Foto Antony Kok – Archief JVK Tilburg
GESCHIEDENIS VAN EEN BIOGRAFIE
Over Antony Kok
Door Jef en Hanneke van Kempen
‘De wereld van heden raast door in Dada’s voetspoor’ is een veel geciteerd aforisme van de dichter Antony Kok, dat hij schreef toen hij al oud was. Maar was Kok ook de Dada-dichter die auteur K. Schippers in hem zag, in zijn lezing ter gelegenheid van de opening van de grote Kok-tentoonstelling in de Stadsschouwburg / Kultureel Sentrum van Tilburg begin 1985? Bedoelde Kok, zoals K. Schippers zei, dat Dada niet behoorde tot een tijd of een plaats? Dat Dada niet gebonden was aan een beweging. Dat Antony Kok met zijn aforisme moet hebben bedoeld, dat Dada stond voor een mentaliteit, die van alle tijden was en van de hele wereld? 1)
Of was Antony Kok de man die alleen door toeval, door het feit dat hij beste vrienden zou worden met enkele van de grootste kunstenaars van de 20ste Eeuw, Theo van Doesburg( (1883 – 1931) en Kurt Schwitters, en in navolging van hen Dada-dichter werd, zoals J.A. Dautzenberg (1944 – 2009) in 1985 – in een paginagroot artikel- in De Volkskrant schreef: Een Dada-dichter die op latere leeftijd verstrikt zou raken in mystiek. 2)
Of is het allebei waar? Wat helpt het de biograaf die al 35 jaar probeert het leven van een ander te ontrafelen? Is het niet zo dat zowel Hugo Bal als Theo van Doesburg aan het eind van hun leven Rooms-katholiek zijn geworden? Daar hoor je nooit veel over.
Ottevanger haalt in haar zeer degelijke, maar weinig empathische brievenboek, zelfs meer dan eens dichter Til Brugman aan, die Antony Kok omschreef als een : ‘Een wezensvreemde man, die hij altijd al geweest was’. Is dat echt zo? 3)
Zoveel schrijvers, zoveel meningen. Kok is de afgelopen jaren gekenschetst als een wereldvreemde, een absurdist, een socialist, een pacifist, een religieus fanaat, een middeleeuwer, een dadaïst en nog zoveel meer.
# LEES HIER VERDER GeschiedenisVanEenBiografie PDF
Jaargang 35 – 2017 – nummer 1
Tijdschrift Tilburg
Jef van Kempen en Hanneke van Kempen:
Geschiedenis van een biografie. Over Antony Kok
En verder o.a.
Petra Robben: Mijmering over een Mondriaan in Tilburg. Internationale Tentoonstelling van Nijverheid, Handel en Kunst, 1913
Niko de Wit: ‘Den Does’, een uitkijktoren voor Tilburg. Een hommage aan Theo van Doesburg
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Antony Kok, Art & Literature News, Bauhaus, BIOGRAPHY, Dada, De Stijl, Doesburg, Theo van, Hanneke van Kempen, Jef van Kempen, Kok, Antony, Kurt Schwitters, Piet Mondriaan, Piet Mondriaan, Schwitters, Kurt, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg
Vertaling van het gedicht Theater van Jef van Kempen in het Zuid-Afrikaans door Bernard Odendaal.
Eerder gepubliceerd door Carina van der Walt in: Versindaba – ‘n Kollektiewe weblog vir die Afrikaanse digkuns –
http://versindaba.co.za/2016/03/31/carina-van-der-walt-jeroen-bosch-se-skilderye/
Theater
Stel je voor: een toneel van dolende nachtvogels
boven een doorweekte woestijn, in een duister
hospitaal voor koortsige landlopers.
Stel je voor: een opera van rondborstige gedrochten,
verwekt in een glazen stolp, amechtig lispelend,
op kromme stelten strompelend, in een vuile
sneeuwjacht van de diepe winter.
Eind goed al goed vonden de trage doden hun draai
en bestegen, tegen de keer, het paard van Troje
en maakten hun dromen waar.
Jef van Kempen
(Uit de bundel ‘Laatste Bedrijf’ 2012)
Teater
Stel jou voor: ’n toneel van dolende nagvoëls
bokant ’n deurweekte woestyn, in ’n donker
hospitaal vir koorsige boemelaars.
Stel jou voor: ’n opera van rondborstige gedrogte
verwek onder ’n glasstolp, uitasem lispelend,
op krom stelte strompelend, morsig aan die
jag in die diepwintersneeuw.
Einde goed alles goed kry die trae dooies hul draai
en bestyg, dwarstrekkerig, die perd van Troje
en maak hulle drome waar.
Vertaling Bernard Odendaal (2016)
FOTO: v.l.n.r. Martin Beversluis, Desmond Painter, Bernard Odendaal, Carina van der Walt, Annelie David, Bert Bevers en Jef van Kempen (foto Nel van Kempen 2015)
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive K-L, Archive O-P, Bernard Odendaal, Bevers, Bert, Beversluis, Martin, Carina van der Walt, Jef van Kempen, Kempen, Jef van, Literaire Salon in 't Wevershuisje, TRANSLATION ARCHIVE
Boekverkoper voor alle seizoenen. Louis Tinner, literaire held van Herman Brusselmans.
Uitgave bij gelegenheid van de manifestatie Boeken rond het paleis 2007.
Boekverkoper voor alle seizoenen is samengesteld door Jef van Kempen uit passages uit de Louis Tinner-romans van Herman Brusselmans.
Boekverkoper voor alle seizoenen
Louis Tinner,
literaire held van Herman Brusselmans
Samengesteld en ingeleid door Jef van Kempen
Boekverkoper voor alle seizoenen is samengesteld
uit passages uit de Louis Tinner-romans
van Herman Brusselmans.
Uitgeverij: Stichting Dr. P.J. Cools
Verschenen: 26 augustus 2007
Oplage: 500 exemplaren
Formaat: 24,5 x 14 cm.
Kartonnen platten met flappen.
Omvang: 32 blz.
ISBN: 978-90-806602-2-9
new books
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book Lovers, - Book News, - Book Stories, Archive A-B, Archive S-T, Herman Brusselmans, Jef van Kempen, Kempen, Jef van, Libraries in Literature
A case of identity:
Lolita
jef van kempen 2010
fleursdumal.nl magazine
More in: Jef van Kempen Photos & Drawings, Photography
A case of identity:
Yoko
jef van kempen 2011
fleursdumal.nl magazine
More in: Jef van Kempen Photos & Drawings, Photography
Op 31 augustus 2014, ter gelegenheid van de 17de editie van Boeken Rond Het Paleis in Tilburg, verschijnt voor het eerst een bundel over de dichter Henri Dolmans (1840-1899)
In dit boek beschrijft auteur en dichter Jef van Kempen het leven en werk van deze Tilburgse dichter, een markante ‘minor poet’ die de negentiende eeuw kleur gaf met zijn vele honderden funeraire gedichten. Henri Dolmans luisterde met de voordracht van zijn op maat geschreven dichtwerk menig begrafenis op, en schreef letterlijk tot aan zijn eigen sterfbed over het onderwerp de dood. Hij werd namelijk op zijn sterfbed gevonden met zijn laatst geschreven gedicht nog in de hand. Het bleek zijn eigen grafgedicht te zijn. Naast een beknopte biografie van Dolmans heeft Jef van Kempen een selectie gemaakt van de vele gedichten die Henri Dolmans heeft nagelaten, zowel van zijn post mortemgedichten als van zijn religieuze en herdenkingsgedichten.
Het Boek met de titel: ‘Henri Dolmans, dichter van jubel en van smart’ is een uitgave van Stichting Cools die werd verzorgd door uitgeverij Art Brut en is verkrijgbaar via de boekhandel.
Jef van Kempen,
Henri Dolmans, dichter van jubel en van smart
Uitgeverij Art Brut 2014
ISBN: 978-90-76326-07-8
(64 p. – geïllustreerd – prijs 10,00 euro)
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Art & Literature News, Galerie des Morts, Henri Dolmans, Jef van Kempen
J.-K. Huysmans à Tilburg
Jef van Kempen
Translated from the Dutch and anotated by Jan Landuydt
[Mechelen / Paris] 2013
A translation into French of a biographical study of Huysmans by Jef Van Kempen. It was first published in the review, Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, in 1988.
The study traces some of Huysmans’ Tilburg ancestors before giving an account of his relationship with his uncle, Constantijn. It details how Huysmans’ controversial work as a writer was viewed by his relatives and how it eventually led to his being effectively cut out of his uncle’s will.
JEF VAN KEMPEN
J.-K. Huysmans à Tilburg (1)
Traduit du néerlandais et annoté par Jan Landuydt
« A propos, ton nom en hollandais est Joris-Karel Huijsmans. Tu as écrit de l’allemand (2) ». C’est par cette remarque que Constantijn Huijsmans conclut sa lettre (3) du 26 décembre 1874 à son neveu (4) français Charles-Marie-Georges Huysmans, fils de son frère Victor, décédé. La raison de la lettre est le début littéraire de son neveu, le recueil de poèmes en prose Le Drageoir à épices, qui vient de paraître en octobre de la même année. La remarque de Constantijn Huijsmans concerne le nom de plume par lequel son neveu, pour mettre en évidence ses origines hollandaises, a par méprise signé son premier livre : Jorris-Karl Huÿsmans. L’auteur corrige ultérieurement son premier prénom (« Jorris » n’existe dans aucune langue), mais non le deuxième. Sous le nom de Joris-Karl Huysmans (5), il va jouer un rôle important dans la littérature française de la fin du dix-neuvième siècle et du début du vingtième. . . . . . . . . . . .
# read more on website www.huysmans.org
fleursdumal.nl magazine for art & literature
More in: Huysmans, Joris-Karl, J.-K. Huysmans, Jef van Kempen, Kempen, Jef van
foto fleursdumal.nl
EXPERIMENTEN BIJ DE SLAGER
Het debuut van Antony Kok
Door Jef van Kempen
Toen Antony Kok (1882-1969) in 1908 werd aangesteld als commies bij de Staatsspoorwegen in Tilburg, betrok hij een kamer boven slagerij De Brouwer op de hoek van de Tuinstraat en de Telefoonstraat. Hij zou het daar tien jaar lang erg naar zijn zin hebben, want hoewel Kok een verstokte vrijgezel was, hield hij van huiselijkheid en gezelligheid. Het was een druk huishouden bij het slagersechtpaar Bernard en Elisabeth de Brouwer. Zij hadden negen kinderen en er woonde ook nog een ongetrouwde broer bij hen in.
Sinds hij in 1914 met Antony Kok bevriend was geraakt, was beeldend kunstenaar, schrijver en dichter Theo van Doesburg een graag geziene gast in de Tuinstraat. Van Doesburg kon daar later nog lyrisch over worden: “Ik ben voortdurend met mijn gedachten te Tilburg. Ik zie voortdurend de Zomerstraat, de Heuvelstraat, de Stationsstraat en niet het minst de Tuinstraat.”
Er werden op Koks kamer heftige discussies gevoerd over literatuur, beeldende kunst en muziek en ze maakten plannen voor een eigen tijdschrift. In 1915 waagde Kok zich onder invloed van zijn vriend aan het schrijven van experimentele klankgedichten, zoals de gedichten De Wisselwachter en Nachtkroeg. Of zo maar een gedicht voor de grap, zoals Klanken. Kok had de door een toevallige voorbijganger uitgesproken zin “De straat daar rechts daar zullen we heen” verkeerd verstaan.
‘t Landschap blonk
in de zonne die zonk
toen kwam ik twee mensen tegen.
“Stratewets da wubbel dahee”.
Ik dacht bij mij zelf,
wat zeggen die twee.
Stratewets da wubbel dahee?
Van Doesburg vond het allemaal prachtig: “Verzen lezen is verzen luisteren. Men leest de woorden en luistert naar den zin er van in zijn binnenste. Zoo heb ik je verzen gelezen: beluisterd”.
In oktober 1917 was het eindelijk zover. Het eerste nummer van het al zo lang geplande tijdschrift verscheen en kreeg de door Kok bedachte naam: De Stijl. Het zou een van de belangrijkste tijdschriften worden uit de Nederlandse kunstgeschiedenis. Antony Kok debuteerde niet met een gedicht maar met een essay: De moderne schilderij in het interieur. Hij zal het ongetwijfeld vol trots aan slager De Brouwer hebben laten zien.
(Brabants Dagblad, 19 juni 2003)
Jef van Kempen: Experimenten bij de slager. Het debuut van Antony Kok
fleursdumal.nl magazine
WEBSITE ANTONY KOK MAGAZINE over De Stijl & DADA
More in: Antony Kok, Dada, De Stijl, Jef van Kempen, Literaire sporen
2e druk
Jef van Kempen
Laatste Bedrijf.
Een keuze uit de gedichten 1962-2012
Uitgeverij Art Brut
ISBN: 978-90-76326-06-1
68 pag.
12,50 euro
Vormgeving Michiel Leenaars
Gedichten en illustraties van Jef van Kempen, J.A. Woolf, Monica Richter & Julia Origo
Op zondag 16 december 2012 vond in Boekhandel Livius in Tilburg de presentatie plaats van de nieuwe bundel van Jef van Kempen: Laatste bedrijf. Een keuze uit de gedichten 1962-2012. Op die bijeenkomst ontving Jef van Kempen uit handen van burgemeester Peter Noordanus de grote zilveren legpenning van de gemeente Tilburg voor zijn verdiensten op het gebied van literatuur en cultuur.
Verder las Ton van Reen zijn verhaal: ‘Jef van Kempen houdt van gedichten’ voor en droeg stadsdichter Esther Porcelijn enkele gedichten en prozateksten van Jef van Kempen voor.
De 2e druk van deze bundel ligt inmiddels in de winkel.
MEER INFORMATIE: magazine@fleursdumal.nl
DE PERS OVER LAATSTE BEDRIJF: “Jef van Kempen is bekender als schrijver van verhalen (…) dan als dichter. Ten onrechte. In zijn rijke en fraai geïllustreerde bundel toont hij zijn veelzijdigheid en belezenheid. Grimmige poëzie, waarin de somberheid en woede alleen in toom worden gehouden door ironie.” (Brabants Dagblad, Miekse van Eck, 3 januari 2013)
2e druk
fleursdumal.nl magazine
More in: J.A. Woolf, Jef van Kempen Photos & Drawings, Kempen, Jef van, Monica Richter, Origo, Julia
Boekpresentatie Jef van Kempen
Op 16 december 2012 vond bij boekhandel Livius in Tilburg de presentatie plaats van de nieuwe dichtbundel van Jef van Kempen. Stadsdichter Esther Porcelijn en Jef van Kempen zelf droegen gedichten voor uit de bundel, die getiteld is: ‘Laatste Bedrijf. Een keuze uit de gedichten 1962-2012′. Verder reikte burgemeester Peter Noordanus aan Jef van Kempen een onderscheiding uit (de grote zilveren legpenning van de gemeente Tilburg) voor zijn verdiensten op het gebied van literatuur en cultuur. Collega-schrijver Ton van Reen hield een boeiende lezing over Jef van Kempen en zijn poëzie.
fleursdumal.nl magazine
More in: Jef van Kempen, Kempen, Jef van, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
Ton van Reen
Jef van Kempen houdt van gedichten
Jef van Kempen houdt van gedichten.
Hoe is dat zo gekomen?
Lang geleden las Jef het gedicht DE MUS van Jan Hanlo. Hij las en beluisterde het goed.
Hij hoorde dit:
DE MUS
Tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp
tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp
tjielp
etcetera.
Let op: het woord ETCETERA hoort bij het gedicht.
Dit etcetera betekent: eindeloos. Het gedicht DE MUS is dus een eeuwigdurend gedicht, dat overgaat van mus op mus.
Toen Jef het gedicht driemaal had gehoord, besloot hij vooral een vervolg te geven aan het laatste woord van het gedicht: etcetera.
Hij schafte vogeltjes aan om ten eeuwigen dage het gedicht van Jan rond te horen zingen.
Dat is nou eens een lesje leren uit de literatuur.
Etcetera, met een mensenleven lang durend vervolg op het getjielp.
Toevallig ben ik erachter gekomen waarom Jan Hanlo dit gedicht schreef.
In de donkere jaren van de wederopbouw na de oorlog gaf Jan les in de Engelse taal aan het instituut Schoevers voor aankomende secretaresses. En als het zo uitkwam gaf hij ook les in boekhouden.
Nu denken veel mensen dat zo’n bestaan voor een dichter vreemd is, maar het karakter van Jan Hanlo een beetje kennend, ik heb hem vaak meegemaakt, begrijp ik heel goed dat hij als dichter het dichtst bij zichzelf was als hij zijn kop vrij had in gebondenheid. De baan als leraar Engels en boekhouden beviel hem, omdat het zo absurd was. Tegen mijn achterneef Peter van Reen, illustrator en tekenaar bij de krant Het Volk, met wie hij bevriend was, zei hij dat alleen structuur het leven zinvol maakte.
Ten tijde van zijn gevangenschap in de klas en de leerlingen debet en credit leerde, moet hij ook naar buiten hebben verlangd. Vaak moet hij mussen aan het schoolraam hebben horen tjielpen en dat moet een zeker verlangen naar vrijheid hebben opgeroepen.
Terwijl hij de leerlingen sommen liet maken, luisterde hij naar de mus en, altijd op zoek naar structuur, zocht hij naar de structuur van het getjielp van het levenslied van de mus op de vensterbank van het klaslokaal.
Hij noteerde de klanken en hoorde zeven varianten, die eindeloos herhaald werden. Dat bracht hem ertoe het woord etcetera toe te voegen aan het klankgedicht over de mus.
Hij was blij, want hij had de structuur betrapt in het gezang van de mus.
Het bleek hem dat de mus niet zomaar wat zong, maar zichzelf oneindig bleef herhalen. Die eeuwige herhaling vatte hij samen in het woord etcetera.
Nu denken velen dat Jan Hanlo een liefhebber van vogels was. Dat was niet zo.
Als hij tijdens zijn lessen aan het Schoeversinstituut, naar buiten kijkend een kraai op een grasveld zou hebben gezien, had hij mogelijk het volgende gedicht geschreven:
Ka ka ka, kaka, krrr krrr , ka
krrr ka, ka krrr,
ka ka ka ka, krrrr , ka ka
krrr krrr krrr, ka
kaka, kaka, krrr, kaka, ka
kakaka, krrr ka, kakakaka, ka
ka
etcetera
Jef, die in de loop der jaren heeft geleerd om met vogels te praten zou dit gedicht als volgt hebben vertaald:
Wat doet die hond op ons grasveld
hij jaagt ons weg, die hond hoort hier niet
wat doet die hond, jaag hem weg
jaag hem de bomen in
die hond hoort hier niet, het gras is van ons
jaag hem de bomen in
wat doet die hond op ons gras
jaag hem weg
jaag hem de bomen in.
wat doet die hond op ons grasveld
wat?
etcetera
Zo is dus niet de kraai maar de mus heel toevallig in de Nederlandse literatuur terechtgekomen, maar had voor hetzelfde geld een kraai het onderwerp van een beroemd gedicht kunnen worden. Het had niet uitgemaakt. Het gedicht blijkt vooral bekend te zijn gebleven door het woord etcetera. Het ging Jan Hanlo in deze alleen om het woord etcetera. Heel tevreden schreef hij dat op, omdat hij de structuur van het vogelliedje had gevonden en hij begreep dat het gedicht eindeloos zou blijken te zijn.
Waarom was Hanlo zo uit op structuur? Waarom dwong hij zichzelf om alles wat hij deed gestructureerd aan te pakken? Tijdens mijn bezoeken aan Hanlo in het poorthuisje in Valkenburg, waar hij woonde in een eenkamervertrek, heb ik dat ontdekt. Hij legde zichzelf structuur op omdat hij geheel ongestructureerd was. En elke keer was hij blij om te ontdekken hoe anderen, in dit geval een mus, structuur aanbrachten in hun leven. Dat was ook de reden waarom hij in een piepklein huisje woonde. Een huis met meerdere vertrekken kon hij niet aan. Hij moest altijd alles onder handbereik hebben. Dat er zich spullen in andere vertrekken zouden bevinden, spullen die hij niet kon zien, was te veel van hem gevraagd.
Door zijn altijddurende jacht naar structuur beperkte hij zijn omgeving tot een steeds kleinere woonomgeving. In dat eenkamerwoninkje moest alles aanwezig zijn. Ook zijn motor.
Een andere reden om structuur aan te brengen was zijn armoe. Hij was zo arm als een rat. Wel beroemd in kleine kring, maar al heel lang zonder werk en af en toe vijf gulden vangend voor een gedicht in een literair tijdschrift. Het Fonds voor de Letteren bestond nog niet. Armoe dwong hem om heel gestructureerd met zijn geld om te gaan.
Waarom deze inleiding over Jan Hanlo als ik praat over het werk van Jef van Kempen?
Er moeten enkele dingen worden rechtgezet.
Jefs lievelingsgedicht is het gedicht De Mus van Jan Hanlo. Maar Jef heeft altijd gedacht dat Jan het gedicht heeft geschreven uit liefde voor de mus.
Niets is minder waar. Zaten er mussen op de vensterbank van zijn woninkje, dan joeg hij ze weg met een nijdig getik tegen het raam.
Het was Jan enkel en alleen te doen om het woord ETCETERA.
Herhaling van altijd hetzelfde: dat was structuur, dat was de structuur die hij voor zichzelf zocht.
Jef hoorde bij het lezen van het gedicht DE MUS inderdaad een tjielpende mus. En dacht dat Hanlo door dat ETCETERA het getjielp van de mus oneindig had willen horen. Waardoor het Jefs lievelingsgedicht werd omdat hij zelf ook oneindig naar het zingen van vogeltjes wilde luisteren. Om het gedicht van Jan Hanlo eindeloos te kunnen horen, schafte hij vogeltjes aan en zette zijn kleine tuin vol met vogelkooien om eindeloos het gedicht DE MUS te kunnen horen.
Vinken, sijsjes, paradijsvogeltjes, ik heb geen idee hoe die vogeltjes allemaal heten, maar vanaf de ontdekking van het gedicht DE MUS werd en wordt er in de kleine tuin van Jef dag en nacht, ETCETERA, gezongen.
Dames en heren, de inspiratie van een dichter kan uit onverwachte bronnen komen.
Jef ging verder dan Jan Hanlo. Niet alleen de vogeltjes en hun gezang boeien Jef, hij luistert naar de taal die zijn vogeltjes zingen. Naar de tekst van het vogellied. Vaak zit hij uren voor het hok, met een blocnote op schoot, te luisteren en streepjes te zetten. De dichter Jef van Kempen is de notulist van vogelcomposities.
Jef heeft ontdekt dat de taal van de vogels ingewikkeld is, maar ook dat er een bepaalde ordening in zit die lijkt op poëzie.
Dat eenmaal ontdekt hebbende blijkt dat, nu zijn verzamelde gedichten verschijnen, de meeste van zijn gedichten zijn ontstaan uit de aanzetten die hij heeft gemaakt in zijn blocnote met aantekeningen van het vogelgefluit in zijn tuin.
Om die vogeltjesteksten voor mensen zichtbaar en hoorbaar te maken, heeft Jef er mensenwoorden bij gevonden, zoals bij het gedicht van de kraaien die de hond op hun grasveld de boom in willen jagen Jef weet de vogeltjesteksten te vertalen naar het menselijk oor.
In aanzet zijn dus al zijn gedichten een vertaling van vogeltjesgefluit.
Zo blijkt dat Jef een dichter is geworden door het eindeloze woord ETCETERA van Jan Hanlo, die met dat woord een gedicht met eeuwigheidswaarde schiep.
Blij door het vertalen van de vogelliedjes in gedichten, ging Jef op zoek naar vergelijkingsmateriaal. Hij ontdekte de ene na de andere dichter die, elk op een eigen manier, de taal van vogels, olifanten, zebra’s en andere spraakmakende dieren opving en bewerkte voor het menselijk oor.
Er ontstond een grote collectie poëzie in huize Van Kempen, tot de kasten ervan uitpuilden. Jef besloot de gedichten die hij in zo’n prachtige vertalingen uit de meest uiteenlopende talen vond, uit te venten naar anderen.
Kortom, hij wilde anderen deelgenoot maken van het ETCETERA van Jan Hanlo.
Zo ontstond zijn weblog KEMPIS.nl.
In alle talen van de wereld vind je op zijn weblog gedichten van poëten, die net als Hanlo op zoek zijn naar iets wat aanvankelijk niet te begrijpen is, maar door de vertaling of de hertaling van de dichter begrijpelijk wordt.
Hanlo, die van kind af aan verdwaald was in het bestaan, was op zoek naar structuur in zijn leven. Pierre Kemp, altijd in het zwart gekleed, was juist op zoek naar kleur ter compensatie van zijn zwart gemoed. Vinkenoog was op zoek naar de structuur van het telefoonboek, omdat hij met alle mensen in de wereld in gesprek wilde blijven. Rilke was altijd op zoek naar de geluiden van de liefde.
Elke dichter blijkt op zoek te zijn naar iets dat aanvankelijk voor hem geheimzinnig is en dat hij wil bewoorden, waardoor hij er vertrouwd mee raakt.
Zo is Jef de verklanker geworden van de vogeltjestaal, maar ook van de taal van zijn omgeving. En dat is, in de ruimste zin, de stad Tilburg.
Ik besluit met een gedicht uit de bundel van Jef dat hij ook zelf heeft terugvertaald naar de taal van de vogels:
LANDSCHAP
Duizend kraaien
in de oude berk
tekenen
de grijze lucht
Deze leegte
had ik
niet vermoed
En nu het gedicht zoals het door Jef aan de vogels wordt verteld:
Bliep bliep tjiep, rrrrr
tjielp tjielp piep
piep piep piep piep
tjielp piep piep
rrrrr rrrrr piep tjielp piep
pieppiep rrrrrrr
hiep hiep tjielp piep
pieppiep piep rrrrrrrr
piep
etcetera
Zo vertelt Jef in de in hem opkomende gedichten aan de Tilburgse vogeltjes. De vogeltjes die in zijn tuintje zitten, de vogeltjes in het struikgewas rond de Hasseltse Kapel, het vogeltje dat doorklinkt in het gefluit van een vrolijke student op de fiets op weg naar school.
Kortom, voor al het gezang en getjielp dat Tilburg heet.
Jef heeft goed naar Jan Hanlo geluisterd. Hij heeft goed naar de vogeltjes geluisterd.
Wie Jef door Tilburg ziet dwalen en hem vreemde klanken hoort uitstoten, moet niet denken dat hij gek geworden is. Hij communiceert met de vogels.
ETCETERA. En dat nog vele jaren.
Op zondag 16 december 2012 vond in Boekhandel Livius in Tilburg de presentatie plaats van de nieuwe bundel van Jef van Kempen: Laatste bedrijf. Een keuze uit de gedichten 1962-2012. Op die bijeenkomst ontving Jef van Kempen uit handen van burgemeester Peter Noordanus de grote zilveren legpenning van de gemeente Tilburg voor zijn verdiensten op het gebied van literatuur en cultuur. Ton van Reen las zijn verhaal: ‘Jef van Kempen houdt van gedichten’ voor.
Jef van Kempen: Laatste Bedrijf. Een keuze uit de gedichten 1962-2012. Uitgeverij Art Brut – ISBN: 978-90-76326-06-1 / 68 pag. – 12,50 euro – geïllustreerd, 24×15 cm / Gedichten en illustraties van Jef van Kempen / Vormgeving Michiel Leenaars / In de bundel zijn tevens een aantal bijdragen opgenomen van Julia Origo, Monica Richter en J.A. Woolf.
Foto’s: Hans Hermans, Joep Eijkens, Peter IJsenbrant
fleursdumal.nl m a g a z i n e
More in: Jef van Kempen, Kempen, Jef van, Reen, Ton van, Reen, Ton van
Grote zilveren legpenning van de gemeente Tilburg voor de verdiensten van Jef van Kempen op het gebied van literatuur en cultuur
Jef van Kempen heeft op zondag 16 december 2012 een gemeentelijke onderscheiding ontvangen voor zijn jarenlange inzet voor het Tilburgse literaire en culturele leven. Hij kreeg de grote zilveren legpenning van de gemeente Tilburg uit handen van burgemeester Peter Noordanus. Dat gebeurde op 16 december in boekhandel Livius in Tilburg, tijdens de presentatie van de nieuwe bloemlezing uit de verzameld gedichten van Jef van Kempen.
Jef van Kempen is al sinds 1962 actief in het Brabantse, en meer bijzonder het Tilburgse literaire en culturele leven. Zijn loopbaan is bijzonder: veertig jaar lang werkte hij in de Tilburgse metaalsector. Daarnaast heeft hij bijzonder veel artikelen, gedichten, literair-historische essays, teksten en bundels uitgebracht. Zijn werk werd onder meer gepubliceerd in Brabant Cultureel, het Brabants Dagblad, Tilburg (tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur), Actum Tilliburgis, Tilburg Magazine, Rijmtijd (tijdschrift Gezellestudie), DWB en De Parelduiker.
Veel van zijn artikelen gaan over in vergetelheid geraakte literair-historische figuren, zoals Dr. P.J. Cools, Henri Dolmans, Antony Kok en de schrijvers van de kunstbeweging en het gelijknamig tijdschrift De Stijl. Met zijn beschouwingen over de Tilburgse volkscultuur bereikte hij een breed en trouw lezerspubliek door alle lagen van de bevolking heen.
Sinds enige jaren is Jef van Kempen de drijvende kracht achter het online magazine KEMP=MAG (kempis.nl). Het is een van de meest bezochte poëziewebsites van Nederland en België. Veel bekende en onbekende dichters krijgen hier een podium voor hun werk. Het ondersteunen van onbekend en vaak nog jong talent is een van zijn andere bijzondere verdiensten. Al meer dan veertig jaar helpt Jef van Kempen hen om een plek te veroveren in de lokale of landelijke literaire wereld.
Van Kempen is één van de smaakmakers van de lokale cultuur. Zo helpt hij bij het organiseren van tentoonstellingen en symposia en was hij betrokken bij het opzetten van de grootste boekenmarkt van Zuid-Nederland in Tilburg. Verder was hij jarenlang bestuurslid van o.a. Amnesty International Nederland, Stichting Dr. P.J. Cools en de beheersstichting van de Hasseltse Kapel.
Jef van Kempen heeft met al deze werkzaamheden een bijzondere bijdrage aan de Tilburgse samenleving geleverd en doet dat nog steeds. Voor deze verdiensten krijgt hij de grote zilveren legpenning van de gemeente Tilburg.
(persbericht)
Op zondag 16 december 2012 vond in Boekhandel Livius in Tilburg de presentatie plaats van de nieuwe bundel van Jef van Kempen: ‘Laatste bedrijf. Een keuze uit de gedichten 1962-2012’. Op die bijeenkomst ontving Jef van Kempen uit handen van burgemeester Peter Noordanus de grote zilveren legpenning van de gemeente Tilburg voor zijn verdiensten op het gebied van literatuur en cultuur.
Verder las Ton van Reen zijn verhaal: ‘Jef van Kempen houdt van gedichten’ (morgen op deze website) en stadsdichter Esther Porcelijn droeg enkele gedichten en prozateksten van Jef van Kempen voor.
photos: joep eijkens
Jef van Kempen: Laatste Bedrijf. Een keuze uit de gedichten 1962-2012
Uitgeverij Art Brut – ISBN: 978-90-76326-06-1 / 68 pag. – 12,50 euro – geïllustreerd, 24×15 cm / Gedichten en illustraties van Jef van Kempen / Vormgeving Michiel Leenaars / In de bundel zijn tevens een aantal bijdragen opgenomen van Julia Origo, Monica Richter en J.A. Woolf.
fleursdumal.nl magazine
More in: Jef van Kempen, Jef van Kempen Photos & Drawings, Kempen, Jef van
Thank you for reading FLEURSDUMAL.NL - magazine for art & literature