Or see the index
photo: jefvankempen
De glans van oud ijzer
Hommage aan Cornelis Verhoeven
tekst: Charles Vergeer
met citaten van Cornelis Verhoeven
en met foto’s van 15 kunstwerken van Jeanne Schouten
geïnspireerd door het werk van Verhoeven
Oplage 200 exx.
Brandon Pers Tilburg
uitgave nr. 59
november 2011
prijs 17 euro
te bestellen via email: c.vergeer@fontys.nl
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive U-V, Cornelis Verhoeven
DE NALATENSCHAP VAN
CORNELIS VERHOEVEN
Door Jef van Kempen
De presentatie van een monografie over zijn leven en werk en de officiële opening van zijn bibliotheek in Studiecentrum Soeterbeeck betekenen een nieuwe fase in het voor toekomstige generaties veilig stellen van de geestelijke nalatenschap van Cornelis Verhoeven (1928-2001), een van Nederlands meest markante filosofen en schrijvers.
Bij het bekend worden van de toekenning van de P.C. Hooftprijs in 1980 stelden leerlingen van het Jeroen Bosch-College in Den Bosch, waar Verhoeven leraar was, aan collega-leraren de vraag of mijnheer Verhoeven echt zo’n groot denker was. Deze anekdote die prof. Dr. Wil Derkse afgelopen zaterdag vertelde tijdens de presentatie van de door hem geschreven monografie in de serie “Kopstukken filosofie” van uitgeverij Lemniscaat, is typerend voor Verhoeven. Cornelis Verhoeven was een geleerde, die niet de geleerde wilde uithangen. Hij was de filosoof van de verwondering, groot in het kleine. Als hij geen zin had in een diepgaand gesprek begon Verhoeven vrolijk aan een uiteenzetting over de ontwikkelingen in de soapserie “Goede tijden, slechte tijden”. Aan het eind van de door de Radboud Universiteit Nijmegen en de Stichting Cornelis Verhoeven georganiseerde bijeenkomst in Studiecentrum Soeterbeeck in Ravenstein reikte Derkse de eerste exemplaren van zijn monografie uit aan Verhoeven’s kinderen Neeltje en Daan. De bibliotheek van Cornelis Verhoeven in het voormalige klooster van de zusters Augustinessen van Windesheim is bedoeld als werkbibliotheek voor geïnteresseerden in het oeuvre van Verhoeven en de achtergronden daarvan. De bibliotheek omvat enkele duizenden titels op het gebied van de geesteswetenschappen en de taalkunde.
Op de bijeenkomst werd ook aandacht besteed aan de bewaard gebleven bibliotheken van de grote Europese denkers Nicolaus Cusanus (1401-1464) en Romano Guardini (1885-1968). Volgens Inigo Bocken is de bibliotheek van Cusanus met vierhonderd handschriften en boeken de grootste bewaard gebleven particuliere bibliotheek uit de Middeleeuwen. Een bibliotheek aan het begin van een nieuwe cultuur, waar het weten een grotere rol zou gaan spelen dan het geloven. In de lezing van Stefan Waanders komt Guardini naar voren als een liefhebber van de schoonheid van het boek. Tegelijkertijd gaf Guardini net zo makkelijk boeken weg als hij ze kocht en koesterde. Een bibliotheek was in zijn ogen een levend ding, boeken komen en gaan.
En Cornelis Verhoeven? Prof. Dr. Jacques De Visscher is een van de weinigen die Verhoeven’s bibliotheek thuis in Den Bosch heeft mogen aanschouwen. Voor Verhoeven was het een heilige plaats, waar het denken gestalte kreeg door het schrijven. Boeken als voorwerp moeten voor Verhoeven niet veel hebben betekend. Bij het lezen had hij de gewoonte om zijn boeken plat neer te leggen. Maar eerst knakte hij de rug van het boek, zoals hij aan De Visscher demonstreerde. Dat maakte zo’n mooi geluid. Zonder twijfel zal hij zich verkneukeld hebben in de reactie van zijn bezoeker
(Brabants Dagblad, 27 september 2004)
Jef van Kempen: De nalatenschap van Cornelis Verhoeven
fleursdumal.nl magazine
More in: Cornelis Verhoeven, Jef van Kempen
EEN GEWICHT DAT ZICH ZELF WIL WEGEN
Een beeld van Cornelis Verhoeven in Den Bosch
Door Jef van Kempen
“Kan een moment van geluk de balans zijn tussen een beschamend verleden en een zorgelijke toekomst, een stilte tussen twee stormen en dus niet meer dan een natuurverschijnsel? De vraag staat voor mijn ogen alsof ze gedrukt is, een wat impertinente titel voor een verplicht werkstuk, maar ze interesseert mij niet en brengt niets in beweging. Elk antwoord is mij goed, maar ook het gewichtigste zal mij niet imponeren. Ik wil niet weten wat geluk is en ik heb er niets mee te maken. Voor mij hoeft het niet meer in te houden dan wat hier nu gebeurt op dit eilandje in de mist.” Cornelis Verhoeven (Udenhout 1928 – Den Bosch 2001) schreef dit op een van zijn somberste dagen. Hij zou zijn leven lang op zoek blijven naar dat moment van menselijk geluk en dat op meesterlijke wijze verwoorden. Verhoeven was een van de belangrijkste denkers en schrijvers van onze tijd.
Meer dan vijfentwintig jaar lang was hij leraar klassieke talen in Den Bosch en daarna tot aan zijn pensionering hoogleraar antieke filosofie in Amsterdam. Vooral zijn stukken met overwegingen over zijn dagelijkse beslommeringen zijn populair bij een groot publiek. Het leverde fraaie boeken op als De resten van het vaderschap (1975) en De glans van oud ijzer (1996). Een van zijn meest geliefde onderwerpen was de taal: Een vogeltje in mijn buik (1976), Herinneringen aan mijn moedertaal (1978) en Dierbare woorden (2002).
Onlangs is aan de Uilenburg in Den Bosch een bronzen buste onthuld, gemaakt door beeldhouwer Joep Coppens. Zou een plaats op De Markt of De Parade niet meer recht hebben gedaan aan een winnaar van de P.C. Hooftprijs? Het beeld staat tegen een blinde muur op een binnenplaatsje aan De Dieze, op een steenworp afstand van zijn woonhuis. Cornelis Verhoeven zou het zo wel best hebben gevonden, tenslotte had hij al heimwee als hij vijf minuten van huis was. En wat is nou een filosoof? Niet meer dan: “een gewicht dat zich zelf wil wegen”. Het zijn Verhoevens eigen woorden.
(gepubliceerd in: Brabants Dagblad, 22 mei 2003 – foto jef van kempen)
fleursdumal.nl magazine
More in: Cornelis Verhoeven, Jef van Kempen
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature