Or see the index
Acht vertalingen van gedichten van T.T. Cloete (1924) door Carina van der Walt & Geno Spoormans
T.T. Cloete
rokke
juwele die onthou ek eintlik nie
van hoede toentertyd met tulle
onthou ek vaag maar rokke
so baie helderte het ek van húlle
daar was die houtskoolrok
met loodgrijs kolle Tarentaal
die een met troupantkleure
haar naam was Fluister-Asemhaal-
van-Blomme as jy loop
of hier en daar selfs in ’n stoel
doodstil rondsit
die bloue was My-Hartklop-Voel-
Onder-My-Bors
die swart-en-wit gestreepte een Sebra
vir meestal saans
met uitgaan dra
en dan die Pronksingvink
die een met swart-en-geel
sy hang ’n graspluim in die wind
wat oor haar saggies streel
daar was die nuwerwetse een
met ingeweefde kreuk
hoe mens haar ook al was of stryk
met byna vleeslik haar eksoties Vreemde Reuk
een was ’n hele Ruim Landskap
die lemmetjiegroene
vol grasveld water sonne geel
lemoene
en toe jy kwalik was en skuifelend
het ons ’n nuwe wéér gekoop
en lieg-lieg-lag-lag het ons haar
Stilstreel-Saggies-Soen gedoop
en dan was daar ’n allerlaaste een
ontwerp deur hartseerliefde nee
so menslik op ons afgedwing
te onvertaalbaar nee
om haar ’n naam te gee
T.T. Cloete
jurken
juwelen herinner ik me eigenlijk niet
hoeden met tule toentertijd
onthoud ik vaag maar jurken
staan mij voor ogen in volle helderheid
er was een houtskooljurk
met loodgrijze stippen Parelhoen
een scharrelaar vol bonte kleuren
haar naam was Nog-Zachter-Doen-
dan-Bloemen als je liep
of hier en daar zelfs in stoelen
doodstil wat rondhing
de blauwe was Mijn-Hartslag-Voelen-
Onder-Mijn-Borst
de zwart-wit gestreepte Zebra
meestal voor ’s avonds
bij een gala
en dan de Pronkzingvink
die ene in zwarten en gelen
zij hangt als rietpluimen in de wind
die zachtjes over haar strelen
dan was er eentje niet te strijken
van een hoogst modern tailleur
met ingeweven kreuken
en haar bijna lijfelijk exotische Vreemde Geur
een was een heel Ruim Landschap
het limoengroene
veld vol gras water zon en gele
citroenen
en toen je nog maar kwalijk was en schuifelde
hebben we wéér een nieuwe gehaald
en steels stout hebben we haar
als Stilletjes-Zachtjes-Zoenen vertaald
en dan was er de allerlaatste
ontworpen door treurliefde nee
zo doodgewoon aan het leven
te onvertaalbaar
om haar een naam te geven
T.T. Cloete 8 gedichten: Vertalingen uit het Zuid-Afrikaans door Carina van der Walt & Geno Spoormans, 2010 – slot gedicht 1-8
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive C-D, T .T. Cloete, Walt & Spoormans
Acht vertalingen van gedichten van T.T. Cloete (1924) door Carina van der Walt & Geno Spoormans
T.T. Cloete
Oranjerivier
Hy is oud.
Onuitputlik hou hy stokoud aan
van voor die geskiedenis se ontstaan.
Hy is stoer
en vol nukke is hy geaard.
Dán loop hy met vaart,
dàn is sy gang ’n dun sloer.
Vir wie hom wil bevaar
is hy onvriendelik en ontoeganklik.
Hy loop soos sy likkewaan swik.
Stadig voel-voel mik
hy waggelend na links, na regs, heen en weer,
dán na algulhas en dàn na die ewenaar
se kant.
Hy het die baber en geelvis geleer
om soos hyself stadig te laveer.
Hy tel vaarlandswilgers en fluitjiesriet
op en landerye en vee weerskante.
In hom dra hy son- en maanlig en hy voel diamante
diep uit die aarde se ingewande
uit. Hy poleer die graniet.
Met die uithouvermoë en durf vir langafstand
loop die sleurmaratonatleet dwarsoor die land.
Dwarsoor die kontinent loop
hy dwarstes oop
en alle weerstande,
hy pyl deur ravyne,
gaan deur vlaktes tussen koppies en rante
deur, verby stede en dorpies, oor plase, deur dor woestyne
en neem van alles iets saam, hoe gering ook al,
weste toe, na die diep weste toe, miriadeskere sonder tal,
waar hy saam met sonne die een na die ander afval
sedert genesis, af, af, áf in die diepte voor sy mond,
agter, ágter die see in, in ’n onlesbare dors afgrond.
T.T. Cloete
Oranjerivier*
Hij is oud.
Onuitputtelijk en star houdt hij aan
om de geschiedenis voor te gaan.
Hij is stoer
en vol nukken geaard.
Dán loopt hij in volle vaart
dàn weer als een snoer.
Wie hem ook al bevaart
hij is onvriendelijk en zijn doorgang wrikt.
Hij loopt zoals zijn leguaan zwikt
en langzaam op goed gevoel mikt.
Hij waggelt naar links, naar rechts, heen en weer,
dán naar algulhas en dàn naar de evenaar.
Hij moest de meerval en barbeel leren
om zoals hijzelf bedaard te laveren.
Hij neemt treurwilgen mee en riet
en landerijen en vee van weerskanten.
In zich draagt hij zon- en maanlicht. Hij woelt diamanten
diep uit de ingewanden van de aarde
los. Hij polijst het graniet.
Met een volharding en moed voor de lange afstand
loopt deze sleurmarathonatleet dwars door het land.
Dwars door het continent snijdt
hij door dwarsheid
en alle weerstanden,
hij schiet door ravijnen,
leidt door vlaktes met heuvels aan de randen
voorbij steden en dorpjes, over landerijen, door dorre woestijnen
hij neemt van alles iets mee, hoe gering ook al,
naar het westen, het diepe westen, der duizenden malen zonder tal,
waar hij samen met zonnen ondergaat in verval
sedert genesis, af, af, áf in de diepte voor zijn mond,
ginder, ginder de zee in, in een onlesbaar dorstige afgrond.
*sinds 1996 bekend als de Gariep
T.T. Cloete 8 gedichten: Vertalingen uit het Zuid-Afrikaans door Carina van der Walt & Geno Spoormans, 2010
(wordt vervolgd)
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive C-D, T .T. Cloete, Walt & Spoormans
Acht vertalingen van gedichten van T.T. Cloete (1924)
door Carina van der Walt & Geno Spoormans
6.
T.T. Cloete
Schering en inslag
die begin was ordinêr: geel maan, plaasstoep
nou hou ek jou voellose hand vas
as jy “Here, hoor my, Here help” roep
in jou diep ingeslape gebed
ek is bestem om my prewel in te las
“Here, word wakker” sag saamgebid
drie-uur in die nag help ek jou loop na die toilet,
laat ek jou slap liggaam regop sit
ek voel jou terugdink aan die dik los
glansende lang stort van jou harebos
diep in die nag
in ’n onvrugbare terugverlang
na jou jongmeisie-regop haarveergang
met die klein sampioene ferm maar malvalekkersag
dan vee ek jou nat
oë af in myne en ek vat
aan jou heupe en ek interpoleer
my gebede en verlangens met joune heen en weer
sigsag
skering en inslag
ek sien hoe jy oor die 100 tree-hekkies gly
met die skoot oop en die dye
ek sien die sweet op jou moeë voorkop
jy kon die flinkste klop
toe daar nog kalk was in jou bene
ek hou
jou vas ek dans met jou
jou skoot is sag voelbaar toegevou
vol liefde steriel
jy het die allersagste vel
’n fyn antieke griekse profiel
ek proe jou oorlel
snags as ek jou sag hoor snik
en jou nat wronge om jou wange skik
T.T. Cloete
schering en inslag
het begon heel gewoontjes: volle maan, een boerderij
nu hou ik jouw voelloze hand vast
terwijl je in jouw diep ingeslapen gebed
“Here, help” roept “Here, hoor mij”
ik ben bestemd om mijn geprevel aan te passen
en “Here, wordt wakker” daartussenin te lassen
om drie uur in de nacht help ik je naar het toilet,
heb ik jouw slappe lichaam rechtop gezet
ik voel hoe je terugdenkt aan je dikke bos haar
hoe je die glanzend los liet met één handgebaar
diep in de nacht
vol onvruchtbaar terugverlangen
naar al jouw meisjesachtige springveergangen
je kleine ferme champignons, als suikerspek zo zacht
veeg ik jouw natte ogen
af in die van mij, pak jou hoge
heupen en ik interpoleer
mijn gebeden en verlangens met die van jou heen en weer
zigzag
schering en inslag
ik zie je nog zwevend over de hordes glijden
met je schoot open en je dijen
zweet verschijnt op je voorhoofd als een waas
eens was jij iedereen de baas
toen er nog kalk was in jou botten
ik hou
je vast en dans met jou
je schoot is nu een teer gesloten vouw
liefdevol steriel
jij hebt het allerzachtste velletje
een fijn klassiek profiel
ik proef je oorlelletje
s ‘nachts als ik je zacht hoor snikken
en mijn handen jouw natte wrongen om je wangen schikken
T.T. Cloete 8 gedichten: Vertalingen uit het Zuid-Afrikaans door Carina van der Walt & Geno Spoormans 2010
(wordt vervolgd)
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive C-D, T .T. Cloete, Walt & Spoormans
Acht vertalingen van gedichten van T.T. Cloete (1924)
door Carina van der Walt & Geno Spoormans
5. T.T. CLOETE Seepbelsondagoggend Wat is plotseling in die gevoelige weer? Ons sit daar in die koelte gedemp en praat of swygend in die tuin, eerder meer swygend. Uit die hemel en uit die straat van die buurt om ons huis assimileer ons vreugde. Die lyster kom sit en pik wurms uit die gras, die honde speel onder die bome. Die insekte skrik van rooi na wit na blou na geel blomme. Ons velvoel die son se prik. Ons fotosinteer met die welige koel blare en sit en kyk aangegryp hoe die buurvrou oorkant met die jong glansende hare haar lieflike sagte kind innig vashou in haar liefderyke kort vrugbare jare. Ineens is daar vir ’n kosbare hartseer oral plek in gras en voëls, daar is lelies en blare daarvoor en ons is daar, die weer en die lughemel, dit waai in ’n dun bries. Ons ontdek ons sê geen woorde meer vir mekaar nie. Daar kom ’n moment delikaat en só heel dat ’n enkele uur die waarde van ’n ganse bestaan het, met ’n oordaad so gelade, so volmaak, dat die mees bedaarde lispel dit rinkelend gaan stukkend praat. T.T. CLOETE Zondagochtendzeepbel Wat is er plotseling aan de hand met het weer? We zitten zachtjes in de tuin te praten of te zwijgen in de schaduw, al hoe meer te zwijgen. We assimileren hemel en straten van de buurt rondom ons huis en baten elke keer onze vreugde uit. De lijster komt wormen pikken uit het gras, de honden spelen onder de bomen. De insecten schrikken van rode naar witte naar blauwe naar gele bloemen. We voelen de zon op onze vellen prikken. Fotosynthese tussen deze weelderige koele blaren en de aangrijpende verschijning aan de overkant van onze jonge buurvrouw met de glanzende haren haar zachte kind tussen borst en hand in haar liefderijke kort vruchtbare jaren. Ineens is er voor kostbaar verdriet plek te over tussen gras en vogels, tussen lelies en blaren en wij zijn erbij, om wat dit biedt het weer, de hemellucht en het waaien van een dunne bries. We ontdekken dit maar spreken niet tegen elkaar. Soms is er een moment zo delicaat en zo heel dat slechts een enkel uur de waarde van een vol leven heeft, met overdaad zo beladen, zo volmaakt, dat zelfs het meest bedaarde gelispel haar rinkelend in stukken praat.
T.T. Cloete 8 gedichten: Vertalingen uit het Zuid-Afrikaans door Carina van der Walt & Geno Spoormans 2010
(wordt vervolgd)
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive C-D, T .T. Cloete, Walt & Spoormans
Acht vertalingen van gedichten van T.T. Cloete (1924)
door Carina van der Walt & Geno Spoormans
4.
T.T. Cloete
Silhoeët van Beatrice Dante Par. 1: 112-114 Frontaal gaan vanaf die voorkop die ronding oor in die verfynde wip van die neuspunt, buig dan trug en weer op sag in die welwende bolip. Soos ’n klein watergolf puil die onderlip wat diep duik trug na die ken met die klein kuil en oorgaan in ’n volronde kaaklyn. ’n Kruik is die hals. Daarvandaan langsaam gaan die bors fyn uittas na die tuit en golf na die buikstootjie terug geskaam. Die lyn loop in die lang bobeen uit in ’n effe boog wat stadig gestrek plooi tot die sagte knieronding, terug buig en oorgaan in die effense skeenboog, afglooi af aarde toe tot in die ronde voetbrug. Dít is soos die frontlyn golwend afstrek. Agter van bo na onder loop die ronde skedel af na die dun nek en is daar ’n soepel wonder van konvekse skouers, die rug se konkawe krul af deur die vlesige boude, die dye en kuite se swel. … Tussen die baie dwalinge só vervul bewaar sy die getroetelde model van die kurwe, die diep ingebore istinto wat neig in die ronding van die appel of die haai en die leeu of die koedoe se grasie en in haar entelegiese sublieme lynwil.
T.T. Cloete
Silhouet van Beatrice Dante Par. 1: 112-114 Frontaal gaat vanaf het voorhoofd de ronding over in een verfijnde wip van de neuspunt, buigt dan terug en veroorlooft zich de zachte welving naar de bovenlip. Zoals een kleine watergolf pruilt de onderlip en neemt een diepe duik terug naar de kin met het kuiltje dat schuilt in de volronde kaaklijn. Een kruik is de hals. Langzaam reikt van daar de borst delicaat uit voorbij de tuit en golft na het buikje terug in een beschaamd gebaar. De lijn loopt van het bovenbeen uit in een lichte boog die zich strekt en plooit tot een zachte knieronding, terug buigt naar de ijle scheenboog, afglooit naar de aarde in de ronde voetbrug. Zo is het front golvend uitgelijnd. Van achteren en van boven naar beneden loopt de ronde schedel af en verdwijnt in de nek, een wonder gesneden uit convexe schouders en een ruggelingse draaiing dan af langs vlezige billen, dijen en kuiten die zwellen … Tussen al deze dwalingen en lustvolle verfraaiing bewaart ze de geliefkoosde modellen van curven, het diepgewortelde is tinto dat neigt in de rondingen van de appel of de gratie van de haai, de leeuw of de koedoe en in haar entelechisch verheven lijnspel.
T.T. Cloete 8 gedichten: Vertalingen uit het Zuid-Afrikaans door Carina van der Walt & Geno Spoormans 2010
(wordt vervolgd)
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive C-D, T .T. Cloete, Walt & Spoormans
Acht vertalingen van gedichten van T.T. Cloete (1924)
door Carina van der Walt & Geno Spoormans
3.
T.T. Cloete
Eiewysheid
ek groei aarde toe krom ek hel lewendig skuins hoe meer jare ek haal hoe meer raak my kinkels bestendig ek moet my vertikaal handhaaf ek moet sekondegetrou onthou om asem te haal om koppig uit te hou en te beweeg krapskeef en aaphinkende ek moet uitputtend aanhou oefen om deur die nag te leef ek moet vratig bly drink en eet en sweet en hondhyg ek moet vermoeiend bly dink ín teen die groot vergeet
T.T. Cloete
Eigenwijsheid
ik groei krom naar de aarde toe mijn lijf verzinkt
schuin en hoe meer jaren ik haal
hoe meer mijn kabel bestendig kinkt
verticaal
handhaaf ik mij ter nauw
en stipt adem ik elke haal
waarop ik koppig uithou
ik beweeg in kreeftsgang
hinkepink als een aap mijn oefeningen getrouw
en hou de nacht in bedwang
ik moet vretig blijven drinken
en eten en zweten
en hijgen als een hond tot vermoeiends blijven denken
tegen het grote vergeten
T.T. Cloete 8 gedichten: Vertalingen uit het Zuid-Afrikaans door Carina van der Walt & Geno Spoormans 2010
(wordt vervolgd)
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive C-D, T .T. Cloete, Walt & Spoormans
Acht vertalingen van gedichten van T.T. Cloete (1924)
door Carina van der Walt & Geno Spoormans
2
T.T. Cloete
Uitgedun
Ek dank U dat ek Heer
soos van ouds vanoggend weer
my baard mag skeer.
Vroeër was ek gesteld
op seks en soma, op geweld
en eer en geld.
Nou is ek goedkoop
gesteld op bloedomloop
en brood en stroop.
T.T. Cloete
Uitgedund
Ik dank U Heer
dat ik vanochtend als weleer
mijn baard weer scheer.
Vroeger was ik gesteld
op seks en soma, op geweld
en eer en geld.
Nou ben ik goedkoop
gesteld op bloedsomloop
en brood met stroop.
T.T. Cloete 8 gedichten: Vertalingen uit het Zuid-Afrikaans door Carina van der Walt & Geno Spoormans 2010
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive C-D, T .T. Cloete, Walt & Spoormans
Vertalingen van acht gedichten van T.T. Cloete (1924)
door Carina van der Walt & Geno Spoormans
1
T.T.Cloete
Marilyn Monroe foto in blou
(Foto van Milton H. Green, Los Angeles, 1954)
een jonge dame draagt haar lippen op haar mond – Pierre Kemp
volskaamte skrylings sit Marilyn Monroe
in ‘n volstrek
leë blou
ruim vertrek
die spanbroek van plooilose blou materiaal
is ‘n vliesdun vel
wat alles wat binne is kaal
na buite egalig sag gestrek nerfeus vertel
asof dit by alles pas
– die kop hang geluidloos effens laggend agteroor –
hou sy die leë glas in die linkerhand vas
wie luister kan goed in die volstreke stilte hoor
hoe skaamgroot die lippige mond
oop lag pront
pruilend nat rooi rond
gewelf soos ‘n gekoesterde soet kriewelige wond
vir die nakende detail in die bygesprek
– met ‘n omweg kan bysake aandag trek
op hoofsake – is slegs die een skoen uitgetrek
elke besonderheid is op sy plek
deur die volstrekte stilte heen hoor groot
praat die deurgefluisterde skoot
oop en bloot
nakont vlesig groot
wat gloei onder die vals-egte dubbele huid
juig deur alle lippe en wange uit
dat dit tuit dat dit tuit
uitjubelend gierig uitnodigend uit
vrouwees Simone de Beauvoir
is deur huid en deur haar
oop en openbaar
gekleed sigbaar
oog en oor laat hulle nie bedrieg nie
huid en haar weet nie van lieg nie
T.T. Cloete
Marilyn Monroe foto in blauw
(Foto van Milton H. Green, Los Angeles, 1954)
een jonge dame draagt haar lippen op haar mond – Pierre Kemp
schaamtevol schrijlings bezet Marilyn Monroe
in klein bestek
een leeg blauw
ruim vertrek
de rekbroek van plooiloze blauwe stof raakt
vliesdun aan de huid en vertelt
wat daarbinnen nerveus naakt
rimpelloos zacht naar buiten pelt
alsof het bij elke gelegenheid past
– het hoofd kantelt geluidloos lachend of nog zachter –
houdt zij een leeg glas in de linkerhand vast
wie luistert hoort goed in de stilte daarachter
hoe de lippige mond
schaamtegroot open lacht pront
pruilend nat rood rond
gewelfd zoals een onweerstaanbaar jeukende wond
als niets verhullend detail voor à propos gesprekken
– met een omweg kunnen bijzaken de aandacht trekken
op hoofdzaken – vond ze het nodig een schoen uit te trekken
elk aspect moet immers belangstelling wekken
door deze volstrekte stilte heen hoort groot
spraak de lang beloofde schoot
open en bloot
nakont vlesig groot
wat gloeit onder de vals-echte dubbele huid
juicht tussen alle lippen en wangen luid
naar buiten tot het tuit en tuit
jubelend gulzig en vrij uit
vrouw-zijn Simone de Beauvoir
is door huid en door haar
open en openbaar
gekleed zichtbaar
ogen en oren laten zich niet bedriegen
huid en haar weten niet van liegen
T.T. Cloete 8 gedichten: Vertalingen uit het Zuid-Afrikaans door Carina van der Walt & Geno Spoormans 2010
(wordt vervolgd)
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive C-D, T .T. Cloete, Walt & Spoormans
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature