In this category:

Or see the index

All categories

  1. AFRICAN AMERICAN LITERATURE
  2. AUDIO, CINEMA, RADIO & TV
  3. DANCE & PERFORMANCE
  4. DICTIONARY OF IDEAS
  5. EXHIBITION – art, art history, photos, paintings, drawings, sculpture, ready-mades, video, performing arts, collages, gallery, etc.
  6. FICTION & NON-FICTION – books, booklovers, lit. history, biography, essays, translations, short stories, columns, literature: celtic, beat, travesty, war, dada & de stijl, drugs, dead poets
  7. FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor's choice, etc.
  8. LITERARY NEWS & EVENTS – art & literature news, in memoriam, festivals, city-poets, writers in Residence
  9. MONTAIGNE
  10. MUSEUM OF LOST CONCEPTS – invisible poetry, conceptual writing, spurensicherung
  11. MUSEUM OF NATURAL HISTORY – department of ravens & crows, birds of prey, riding a zebra, spring, summer, autumn, winter
  12. MUSEUM OF PUBLIC PROTEST
  13. MUSIC
  14. PRESS & PUBLISHING
  15. REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS
  16. STORY ARCHIVE – olv van de veestraat, reading room, tales for fellow citizens
  17. STREET POETRY
  18. THEATRE
  19. TOMBEAU DE LA JEUNESSE – early death: writers, poets & artists who died young
  20. ULTIMATE LIBRARY – danse macabre, ex libris, grimm & co, fairy tales, art of reading, tales of mystery & imagination, sherlock holmes theatre, erotic poetry, ideal women
  21. WAR & PEACE
  22. ·




  1. Subscribe to new material: RSS

FICTION & NON-FICTION – books, booklovers, lit. history, biography, essays, translations, short stories, columns, literature: celtic, beat, travesty, war, dada & de stijl, drugs, dead poets

«« Previous page · Susanna Moodie: Night (Poem) · Van Eyck. Een optische revolutie. De grootste Jan van Eyck-tentoonstelling ooit · 85ste Boekenweek van zaterdag 7 t/m zondag 15 maart 2020 · Bert Bevers: Belofte (Gedicht) · Herman Melville: America (Poem) · Lascelles Abercrombie: The End of the World, Act II · B. Zwaal: zeesnede – gedichten 1984 – 2019 · Lascelles Abercrombie: The End of the World, Act I · Claude McKay: The Lynching · Poetry by Diana Marie Delgado: Tracing the Horse · Walt Whitman: Give me the splendid silent sun · Agnita Feis: De pijl uit de aero (gedicht)

»» there is more...

Susanna Moodie: Night (Poem)

Night

I come, like Oblivion, to sweep away
The scattered beams from the car of day:
The gems which the evening has lavishly strown
Light up the lamps round my ebon throne.
Slowly I float through the realms of space,
Casting my mantle o’er Nature’s face,
Weaving the stars in my raven hair,
As I sail through the shadowy fields of air.
All the wild fancies that thought can bring
Lie hid in the folds of my sable wing:
Terror is mine with his phrensied crew,
Fear with her cheek of marble hue,
And sorrow, that shuns the eye of day,
Pours out to me her plaintive lay.
I am the type of that awful gloom
Which involves the cradle and wraps the tomb;
Chilling the soul with its mystical sway;
Chasing the day-dreams of beauty away;
Till man views the banner by me unfurled,
As the awful veil of the unknown world;
The emblem of all he fears beneath
The solemn garb of the spoiler death!

Susanna Moodie
Night (Poem)
(1803 – 1885)
• fleursdumal.nl magazine

More in: Archive M-N, Archive M-N, CLASSIC POETRY


Van Eyck. Een optische revolutie. De grootste Jan van Eyck-tentoonstelling ooit

  

In 2020 organiseert het Museum voor Schone Kunsten (MSK) Gent de grootste Jan van Eyck-tentoonstelling ooit. Wereldwijd zijn er van deze Vlaamse meester slechts een twintigtal werken bewaard. Zeker de helft daarvan reist naar ons museum. Hier worden ze samengebracht met werk uit Van Eycks atelier en kopieën van intussen verdwenen schilderijen. Maar ook met meer dan 100 topstukken uit de late middeleeuwen. Daarvoor worden maar liefst 13 museumzalen heringericht.

Het Museum voor Schone Kunsten (MSK) in Gent is een museum voor jong en oud. Het is een levendige ontmoetingsplaats waar je kunst van de Middeleeuwen tot vandaag ontdekt in een unieke omgeving. Tijdens de tentoonstelling ‘Van Eyck. Een optische revolutie’ maken we de Middeleeuwse kunst van Van Eyck en zijn getalenteerde tijdgenoten tastbaar in het nu. Iedereen komt dichterbij Van Eyck dan ooit en ontdekt zo hoe revolutionair Van Eyck toen was en hoe belangrijk hij nu nog steeds is.

  # Meer informatie op de website vaneyck2020

• fleursdumal.nl magazine

More in: - Book News, Archive E-F, Art & Literature News, AUDIO, CINEMA, RADIO & TV, CATHEDRALS, FDM Art Gallery, Historia Belgica, Jan van Eyck


85ste Boekenweek van zaterdag 7 t/m zondag 15 maart 2020

 

 Rebellen en dwarsdenkers

De 85ste Boekenweek staat in het teken van hen die ons voorstellingsvermogen vergroten: de rebellen en dwarsdenkers. Het lezen van boeken zet namelijk aan tot nadenken, zodat lezers begrip ontwikkelen voor anderen en minder vasthouden aan vooroordelen (bron: KVB Boekwerk, De impact van het boek). Van de dromerige dwarsdenker die veilig thuis afreist naar een andere wereld tot de rebel die zijn messcherpe pen als wapen gebruikt tegen de status quo. In de literatuur is er ruimte voor al die geluiden. Het lef van schrijvers om taboes te doorbreken en een steen in de vijver te gooien is van levensbelang voor onze samenleving. Daarom koesteren we de vrijheid die door schrijvers genomen wordt om tegen de stroom in te werken, om dwars en vervelend te zijn, onaangepast en onafhankelijk.

 

 Een greep uit rebelse boeken en dwarse schrijvers

De rebellen van de literatuur hebben altijd ons denken beïnvloed: stoere, onorthodoxe, eigengereide auteurs als Multatuli, Annie M.G. Schmidt, Willem Frederik Hermans, Astrid Roemer, Dimitri Verhulst en Charlotte Mutsaers hebben werelden geopend. Rebelse personages en dwarse karakters zoals Don Quichot, Madame Bovary, Tommy Wieringa’s Joe Speedboot, Esther Gerritsens Roxy en Hava uit Aafke Romeijns Concept M houden een spiegel voor en laten ons nadenken over wie wij zijn. Schrijvers als Jan Cremer, Connie Palmen, Anna Blaman en Jan Wolkers zoeken grenzen van de literatuur op en verleggen ze. Boeken kunnen weerstand oproepen, kunnen verboden worden en verbrand, maar de kracht van de woorden laat zich niet temmen. Nabokovs Lolita, Houellebecqs Onderworpen of Erasmus’ Lof der zotheid hebben onder vuur gelegen, maar zijn inmiddels onmiskenbare oriëntatiepunten in het literaire landschap. Om de steeds veranderende wereld om ons heen te begrijpen, hebben we dwarsdenkers en ordescheppers nodig. Renate Rubinstein en Anton de Kom hebben ons bewust gemaakt van onze oogkleppen. Ook door non-fictie prikkelen, stimuleren en scherpen we onze geest. Het maatschappelijk debat op de meest uiteenlopende onderwerpen wordt bepaald door dappere en dwarse denkers: Dick Swaab en Rosanne Hertzberger, Rutger Bregman en Joris Luyendijk, Anousha Nzume en Paul Scheffer.

 

• De 85ste Boekenweek vindt plaats van zaterdag 7 t/m zondag 15 maart 2020

• Het boekenweekgeschenk is dit jaar geschreven door Annejet van der Zijl: Leon & Juliette. Een  liefdesgeschiedenis

• Özcan Akyol schrijft dit jaar het Boekenweekessay: Generaal zonder leger.

• Ellen Deckwitz schrijft Boekenweekgedicht 2020

#  Meer informatie op website Boekenweek

• fleursdumal.nl magazine

More in: - Book Lovers, - Book News, - Book Stories, - Bookstores, AUDIO, CINEMA, RADIO & TV, Boekenweek, PRESS & PUBLISHING


Bert Bevers: Belofte (Gedicht)

 

Belofte

Het zal tijd worden, ja? En dat zal het blijven
worden. Steeds meer zal er van zijn. Beloofd.
Spanning van kader mag je verwachten, ook
trilling van doek. En luister goed: uit een wijk
vol zwanen klinkt een aria van mistige dagen.

Bert Bevers

Ongepubliceerd
Bert Bevers is a poet and writer who lives and works in Antwerp (Be)

• fleursdumal.nl magazine

More in: Archive A-B, Archive A-B, Bevers, Bert


Herman Melville: America (Poem)

 

America

I
Where the wings of a sunny Dome expand
I saw a Banner in gladsome air-
Starry, like Berenice’s Hair-
Afloat in broadened bravery there;
With undulating long-drawn flow,
As rolled Brazilian billows go
Voluminously o’er the Line.
The Land reposed in peace below;
The children in their glee
Were folded to the exulting heart
Of young Maternity.

II
Later, and it streamed in fight
When tempest mingled with the fray,
And over the spear-point of the shaft
I saw the ambiguous lightning play.
Valor with Valor strove, and died:
Fierce was Despair, and cruel was Pride;
And the lorn Mother speechless stood,
Pale at the fury of her brood.

III
Yet later, and the silk did wind
Her fair cold for;
Little availed the shining shroud,
Though ruddy in hue, to cheer or warm
A watcher looked upon her low, and said-
She sleeps, but sleeps, she is not dead.
But in that sleep contortion showed
The terror of the vision there-
A silent vision unavowed,
Revealing earth’s foundation bare,
And Gorgon in her hidden place.
It was a thing of fear to see
So foul a dream upon so fair a face,
And the dreamer lying in that starry shroud.

IV
But from the trance she sudden broke-
The trance, or death into promoted life;
At her feet a shivered yoke,
And in her aspect turned to heaven
No trace of passion or of strife-
A clear calm look. It spake of pain,
But such as purifies from stain-
Sharp pangs that never come again-
And triumph repressed by knowledge meet,
Power delicate, and hope grown wise,
And youth matured for age’s seat-
Law on her brow and empire in her eyes.
So she, with graver air and lifted flag;
While the shadow, chased by light,
Fled along the far-brawn height,
And left her on the crag.

Herman Melville
(1819 – 1891)
America

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive M-N, Archive M-N, Herman Melville


Lascelles Abercrombie: The End of the World, Act II

 

The End of the World

Act II

As before, a little while after. The room is empty when the curtain goes up. SOLLERS runs in and paces about, but stops short when he catches sight of a pot dog on the mantlepiece.

Sollers
The pace it is coming down! – What to do now? –
My brain has stopt: it’s like a clock that’s fallen
Out of a window and broke all its cogs. –
Where’s that old cider, Vine would have us pay
Twopence a glass for? Let’s try how it smells:
Old Foxwhelp, and a humming stingo it is!
[To the pot dog]
Hullo, you! Whaty are you grinning at? –
I know!
There’ll be no score against me for this drink!
Of that score! I’ve drunk it down for a week
With every gulp of cider, and every gulp
Was half the beauty it should have been, the score
So scratcht my swallowing throat, like a wasp in the drink!
And I need never have heeded it! –
Old grinning dog! You’ve seen me happy here;
And now, all’s done! But do you know this too,
That I can break you now, and never called
To pay for you? [Throwing the dog on the floor.]
I shall be savage soon!
We’re leaving all this! – O, and it was so pleasant
Here, in here, of an evening. – Smash!

[He sweeps a lot of crockery on to the floor.]

It’s all no good! Let’s make a wreck of it all!

[Picking up a chair and swinging it.]

Damn me! Now I’m forgetting to drink, and soon
‘Twill be too late. Where’s there a mug not shivered?

[He goes to draw himself cider. MERRICK rushes in.]

Merrick
You at the barrels, too? Out of the road!

[He pushes SOLLERS away and spills his mug.]

Sollers
Go and kick out of door, you black donkey.

Merrick
Let me come at the vessel, will you?

[They wrestle savagely.]

Sollers
Keep off;
I’m the first here. Lap what you’ve spilt of mine.

Merrick
You with your chiselling and screw-driving,
Your wooden work, you bidding me, the man
Who hammers a meaning into red hot iron?

[VINE comes in slowly. He is weeping; the two wrestlers stop and stare at him, as he sits down, and holds his head in his hands, sobbing.]

Vine  O this is a cruel affair!

Sillers
Here’s Vine crying!

Vine
I’ve seen the moon.

Merrick
The moon? ‘Tisn’t the moon
That’s tumbling on us, but yon raging star.
What notion now is clotted in your head?

Vine
I’ve seen the moon; it has nigh broke my heart.

Sollers
Not the moon too jumping out of her ways?

Vine
No, no; – but going quietly and shining,
Pushing away a flimsy gentle cloud
That would drift smoky round her, fending it off
Wuth steady rounds of blue and yellow light.
It was not much to see. She was no more
Than a curved bit of silver rind. But I
Never before so noted her –

Sollers
What he said,
The dowser!

Merrick
Ay, about his yellowhammers.

Sollers
And there’s a kind of stifle in the air
Already!

Merrick
It seems to me, my breathing goes
All hot down my windpipe, but as cider
Mulled and steaming travels down my swallow.

Sollers
And a queer racing through my ears of blood.

Herrick
I wonder, is the star come closer still?

Sollers
O, close, I know, and viciously heading down.

Vine
She was so silver! and the sun had left
A kind of tawny red, a dust of fine
Thin light upon the blue where she was lying, –
Just a curled paring of the moon, amid
The faint grey cloud that set the gleaming wheel
Around the tilted slip of shining silver.
O it did seem to me so safe and homely,
The moon quietly going about the earth;
It’s a rare place we have to live in, here;
And life is such a comfortable thing –
And what’s the sense of it all? Naught but to make
Cruel as may be the slaughtering of it.

Sollers
It beats my mind!

[He begins to walk up and down desparately.]

Merrick
‘Twas bound to come sometime,
Bound to come, I suppose. ‘Tis a poor thing
For us, to fall plumb in the chance of it;
But, now or another time, ’twas bound to be. –
I have been thinking back. When I was a lad
I was delighted with my life: there seemed
Naught but things to enjoy. Say we were bathing:
There’ld be the cool smell of the water, and cool
The splashing under the trees: but I did loathe
The sinking mud slithering round my feet,
And I did love to loathe it so! And then
We’ld troop to kill a wasp’s nest; and for sure
I would be stung; and if I liked the dusk
And singing and the game of it all, I loved
The smart of the stings, and fleeing the buzzing furies.
And sometimes I’ld be looking at myself
Making so much of everything; there’ld seem
A part of me speaking about myself:
‘ You know, this is much more than being happy.
‘Tis hunger of some power in you, that lives
On your heart’s welcome for all sorts of luck,
But always looks beyond you for its meaning. ‘
And that’s the way the world’s kept going on,
I believe now. Misery and delight
Have both had liking welcome from it, both
Have made the world keen to be glad and sorry.
For why? It felt the living power thrive
The more it made everything, good and bad,
Its own belonging, forged to its own affair, –
The living power that would do wonders some day.
I don’t know if you take me?

Sollers
I do, fine;
I’ve felt the very thought go through my mind
When I was at my wains; though ’twas a thing
Of such a flight I could not read its colour. –
Why was I like a man sworn to a thing
Working to have my wains in every curve,
Ay, every teneon, right and as they should be?
Not for myself, not even for those wains:
But to keep in me living at its best
The skill that must go forward and shape the world,
Helping it on to make some masterpiece.

Merrick
And never was there aught to come of it!
The world was always looking to use its life
In some great handsome way at last. And now –
We are just fooled. There never was any good
In the world going on or being at all.
The fine things life has plotted to do are worth
A rotten toadstool kickt to flying bits.
End of the World? Ay, and the end of a joke.

Vine
Well, Huff’s the man for this turn.

Merrick
Ay, the good man!
He could but grunt when times were pleasant; now
There’s misery enough to make him trumpet.
And yet, by God, he shan’t come blowing his horn
Over my misery!
We are just fooled, did I say? – We fooled ourselves,
Looking for worth in what was still to come;
And now there’a a stop to our innings. Well, that’s fair:
I’ve been a living man, and might have been
Nothing at all! I’ve had the world about me,
And felt it as my own concern. What else
Should I be crying for? I’ve had my turn.
The world may be for the sake of naught at last,
But it has been for my sake: I’ve had that.

[He sits again, and broods.]

Sollers
I can’t stay here. I must be where my sight
May silence with its business all my thinking –
Though it will be the star plunged down so close
It puffs its flaming vengeance in my face.

[He goes.]

Vine
I wish there were someone who had done me wrong,
Like Huff with his wife and Shale; I wish there were
Somebody I would like to see go crazed
With staring fright. I’ld have my pleasure then
Of living on into the End of the World.
But there is no one at all for me, no one
Now my poor wife is gone.

Merrick
Why what did she
To harm you?

Vine
Didn’t she marry me? – It’s true
She made it come all right. She died at last.
Besides, it would be wasting wishes on her,
To be in hopes of her weeping at this.
She’ld have her hands on her hops and her tongue jumping
As nimble as a stoat, delighting round
The way the world’s to be terrible and tormented. –
Ay, but I’ll have a thing to tell her now
When she begins to ask the news! I’ll say
‘ You’ve misst such a show as never was nor will be,
A roaring great affair of death and ruin;
And I was there – the world smasht to sparkles! ‘
O, I can see her vext at that!

[MERRICK has been sunk in thought during this, but VINE seems to brighten at this notion, and speaks quite cheerfully to HUFF, who now comes in, looking mopish, and sits down]

Vine
We’ve all been envying you, Huff. You’re well off,
You with your goodness and your enemies
Showing you how to relish it with their terror.
When do you mean the gibing is to start?

Huff
There’s time enough.

Vine
O, do they still hold out?
If they should be for spiting you to the last!
You’ld best keep on at them: think out a list
Of frantic things for them to do, when air
Is scorching smother and the sin they did
Frightens their hearts. You’ll shout them into fear,
I undertake, if you find breath enough.

Huff
You have the breath. What’s all your pester for?
You leave me be.

Vine
Why, you’re to do for me
What I can’t do myself. – And yet it’s hard
To make out where Shale hurt you. What’s the sum
Of all he did to you? Got you quit of a marriage
Without the upset of a funeral.

Huff
Wyy need you blurt your rambling mind at me?
Let me bide quiet in my thought awhile,
And it’s a little while we have for thought.

Merrick
I know your thought. Paddling round and around,
Like a squirrel working in a spinning cage
With his neck stretcht to have his chin poke up,
And silly feet busy and always going;
Paddling round the story of your good life,
Your small good life, and how the decent men
Have jeered at your wry antic.

Huff
My good life!
And what good has my goodness been to me?
You show me that! Somebody show me that!
A caterpillar munching a cabbage-heart,
Always drudging further and further from
The sounds and lights of the world, never abroad
Nor flying free in warmth and air sweet-smelling:
A crawling caterpillar, eating his life
In a deaf dark – that’s my gain of goodness!
And it’s too late to hatch out now! –
I can but fancy what I might have been;
I scarce know how to sin! – But I believe
A long while back I did come near to it.

Merrick
Well done! – O but I should have guesst all this!

Huff
I was in Droitwich; and the sight of the place
Is where they cook the brine: a long dark shed,
Hot as an oven, full of a grey steam
And ruddy light that leaks out of the furnace;
And stirring the troughs, ladling the brine that boils
As thick as treacle, a double standing row,
Women – boldly talking in wicked jokes
All day long. I went to see ’em. It was
A wonderful rousing sight. Not one of them
Was really wearing clothes: half of a sack
Pinned in an apron was enough for most,
And here and there might be a petticoat;
But nothing in the way of bodices –
O, they knew words to shame a carter’s face!

Merrick
This is the thought you would be quiet in!

Huff
Where else can I be quiet? Now there’s an end
Of daring, ’tis the one place my life has made
Where I may try to dare in thought. I mind,
When I stood in the midst of those bare women,
All at once, outburst with a rising buzz,
A mob of flying thoughts was wild in me:
Things I might do swarmed in my brain pell-mell,
Like a heap of flies kickt into humming cloud.
I beat them down; and now I cannot tell
For certain what they were. I can call up
Naught venturesome and darting like their style;
Very tame braveries now! – O Shale’s the man
To smile upon the End of the World; ’tis Shale
Has lived the bold stiff fashion, and filled himself
With thinking pride in what a man may do. –
I wish I had seen those women more than once!

Vine
Well, here’s an upside down! This is old Huff!
What have you been in your heart all these years?
The man you were or the new man you are?

Huff
Just a dead flesh!

Merrick
Nay, Huff the good man at least
Was something alive, though snarling like trapt vermin.
But this? What’s this for the figure of a man?
‘Tis a boy’s smutty picture on a wall.

Huff
I was alive, was I? Like a blind bird
That flies and cannot see the flight it takes,
Feeling it with mere rowing of its wings.
But Shale – he’s had a stirring sense of what he is.

[Shouting outside. Then SOLLERS walks in again, very quiet and steady. He stands in the middle, looking down on the floor ]

Vine
What do they holla for there?

Sollers
The earth.

Merrick
The earth?

Sollers
The earth’s afire.

Huff
The earth blazing already?

[Shouts again.]

O, not so soon as this?

Vine
What sort of fire?

Sollers
The earth has caught the heat of the star, you fool.

Merrick
I know: there’s come some dazzle in your eyes
From facing to the star; a lamp would do it.

Huff
It will be that. Your sight, being so strained,
Is flashing of itself.

Sollers
Way what you like.
There’s a red flare out of the land beyond
Looking over the hills into our valley.
The thing’s begun, ’tis certain. Go and see.

Vine
I won’t see that. I will stay here.

Sollers
Ay, creep
Into your oven. You’ll be cooler there. –
O my God, we’ll all be coals in an hour!

[Shouts again.]

Huff
And I have naught to stand in my heart upright,
And vow it made my living time worth more
Than if my time had been death in a grave!

[Several persons run in.]

The Crown
1. The river’s the place!
2. The only safe place now!
3. Best all charge down to the river!
4. For there’s a blaze,
A travelling blaze comes racing along the earth.

Sollers
‘Tis true. The air’s red-hot above the hills.

The Crown
1. Ay, but he burning now crests the hill-tops
In quiver of yellow flame.
2. And a great smoke
Waving and tumbling upward.
3. The river now!
4. The only place we have, not be be roasted!

Merrick
And what will make us water-rats or otters,
To keep our breath still living through a dive
That lasts until the earth’s burnt out? Or how
Would that trick serve, when we stand up to gasp,
And find the star waiting for our plunged heads
To knock them into pummy?

Vine
Scarce more dazed
I’ld be with that than now. I shall be bound,
When I’m to give my wife the tale of it all,
To be divising: more of this to-do
My mind won’t carry.

Huff
O ashamed I am,
Ashamed! – It needn’t have been downright fears,
Such as the braving men, the like of Shale,
Do easily, and smile, keeping them up.
If I could look back to one manful hour
Of romping in the face of all my goodness! –

[SHALE comes in, dragging Mrs HUFF by the hand.]

Shale
Huff! Where’s Huff? – Huff, you must take her back!
You’ll take her back? She’s yours: I give her up.

Merrick
Belike here’s something bold again.

Mrs Huff [to SHALE]
Once more,
Listen.

Shale
I will not listen. There’s no time
For aught but giving you back where you belong;
And that’s with you, Huff. Take her.

Huff
Here is depth
I cannot see to. Is it your last fling? –
The dolt I am in these things! – What’s this way
You’ve found of living wickedly to the end?

Shale
Scorn as you please, but take her back, man, take her.

Huff
But she’s my wife! Take her back now? What for?

Mrs Huff
What for? Have you not known of thieves that throw
Their robbery down, soon as they hear a step
Sounding behind them on the road, and run
A long way off, and pull an honest face?
Ay, see Shale’s eyes practising baby-looks!
He never stole, not he!

Shale
Don’t hear her talk.

Mrs Huff
But he was a talker once! Love was the thing;
And love, he swore, would make the wrong go right,
And Huff was a kind of devil – and that’s true –

Huff
What? I’ve been devilish and never knew?

Mrs Huff
The devil in the world that hates all love.
But Shale said, he’d the love in him would hold
If the world’s frame and the fate of men were crackt.

Shale
What I said!
Whoever thought the world was going to crack?

Mrs Huff
And now he hears someone move behind him. –
They’ll say, perhaps, ‘ You stole this! ‘ – Down it goes,
Thrown to the ditry road – thrown to Huff!

Shale
Yes, to the owner.

Mrs Huff
It was not such brave thieving
You did not take me from my owner, Shale:
There’s an old robber will do that some day,
Not you.

Vine
Were you thinking of me then, missis?

Mrs Huff [still to SHALE]
You found me lost in the dirt: I was with Huff.
You lifted me from there; and there again,
Like a frightened urchin, you’re for throwing me.

Shale
Let it be that! I’m firm
Not to have you about me, when the thing,
Whatever it is, that’s standing now behind
The burning of the world, comes out on us.

Huff
The way men cheat! This windle-stalk was he
Would hold a show of spirit for the world
To study while it ruined! – Make what you please
Of your short wrangle here, but leave me out.
I have my thoughts – O far enough from this.

[Turning away.]

Shale [seizing him]
You shall not put me off. I tell you, Huff,
You are to take her back now.

Huff
Take her back!
And what has she to do with what I want?

Shale
Isn’t she yours? I must be quit of her;
I’ll not be in the risk of keeping her.
She’s yours!

Huff
And what’s the good of her now to me?
What’s the good of a woman whom I’ve married?

[During this, WARP the molecatcher has come in.]

Warp
Shale and Huff at their old pother again!

Merrick
The molecather!

Sollers
Warp, have you travelled far?
Is it through frenzy and ghastly crowds you’ve come?

Vine
Have you got dreadful things to tell us, Warp?

Warp
Why, no.
But seemingly you’ld have had news for me,
If I’d come later. Is Huff to murder Shale,
Or Shale for murdering Huff? One way or ‘tother,
‘Tis time ’twas settled surely. – Mrs Huff
They’re neither of them worth you: here’s your health.

[Draws and drinks.]

Huff
Where have you been? Are you not new from folk
That throng together in a pelting horror?

Warp
Do you think the whole land hearkens to the flurry
Of an old dog biting at a young dog’s throat?

Merrick
No, no! Not their shrill yapping; you’ve not heard
The world’s near to be blasted?

Warp
No mutter of it.
I am from walking the whole ground I trap,
And there’s no likeness of it, but the moles
I’ve turned up dead and dried out of three counties.

Sollers
Why, but the fire that’s eating the whole earth;
The breath of it is scarlet in the sky!
You must have seen that?

Warp
But what’s taken you?
You are like boys that go to hunt for ghosts,
And turn the scuttle of rats to a roused demon
Crawling to shut the door of the barn they search.
Fire? Yes, fire is playing a pretty game
Yonder, and has its golden fun to itself,
Seemingly.

Sollers
You don’t know what ’tis that burns?

Warp
Call me a mole and not a molecatcher
If I do not. It is a rick that burns;
And a strange thing I’ll count it if the rick
Be not old Huff’s.

Sollers
That flare a fired stack?

Huff
Only one of my ricks alight? O Glory?
There may be chance for me yet.

Merrick
Best take the train
To Droitwich, Huff.

Vine [at the door]
It would be like a stack,
But for the star.

Sollers [to WARP]
Yes, as you’re so clever,
You can talk down maybe yon brandishing star!

Warp
O, ’tis the star has flickt your brains? Indeed,
The tail swings long enough to-night for that.
Well, look your best at it; ’tis off again
To go its rounds, they tell me, from now on;
And the next time it swaggers in our sky,
The moles a long while will have tired themsleves
Of having their easy joke with me.

[A pause.]

Merrick
You mean
The flight of the star is from us?

Sollers
But the world,
The whole world reckons on it battering us!

Warp
Who told you that?

Sollers
A dowser.

Merrick
Where’s he gone?

Warp
A dowser! say a trampling conjurer.
You’ll believe aught, if you believe a dowser.

Sollers
I had it in me to be doubting him.

Merrick
The noise you made was like that! But I knew
You’ld laugh at me, so sure you were the world
Would shiver like a bursting grindlestone:
Else I’ld have said out loud, ’twas a fool’s whimsy.

Vine
Where are you now? What am I now to think?
Your minds run round in puzzles, like chased hares.
I cannot sight them.

Merrick
Think of going to bed.

Sollers
And dreaming prices for your pigs.

Merrick
O Warp,
You should have seen Vine crying! The moon, he said,
The silver moon! Just like an onion ’twas
To stir the water in his eyes.

Sollers
He’s left
A puddle of his tears where he was droopt
Over the table.

Vine
There’s to be no ruin? –
But what’s the word of a molecatcher, to crow
So ringing over a dowser’s word?

Warp
I’ll tell you.
These dowsers live on lies: my trade’s the truth.
I can read moles, and the way they’ve dug their journeys,
Where you’ld not see a wrinkle.

Vine
And he knows
The buried water.

Warp
There’s always buried water,
If you prod deep enough. A dowser finds
Because the whole earth’s floating, like a raft.
What does he know? A twitching in this thews;
A dog asleep knows that much. What I know
I’ve learnt, and if I’d learnt it wrong, I’ld starve.
And if I’m right about the grubbing moles,
Won’t I be right for news of walking men?

Merrick
Of course you’re right. Let’s put the whole thing by,
And have a pleasant drink.

Shale [to Mrs HUFF]
You must be tired
With all this story. Shall we be off for home?

Huff
You brass! You don’t go now with her! She’s mine!
You gave her up.

Shale
And you made nothing of her.

[To Mrs Huff]
Come on.

Mrs Huff
Warp, will you do a thing for me?

Warp
A hundred things.

Mrs Huff
Then slap me these cur-dogs.

WarpF I N
I will. Where will I slap them, and which first?

Mrs Huff
Maybe ’twill do if you but laugh at them.

Warp
I’ll try for that; but they are not good jokes;
Though there’s a kind of monkey-look about them.

Mrs Huff
They thinking I’ld be near one or the other
After this night! Will I be made no more
Than clay that children puddle to their minds,
Moulding it what they fancy? – Shale was brave:
He made a bogy and defied it, till
He frightened of his work and ran away.
But Huff! – Huff was for modelling wickedly.

Huff
Who told you that?

Mrs Huff
I need no one’s telling.
I was your wife once. Don’t I know your goodness?
A stupid heart gone sour with jealousy,
To feel its blood too dull and thick for sinning. –
Yes, Huff would figure a wicked thought, but had
No notion how, and flung the clay aside. –
O they were gaudy colours both! But now
Fear has bleacht their swagger and left them blank,
Fear of a loon that cried, End of the World!

Huff
Shale, do you know what we’re to do?

Shale
I’ld like
To have the handling of that dowser-man.

Huff
Just that, my lad, just that!

Warp
And your fired rick?

Huff
Let it be blazes! Quick, Shale, after him!
I’ll tramp the nght out, but I’ll take the rogue.

Shale [to the others]
You wait, and see us haul him by the ears,
And swim the blatherer in Huff’s farm-yard pond.

[As HUFF and SHALE go out, they see the comet before them.]

Huff
The devil’s own star is tha!

Shale
And floats as calm
As a pike basking.

Huff
There shouldn’t be such stars!

Shale
Neither such dowsers,and we’ll learn him that.

[They go off together.]

Sollers
Why the star’s dwindling now, surely.

Merrick
O, small
And dull now to the glowing size it was.

Vine
But is it certain there’ll be nothing smasht?
Not even a house knockt roaring down in crumbles?
– And I did think, I’ld open my wife’s mouth
With envy of the dreadful things I’d seen!

Curtain.

Lascelles Abercrombie
(1881 – 1938)
The End of the World, Act II

 F I N

• fleursdumal.nl magazine

More in: Archive A-B, Archive A-B, THEATRE


B. Zwaal: zeesnede – gedichten 1984 – 2019

Zwaal is een dichter die met een grandioos taalvermogen de wereld toont in al haar facetten, niet alleen als natuurverschijnsel maar ook als erotische verschijning, als de zee, het water, de vrouw, de kleuren en geuren van alles wat tastbaar is.

Zijn werk, dat hij sinds 1984 in een rustige regelmaat heeft gepubliceerd, is nu verzameld in zeesnede, waarin ook is opgenomen de nog niet eerder gepubliceerde bundel averij grosse. Gedichten van enkele woorden, gedichten van niet meer dan twee regels, gedichten met lange regels die van overvloed van de pagina lijken te vallen. Gedichten waarin de hele wereld als nieuw wordt getoond.

B. Zwaal (Vlaardingen, 1944) was theatermaker en regisseur. In 1984 debuteerde hij met de dichtbundel fiere miniature. Daarna verschenen nog tien bundels, waarvan een drifter werd genomineerd voor de Ida Gerhardt Poëzieprijs en zouttong voor de VSB poëzieprijs.

B. Zwaal:
zeesnede
gedichten 1984 – 2019
paperback met flappen
15×22 cm.
536 pagina’s
ISBN 9789028427655
prijs € 39,99

• fleursdumal.nl magazine

More in: #Editors Choice Archiv, - Book News, - Bookstores, Archive Y-Z, Archive Y-Z, Art & Literature News


Lascelles Abercrombie: The End of the World, Act I

 

 

The End of the World

Act I

PERSONS

HUFF, the Farmer
SOLLERS, the Wainwright.
MERRICK, the Smith.
VINE, the Publician.
SHALE, the Labourer.
A DOWSER.
MRS HUFF.
WARP, the Molecatcher
Men and Women of the Village

ACT I

Scene:
A public-house kitchen. HUFF the Farmer and SOLLERS the Wainwright talking; another man, a stranger, sitting silent.

Huff
Ay, you may think we’re well off –

Sollers
Now for croaks
Old toad! who’s trodden on you now? – Go on;
But if you can, croak us a new tune.

Huff
Ay
You think you’re well off – and don’t grab my words
Before they’re spoken – but some folks, I’ve heard,
Pity us, living quiet in the valley.

Sollers
Well, I suppose ’tis their affair.

Huff
Is it?
But what I mean to say, – if they think small
Of us that live in the valley, mayn’t it show
That we aren’t all so happy as we think?

[MERRICK the smith comes in.]

Merrick
Quick, cider! I believe I’ve swallowd a coal.

Sollers
Good evening. True, the heat’s a wonder tonight. [Smith draws himself cider.]

Huff
Haven’t you brought your flute? We’ve all got room
For music in our minds to-night, I’ll swear.
Working all day in the sun do seem to push
The thought out of your brain.

Sollers
O, ’tis the sun
Had trodden on you? That’s what makes you croak?
Ay, whistle him somewhat: put a tune in his brain;
He’ll else croak us out of pleasure with drinking.

Merrick
‘Tis quenching, I believe. – A tune? Too hot?
You want a fiddler.

Huff
Nay, I want your flute.
I like a piping sound, not scraping o’ guts.

Merrick
This is no weather for a man to play
Flutes or music at all that asks him spend
His breath and spittle: you want both yourself
These oven days. Wait till a fiddler comes.

Huff
Who ever comes down here?

Sellers
There’s someone come.
[Pointing with his pipe to the stranger.]

Merrick
Good evening, mister. Are you a man for tunes?

Stranger
And if I was I’ld give you none to-night.

Merrick
Well, no offence: there’s no offence, I hope,
In taking a dummy for a tuneful man.
Is it for can’t or won’t you are?

Stranger
You wouldn’t if you carried in your mind
What I’ve been carrying all day.

Sollers
What’s that?

Stranger
You wait; you’ll know about it soon; O yes,
Soon enough it will find you and and rouse you.

Huff
Now ain’t that just the way we go down here?
Here in the valley we’re like dogs in a yard,
Chained to our kennels and wall’d in all round,
And not a sound of the world jumps over our hills.
And when there comes a passenger among us,
One who has heard what’s stirring out beyond,
‘Tis a grutchy mumchance fellow in the dismals!

Stranger
News, it it, you want? I could give you news! –
I wonder, did you ever hate to feel
The earth so fine and splendid?

Huff
Oh, you’re one
Has stood in the brunt of the world’s wickedness,
Like me? But listen, and I’ll give you a tale
Of wicked things done in this little valley,
Done against me, will surely make you think
The Devil here fetcht up his masterpiece.

Sollers
Ah, but it’s hot enough without you talking
Your old hell fire about that pair of sinners.
Leave them alone and drink.

Huff
I’ll smell them grilling
One of these days.

Merrick
But there’ll be nought to drink
When that begins! Best keep your skin full now.

Stranger
What do I care for wickedness? Let those
Who’ve played with dirt, and thought the game was bold,
Make much of it while they can: there’s a big thing
Coming down to us, ay, well on its road,
Will make their ploys seem mighty piddling sport.

Huff
This is a fool; or else it’s what I think, –
The world now breeds such crowd that they’ve no crombie room
For well-grown sins: they hatch ’em small as flies.
But you stay here, out of the world awhile,
Here where a man’s mind, and a woman’s mind,
Can fling out large in wickedness: you’ll see
Something monstrous here, something dreadful.

Strainger
I’ve seen enough of that. Though it was only
Fancying made me see it, it was enough;
I’ve seen the folk of the world yelling aghast,
Scurrying to hide themselves. I want nought else
Monstrous and dreadful. –

Merrick
What had roused ’em so?
Some house fire?

Huff
A huzzy flogged to death
For her hard-faced adultery?

Stranger [too intent to hear them]
Oh to think of it!
Talk, do, chatter some nonsense, else I’ll think:
And then I’m feeling like a grub that crawls
All abroad in a dusty road; and high
Above me, and shaking the ground beneath me, come
Wheels of a thundering wain, right where I’m plodding.

Sollers
Queer thinking, that.

Stranger
And here’s a queerer thing.
I have a sort of lust in me, pushing me still
Into that terrible way of thinking, like
Black men in India lie them down and long
To feel their holy wagon crack their spines.

Merrick
Do you mean beetles? I’ve driven over scores,
They sprawling on their backs, or standing mazed.
I never knew they liked it.

Sollers
He means frogs.
I know what’s in his mind. When I was young
My mother would catch us frogs and set them down,
Lapt in a screw of paper, in the ruts,
And carts going by would quash ’em; and I’ld laugh,
And yet be thinking, ‘ Suppose it was myself
Twisted stiff in huge paper, and wheels
Bit as the wall of a barn treading me flat! ‘

Huff
I know what’s in his mind: just madness it is.
He’s lookt too hard at his fellows in the world;
Sight of their monstrous hearts, like devils in cages,
Has jolted all the gearing of his wits.
It needs a tough brain, ay, a brain like mine,
To pore on ugly sin and not go mad.

Stranger
Madness! You’re not far out. – I came up here
To be alone and quiet in my thoughts
Alone in my own dreadful mind. The path,
Of red sand trodden hard, went up between
High hedges overgrown of hawthorn blowing
White as clouds; ay, it seemed burrowed through
A white sweet-smelling cloud, – I walking there
Small as a hare that runs its tunnelled drove
Thro’ the close heather. And beside my feet
Blue greygles drifted gleaming over the grass;
And up I climbed to sunlight green in birches,
And the path turned to daisies among grass
With bonfires of the broom beside, like flame
Of burning straw; and I lookt into your valley.
I could scarce look.
Anger was smarting in my eyes like grit.
O the fine earth and fine all for nothing!
Mazed I walkt, seeing and smelling and hearing:
The meadow lands all shining fearfully gold, –
Cruel as fire the sight of them toucht my mind;
Breathing was all a honey taste of clover
And bean flowers: I would have rather had it
Carrion, or the stink of smouldering brimstone.
And larks aloft, the happy piping fools,
And squealing swifts that slid on hissing wings,
And yellowhammers playing spry in hedges:
I never noted them before; but now –
Yes, I was mad, and crying mad, to see
The earth so fine, fine all for nothing!

Sollers [spits]
Pst! yellowhammers! He talks gentry talk.
That’s worse than being mad.

Stranger
I tell you, you’ll be feeling them to-morn
And hating them to be so wonderful.

Merrick
Let’s have some sense. Where do you live?

Stranger
Nowhere.
I’m always travelling.

Huff
Why, what’s your trade?

Stranger
A dowser.

Huff
You’re the man for me!

Stranger
Not I.

Huff
Ho, this is better than a fiddler now!
One of those fellows who have nerves so clever
That they can feel the waters of underground
Tingling in their fingers?
You find me a spring in my high grazing-field,
I’ll give you what I save in trundling water.

Stranger
I find you water now! – No, but I’ll find you
Fire and fear and unbelievable death.

[VINE the Publician comes in]

Vine
Are ye all served? Ay, seems so; what’s your score?

Merrick
Two ciders.

Huff
Three.

Sollers
And two for me.

Vine [to Dowser]
And you?

Dowser
Naught. I was waiting on you.

Vine
Will you drink?

Dowser
Ay! Drink! what else is left for a man to do
Who knows what I know?

Vine
Good. What is’t you know?
You tell it out and set my trade a-buzzing.

Sollers
He’s queer. Give him his mug and ease his tongue.

Vine
I had to swill the pigs: else I’d been here;
But we’ve the old fashion in this house; you draw,
I keep the score. Well, what’s the worry on you?

Sollers
Oh he’s in love.

Dowser
You fleering grinning louts,
I’ll give it you now; now have it in your faces!

Sollers
Crimini, he’s going to fight!

Dowser
You try and fight with the thing that’s on my side!

Merrick
A ranter!Abercrombie

Huff
A boozy one then.

Dowser
Open yon door;
‘Tis dark enough by now. Open it, you.

Vine
Hold on. Have you got something fierce outside?

Merrick
A Russian bear?

Sollers
Dowsers can play strange games.

Huff
No tricks!

Dowser
This is a trick to rouse the world.

[He opens the door.]

Look out! Between the elms! There’s my fierce thing.

Merrick
He means the star with the tail like a feather of fire.

Sollers
Comet, it’s called.

Huff
Do you mean the comet, mister?

Dowser
What do you think of it?

Huff
Pretty enough.
But I saw a man loose off a rocket once;
It made more stir and flare of itself; though yon
Does better at steady burning.

Dowser
Stir and flare!
You’ll soon forget your rocket.

Merrick
Tell you what
I thought last night, now, going home. Says I,
‘Tis just like the look of a tadpole: if I saw
A tadpole silver as a dace that swam
Upside-down towards me through black water,
I’ld see the plain spit of that star and his tail.

Sollers
And how does your thought go?

Dowser
It’s what I know! –
A tadpole and a rocket! – My dear God,
And I can still laugh out! – What do you think
Your tadpole’s made of? What lets your rocket fling
Those streaming sparks across the half of night,
Splashing the burning spray of its haste among
The quiet business of the other stars?
Ay, that’s a fiery jet it leaves behind
In such enormous drift! What sort of fire
Is spouted so, spouted and never quenching? –
There is no name for that star’s fire: it is
The fire that was before the world was made,
The fire that all the things we live among
Remember being; and whitest fire we know
Is its poor copy in their dreaming trance!

Huff
That would be hell fire.

Dowser
Ay, if you like, hell fire,
Hell fire flying through the night! ‘Twould be
A thing to blink about, a blast of it
Swept in your face, eh? and a thing to set
The whole stuff of the earth smoking rarely?
Which of you said ‘ the heat’s a wonder to-night’ ?
You have not done with marvelling. There’ll come
A night when all your clothes are a pickle of sweat,
And, for all that, the sweat on your salty skin
Shall dry and crack, in the breathing of wind
That’s like a draught come through an open’d furnace.
The leafage of the trees shall brown and faint,
All sappy growth turning to brittle rubbish
As the near heat of the star strokes the green earth;
And time shall brush the fields as visibly
As a rough hand brushes against the nap
Of gleaming cloth – killing the season’s colour,
Each hour charged with the wasting of a year;
And sailors panting on their warping ecks
Will watch the sea steam like broth about them.
You’ll know what I know then! – That towering star
Hangs like a fiery buzzard in the night
Intent over our earth – Ay, now his journey
Points straight as a plummet’s drop, down to us!

Huff
Why, that’s the end of the world!

Dowser
You’ve said it now.

Sollers
What, soon? In a day or two?

Merrick
You can’t mean that!

Vine
End of the World! Well now, I never thought
To hear the news of that. If you’ve the truth
In what you say, likely this is an evening
That we’ll be talking over often and often.
‘How was it, Sollers?’ I’ll say; ‘ or you, Merrick,
Do you mind clearly how he lookt? ‘ – And then –
‘ ” End of the world ” he said, and drank – like that,
Solemn! ‘ – And right he was: he had it all
As sure as I have when my sow’s to farrow.

Dowser
Are you making a joke of me? Keep your mind
For tippling while you can.

Vine
Was that a joke?
I’m always bad at seeing ’em, even my own.

Dowser
A fool’s! ‘Twill cheer you when the earth blows up
Like as it were all gunpowder.

Vine
You mean
The star will butt his burning head against us?
‘Twill knock the world to flinders, I suppose?

Dowser
Ay, or with that wild, monstrous tail of his
Smash down upon the air, and make it bounce
Like water under the flukes of a harpooned whale,
And thrash it to a poisonous fire; and we
And all the life of the world drowned in blazing!

Vine
‘Twill be a handsone sight. If my old wife
Were with me now! This would have suited her.
‘I do like things to happen!’ she would say;
Never shindy enough for her; and now
She’s gone, and can’t be seeing this!

Dowser
You poor fool.
How will it be a sight to you, when your eyes
Are scorcht to little cinders in your head?

Vine
Whether or no, there must be folks outside
Willing to know of this. I’ll scatter your news.

[He goes. A short pause: then SOLLERS breaks out.]

Sollers
No, no; it woudn’t do for me at all;
Nor for you neither, Merrick? End of the World?
Bogy! A parson’s tale or a bairn’s!

Merrick
That’s it.
Your trade’s a gift, easy as playing tunes.
But Sollers here and I, we’ve had to drill
Sinew and muscle into their hard lesson,
Until they work in timber and flowing iron
As kindly as I pick up my pint: your work
Grows in your nature, like plain speech in a child,
But we have learnt to think in a foreign tongue;
And something must come out of all our skill!
We shan’t go sliding down as glib as you
Into notions of the End of the World.

Sollers
Give me a tree, you may say, and give me steel,
And I’ll put forth my shapely mind; I’ll make,
Out of my head like telling a well-known tale,
A wain that goes as comely on the roads
As a ship sailing, the lines of it true as gospel.
Have I learnt that all for nothing? – O no!
End of the World? It wouldn’t do at all.
No more making of wains, after I’ve spent
My time in getting the right skill in my hands?

Dowser
Ay, you begin to feel it now, I think;
But you complain like boys for a game spoilt:
Shaping your carts, forging your iron! But Life,
Life, the mother who lets her children play
So seriously busy, trade and craft, –
Life with her skill of a million years’ perfection
To make her heart’s delighted glorying
Of sunlight, and of clouds about the moon,
Spring lighting her daffodils, and corn
Ripening gold to ruddy, and giant seas,
And mountains sitting in their purple clothes –
O life I am thinking of, life the wonder,
All blotcht out by a brutal thrust of fire
Like a midge that clumsy thumb squashes and smears.

Huff
Let me but see the show beginning, though!
You’ld mind me then! O I would like you all
To watch how I should figure, when the star
Brandishes over the whole air its flame
Of thundering fire; and naught but yellow rubbish
Parcht on the perishing ground, and there are tongues
Chapt with thirst, glad to lap stinking ponds,
And pale glaring faces spying about
On the earth withering, terror the only speech!
Look for me then, and see me stand alone
Easy and pleasant in the midst of it all.
Did you not make your merry scoff of me?
Was it your talk, that when you shameless pair
Threw their wantoning in my face like dirt,
I had no heart against them but to grumble?
You would be saying that, I know! But now,
Now I believe it’s time for you to see
My patient heart at last taking its wages.

Sollers
Pull up, man! Screw the brake on your running tongue,
Else it will rattle you down the tumbling way
This fellow’s gone.

Merrick
And one man’s enough
With brain quagged axle-deep in crazy mire.
We won’t have you beside him in his puddles,
And calling out with him on the End of the World
To heave you out with a vengeance.

Huff
What you want!
Have I not borne enough to make me know
I must be righted sometime? – And what else
Would break the hardy sin in them, which lets
Their souls parade so daring and so tall
Under God’s hate and mine? What else could pay
For all my wrong but a blow of blazing anger
Striking down to shiver the earth, and change
Their strutting wickedness to horror and crying?

Merrick
Be quiet, Huff! If you mean to believe
This dowser’s stuff, and join in his bedlam,
By God, you’ll have to reckon with my fist.

[SHALE comes in. HUFF glares at him speechless, but with wrath evidently working.]

Shale
Where’s the joker? You, is it? Here’s hot news
You’ve brought us; all the valley’s hissing aloud,
And makes as much of you falling into it
As a pail of water would of a glowing coal.

Sollers
Don’t you start burbling too, Shale.

Shale
That’s the word!
Burbling, simmering, ay, and bumpy-boiling :
All the women are mobbed together close
Under the witan-trees, and their full minds
Boil like so many pans slung on a fire.
Why starlings trooping in a copse in fall
Could make no scandal like it.

Merrick
What is it, man?

Shale
End of the World! The flying star! End of the World!

Sollers
They don’t believe it though?

Shale
What? the whole place
Has gone just randy over it!

Merrick
Hold your noise!

Sollers
I shall be daft if this goes on.

Shale
Ay, so?
The End of the World’s been here? You look as though
You’d startled lately. And there’s the virtuous man!
How would End of the World suit our good Huff,
Our old crab-verjuice Huff?

HUFF [seizing the DOWSER and bring him up in front of Shale]
Look at him there!
This is the man I told of when you
Were talking small of sin. You made it out,
Did you, a fool’s mere nasty game, like dogs
That snuggle in muck, and grin and roll themselves
With snorting pleasure? Ah, but you are wrong.
‘Tis something that goes thrusting dreadfully
Its wilful bravery of evil against
The worth and right of goodness in the world:
Ay, do you see how his face still brags at me?
And long it has been, the time he’s had to walk
Lording about me with his wickedness.
Do you know what he dared? I had a wife,
A flighty pretty linnet-headed girl,
But mine: he practised on her with his eyes;
He knew of luring glances, and she went
After his calling lust: and all since then
They’ve lived together, fleering in my face,
Pleased in sight of the windows of my house
With doing wrong, and making my disgrace.
O but wait here with me; wait till your news
Is not to be mistaken, for the way
The earth buckles and singes like hot boards:
You’ll surely see how dreadful sin can be
Then, when you mark these two running about,
With raging fear for what they did against me
Buzzing close to their souls, stinging their hearts,
And they like scampering beasts when clegs are fierce,
Or flinging themselves low as the ground to writhe,
Their arms hugging their desperate heads. And then
You’ll see what ’tis to be an upright man,
Who keeps a patient anger for his wrongs
Thinking of judgment coming – you will see that
When you mark how my looks hunt these wretches,
And smile upon their groans and posturing anguish.
O watch how calm I’ll be, when the blazing air
Judges their wickedness; you watch me then
Looking delighted, like a nobleman
Who sees his horse winning an easy race.

Merrick
You fool, Huff, you believe it now!

Huff
You fool,
Merrick, how should I not believe a thing
That calls aloud on my mind and spirit, and they
Answer to it like starving conquering soldiers
Told to break out and loot?

Shale
You vile old wasp!

Sollers
We’ve talkt enough: let’s all go home and sleep;
There might be a fiend in the air about us, one
Who pours his will into our minds to see
How we can frighten one another.
Huff
A fiend!
Shale will soon have the flapping wings of a fiend,
And flaming wings, beating about his head.
Ther’ll be no air for Shale, very soon now,
But the breathing of a fiend: the star’s coming!
The star that breathes a horrible fury of fire
Like glaring fog into the empty night;
And in the gust of its wrath the world will soon
Shrivel and spin like paper in a furnace.
I knew they both would have to pay me at last
With sight of their damned souls for all my wrong!

Shale
Somebody stop his gab.

Merrick [seizing the DOWSER and shaking him]
Is it the truth we’re in the way of the star?

A crowd of men and women burst in and shout confusedly.
1. Look out for the star!
2. ‘Tis moving, moving.
3. Grows as you stare at it.
4. Bigger than ever.
1. Down it comes with a diving pounce,
As though it had lookt for us and at last found us.
2. O so near and coming so quick!
3. And how the buring hairs of its tail
Do seem surely to quiver for speed.
4. We saw its great tail gwitch behind it.
‘Tis come so near, so gleaming near.
1. The tail is wagging!
2. Come out and see!
3. The star is wagging its tail and eyeing us –
4. Like a cat huncht to leap on a bird.

Merrick
Out of my way and let me see for myself.

[They all begin to hustle out: HUFF speaks in midst of the turmoil.]

Huff
Ay, now begins the just man’s reward;
And hatred of the evil thing
Now is to be satisfied.
Wrong ventured out against me and braved:
And I’ll be glad to see all breathing pleasure
Burn as foolishly to naught
As a moth in candle flame,
If I but have my will to watch over those
Who injured me bawling hoarse heartless fear.

[They are all gone but HUFF, SHALE and the DOWSER.]

Shale
As for you, let you and the women make
Your howling scare of this; I’ll stand and laugh.
But if it truly were the End of the World,
I’ld be the man to face it out, not you:
I who have let life go delighted through me,
Not you, who’ve sulkt away your chance of life
In mumping about being paid for goodness.

[Going.]

Huff [after him]
You wait, you wait!

[He follows the rest. ]

Dowser [alone]
Naught but a plague of flies!
I cannot do with noises, and light fools
Terrified round me; I must go out and think
Where there is quiet and no one near. O, think!
Life that has done such wonders with its thinking,
And never daunted in imagining;
That has put on the sun and the shining night,
The flowering of the earth and tides of the sea,
And irresistible rage of fate itself,
All these as garments for its spirit’s journey –
O now this life, in the brute chance of things,
Murder’d, uselessly murder’d! And naught else
For ever but senseless rounds of hurrying motion
That cannot glory in itself. O no!
I will not think of that; I’ll blind my brain
With fancying the splendours of destruction;
When like a burr in the star’s fiery mane
The crackling earth is caught and rusht along,
The forests on the mountains blazing so,
That from the rocks of ore beneath them come
White-hot rivers of smelted metal pouring
Across the plains to roar into the sea. . . .

The curtain is lowered for a few moments only.

to be contued

Lascelles Abercrombie
(1881 – 1938)
The End of the World, Act I

• fleursdumal.nl magazine

More in: Archive A-B, Archive A-B, THEATRE


Claude McKay: The Lynching

 

The Lynching

His spirit in smoke ascended to high heaven.
His father, by the crudest way of pain,
Had bidden him to his bosom once again;
The awful sin remained still unforgiven.
All night a bright and solitary star
(Perchance the one that ever guided him,
Yet gave him up at last to Fate’s wild whim)
Hung pitifully o’er the swinging char.
Day dawned, and soon the mixed crowds came to view
The ghastly body swaying in the sun:
The women thronged to look, but never a one
Showed sorrow in her eyes of steely blue;
And little lads, lynchers that were to be,
Danced round the dreadful thing in fiendish glee.

Festus Claudius “Claude” McKay
(1889 – 1948)
The Lynching (Poem)

• fleursdumal.nl magazine

More in: #Editors Choice Archiv, Archive M-N, Archive M-N, Danse Macabre


Poetry by Diana Marie Delgado: Tracing the Horse

Set in Southern California’s San Gabriel Valley, Diana Marie Delgado’s debut poetry collection 

follows the coming-of-age of a young Mexican-American woman trying to make sense of who she is amidst a family and community weighted by violence and addiction.

With bracing vulnerability, the collection chronicles the effects of her father’s drug use and her brother’s incarceration, asking the reader to consider reclamation and the power of the self.

Diana Marie Delgado is the author of Tracing the Horse and the chapbook Late Night Talks with Men I Think I Trust. She is the recipient of numerous grants, including a fellowship from the National Endowment for the Arts. A graduate of Columbia University she currently resides in Tucson, where she is the Literary Director of the Poetry Center at the University of Arizona.

Come back with me
to the ruins.
We will look
through family
photographs;
I can show you
what the wind
and I did.
Who keeps
the stars
from falling
out of the sky?

Diana Marie Delgado
fragment from: Never Mind I’m Dead

Series: New Poets of America (Book 43)
Paperback: 112 pages
Publisher: BOA Editions Ltd.
September 10, 2019
Language: English
ISBN-10: 1942683871
ISBN-13: 978-1942683872
Product Dimensions: 6 x 0.2 x 8.5 inches
$ 17.00

# new poetry
Diana Marie Delgado
Tracing the Horse

• fleursdumal.nl magazine

More in: - Book News, Archive C-D, Archive C-D


Walt Whitman: Give me the splendid silent sun

 

Give me the splendid silent sun

1

Give me the splendid silent sun with all his beams full-dazzling,
Give me juicy autumnal fruit ripe and red from the orchard,
Give me a field where the unmow’d grass grows,
Give me an arbor, give me the trellis’d grape,
Give me fresh corn and wheat, give me serene-moving animals teaching content,
Give me nights perfectly quiet as on high plateaus west of the Mississippi, and I looking up at the stars,
Give me odorous at sunrise a garden of beautiful flowers where I can walk undisturb’d,
Give me for marriage a sweet-breath’d woman of whom I should never tire,
Give me a perfect child, give me away aside from the noise of the world a rural domestic life,
Give me to warble spontaneous songs recluse by myself, for my own ears only,
Give me solitude, give me Nature, give me again O Nature your primal sanities!

These demanding to have them, (tired with ceaseless excitement, and rack’d by the war-strife,)
These to procure incessantly asking, rising in cries from my heart,
While yet incessantly asking still I adhere to my city,
Day upon day and year upon year O city, walking your streets,
Where you hold me enchain’d a certain time refusing to give me up,
Yet giving to make me glutted, enrich’d of soul, you give me forever faces;
(O I see what I sought to escape, confronting, reversing my cries,
I see my own soul trampling down what it ask’d for.)

2

Keep your splendid silent sun,
Keep your woods O Nature, and the quiet places by the woods,
Keep your fields of clover and timothy, and your corn-fields and orchards,
Keep the blossoming buckwheat fields where the Ninth-month bees hum;
Give me faces and streets–give me these phantoms incessant and endless along the trottoirs!
Give me interminable eyes–give me women–give me comrades and lovers by the thousand!
Let me see new ones every day–let me hold new ones by the hand every day!
Give me such shows–give me the streets of Manhattan!
Give me Broadway, with the soldiers marching–give me the sound of the trumpets and drums!
(The soldiers in companies or regiments–some starting away, flush’d and reckless,
Some, their time up, returning with thinn’d ranks, young, yet very old, worn, marching, noticing nothing;)
Give me the shores and wharves heavy-fringed with black ships!
O such for me! O an intense life, full to repletion and varied!
The life of the theatre, bar-room, huge hotel, for me!
The saloon of the steamer! the crowded excursion for me! the torchlight procession!
The dense brigade bound for the war, with high piled military wagons following;
People, endless, streaming, with strong voices, passions, pageants,
Manhattan streets with their powerful throbs, with beating drums as now,
The endless and noisy chorus, the rustle and clank of muskets, (even the sight of the wounded,)
Manhattan crowds, with their turbulent musical chorus!
Manhattan faces and eyes forever for me.

Walt Whitman
(1819 – 1892)
Give me the splendid silent sun
From: Leaves of grass

• fleursdumal.nl magazine

More in: Archive W-X, Archive W-X, Whitman, Walt


Agnita Feis: De pijl uit de aero (gedicht)

This image has an empty alt attribute; its file name is AgnitaFeis-03.jpeg

De pijl uit de aero.

Daar gaat
er een.
Pas op
span goed.

Straks zien
we weer
dat rood,
dat bloed.

Hoera!
Mik goed.
Het hart
doorboord.

Of neen
hem niet
direct
vermoord!

‘k Heb spijt
dat staal
niet brandt
niet pijnt.

Eén steek:
‘t Is uit:
De dood
verschijnt.

Alweer
een dood!
Geen kik,
geen kreet.

Dat is
niet schoon!
Geen pijn!
Geen leed!

Daal neer!
Ik doe
‘t niet meer:
‘t Is flauw!

Bloed, bloed!
‘k Verkies
het zwaard!
De houw!

Agnita Feis
(1881 – 1944)
Uit: Oorlog. Verzen in Staccato (1916).
De pijl uit de aero

Portret: Theo van Doesburg

• fleursdumal.nl magazine

 

More in: *War Poetry Archive, Agnita Feis, Antony Kok, Archive E-F, De Stijl, Doesburg, Theo van, Feis, Agnita, Kok, Antony, Theo van Doesburg, WAR & PEACE


Older Entries »« Newer Entries

Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature