Karl Marx, Friedrich Engels:
The Communist Manifesto
With an introduction by Yanis Varoufakis.
EAN: 9781784873691
ISBN: 1784873691
Libri: 9401440
‘Vintage Classics’.
English
Paperback
Random House UK Ltd
85 Pages
€ 5,99
April 2018

fleursdumal.nl magazine

More in: - Book News, Archive M-N, Art & Literature News, Karl Marx, MONTAIGNE

Karl Marx 1818 – 2018

The 5th of May 2018 marks the bicentennial of the birth of Karl Marx, the eminent 19th-century thinker. This is the first time that a historic-cultural exhibition is dedicated to his life, his important works and multifaceted activities in the context of his time. Sponsored by the Federal State of Rhineland-Palatinate and the City of Trier, the state exhibition KARL MARX 1818-1883. LIFE. WORK. TIME. will be on display in the Rheinisches Landesmuseum Trier and in the City Museum Simeonstift Trier from 5 May to 21 October 2018.

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive M-N, Galerie Deutschland, Karl Marx, MONTAIGNE

Ton van Reen: Het diepste blauw (047). Een roman als feuilleton

Vanaf de dag dat hij de harmonica kocht, gaat Mels elke week een middag naar juffrouw Fijnhout. Hij komt graag bij haar, vooral omdat het in haar huis naar vanille ruikt en omdat het er altijd zo stil is. Een stilte die niet eens wordt verstoord door de winkelbel, maar die er juist door wordt benadrukt.

Eerst doet hij werk waarbij je op een stoel moet staan. Ramen lappen. Lampen afstoffen. Stof afnemen van de bovenranden van de schilderijen en van de foto’s achter glas. Soms een spijker in de muur slaan voor weer een schilderij of voor een foto die bijna verloren was geraakt.

In de winkel legt hij alles goed. Stapelt de rolletjes lint en kant van dik naar dun. Van de pakken turf, die bij elkaar worden gehouden door rood koperdraad, bouwt hij op de stoep een piramide, waarop hij even uitrust. Daarna harkt hij de tuin en veegt hij de bladeren van de stoep.

Als hij klaar is, is het zes uur. Juffrouw Fijnhout sluit de winkel. Terwijl ze haar potje kookt, drinken ze thee. Ondertussen vertelt ze over vroeger. Over haar jeugd. En over haar grootmoeder, die hier al een winkeltje had in knopen en kant, dat niet veel groter was dan een paar laden in haar keukenkast. Met een paar knopen en spelden die ze overhad, was ze ooit het winkeltje begonnen.

`Dat was niet uit weelde, dat snap je’, zegt juffrouw Fijnhout veelbetekenend. `De mensen hadden het niet breed. Ze rekenden nog in halve centen.’
Ze laat de paar halve centen zien die ze in de tafella bewaart. Eentje met een leeuw en op de andere kant de W van Willem “iii”.

Ze vertelt over de dingen waar de mensen in haar jeugd nog in geloofden. Over de heksen die in het bos woonden en meisjes roofden om hun toverkunsten te leren. En over de duivel die in het Zwarte Water woont. Wat echt waar is, want het moeras vriest zelfs in de strengste winter niet dicht. En er dansen vurige lichtjes over het water. Dat zijn de zielen van de kinderen die niet naar hun ouders hebben geluisterd en in de handen van de duivel zijn gevallen. Dat bewijst dat de hel onder het meer ligt. En ze vertelt over de wolven die anderhalve eeuw geleden drie meisjes hebben opgegeten. Mels kent het verhaal ook van grootvader Rudolf, maar die vertelt altijd dat er maar één meisje is opgegeten en dat er twee zijn gebeten. Die hebben het overleefd, maar het zijn kwaaie wijven geworden. Wie door een wolf wordt gebeten, eindigt altijd als een heks.

Ton van Reen: Het diepste blauw (047)
wordt vervolgd

fleursdumal.nl magazine

More in: - Book Stories, - Het diepste blauw, Archive Q-R, Reen, Ton van

Robert Burns: Address to Edinburgh

 

Address to Edinburgh

1.
Edina! Scotia’s darling seat!
All hail thy palaces and tow’rs,
Where once, beneath a Monarch’s feet,
Sat Legislation’s sov’reign pow’rs :
From marking wildly-scatt’red flow’rs,
As on the banks of Ayr I stray’d,
And singing, lone, the ling’ring hours,
I shelter in thy honor’d shade.

2.
Here Wealth still swells the golden tide,
As busy Trade his labours plies ;
There Architecture’s noble pride
Bids elegance and splendour rise :
Here Justice, from her native skies,
High wields her balance and her rod ;
There Learning, with his eagle eyes,
Seeks Science in her coy abode.

3.
Thy sons, Edina, social, kind,
With open arms the stranger hail ;
Their views enlarg’d, their lib’ral mind,
Above the narrow, rural vale ;
Attentive still to Sorrow’s wail,
Or modest Merit’s silent claim :
And never may their sources fail!
And never Envy blot their name!

4.
Thy daughters bright thy walks adorn,
Gay as the gilded summer sky,
Sweet as the dewy, milk-white thorn,
Dear as the raptur’d thrill of joy!
Fair Burnet strikes th’ adoring eye,
Heav’n’s beauties on my fancy shine :
I see the Sire of Love on high,
And own His work indeed divine!

5.
There, watching high the least alarms,
Thy rough, rude fortress gleams afar ;
Like some bold vet’ran, grey in arms,
And mark’d with many a seamy scar :
The pond’rous wall and massy bar,
Grim-rising o’er the rugged rock,
Have oft withstood assailing war,
And oft repell’d th’ invader’s shock.

6.
With awe-stuck thought and pitying tears,
I view that noble, stately dome,
Where Scotia’s kings of other years,
Fam’d heroes! had their royal home :
Alas, how chang’d the times to come!
Their royal name low in the dust!
Their haplesss race wild-wand’ring roam!
Tho’ rigid Law cries out: ‘’Twas just!’

7.
Wild beats my heart to trace your steps,
Whose ancestors, in days of yore,
Thro’hostile ranks and ruin’d gaps
Old Scotia’s bloody lion bore:
Ev’n I, who sing in rustic lore,
Haply my sires have left their shed,
And fac’d grim Danger’s loudest roar,
Bold-following where your fathers led!

8.
Edine! Scotia’s darling seat!
All hail thy palaces and tow’rs ;
Where once, beneath a Monarch’s feet,
Sat Legislation’s sov’reign pow’rs :
From marking wildly-scatt’red flow’rs,
As on the banks of Ayr I stray’d,
And singing, lone, the ling’ring hours,
I shelter in thy honour’d shade.

Robert Burns (1759 – 1796)
Address to Edinburgh
fleursdumal.nl magazine

More in: Archive A-B, Burns, Robert

Gertrud Kolmar: Krähen

 

Krähen

Ich will den Tag verbringen in den Feldern,
Will lächerlich wie jene Scheuche stehn;
Die großen Vögel möchten aus den Wäldern
Auch so auf mein Gewand herniederwehn,

Um Schultern krallen, flüstern in mein Ohr
Aus Mären, die im grünen Buch sie lasen,
Von Hugin und von Munin, Tyr und Thor,
Von Yggrasill dem Weltenbaum der Asen,

Und von der Väter Dienstwerk beim Adepten,
Des Roten Leuen Sud, dem Blumengift,
Der Mauerspalte, drein sie bergend schleppten
Des siechen Herrn geheim erfundne Schrift,

Und anderes Gewinde, blumig kraus,
Altfränkisch duftend wie Levkojenblüten,
Was ihnen nachtrab schrieb und Fledermaus
Und was sie selbst in klugen Häuptlein hüten.

Doch manche würden gleich die Scholle hacken
um meine Füße, die zum Kosten lädt
So wie ein Würzbrot, feucht und frisch vom Backen,
Bereitet mit dem blanken Feldgerät,

An weißen mandeln und dem Zitronat,
An Engerlingen sich und Würmern letzen,
Der Süße endlich satt zu Rast und Rat
Und schweigend sich auf meine Hände setzen.

Und einmal schlügen Schwärme, Riesenwehe,
Den wilden Flug aus Mitternacht mir nah
Mit harten Liedern, die nur ich verstehe,
In ihrem scharfen, ungefügen Krah,

Mit unheilvollem Braus im düstren Kleid
Und mit erzürntem, drohendem Bewegen;
So fielen sie in gotteslose Zeit
Und auf die Länder als ein schwarzer Regen,

Die Welt verstummte. Bis der Weiler stöhnte.
Und weithin klagte heulend eine Stadt
Zerfreßnes Auge, das den Vater höhnte
Und seiner Mutter Herz verstoßen hat.

Gertrud Kolmar
(1894-1943)
gedicht: Krähen

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive K-L, Archive K-L, Kolmar, Gertrud

Sibylla Schwarz: Alß sie ein Poëtischer Geist tribe

Sibylla Schwarz
Alß sie ein Poëtischer Geist tribe

Ich, der ich sonsten pflag von schlechten Dingen schreiben,
bin gänzlich umgekehrt, nun muß mein Lob wohl bleiben,
und grünen wie ein Zweig, iezt wil ich meinen Sinn,
von dem, das niedrig ist, biß in die Wolcken ziehn.
Die Göttin Fama wil mir selber Flügel geben,
die immer für und für am helle n Himmel kleben,
und wo der Venus Sohn hinfüro schiessen wil
nach mir, so raht ich, daß er in die Wolcken Ziel.
Da soll mein Ball=Plaz seyn, da soll das Glüder fliegen,
wie Spreu das brennen muß, und allzeit unten ligen.
Die Clio bindet mir schon selbst die Lohrbeer=Kron,
die Ewig grünen wird / nun soll die Kunst den Lohn
erlangen, recht; So muß ein freyer Sinn bekleiben;
nuhn, ich will immer auch bey meinen Worten bleiben,
und steigen mit dem Sinn des Himmels Leiter an,
ein jeder sey bereit, daß er mir folgen kan.

Sibylla Schwarz (1621 – 1638)
Gedicht: Alß sie ein Poëtischer Geist tribe
fleursdumal.nl magazine

More in: - Archive Tombeau de la jeunesse, Archive S-T, SIbylla Schwarz

Gladys Cromwell: The Mould

 

The Mould

No doubt this active will,
So bravely steeped in sun,
This will has vanquished Death
And foiled oblivion.

But this indifferent clay,
This fine experienced hand,
So quiet, and these thoughts
That all unfinished stand,

Feel death as though it were
A shadowy caress;
And win and wear a frail
Archaic wistfulness.

Gladys Cromwell
(1885-1919)
The Mould

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive C-D, CLASSIC POETRY, Cromwell, Gladys, Gladys Cromwell

« Read more | Previous »

Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature