Charles Kingsley
(1819-1875)
Young And Old
When all the world is young, lad,
And all the trees are green;
And every goose a swan, lad,
And every lass a queen;
Then hey for boot and horse, lad,
And round the world away;
Young blood must have its course, lad,
And every dog his day.
When all the world is old, lad,
And all the trees are brown;
And all the sport is stale, lad,
And all the wheels run down;
Creep home, and take your place there,
The spent and maimed among:
God grant you find one face there,
You loved when all was young.
Charles Kingsley poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive K-L, CLASSIC POETRY
Hendrik Marsman
(1899-1940)
Herinnering aan Holland
Denkend aan Holland
zie ik brede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hoge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,
boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een groots verband;
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.
Hendrik Marsman poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, Marsman, Hendrik
LUSTWARANDE ’15: RAPTURE & PAIN – PARK DE OUDE WARANDE TILBURG NL – 5TH EDITION INTERNATIONAL SCULPTURE EXHIBITION – 27-06 TM 27-09 / 2015
Begonnen in 2000 heeft Lustwarande in park De Oude Warande in Tilburg zich na vier edities inmiddels bewezen als een van de belangrijkste internationale buitenexposities in Nederland. In de zomer van 2015 vindt de vijfde editie plaats, Lustwarande ’15 – Rapture & Pain. Deze tijdelijke voltooiing van het Barokke sterrebos toont opnieuw een stand van zaken in de ontwikkelingen in de internationale hedendaagse sculptuur. Rode draad in deze editie is de sociale kritiek die in de werken besloten ligt, waarbij uitingen van hoop over de toekomst afgewisseld worden met uitingen van twijfel over de hedendaagse vooruitgang. Vijfentwintig kunstenaars uit een groot aantal landen zullen overwegend nieuw werk presenteren, dat speciaal in het kader van Lustwarande ’15 gemaakt is.
Lustwarande ’15 is gratis toegankelijk en trekt sinds 2008 meer dan 100.000 bezoekers.
Lustwarande: De Oude Warande werd in 1712 aangelegd door de Duitse prins Wilhelm Von Hessen-Kassel, op dat moment heer van de heerlijkheid Tilburg en Goirle. Hij liet het bos aanleggen volgens de laatste tuinmode, de Barok. Warande is afgeleid van het Franse varenne, wat jacht- of lustbos betekent. Het hoofdontwerp is een sterrebos, terwijl de paden van de vier kwadranten aangelegd zijn in verschillende geometrische vormen, waardoor het padenstelsel een doolhof vormt. Dergelijke parken werden gewoonlijk verlevendigd met sculpturen, grotten en vijvers. In De Oude Warande zijn geen overblijfselen van beelden gevonden. Gedurende de 19e eeuw wisselde de Warande enkele malen van eigenaar. In 1952 werd de gemeente Tilburg eigenaar van De Oude Warande. Sinds 2000 voltooit Fundament dit best bewaarde Barokke sterrebos van Nederland om de drie à vier jaar tijdelijk met een internationale groepstentoonstelling, Lustwarande.
Lustwarande ’15 – Rapture & Pain: Evenals voorgaande edities laat Lustwarande ’15 – Rapture & Pain een uitsnede zien van de ontwikkelingen in de internationale hedendaagse sculptuur, in de ruimste zin van het woord. Nu deze gedurende het eerste decennium van de 21ste eeuw zijn waardering volledig herworven heeft, hetgeen blijkt uit de talrijke presentaties wereldwijd en uit het feit dat steeds meer kunstenaars, onder wie veel jonge talenten, sculptuur in hun oeuvre incorporeren, dient er tegelijkertijd geconstateerd te worden dat er zich sinds de vroege jaren ’10 geen noemenswaardige nieuwe ontwikkelingen binnen het genre hebben voorgedaan; in het continuerende (her)onderzoek naar het Modernisme (reloading Modernism / Altermodernism, Nicolas Bourriaud (2005)) zijn alle denkbare vormen van sculptuur breed verkend en worden ze veelvuldig en onophoudelijk toegepast.
Lustwarande ’15 pretendeert daarom niet zozeer nieuwe tendensen te tonen, maar zal vooral ingaan op de relatie die de hedendaagse sculptuur heeft met de tijd en de zeitgeist. Sociale kritiek en maatschappelijk commentaar door middel van esthetiek in de (beeldende) kunst zijn niets nieuws, maar een hernieuwde topicalisering hiervan kan binnen de gewijzigde maatschappelijke kaders een revitaliserend effect hebben. Een actuele analyse van haar maatschappelijke wortels kan terrein herwinnen voor de kunst en, uiteindelijk, ook maatschappelijk gewin opleveren.
Een dergelijke perspectief, waarbij de blik niet langer hoofdzakelijk gericht is op formele aspecten of op specifiek inhoudelijke karakteristieken, lijkt in eerste instantie slechts te kunnen resulteren in een extreem kaleidoscopisch kader, waarin geen houvast lijkt te ontwaren. Formele kenmerken als ook inhoudelijke thema’s en vraagstukken lijken over elkaar heen te buitelen. Het is echter de in de afzonderlijke werken besloten sociale kritiek die hen uiteindelijk bindt. Deze sociale kritiek is niet eenduidig maar vormt een verglijdende schaal, waarbij pessimisme en optimisme, twijfel over de toekomst en het geloof erin, de uitersten vormen.
Rapture & Pain zal gaan over hedendaagse vooruitgangsgedachten, waarbij expressies van hoop, extase en utopie afgewisseld worden met uitingen van twijfel, angst en decadentie. Daarbij gaat het zelden om tegenovergestelde waarden. Veel eerder dienen de diverse uitingen van sociale kritiek gelocaliseerd te worden in het brede middenspectrum, waar ze zowel divergeren als convergeren, net zoals extase en pijn niet zelden in elkaars verlengde liggen.
Deelnemende kunstenaars: Paweł Althamer (PL) – Atelier van Lieshout (NL) – Kevin van Braak (NL) – Tim Breukers (NL) – Tom Burr (USA) – Jake & Dinos Chapman (GB) – Marvin Gaye Chetwynd (GB) – Baptiste Debombourg (F) – Feipel & Bechameil (LUX/F) – Roger Hiorns (GB) – Alex Hoda (GB) – Jessica Jackson Hutchins (USA) – Michael Johansson (S) – Folkert de Jong (NL) – Juliana Cerqueira Leite (USA) – Gabriel Lester (NL) – Wilhelm Mundt (D) – Jan van Oost (B) – Arne Quinze (B) – Ugo Rondinone (CH) – Daniel Roth (D) – Eva Rothschild (IRL) – Thomas Schütte (D) – William Tucker (GB/USA)
Nevenexpositie, public program en educatie: In Museum De Pont zal er van één van de deelnemende kunstenaars additioneel werk gepresenteerd worden. Het public program zal bestaan uit lezingen door deelnemende kunstenaars en meet-the-artists rondleidingen tijdens de inrichting van de expositie. Voor het kunstonderwijs vinden er masterclasses door deelnemende kunstenaars plaats, voor het middelbaar onderwijs komt er een online educatief project.
LUSTWARANDE ’15: RAPTURE & PAIN – 5TH EDITION INTERNATIONAL SCULPTURE EXHIBITION – 27-06 TM 27-09 / 2015 – PARK DE OUDE WARANDE – TILBURG NL
Openingstijden: ma t/m zo van 11.00 tot 17.00
Ingang: hoek Bredaseweg – Warandelaan – Tilburg
Toegang: gratis
Informatiegids met plattegrond: 10e
www.lustwarande15.nl
www.fundamentfoundation.nl
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Dutch Landscapes, FDM Art Gallery, Fundament - Lustwarande, Sculpture
Ernest Dowson
(1867-1900)
Amor Umbratilis
A gift of Silence, sweet!
Who may not ever hear;
To lay down at your unobservant feet,
Is all the gift I bear.
I have no songs to sing,
That you should heed or know:
I have no lilies, in full hands, to fling
Across the path you go.
I cast my flowers away,
Blossoms unmeet for you!
The garland I have gathered in my day;
My rosemary and rue.
I watch you pass and pass,
Serene and cold: I lay
My lips upon your trodden, daisied grass,
And turn my life away.
Yea, for I cast you, sweet!
This one gift, you shall take:
Like ointment, on your unobservant feet,
My silence, for your sake.
Ernest Dowson poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive C-D, Dowson, Ernest
Freda Kamphuis: Ave Maria Vice Versa – typografische collage – 2015
fleursdumal.nl magazine
More in: Freda Kamphuis, Freda Kamphuis, Kamphuis, Freda
Edward Lear
(1812-1888)
The Owl and The Pussy-Cat
I
The Owl and the Pussy-cat went to sea
In a beautiful pea-green boat,
They took some honey, and plenty of money,
Wrapped up in a five-pound note.
The Owl looked up to the stars above,
And sang to a small guitar
‘O lovely Pussy! O Pussy, my love,
What a beautiful Pussy you are,
You are,
You are!
What a beautiful Pussy you are!
II
Pussy said to the Owl, ‘You elegant fowl!
How charmingly sweet you sing!
O let us be married! too long have we tarried;
But what shall we do for a ring?’
They sailed away, for a year and a day,
To the land where the Bong-tree grows
And there in the wood a Piggy-wig stood
With a ring at the end of his nose,
His nose,
His nose,
With a ring at the end of his nose.
III
‘Dear Pig, are you willing to sell for one shilling
Your ring?’ Said the Piggy, ‘I will.’
So they took it away, and were married next day
By the Turkey who lives on the hill.
They dined on mince, and slices of quince,
Which they ate with a runcible spoon;
And hand in hand, on the edge of the sand,
They danced by the light of the moon,
The moon,
The moon,
They danced by the light of the moon.
Edward Lear poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive K-L, Edward Lear, LIGHT VERSE
Rainer Maria Rilke
(1875-1926)
Auf einmal
I
Auf einmal faßt die Rosenpflückerin
die volle Knospe seines Lebensgliedes,
und an dem Schreck des Unterschiedes
schwinden die [linden] Gärten in ihr hin
II
Du hast mir, Sommer, der du plötzlich bist,
zum jähen Baum den Samen aufgezogen.
(innen Geräumige, fühl in dir den Bogen
der Nacht, in der er mündig ist.)
Nun hob er sich und wächst zum Firmament,
ein Spiegelbild das neben Bäumen steht.
O stürz ihn, daß er, umgedreht
in deinen Schoß, den Gegen-Himmel kennt,
in den er wirklich bäumt und ragt.
Gewagte Landschaft, wie sie Seherinnen
in Kugeln schauen. Jenes Innen
in das das Draußensein der Sterne jagt.
[Dort tagt der Tod, der draußen nächtig scheint.
Und dort sind alle, welche waren,
mit allen Künftigen vereint
Und Scharen scharen sich um Scharen
wie es der Engel meint.]
III
Mit unsern Blicken schließen wir den Kreis,
daß weiß in ihm wirre Spannung schmölze.
Schon richtet dein unwissendes Geheiß
die Säule auf in meinem Schamgehölze.
Von dir gestiftet steht des Gottes Bild
am leisen Kreuzweg unter meinem Kleide;
mein ganzer Körper heißt nach ihm. Wir beide
sind wie ein Gau darin der Zauber gilt.
Doch Hain zu sein und Himmel um die Herme
das ist an dir. Gieb nach. Damit
der freie Gott inmitten seiner Schwärme
aus der entzückt zerstörten Säule tritt.
IV
Schwindende, du kennst die Türme nicht.
Doch nun sollst du einen Turm gewahren
mit dem wunderbaren
Raum in dir. Verschließ dein Angesicht.
Aufgerichtet hast du ihn
ahnungslos mit Blick und Wink und Wendung.
Plötzlich starrt er von Vollendung,
und ich, Seliger, darf ihn beziehn.
Ach wie bin ich eng darin.
Schmeichle mir, zur Kuppel auszutreten:
um in deine weichen Nächte hin
mit dem Schwung schoßblendender Raketen
mehr Gefühl zu schleudern, als ich bin.
V
Wie hat uns der zu weite Raum verdünnt.
Plötzlich besinnen sich die Überflüsse.
Nun sickert durch das stille Sieb der Küsse
des bittren Wesens Alsem und Absynth.
Was sind wir viel, aus meinem Körper hebt
ein neuer Baum die überfüllte Krone
und ragt nach dir: denn sieh, was ist er ohne
den Sommer, der in deinem Schoße schwebt.
Bist du’s bin ich’s, den wir so sehr beglücken?
Wer sagt es, da wir schwinden. Vielleicht steht
im Zimmer eine Säule aus Entzücken,
die Wölbung trägt und langsamer vergeht.
VI
Wem sind wir nah? Dem Tode oder dem,
was noch nicht ist? Was wäre Lehm an Lehm,
formte der Gott nicht fühlend die Figur,
die zwischen uns erwächst. Begreife nur:
das ist mein Körper, welcher aufersteht.
Nun hilf ihm leise aus dem heißen Grabe
in jenen Himmel, den ich in dir habe:
daß kühn aus ihm das Überleben geht.
Du junger Ort, der tiefen Himmelfahrt.
Du dunkle Luft voll sommerlicher Pollen.
Wenn ihre tausend Geister in dir tollen,
wird meine steife Leiche wieder zart.
VII
Wie rief ich dich. Das sind die stummen Rufe,
die in mir süß geworden sind.
Nun stoß ich dich Stufe ein um Stufe
und heiter steigt mein Samen wie ein Kind.
Du Urgebirg der Lust: auf einmal springt
er atemlos zu deinem innern Grate.
O gieb dich hin, zu fühlen wie er nahte;
denn du wirst stürzen, wenn er oben winkt.
Rainer Maria Rilke: [Sieben Gedichte], aus: R. M. Rilke: Werke. Kommentierte Ausgabe in vier Bänden. Bd. 2, Frankfurt/Main; Leipzig 1996
Rainer Maria Rilke poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive Q-R, Rilke, Rainer Maria
`Ik wil het niet op mijn geweten hebben’, zei hij schamper. `De mensen hebben me vaker uitgelachen als ik hun iets voorspelde wat niet in hun straatje te pas kwam. Ze wilden niet in hun ongeluk geloven. En later scholden ze me uit omdat alles uitkwam zoals ik het hun had gezegd.
Ik zeg maar niks meer, meid, helemaal niks meer.’ `Ik wil het weten’, riep ze geschrokken. `Wat doet het er allemaal toe!’ riep hij uit, `de werkelijkheid bestaat toch pas achteraf.’ Toen lachte hij. Hij lachte breed. Hij leek te genieten van wat hij wist over de toekomst van de cafémeid. Door het voor haar geheim te houden had hij altijd een troef onder tafel voor het geval hij haar ergens voor nodig had. Hoe langer hij zou zwijgen, des te meer zou ze ervoor overhebben om dit geheim aan de weet te komen. Toen sprong hij op zijn ezel. Het arme dier leek bij dit onverwachte gewicht door zijn poten te zakken. Elysee schopte het dier met de hakken in de zij en stuurde het langs Céleste en de kinderen heen naar buiten. Hij sloeg de ezel met de vlakke hand op de schoft, alsof hij haast had om weg te komen. De anderen volgden hem naar buiten. Op de pomp afkoersend draaide Elysee zich naar haar om. Maakte een vaag armgebaar dat het hele dorp, het land, de bossen en de rivier insloot. Schudde misprijzend zijn hoofd. Keek weer voor zich. Liet zich, op zoek naar afkoeling, met al zijn kleren aan van de ezelsrug in de pompbak glijden. `Wat wil hij toch?’ vroeg Angela. Céleste haalde haar schouders op. Ze begreep niet veel van de bedoelingen van de man, maar hij maakte haar wel ongerust. Door het vreemde gedoe met de waarzegger waren de kinderen het spel vergeten.
Terwijl Céleste van een afstand naar de in het water spartelende man keek, vingen ze lieveheersbeestjes die, bladluizen vretend, langs graspijpen klommen en die er voor de gretige kindervingers vandoor trachtten te gaan. Céleste ging terug naar het café en liet de hond uit. Het dier stormde rond het plein. Jagend achter een denkbeeldige haas schoot hij onder het bed van de zieke jongen door. Hij herkende de geur van het kind. Kwam jankend terug en sprong tegen het bed op om de jongen te bereiken. De rondstuivende kraaien joegen hem terug, waarna hij in paniek de slagerswinkel binnenschoot en door de bakkerij weer naar buiten vloog. In beide zaken het vloeken en krijsen achterlatend van geschrokken winkeliers en klanten. Hij rende recht op Céleste af, minderde vaart, draaide nog enkele korte rondjes tussen de struiken in de caféhof, gromde even naar de vier kaarters en verdween weer naar binnen. De oude mannen, die al met verhitte koppen zaten te spelen, hoewel het nog lang geen middag was, hadden weinig gemerkt van het gedrag van de hond en riepen om de volgende fles jenever. Kaffa knipte zijn mes open, voelde of er braam op de snede zat en hield het lemmet tegen de zon om te kijken of het scherp genoeg was. Zag in een wolk van duiven de twee oude bedelwijfjes, van wie niemand wist waar ze vandaan kwamen. Het zouden heksen kunnen zijn. Ze schoven langs de gevels in de richting van de slagerswinkel. Hun hand recht vooruit, tastend alsof ze blind waren. Toch moesten ze alles goed kunnen zien met hun grote, schitterende ogen. Ze liepen gelijk op, gelijk de benen verplaatsend. Even zwart en even oud. Even geheimzinnig als indringend. Om van hen af te zijn gooide de slager hun stukken gerookte worst toe, die ze dankbaar opvingen. Heel handig, getraind in het vangen, alsof hun altijd alles werd toegeworpen. Hun weg langs de gevels vervolgend aten ze haastig, alsof ze bang waren dat de slager spijt zou krijgen van zijn gift en hun de worst weer afhandig zou maken. Kaffa wette het mes. Eerst op een steen. Daarna in de palm van zijn hand. Hurkte onder de meidoorn en trok een cirkel in het zand. Deelde de cirkel in twee gelijke helften en had zo twee landen. Terwijl hij twee lucifers nam en elk in een van de landen legde, scheet de buizerd een tak in de meidoorn vol en maakte Elysee een einde aan zijn bad. De waarzegger klom uit de pompbak en sprong met zijn natte kleren op de ezel, wiens poten scheef stonden door kalkgebrek, Engelse ziekte en ouderdom. Minzaam als een koning knikte de waarzegger naar iedereen. Ook naar opoe Ramesz en haar Jacob. Hij trok zich er niets van aan dat niemand hem teruggroette, noch deerde hem het geroddel van de wijven in de winkels. Alleen opoe Ramesz leek hem te groeten. Plotseling zei ze wat. Voor het eerst vandaag. Niemand verstond haar, al deed het Elysee toch goed dat iemand een mond opendeed. Dankbaar zwaaide hij haar nog eens extra gedag. Maar heel waarschijnlijk had opoe Ramesz, op het moment dat Elysee haar passeerde, alleen maar geprobeerd te vertellen dat ze het koud had. Ze zat te klappertanden in de zon. Er kwam geen rook meer uit haar kleren. Het stoofje was uit. De kolen waren op.
Ton van Reen: Landverbeuren (29)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine
More in: - Landverbeuren, Reen, Ton van
Isabella Valancy Crawford
(1846–1887)
His Wife And Baby
In the lone place of the leaves,
Where they touch the hanging eaves,
There sprang a spray of joyous song that sounded sweet and sturdy;
And the baby in the bed
Raised the shining of his head,
And pulled the mother’s lids apart to wake and watch the birdie.
She kissed lip-dimples sweet,
The red soles of his feet,
The waving palms that patted hers as wind-blown blossoms wander;
He twined her tresses silk
Round his neck as white as milk
‘Now, baby, say what birdie sings upon his green spray yonder.’
‘He sings a plenty things
Just watch him wash his wings!
He says Papa will march to-day with drums home through the city.
Here, birdie, here’s my cup.
You drink the milk all up;
I’ll kiss you, birdie, now you’re washed like baby clean and pretty.’
She rose, she sought the skies
With the twin joys of her eyes;
She sent the strong dove of her soul up through the dawning’s glory;
She kissed upon her hand
The glowing golden band
That bound the fine scroll of her life and clasped her simple story.
Isabella Valancy Crawford poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive C-D, CLASSIC POETRY
Waartoe zijn wij?
De deur dichtdoen en weer open,
verliefd zijn en verliezen leren,
de schaamte uit de kleren helpen,
af en toe een paperclip verbuigen,
het kind dat later weg zal lopen
wassen, de planeet ontluisteren,
slapen gaan en soms ontwaken,
zo nu en dan een ui verplanten,
hier en daar een oorlog beginnen,
of nog een, een droom begraven,
van huid veranderen, de kraan
openzetten en niet meer sluiten –
Sjon Brands
“De Tilburgse kunstenaar Sjon Brands maakt dadaïstische paradijsvogels. Absurde wezens samengesteld uit metalen gebruiksvoorwerpen, radiobuizen, struisvogelveren, pollepels, enz. Vogels die regelrecht uit het surrealistisch rariteitenreservaat van Jeroen Bosch fladderen.”
Het is een bos bonte karikaturen van ons bestaan, een vrolijke verzameling menselijke eigenaardigheden en ondeugden, die het leven soms hard, maar alleszins de moeite waard maken. Zie: www.sjonbrands.nl/vogels
‘Odd|Birds|on|the|Move’ is een project groteske ‘luchtschepen’, grote dynamische vogels met wonderlijke bouwsels en zonderlinge vogeltjes. Zie: www.sjonbrands.nl/airships
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Brands, Sjon, Theater van de Verloren Tijd
ARTSPACEFLIPSIDE
18 maart t/m 25 april 2015
“DAAR WAAR HET SCHIP STRANDT”
18 maart 20.30 tarwelaan 56a eindhoven
ART-TOONS & SPOTPRENTEN
VAN DE TILBURGSE SCHOOL
te zien in eindhoven
met :
WALTER KERKHOFS
MARJOLEIN SCHALK
PAUL SCHEEPERS
LEONARD BEDAUX
GOOF SALIMANS
CAMILLE DINGS
MR FANTASY
ROEL SLOOT
WOBBY
MOEDARS
JOOP HORST
NICK J SWARTH
SL TRUMPSTEIN
IVO VAN LEEUWEN
JEROEN DE LEIJER
OPENING 18 MRT 2015 20.30
(V.A. 18 UUR RESTAURANT
– ABDOEL&KLOMPEN MET
– KABAS (BE)
– THE FLIPSIDE PARADOX NL/BE)
DE TENTOONSTELLING IS OOK TE BEZICHTIGEN OP
WOENSDAG 13.30-17.00
ZATERDAG EN ZONDAG 13.00-17.00
FINISSAGE 25 APR RESTAURANT 18.00
AANVANG 20.30 MET
EL CANTINA & TRANSLUV AIRLINES
ZONDAG 12 APR ‘DOMME VRAGEN’
V.A. 14.00 WORKSHOP DOOR MARGRIET KICK-ASS
‘HOE EN WAT MET KUNST’
# MEER INFO WEBSITE ARTSPACEFLIPSIDE.NL
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Exhibition Archive, Ivo van Leeuwen, Nick J. Swarth, The talk of the town
Elke twee jaar draagt de stadsdichterscommissie een kandidaat voor het stadsdichterschap van Tilburg voor. De zevende Stadsdichter van Tilburg wordt in augustus 2015 geïnstalleerd tijdens Boeken rond het Paleis.
Het college benoemde eerder tot Stadsdichter van Tilburg:
JACE van de Ven (2003-2005), Nick J. Swarth (2005-2007), Frank van Pamelen 2007-2009), Cees van Raak (2009-2011), Esther Porcelijn (2011-2013) en de huidige stadsdichter Jasper Mikkers (2013-2015).
De procedure is als volgt:
Eind april en begin mei beraadslaagt de stadsdichterscommissie over de kandidatuur.
De potentiële stadsdichter hoeft niet zelf te solliciteren. Van de stadsdichterscommissie wordt verwacht dat ze een goed beeld heeft van de dichters in de stad.
Aan de andere kant wordt de commissie graag geholpen bij haar taak. Het kan immers zo zijn dat aanstormend talent nog niet voldoende in beeld is, dat gevestigde dichters na een periode van radiostilte de pen weer opgepakt hebben of dat kandidaten die (een tijdje) buiten de stad gewoond hebben, zich weer in de gemeente Tilburg hebben gevestigd.
De commissie wil daarom Tilburgers de gelegenheid geven de commissie te attenderen op mogelijke kandidaten. Iedereen die dat wil kan dat doen door vóór 15 april 2013 een mail te sturen aan het e-mail adres van de ambtelijk secretaris van de commissie: marijn.gevers@tilburg.nl
Alle namen die op deze wijze binnenkomen, worden doorgeleid naar de stadsdichterscommissie en zullen in de beraadslagingen worden betrokken.
De criteria waar de Stadsdichter aan moet voldoen zijn:
◊ Woonachtig zijn in Tilburg;
◊ Reeds hebben gepubliceerd van werk (poëzie) of reeds hebben opgetreden met zijn/ haar werk;
◊ Aantoonbare brede kennis hebben van en/ of liefde voelen voor Tilburg en zijn geschiedenis;
◊ Ook een dichterscollectief kan zich aanmelden, mits dit reeds als zodanig gepubliceerd heeft of op het punt staat te publiceren.
De commissie kan in de loop van de procedure bij meerdere kandidaten informeren naar de laatste ontwikkelingen in hun dichterschap en naar de ideeën en projecten die de aankomend stadsdichter zou willen verwezenlijken. De commissie bestaat uit: Ingrid Luycks, Ingrid Ramaan, Jef van Kempen en Wilbert van Herwijnen (voorzitter).
Eind juni of begin juli neemt het college een besluit over de benoeming van de nieuwe stadsdichter, waarna de naam van de Stadsdichter van Tilburg 2015 – 2017 bekend wordt gemaakt.
Alle portretten van de Tilburgse stadsdichters van 2003 tot en met 2015 zijn van Ivo van Leeuwen. Ze worden, samen met de portretten van de kinderstadsdichters, permanent geëxposeerd in de hal van het gebouw Bibliotheek Centrum Tilburg, Koningsplein 10.
Start selectieprocedure zevende Stadsdichter van Tilburg (2015 – 2017)
# Meer informatie op website tilburg.nl
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, City Poets / Stadsdichters, Ivo van Leeuwen, MODERN POETRY
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature