Or see the index
Dafydd ap Gwilym
Wales is een land van dichters, maar de beroemdste is nog steeds Dafydd ap Gwilym (circa 1315-1350). Zijn beheersing van de complexe metrische vormen van de traditionele Welse poëzie is fenomenaal, hij schreef over liefde, de natuur en mensen om hem heen en deed dat lyrisch, met menselijke warmte en een enkele keer ook vol weerzin en haat. Bovendien is Dafydd ap Gwilym belangrijk omdat hij als eerste op grote schaal en met ongekende vaardigheid nieuwe onderwerpen en thema’s die vanuit, vooral, de Franstalige poëzie in Wales doordrongen een volwaardige plaats wist te geven in de eigen traditie
In 1996 verscheen mijn tweetalige bloemlezing uit het werk van Dafydd ap Gwilym als een aflevering van het onvolprezen ‘literair kwartaalschrift’ Kruispunt. De bundel raakte snel uitverkocht, werd een antiquarische zeldzaamheid en leidde daardoor een min of meer ondergronds bestaan. Dat er waardering voor was, bleek uit de reacties die ik kreeg van lezers die de bundel wel in handen kregen en lazen. De wens om deze bloemlezing opnieuw toegankelijk te maken bestond dan ook al geruime tijd. Het vinden van een uitgever voor een herdruk leek daarbij geen optie. Dat was ook voor de eerste druk al erg lastig gebleken: het werk van een onbekende dichter in een onbekende taal is moeilijk te ‘vermarkten’, was vaak het argument.
Digitaal lag dan ook al snel voor de hand en nu is het zo ver. De oude tekstbestanden (in WordPerfect 5.1) werden opgeschoond en zodanig bewerkt dat nu in een pdf-bestand opnieuw in twee kolommen de vertalingen direct naast de oorspronkelijke gedichten staan. Bovendien zijn enkele (tik)fouten verbeterd en is op enkele punten de tekst (inleiding) en de vertaling aangepast. In die zin is hier dus sprake van een ‘tweede, herziene uitgave’. Wat ik niet heb gedaan, is geprobeerd de inleiding van de bloemlezing in zijn geheel up-to-date te maken. Enerzijds meen ik dat deze tekst nog steeds volwaardig op eigen benen kan staan en anderzijds biedt de geheel aan Dafydd ap Gwilym gewijde website www.dafyddapgwilym.net uitstekend toegang tot de recentere literatuur.
Graag dank ik op deze plaats ook de Royal Commission on the Ancient and Historical Monuments of Wales voor de toestemming om gebruik te maken van de foto van Brogynin, de plaats waar Dafydd ap Gwilym werd geboren.
Lauran Toorians
# Voor de bloemlezing klik hier: toorians-dafydd_ap_gwilym
# Meer teksten en projekten van Lauran Toorians op website De Fakkel (Bijlichten en aansteken)
fleursdumal.nl magazine
More in: CELTIC LITERATURE, Lauran Toorians, TRANSLATION ARCHIVE
Brabant Cultureel – niet mooi
Door Lauran Toorians
Brabant Cultureel en Brabant Literair
Januari 2013 – Nu het laatste uur van het tijdschrift Brabant Cultureel / Brabant Literair lijkt te hebben geslagen, is het tijd om de balans op te maken van dit blad en de feiten op een rij te zetten.
Het tijdschrift Brabant Cultureel ontstond in 1952 onder de titel Brabantia. Nog steeds wordt vaak aangenomen dat dit een voortzetting was van het oudere Brabantia Nostra, dat verscheen sinds 1935, maar dat is niet zonder meer het geval. Brabantia Nostra was het blad van een onafhankelijke stichting met diezelfde naam. Die stichting was niet al te sterk uit de Tweede Wereldoorlog gekomen en besloot in 1951 met het uitgeven van dit blad te stoppen. Op voorspraak van de toenmalige Commissaris van de Koningin kwam het tot een samenwerking met het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant (het latere Noordbrabants Genootschap, NBG) en vanaf 1952 gaven beide organisaties samen het blad Brabantia uit. De titel ontstond dus door een ‘halvering’ van de oudere titel Brabantia Nostra, maar het resultaat van deze samenwerking was een nieuw blad dat begon met jaargang 1. In 1972 trok Brabantia Nostra zich terug als co-uitgever en werd Brabantia volledig het ledenblad van het NBG.
Het NBG bestond zelf al sinds 1837 en startte toen meteen met het uitgeven van Handelingen van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant. Daarnaast en daarna publiceerde het NBG nog andere reeksen, maar geen daarvan was echt succesvol. Na de Tweede Wereldoorlog trad het NBG met nieuw elan naar buiten, waarbij het zich steeds meer ook op kunst en cultuur ging richten. In de jaren ’50 en ’60 fungeerde het zelfs als culturele raad voor de Noord-Brabant en ontstond dus een nauwe, formele relatie met de Provincie. Om naar buiten te kunnen treden werd een nieuwe reeks opgezet, het Brabants Jaarboek, waarvan slechts twee afleveringen verschenen in 1949 en 1950. Het was dit gebrek aan levensvatbaarheid enerzijds en anderzijds de behoefte aan een communicatiemiddel met de leden en met de buitenwacht die in 1951 toe leidde tot het ‘huwelijk’ met Brabantia Nostra dat dus in 1952 werd bekroond met het nieuwe tijdschrift Brabantia.
Vooral in de eerste decennia verschenen in het blad ook met enige regelmaat wetenschappelijke bijdragen op het gebied van de (kunst)geschiedenis en speelde het ook een belangrijke rol in de kunstkritiek in Noord-Brabant. In de jaren ’70 en ’80 gingen het NBG en het blad een steeds belangrijker rol spelen in het literaire leven in de provincie. In de jaren ’80 en ’90 was het NBG zelfs leidinggevend op ter terrein van de letteren in de provincie en vervulde het min of meer de rol van het latere LiBra (nu opgegaan in het Brabants Kenniscentrum voor Kunst en Cultuur, bkkc).
Brabantia bleef bij deze ontwikkeling achter. Het blad dutte als het ware in en de zittende redactie toonde nauwelijks nog enige betrokkenheid bij zowel het blad als bij de ontwikkelingen binnen het NBG (en in de provincie). In 1995 greep het NBG in: de zittende redactie werd van haar taken ontheven. Het blad kreeg een nieuwe vormgeving, een totaal nieuw – nu expliciet journalistiek – concept en (vergissing) een nieuwe titel: Brabant Cultureel. Vanaf september 1995 verscheen dit herboren blad, gemaakt door een geheel nieuwe redactie en nog steeds als het blad van het NBG.
Lees verder op de site van ≡ Lauran Toorians (DE FAKKEL) de rest van dit verhaal over de ondergang van Brabant Cultureel en Brabant Literair en de incompetentie, inhaligheid en het culturele onbenul bij het provinciebestuur, ambtenaren en het BKKC.
fleursdumal.nl magazine
More in: Lauran Toorians, The talk of the town
Middeleeuws Iers gedicht
vertaald door Lauran Toorians
Dom-arcai fidbaidæ fál,
fom-chain loíd luin – lúad nad cél;
húas mo lebrán, ind línech,
fom-chain trírech inna n-én.
Fomm-chain coí menn – medair mass –
hi mbrot glass de dindgnaib doss.
Débrad! nom-choimmdiu coíma,
caín-scríbaimm fo roída ross.
Een wand van houtopstand kijkt neer op mij,
merelzang klink naar mij op – verhaal zonder pretentie;
boven mijn boekje, het gelinieerde,
klinken de trillers van de vogels naar mij op.
De heldere roep van de koekoek, lichtvoetig en vrolijk
in zijn grijze mantel, klinkt vanuit zijn bladerburcht.
Ach God, moge de Heer mij beschermen,
terwijl ik zo goed schrijf, onder aan de boshelling.
Middeleeuwse Ierse gedichten vertaald door Lauran Toorians
kempis.nl poetry magazine
More in: CELTIC LITERATURE, Lauran Toorians
Middeleeuws Iers gedicht
vertaald door Lauran Toorians
Messe ocus Pangur bán,
cechtar nathar fria aindán;
bíth a menma-sam fri seilgg,
mu menma céin im aincheirdd.
Caraim-se fos, ferr cach clú,
oc mu lebrán léir ingnu;
ni foirmtech frimm Pangur bán,
caraid cesin a maccdán.
Ó ru-biam – scél cen scís –
innar tegdais ar n-óendís,
táithiunn – díchríchide clius –
ní fris’tarddam ar n-áthius.
Gnáth-húaraib ar gressaib gal
glenaid luch inna lín-sam;
os mé, do-fuit im lín chéin
dliged ndoraid cu ndronchéill.
Fúachaid-sem fri frega fál
a rosc a nglé-se comlán;
fúachimm chéin fri fégi fis
mu rosc réil, cesu imdis.
Fáelid-sem cu ndéne dul,
hi nglen luch inna gérchrub;
hi tucu cheist ndoraid ndil,
os mé chene am fáelid.
Cía beimmi amin nach ré,
ni derban cách a chéle.
maith la cechtar nár a dán,
subaigthius a óenurán.
Hé fesin as choimsid dáu
in muid du-ngní cach óenláu;
du thabairt doraid du glé
for mu mud céin am messe.
[Mijn] ‘witte Pangur’ en ik,
wij hebben elk onze eigen vaardigheid.
Zíjn gedachten gaan uit naar de jacht,
en die van mij naar míjn specialiteit.
Ik verkies rust boven roem –
in mijn boekje studerend met vlijt;
de witte Pangur benijdt mij niet,
hij houdt het liever bij jolijt.
Wanneer wij samen – dat is nooit saai –
met zijn tweetjes in ons huisje zijn,
dan hebben wij – in onbeperkt spel –
allebei iets dat ons scherp houdt.
Gewoonlijk na een fel gevecht
blijft er in zijn net een muis,
terwijl ik een duistere regel vang
die maar moeilijk te begrijpen is.
Hij richt zijn scherpe blik
vol aandacht naar de kale wand.
Zelf richt ik mijn open ogen,
hoewel zwak, op het scherpen van verstand.
Vangt hij met zijn scherpe klauw een muis
dan is hij blij en dartelt heen en weer;
en als ik een lief-lastig probleem bevat,
verheugt mij dat al net zo zeer.
Hoe lang we ook zo zullen zijn,
nooit zijn wij elkaar tot last.
Elk van ons bemint zijn kunst,
en geniet wat hem het beste past.
Hijzelf is een meester in
hetgeen hij elke dag weer doet;
wat moeilijk is tot klaarheid brengen,
doe ik zelf steeds vol goede moed.
Middeleeuwse Ierse gedichten vertaald door Lauran Toorians
kempis.nl poetry magazine
More in: CELTIC LITERATURE, Lauran Toorians
Middeleeuws Iers gedicht
vertaald door Lauran Toorians
Teicht do Róim:
mór saído, becc torbai!
in rí chon-daigi hi foss,
manim-bera latt, ní fogbai.
Op weg naar Rome:
veel moeite, geringe winst!
De koning die je hier zoekt,
– tenzij je hem meebrengt –
vind je niet.
Middeleeuwse Ierse gedichten vertaald door Lauran Toorians
kempis.nl poetry magazine
More in: CELTIC LITERATURE, Lauran Toorians
Middeleeuws Iers gedicht
vertaald door Lauran Toorians
Fégaid úaib
sair fo-thúaid
in muir múaid
mílach;
adba rón
rebach rán
ro-gab lán
línad.
Kijk uit
noordoostwaarts
de machtige zee
vol leven;
zeehondenhuis
speels en trots
bereikte het getij
volheid.
Middeleeuwse Ierse gedichten vertaald door Lauran Toorians
kempis.nl poetry magazine
More in: CELTIC LITERATURE, Lauran Toorians
Middeleeuws Iers gedicht
vertaald door Lauran Toorians
Ro-cúala
ní tabair eochu ar dúana
do-beir a n-í as dúthaig dó,
bó.
Ik heb gehoord
dat hij voor verzen geen paarden geeft;
hij geeft wat je van hem verwachten kunt,
een rund.
Middeleeuwse Ierse gedichten vertaald door Lauran Toorians
kempis.nl poetry magazine
More in: CELTIC LITERATURE, Lauran Toorians
Middeleeuws Iers gedicht
vertaald door Lauran Toorians
Is di bésaib clúanaige,
áit i fera céilide,
do-tét i tech, saltraid fort
amal cach mbocc féinnide.
Is é tadall séguinne
áit i fera céilide,
do-tét i tech, snaidid crann,
gaibid rann co éimige.
Wat de boerenkinkel doet
als hij op bezoek komt:
hij komt binnen, en loopt over je
als een bokkige strijder.
Wat een welopgevoed man doet
als hij op bezoek komt:
hij komt binnen, breekt zijn stok
en citeert een passend vers.
Middeleeuwse Ierse gedichten
vertaald door Lauran Toorians
kempis.nl poetry magazine
More in: CELTIC LITERATURE, Lauran Toorians
Middeleeuws Iers gedicht
vertaald door Lauran Toorians
Bendacht úaimm for Eithni n-ollguirm,
ingen Domnaill dáiles bir,
oca n-esbius íar cúairt chathrach
for neim nathrach
eire ochtair chethrar bachlach
síthchenn srathrach, srúaimm di mid.
Een zegen van mij over de stralende Eithne,
de dochter van Domhnall die speren rondstrooit.
Met hem dronk ik, na een rondgang door een stad
als een giftige slangenkuil,
genoeg voor tweeëndertig kerels
met pakzadels op hun lange nekken, een sloot mede.
Middeleeuwse Ierse gedichten vertaald door Lauran Toorians
kempis.nl poetry magazine
More in: CELTIC LITERATURE, Lauran Toorians
Iers gedicht
vertaald door Lauran Toorians
Ut dixit Gráinne ingen Chormaic fri Finn:
Fil duine
frismad buide lemm díuterc,
ara tabrinn in mbith mbuide
huile, huile, cid díupert.
Zoals Gráinne, de dochter van Cormac, zei tegen Finn:
Er is een man
die ik zou willen zien,
voor wie ik de gouden aarde geven zou,
alles, alles, al was het voor niets.
Middeleeuwse Ierse gedichten vertaald door Lauran Toorians
kempis.nl poetry magazine
More in: CELTIC LITERATURE, Lauran Toorians
Iers gedicht ‘Cride hé’
vertaald door Lauran Toorians
Cride hé,
daire cnó,
ócán é,
pócán dó.
Hij is mijn hart,
mijn bosje notelaren,
hij is mijn jongen,
een zoen voor hem.
Middeleeuwse Ierse gedichten vertaald door Lauran Toorians
kempis.nl poetry magazine
More in: CELTIC LITERATURE, Lauran Toorians
Iers gedicht ‘Ní fetar’
vertaald door Lauran Toorians
Ní fetar
cía lassa fífea Etan;
acht ro-fetar Etan bán
nícon ífea a hóenurán.
Ik weet niet
wie met Etan zal slapen,
maar ik weet dat de blonde Etan
niet alleen slapen zal.
Middeleeuwse Ierse gedichten vertaald door Lauran Toorians
kempis.nl poetry magazine
More in: CELTIC LITERATURE, Lauran Toorians
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature