New

  1. ‘Il y a’ poème par Guillaume Apollinaire
  2. Eugene Field: At the Door
  3. J.H. Leopold: Ik ben een zwerver overal
  4. My window pane is broken by Lesbia Harford
  5. Van Gogh: Poets and Lovers in The National Gallery London
  6. Eugene Field: The Advertiser
  7. CROSSING BORDER – International Literature & Music Festival The Hague
  8. Expositie Adya en Otto van Rees in het Stedelijk Museum Schiedam
  9. Machinist’s Song by Lesbia Harford
  10. “Art says things that history cannot”: Beatriz González in De Pont Museum
  11. Georg Trakl: Nähe des Todes
  12. W.B. Yeats: Song of the Old Mother
  13. Bert Bevers: Großstadtstraße
  14. Lesbia Harford: I was sad
  15. I Shall not Care by Sara Teasdale
  16. Bert Bevers: Bahnhofshalle
  17. Guillaume Apollinaire: Aubade chantée à Laetare l’an passé
  18. Oscar Wilde: Symphony In Yellow
  19. That Librarian: The Fight Against Book Banning in America by Amanda Jones
  20. When You Are Old and grey by William Butler Yeats
  21. Katy Hessel: The Story of Art without Men
  22. Alice Loxton: Eighteen. A History of Britain in 18 Young Lives
  23. Oscar Wilde: Ballade De Marguerite
  24. Anita Berber: Kokain
  25. Arthur Rimbaud: Bannières de mai
  26. Algernon Charles Swinburne: The Complaint of Lisa
  27. The Revelation by Coventry Patmore
  28. Guillaume Apollinaire: Annie
  29. Oscar Wilde: The Garden of Eros
  30. The Song of the Wreck by Charles Dickens
  31. Guillaume Apollinaire: Poème 1909
  32. There was an Old Man with a Beard by Edward Lear
  33. Modern Love: XXIX by George Meredith
  34. Insomnia by Dante Gabriel Rossetti
  35. Arthur Rimbaud: Départ

Categories

  1. AFRICAN AMERICAN LITERATURE
  2. AUDIO, CINEMA, RADIO & TV
  3. DANCE & PERFORMANCE
  4. DICTIONARY OF IDEAS
  5. EXHIBITION – art, art history, photos, paintings, drawings, sculpture, ready-mades, video, performing arts, collages, gallery, etc.
  6. FICTION & NON-FICTION – books, booklovers, lit. history, biography, essays, translations, short stories, columns, literature: celtic, beat, travesty, war, dada & de stijl, drugs, dead poets
  7. FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor's choice, etc.
  8. LITERARY NEWS & EVENTS – art & literature news, in memoriam, festivals, city-poets, writers in Residence
  9. MONTAIGNE
  10. MUSEUM OF LOST CONCEPTS – invisible poetry, conceptual writing, spurensicherung
  11. MUSEUM OF NATURAL HISTORY – department of ravens & crows, birds of prey, riding a zebra, spring, summer, autumn, winter
  12. MUSEUM OF PUBLIC PROTEST
  13. MUSIC
  14. NATIVE AMERICAN LIBRARY
  15. PRESS & PUBLISHING
  16. REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS
  17. STORY ARCHIVE – olv van de veestraat, reading room, tales for fellow citizens
  18. STREET POETRY
  19. THEATRE
  20. TOMBEAU DE LA JEUNESSE – early death: writers, poets & artists who died young
  21. ULTIMATE LIBRARY – danse macabre, ex libris, grimm & co, fairy tales, art of reading, tales of mystery & imagination, sherlock holmes theatre, erotic poetry, ideal women
  22. WAR & PEACE
  23. WESTERN FICTION & NON-FICTION
  24. ·

 

  1. Subscribe to new material: RSS

Gouden Ganzenveerlaureaat 2018: Antjie Krog

De Academie De Gouden Ganzenveer kent de Gouden Ganzenveer 2018 toe aan de Zuid-Afrikaanse dichteres Antjie Krog.

Gerdi Verbeet, Academievoorzitter De Gouden Ganzenveer maakte afgelopen zaterdag de laureaat bekend in het radioprogramma De Taalstaat. De Academie De Gouden Ganzenveer eert Krog als een bijzondere en veelzijdige dichteres, als een uitzonderlijk integer schrijfster en journaliste, en als een begenadigd performer van haar eigen werk.

De prijsuitreiking vindt plaats op donderdag 19 april a.s. in Amsterdam. Een weerslag van deze bijeenkomst wordt vastgelegd in een speciale uitgave, die in de loop van het jaar zal verschijnen.

De Academie, een initiatief van het bestuur van stichting De Gouden Ganzenveer, kent jaarlijks deze culturele prijs toe. De leden zijn afkomstig uit de wereld van cultuur, wetenschap, politiek en het bedrijfsleven. Met deze onderscheiding wil de Academie het geschreven en gedrukte woord in het Nederlands taalgebied onder de aandacht brengen.

Voorgaande laureaten zijn Arnon Grunberg, Xandra Schutte, Geert Mak, David Van Reybrouck, Ramsey Nasr, Annejet van der Zijl, Remco Campert, Joke van Leeuwen, Adriaan van Dis, Joost Zwagerman, Tom Lanoye, Peter van Straaten, Maria Goos, Kees van Kooten, Jan Blokker en Michaël Zeeman.

Uitgebreide informatie is te vinden op www.goudenganzenveer.nl

De Zuid-Afrikaanse Antjie Krog (1952) is een gelauwerd dichter, schrijver en academicus. Krog debuteerde in 1970 op achttienjarige leeftijd met de dichtbundel Dogter van Jefta. Inmiddels is ze uitgegroeid tot een van de belangrijkste dichters van Zuid-Afrika.

Haar poëzie is persoonlijk, zintuiglijk en sterk geëngageerd: Krog dicht over het moederschap en het ouder worden, maar ook over de diepe verbondenheid en de worsteling met de ongelijkheid en het racisme in haar land. Krog kreeg bekendheid in Nederland door haar vele optredens bij Poetry International, de Nacht van de Poëzie en het festival Winternachten. Talrijke poëzieliefhebbers raakten in de ban van haar ongewone, ontroerende en klankrijke poëzie.

In 1999 publiceerde uitgeverij Atlas een bloemlezing uit haar werk onder de titel Om te kan asemhaal. Daarna zijn haar dichtbundels bij uitgeverij Podium verschenen. Zij schreef ook proza, bijvoorbeeld Country of my Skull (in het Nederlands: De kleur van je hart, 1998/2000), toneelstukken en non-fictie. De roman Mond vol glas van Henk van Woerden en het toneelstuk Mamma Medea van Tom Lanoye vertaalde zij van het Nederlands naar het Afrikaans.

Antjie Krog is buitengewoon hoogleraar Letteren en Filosofie aan de Universiteit van de Westkaap. Haar werk is veelvuldig bekroond, onder andere met de prestigieuze Hertzogprijs, de Reina Prinsen Geerligsprijs, de Pringle Award, de Alan Paton Award. Op donderdag 19 april a.s. neemt zij de Gouden Ganzenveer 2018 in ontvangst.

Laureaat Gouden Ganzenveer 2018: Antjie Krog
foto: Karina Turok

fleursdumal.nl magazine

More in: Antjie Krog, Archive K-L, Archive K-L, Art & Literature News, Awards & Prizes, Literary Events, Racism

Annemarie Slobbe: “To live is to let go.”

 

Annemarie Slobbe: “To live is to let go.”

In her work, Anne​marie Slobbe (1990) embraces an abstract visual language​ to reflect​ ​the​ ​​nullity​ ​of the ​human condition​.​ The passage of time is a central component in her paintings and drawings, which consist of rhythmic and repetitive patterns.​

To emphasize everything’s state of impermanence she manipulates her materials to create compositions which are receptive of the changing light of day. The transitory characteristics of the work are also experienced by the spectator when one’s viewpoint is altered.

By using these elements she adds a layer of uncontrollability to the work​, as a visual reference to the fact that in our own lives many things lay beyond our control​. She questions the human struggle against the current of life since it brings more inner rest when one decides to find acceptance of their situation and learns to let go.

Annemarie graduated in 2014 at AKV St. Joost Breda. ​At the moment h​er work is represented by Patty Morgan and SBK Amsterdam.

 #  website www.annemarieslobbe.com 

fleursdumal.nl magazine

More in: Anne​marie Slobbe, Art & Literature News, Exhibition Archive, FDM Art Gallery

Het diepste blauw (010). Een roman van Ton van Reen

Het werk aan de daken werd altijd goed beloond, met kwartjes en dubbeltjes, met emmers fruit en zakken snoep.

Alles hadden ze altijd gedeeld met Thija. Zoals ook Thija alles met hen deelde. Wanneer haar vader thuiskwam van zijn verre reizen, kreeg ze zakken snoep: ulevellen, karamels, zoete drop.

Dat ze wat te delen had, wist hij vaak al van tevoren. Als hij ‘s avonds laat, altijd als het al donker was, een auto in de straat hoorde stoppen en een portier hoorde dichtslaan, schoot hij uit bed om een glimp van haar vader op te vangen. Altijd te laat. De voordeur was al dicht voor hij bij het raam was. Zo snel als Thija’s vader was niemand.

Ton van Reen: Het diepste blauw (010)
wordt vervolgd

fleursdumal.nl magazine

More in: - Book Stories, - Het diepste blauw, Archive Q-R, Reen, Ton van

Dichter und Kunstfigur, Provokateur und Visionär: Julia Encke über den französischen Literatur-Star Michel Houellebecq

Michel Houellebecq ist nicht nur einer der erfolgreichsten Schriftsteller der Gegenwart, er ist vor allem und mit großer Lust eines: ein Provokateur, der regelmäßig Debatten auslöst, die weit über das Literarische hinausgehen.

Mal nennt er den Islam die «bescheuertste Religion der Welt», dann preist er die Prostitution als eheerhaltende Maßnahme – und man kann sich nicht sicher sein, ob er das wirklich so meint.

Julia Encke, Literaturchefin der «Frankfurter Allgemeinen Sonntagszeitung», ist ihm immer wieder begegnet und macht sich nun daran, das Leben und Werk dieses großen Dichters zu entschlüsseln. «Wer ist Michel Houellebecq?» fragt nach der Spannung zwischen dem Menschen Houellebecq und dem öffentlichen Bild des Mannes, der mit seinen Romanen «Elementarteilchen» und «Unterwerfung» wütende Anfeindungen wie begeisterte Zustimmung erntete.

Sie beschreibt die vielen Facetten – den Visionär, den Romantiker, den Künstler – und zeigt, dass kaum jemand die Stimmung unserer Zeit so gut erfasst wie Michel Houellebecq. Er zielt mit seinen Texten mitten ins Herz unserer Gesellschaft – weshalb auch kaum jemand eine so große Gemeinde von Fans und erbitterten Gegnern hat. Pünktlich zum 60. Geburtstag erscheint nun das Porträt, das dem Rätsel Houellebecq auf die Spur zu kommen versucht.

Julia Encke, geboren 1971, studierte Literaturwissenschaft in Freiburg, Toulouse und München und promovierte mit einer vielbeachteten Arbeit über den Ersten Weltkrieg. Von 2001 bis 2005 arbeitete sie im Feuilleton der «Süddeutschen Zeitung» und gehört seit Sommer 2005 dem Feuilleton der «Frankfurter Allgemeinen Sonntagszeitung» in Berlin an. Seit 2015 verantwortet sie dort das Literaturressort. 2005 erschien «Augenblicke der Gefahr. Der Krieg und die Sinne 1914–1934», 2014 «Charisma und Politik. Warum unsere Demokratie mehr Leidenschaft braucht».

Julia Encke:
Wer ist Michel Houellebecq?
Porträt eines Provokateurs
Dec. 2017
256 Seiten
€19,95
Hardcover
ISBN: 978-3-7371-0017-5
Verlag: Rowohlt Berlin

new books
fleursdumal.nl magazine

More in: - Book Lovers, - Book Stories, Archive E-F, Archive G-H, Art & Literature News, Michel Houellebecq, NONFICTION: ESSAYS & STORIES

Konstantin Sloetsjevski: Zij lag gekleed als Colombine (vertaling Paul Bezembinder)

 

Zij lag gekleed als Colombine

Zij lag gekleed als Colombine
nog vol van leven dood te zijn,
deze speelster-concubine…
half toegedekt met een gordijn,
het masker bij haar op de grond.

Wat heeft zij níet aan tekst gespuid
door die verkleurde, open mond?
Pas nu komt er geen vuil meer uit!

 

Konstantin Sloetsjevski
(1837 – 1904)
В костюме светлом Коломбины…
gedicht 1883
vertaling Paul Bezembinder 2016.

(Meer over Paul Bezembinder is te vinden op zijn website: www.paulbezembinder.nl)
fleursdumal.nl magazine

More in: Archive S-T, Archive S-T, CLASSIC POETRY, Sloetsjevski

Bruno Fuligni: Mata Hari. Les vies insolentes de l’agent H 21

Peu de noms évoquent autant le mystère, la sensualité et l’intrigue que celui de Mata Hari. Son histoire est vraie, mais elle comporte tous les ingrédients d’un grand film d’aventure : ambition, argent, sexe, pouvoir et mort tragique…

Mère de famille, danseuse nue, espionne et femme fatale, Mata Hari a traversé plusieurs vies avant d’accéder au rang de personnage légendaire. Fusillée en 1917, elle a continué de vivre dans l’imaginaire collectif, devenant un mythe dont se sont emparés le cinéma et la publicité.

Première star mondiale, dont le nom sonne comme une marque, elle a inventé le strip-tease, créé un style vestimentaire et inauguré l’ère du renseignement technologique, puisque ce sont les interceptions de la tour Eiffel qui ont Iivré les secrets de l’«agent H 21». Une histoire folle d’une grande modernité.

À partir des archives de la Défense et d’une abondante documentation, Bruno Fuligni révèle la captivante histoire d’une vie faite d’amour, de mensonges et de subterfuges, la vie d’une femme dont le nom est devenu le symbole de l’espionnage au féminin.

Bruno Fuligni
Mata Hari. Les vies insolentes de l’agent H 21
Albums hors série, Gallimard Loisirs
Parution : 12-10-2017
192 pages, ill.,
sous couverture illustrée,
195 x 255 mm, cartonné
Genre : Albums illustrés Thème : histoire
Sous-thème : Temps présent (1914 – XXe s.)
ISBN : 9782742448012
Gencode : 9782742448012
Prix €35,00

new books
fleursdumal.nl magazine

More in: - Book News, - Book Stories, Archive E-F, Art & Literature News, CRIME & PUNISHMENT, FDM in Paris, Mata Hari, WAR & PEACE

Voyage of the Sable Venus and Other Poems by Robin Coste Lewis

Now in paperback, this National Book Award-winning debut poetry collection is a meditation on the black female figure through time.

Robin Coste Lewis’s electrifying collection is a triptych that begins and ends with lyric poems meditating on the roles desire and race play in the construction of the self.

In the center of the collection is the title poem, “Voyage of the Sable Venus,” an amazing narrative made up entirely of titles of artworks from ancient times to the present–titles that feature or in some way comment on the black female figure in Western art.

Bracketed by Lewis’s own autobiographical poems, “Voyage” is a tender and shocking meditation on the fragmentary mysteries of stereotype, juxtaposing our names for things with what we actually see and know. A new understanding of biography and the self, this collection questions just where, historically, do ideas about the black female figure truly begin–five hundred years ago, five thousand, or even longer? And what role did art play in this ancient, often heinous story?

Here we meet a poet who adores her culture and the beauty to be found within it. Yet she is also a cultural critic alert to the nuances of race and desire–how they define us all, including her own sometimes painful history.

Lewis’s book is a thrilling aesthetic anthem to the complexity of race–a full embrace of its pleasure and horror, in equal parts.

Robin Coste Lewis, the winner of the National Book Award for Voyage of the Sable Venus, is the poet laureate of Los Angeles. She is writer-in-residence at the University of Southern California, as well as a Cave Canem fellow and a fellow of the Los Angeles Institute for the Humanities. She received her BA from Hampshire College, her MFA in poetry from New York University, an MTS in Sanskrit and comparative religious literature from the Divinity School at Harvard University, and a PhD in poetry and visual studies from the University of Southern California. Lewis was born in Compton, California; her family is from New Orleans.

Voyage of the Sable Venus
and Other Poems
By Robin Coste Lewis
Paperback
$19.95
Published by Knopf
Nov. 2017
176 Page
ISBN 9781101911204

new books
fleursdumal.nl magazine

More in: - Book News, - Book Stories, Archive K-L, Archive K-L, Art & Literature News

Het diepste blauw (009). Een roman van Ton van Reen

`Hé, Kemp, kom ook op het dak!’ roept Mels, hoewel hij goed weet dat Kemp hoogtevrees heeft. `Je krijgt een kwartje als je bij ons in de goot durft te komen!’

Ze lachen als Kemp met een rooie kop verder loopt. Kemp met zijn witte benen! Kemp met zijn broek die altijd iets te kort is waardoor je de randen van de pijpen van zijn onderbroek kan zien, wat wel heel erg meisjesachtig is.

`Kemp, ben je een jongen of een meisje?’ roept Tijger. `Heb je roze pyjama’s?’ Ze lachen zich een breuk.

Kemp die altijd naar koud vlees ruikt. De hele klas ruikt ernaar. Kemp met zijn bloedeloze gezicht. Kemp die kan fluiten door het spleetje tussen zijn voortanden: dat is dan ook het enige waar hij goed in is. Kemp het onderdeurtje.

Ton van Reen: Het diepste blauw (009)
wordt vervolgd

fleursdumal.nl magazine

More in: - Book Stories, - Het diepste blauw, Archive Q-R, Reen, Ton van

Washington by Eliza Cook

Washington

Land of the West! though passing brief the record of thine age,
Thou hast a name that darkens all on history’s wide page!
Let all the blasts of Fame ring out,—thine shall be loudest far;
Let others boast their satellites,—thou hast the planet star.
Thou hast a name whose characters of light shall ne’er depart;
‘Tis stamped upon the dullest brain, and warms the coldest heart;
A war-cry fit for any land where Freedom’s to be won:
Land of the West! it stands alone—it is thy Washington!

Rome had its Cæsar, great and brave; but stain was on his wreath:
He lived the heartless conqueror, and died the tyrant’s death.
France had its Eagle, but his wings, though lofty they might soar,
Were spread in false ambition’s flight, and dipped in murder’s gore.
Those hero-gods, whose mighty sway would fain have chained the waves-
Who flashed their blades with tiger zeal to make a world of slaves—
Who, though their kindred barred the path, still fiercely waded on.
Oh, where shall be their “glory” by the side of Washington!

He fought, but not with love of strife; he struck but to defend;
And ere he turned a people’s foe, he sought to be a friend:
He strove to keep his country’s right by Reason’s gentle word,
And sighed when fell Injustice threw the challenge—sword to sword.
He stood the firm, the calm, the wise, the patriot and sage;
He showed no deep, avenging hate, no burst of despot rage;
He stood for Liberty and Truth, and daringly led on,
Till shouts of Victory gave forth the name of Washington.

No car of triumph bore him through a city filled with grief;
No groaning captives at the wheels proclaimed him victor-chief:
He broke the gyves of slavery with strong and high disdain;
But cast no sceptre from the links when he had rent the chain.
He saved his land, but did not lay his soldier trappings down,
To change them for a regal vest, and don a kingly crown.
Fame was too earnest in her joy—too proud of such a son—
To let a robe and title mask her noble Washington.

England, my heart is truly thine—my loved, my native earth,—
The land that holds a mother’s grave and gave that mother birth!
Oh, keenly sad would be the fate that thrust me from thy shore,
And faltering my breath that sighed “Farewell for evermore!”
But did I meet such adverse lot, I would not seek to dwell
Where olden heroes wrought the deeds for Homer’s song to tell.
“Away, thou gallant ship!” I’d cry, “and bear me safely on;
But bear me from my own, fair land to that of Washington.”

Eliza Cook
(1818-1889)
Washington

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive C-D, Archive C-D, CLASSIC POETRY

Schubert’s Winter Journey. Anatomy of an Obsession by Ian Bostridge

An exploration of the world’s most famous and challenging song cycle, Schubert’s Winter Journey (Winterreise), by a leading interpreter of the work, who teases out the themes—literary, historical, psychological—that weave through the twenty-four songs that make up this legendary masterpiece.

Completed in the last months of the young Schubert’s life, Winterreise has come to be considered the single greatest piece of music in the history of Lieder. Deceptively laconic—these twenty-four short poems set to music for voice and piano are performed uninterrupted in little more than an hour—it nonetheless has an emotional depth and power that no music of its kind has ever equaled.

A young man, rejected by his beloved, leaves the house where he has been living and walks out into snow and darkness. As he wanders away from the village and into the empty countryside, he experiences a cascade of emotions—loss, grief, anger, and acute loneliness, shot through with only fleeting moments of hope—until the landscape he inhabits becomes one of alienation and despair.

Originally intended to be sung to an intimate gathering, performances of Winterreise now pack the greatest concert halls around the world.

Drawing equally on his vast experience performing this work (he has sung it more than one hundred times), on his musical knowledge, and on his training as a scholar, Bostridge teases out the enigmas and subtle meanings of each of the twenty-four lyrics to explore for us the world

Schubert inhabited, his biography and psychological makeup, the historical and political pressures within which he became one of the world’s greatest composers, and the continuing resonances and affinities that our ears still detect today, making Schubert’s wanderer our mirror.

Ian Bostridge performs regularly throughout Europe, North America and the Far East to outstanding critical acclaim. He read Modern History at Oxford and received a D.Phil in 1990. He is the author of Witchcraft and Its Transformations c.1650-c.1750 and A Singer’s Notebook. He is Humanitas Professor of Music at the University of Oxford and a regular contributor to The Guardian and the TLS. He is married to the writer and critic Lucasta Miller. They live in London with their two children.

Schubert’s Winter Journey
Anatomy of an Obsession
By Ian Bostridge
Paperback
Published on Jan 02, 2018
Published by Vintage
528 Pages
$22.00
ISBN 9780525431800

new books
fleursdumal.nl magazine

More in: # Music Archive, - Book Lovers, - Book News, 4SEASONS#Winter, Archive A-B, Art & Literature News

Paul Bezembinder: Styxoтворение

Styxoтворение

Het was een wat desolate zondagmiddag.
Wij bezochten de dierentuin van Overloon.
Bij het gouden kooitje van het vogelverblijf
beseften wij: poetry, that rare bird, had flown.

Ooit had zij hier haar hoogste vorm gevonden
in een vogellijfje ingepakt in kleurenpracht –
тихотворенье in rumoerig gezelschap
en шумасшествие in de stilte van de nacht.

Zou zij gevlucht zijn of zou zij zijn gevlogen?
Vond het zorgteam haar met haar pootjes omhoog?
Of was ze toch maar paradijsvogel geworden?
Eentje die krijsend naar de onderwereld vloog?

 

Paul Bezembinder
gedicht: Styxoтворение

Paul Bezembinder studeerde theoretische natuurkunde in Nijmegen. In zijn poëzie zoekt hij in vooral klassieke versvormen en thema’s naar de balans tussen serieuze poëzie, pastiche en smartlap. Zijn gedichten (Nederlands) en vertalingen (Russisch-Nederlands) verschenen in verschillende (online) literaire tijdschriften. Voor­beelden van zijn werk zijn te vinden op zijn website, www.paulbezembinder.nl

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive A-B, Archive A-B, Art & Literature News, Bezembinder, Paul, POETRY IN TRANSLATION: BEZEMBINDER

Het diepste blauw (008). Een roman van Ton van Reen

Op de brief die hij naar Mary Wilkington heeft gestuurd, heeft hij nooit antwoord gehad. Natuurlijk was het stom om de brief in het Nederlands te schrijven. En als ze hem al had kunnen laten vertalen, dan moet ze zich rot geschrokken zijn van zijn bewering dat haar vaders ziel in hem voortleefde.

De zin `omdat Johns ziel in mij verder leeft, voel ik me verantwoordelijk voor u en uw zus’ had hij weg moeten laten. Die aanmatigende woorden heeft hij zijn hele leven onthouden. Toen hij twaalf was kon hij zulke ernstige gedachten hebben, denkend dat volwassenen zo dachten. Nu weet hij dat kinderen die volwassenen imiteren, zo dodelijk serieus kunnen zijn dat juist hun ernst hun kind-zijn verraadt.

Hoe hebben de talloze verhalen die hij in zijn jeugd heeft gehoord hem gevormd? De wonderlijke verhalen die hij hoorde van zijn beide grootvaders, de geschiedenissen die Tijger, Thija en hijzelf bij elkaar fantaseerden. Verhalen waarin de realiteit verstrikt was geraakt met de fantasie. Alles wat hij zich herinnerde, had net zo goed waar als gedroomd kunnen zijn.

Is de Mels die in zijn hoofd huist dezelfde als de Mels die hier in bed ligt? Was het voorbestemd dat hij hier zou eindigen, onder de plek waar Wilkington op bed heeft gelegen? Hij kan er met niemand over praten. Niemand zal begrijpen waarover hij het heeft. Mary Wilkington moet hem voor gek hebben versleten. Lizet is er te nuchter voor. Ze droomt niet eens. Ze weet niet wat fantasie is. En zijn dochter heeft zich afgesloten van zijn droomwereld.

Hij luistert naar het tikken in de goot. Een vogel pikt in de bij elkaar gewaaide bladeren. De rottende troep in de goot trekt vogels aan. Merels leven van het kleine ongedierte in afval. De goot zit al jaren verstopt. Vroeger maakte hij hem elk najaar schoon, als de bladeren waren gevallen, maar altijd vóór het invallen van de vorst. Sinds hij niet meer kan lopen, is er niemand meer op het dak geweest. Hij vindt het prettig de vogels zo dichtbij te horen. Het is goed zo. Hij maakt er zich niet meer druk om.

Erger is dat er pannen kapot zijn. In het plafond zitten donkere lekgaten. Vroeger smeerde hij de plekken in met witkalk. De lekken zijn terug. Groter. Hij had die gipsplaten door steviger spul moeten vervangen. Jaar na jaar heeft hij het uitgesteld.

In de laatste maanden heeft zich een geheimzinnige donkerbruine landkaart op het plafond gevormd die hem doet denken aan de landkaarten van zijn grootvader Rudolf. De schoolkaart van Azië. Cambodja, Vietnam, Mongolië. Namen die op de kaft van sprookjesboeken zouden kunnen staan. Koningen van Cambodja. Vissers van Vietnam. Ruiters van Mongolië.

Zelfs in het donker is de kaart in de witte vlakte van het plafond te zien. Vaag toont ze de kusten van een zee, die na elke regenbui iets groter wordt. In elke vierkante centimeter van de landkaart, die in werkelijkheid honderden vierkante kilometers is, leven miljoenen zeedieren. De branding loopt uit op de stranden. Mensen wandelen langs de vloedlijn of vluchten weg voor het opdringende water.

Hij volgt de lijnen van de rivieren op de kaart. Brede stromen waaieren uit in rivierdelta’s. Schepen drijven naar zee. Hij kan ze heel dichtbij halen, alsof hij in zijn hoofd een enorme microscoop heeft, zodat hij zelfs kan zien wat de lading is. Steenkool. Cement. Grind. Of feestvierende mensen op een cruiseschip, stomdronken van verveling. Hij kan hun ogen zelfs uitvergroten en ziet daarin de angst die hen bij elkaar houdt. Er is geen grotere leegte dan in het hoofd van mensen die niets te doen hebben. Dat heeft hij in het revalidatiecentrum gezien. Mensen die wachten op niets omdat ze niets meer te winnen hebben. Ogen die tergend langzaam leeg raken.

De donkere vlekken zijn steden en dorpen. Daar ergens ligt ook zijn eigen dorp aan de rand van de Wijer, de beek die verderop met een rivier samenvloeit die naar zee stroomt. Op de landkaart is zijn dorp niet groter dan een speldenprik. Vandaag of morgen zal het net als alle land verzwolgen worden door het water. Als het buiten waait en de wind de klimop langs de gevel laat ritselen, hoort hij het schreeuwen van de mensen die verdrinken. Zo moeten de uitverkorenen op de ark van Noach het schreeuwen hebben gehoord van de mensen die verdoemd waren omdat ze God niet welgevallig waren. God ontleent zijn macht aan zwarte sprookjes.

Vooral in de dagen dat hij verward is, beleeft hij verhalen. Als in een roes. De dokter zegt dat het komt door een storing in het evenwichtsorgaan. Het is aangetast door een tekort aan bloed, met als gevolg verstoorde zenuwen.

In de dagen dat hij verward is, is de tijd zoek, weet hij niet of het ochtend of avond is. Soms, als zijn hoofd ruist, is het of hij luistert naar een ander. Iemand buiten zijn lijf. Dat kan dagen aanhouden. Dagen dat er niets met hem aan te vangen is en ze hem niet eens aankleden. Bij vlagen is hij zich zo weinig bewust van wat er gebeurt, dat hij niet eens merkt dat hij van bed wordt getild, op de pot wordt gezet en terug in bed wordt gestopt. Soms levert het tekort aan bloed in zijn hersenen hem buien van verstrooidheid op. Dan gaat hij rommelen in de hoofdstukken van het boek dat hij wil schrijven over de geschiedenis van de meelfabriek en husselt alles door elkaar. Lizet kan het allemaal niets schelen. Als hij weer normaal kan denken, treft hij op zijn tafel een puinhoop aan die hij opnieuw moet ordenen. Het hindert de voortgang van het werk enorm. Soms heeft hij hele verscheurde hoofdstukken uit de prullenbak moeten vissen en aan elkaar moeten plakken omdat hij ze had weggegooid. Een enkel hoofdstuk is verdwenen omdat Lizet gewoon de prullenbak had geleegd in de vuilcontainer.

De dokter zegt dat de ader in zijn hals moet worden verwijd, maar dat zoiets veel risico met zich meebrengt. En eigenlijk wil hij het ook niet. Die vaak terugkerende verwardheid in zijn hoofd levert ook mooie beelden op. Beelden waaraan hij hecht, zoals het beeld van de landkaart boven zijn hoofd en de geheime zee. Het is een klein plezier dat hij voor zichzelf alleen heeft. Nog één zo’n storm, waarbij er pannen van het dak waaien, en hij zal met bed en al het huis uit drijven. Door de tuinen die zijn ingenomen door de Wijer, de beek die zichzelf ver boven haar normale hoogte uittilt, en het dorp, dat ze vele jaren heeft gestreeld, met man en muis verzwelgt.

Het beeld van een allesverzwelgende vloed komt vaak terug in zijn hoofd. Hij is niet uitverkoren voor de reddende ark, maar drijft met het kolkende water mee. Het laatste wat hij ziet voor hij ondergaat, zijn Thija en Tijger, aan boord van de boot. Tijger heeft het gezicht van Noach. Thija is zichzelf. Mels roept om hulp, maar de anderen horen hem niet. Ze kijken alleen maar naar elkaar. Om de ramp te voorkomen moeten de kapotte pannen worden vervangen. Wie in het dorp kan een dak repareren? Toen ze nog jongens waren, repareerden Tijger en hij alle daken in de straat. Na elke flinke storm dansten ze als circusartiesten door de goten en over de daknokken om de weggewaaide pannen te vervangen. Zo lenig als apen. Door hun gewaagde kunstjes lieten ze de harten van hun moeders stilstaan.

Vooral als Kemp in de buurt was, haalden ze kunststukjes uit. Om de zoon van de slager uit te dagen.

Hij herinnert zich nog precies hoe Kemp altijd naar hen stond te kijken als hij en Tijger in de goot stonden en langs de dakramen omhoogklommen naar de nok van het dak om de scheefgewaaide pannen bij de schoorsteen recht te leggen of een kauwennest uit het rookkanaal te halen. De piepende jongen gooiden ze vanaf het dak op straat dood en ze beschoten de woedend rondvliegende ouders met hun katapulten. Heksenvogels waren het. Duivels in zwarte pakken. Luchtratten. Voor elke kauw die ze doodden, kregen ze vijf cent beloning. En van de boer aan wie ze de dode dieren verkochten, kregen ze ook een stuiver. De boer hing de vogels, met uitgespreide vleugels, aan een lange paal tussen de erwten of in het koren, als waarschuwing voor de soortgenoten dat ze een rooftocht naar het veld met de dood zouden moeten bekopen.

Wat had Mels zich geërgerd toen Kemp, net vijftien, met kop en schouders boven hem uitgroeide. Twintig geworden had Kemp de slagerij van zijn vader overgenomen. Toen was hij al zo sterk dat hij met de blote vuist in één klap een varken kon doodslaan. Zo sterk dat hij Mels volkomen kon negeren.

Ton van Reen: Het diepste blauw (008)
wordt vervolgd

fleursdumal.nl magazine

More in: - Book Stories, - Het diepste blauw, Archive Q-R, Reen, Ton van

« Read more | Previous »

Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature