Or see the index
Simon Vinkenoog (1928 – 2009) was een Nederlands schrijver, dichter, vertaler en samensteller van bloemlezingen. Bovendien een groot liefhebber en kenner van seks, drugs en rock-‘n-roll.
Zijn fascinatie voor en kennis van hallucinogene middelen, bracht hem regelmatig in aanraking met justitie.
Een bericht uit Dagblad De Waarheid van zaterdag 21 december 1963.
Simon Vinkenoog
• fleursdumal.nl magazine
More in: Archive U-V, Archive U-V, Art & Literature News, DRUGS & MEDICINE & LITERATURE, Simon Vinkenoog, Simon Vinkenoog
A Funeral Thought
I
When the stern Genius, to whose hollow tramp
Echo the startled chambers of the soul.
Waves his inverted torch o’er that pale camp
Where the archangel’s final trumpets roll,
I would not meet him in the chamber dim,
Hushed, and pervaded with a name-less fear,
When the breath flutters and the senses swim,
And the dread hour is near.
II
Though Love’s dear arms might clasp me fondly then
As if to keep the Summoner at bay,
And woman’s woe and the calm grief of men
Hallow at last the chill, unbreathing clay —
These are Earth’s fetters, and the soul would shrink,
Thus bound, from Darkness and the dread Unknown,
Stretching its arms from Death’s eternal brink,
Which it must dare alone.
III
But in the awful silence of the sky,
Upon some mountain summit, yet untrod,
Through the blue ether would I climb, to die
Afar from mortals and alone with God!
To the pure keeping of the stainless air
Would I resign my faint and fluttering breath,
And with the rapture of an answered prayer
Receive the kiss of Death.
IV
Then to the elements my frame would turn;
No worms should riot on my coffined clay,
But the cold limbs, from that sepulchral urn,
In the slow storms of ages waste away.
Loud winds and thunder’s diapason high
Should be my requiem through the coming time,
And the white summit, fading in the sky,
My monument sublime.
Bayard Taylor
(1825 – 1878)
A Funeral Thought
• fleursdumal.nl magazine
More in: Archive S-T, Archive S-T, Het graf van de lezer, Tales of Mystery & Imagination, Western Fiction
Met De lenige liefde (1969) werd Herman de Coninck op slag de populairste dichter van Vlaanderen, ‘de man die zijn volk poëzie leerde lezen’.
Ook als leraar, journalist en geëngageerd hoofdredacteur van het Nieuw Wereldtijdschrift was hij van grote betekenis.
Na een leven vol poëzie bezweek hij in 1997 op een literair congres in Lissabon aan een hartaanval.
Nu is er dan eindelijk een biografie van de hand van Thomas Eyskens op basis van vele gesprekken met familie, vrienden en collega’s, nooit eerder gepubliceerd fotomateriaal en nagelaten correspondentie. Een rijk portret van ‘leven en werken, schrijven en liefhebben’.
Thomas Eyskens
Toen met een lijst van nu errond
Herman de Coninck biografie
Hardcover
ISBN: 9789029511407
Prijs: € 34,99
Publicatiedatum: 03-10-2017
Herman de Coninck biografie
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, - Book Stories, Archive C-D, Archive C-D, Art & Literature News, BIOGRAPHY, Coninck, Herman de, DEAD POETS CORNER
Willem Kloos was een briljant dichter, een scherp criticus en de onbetwiste leidsman van de Tachtigers. Tot in de jaren dertig werd hij aanbeden én verguisd – nu leeft hij voort in een aantal klassieke gedichten.
Kloos bracht het tijdschrift De Nieuwe Gids naar grote hoogtes en diepe dalen, verkeerde in een permanente staat van armoede en drankzucht, en dreef zijn kring van vrienden tot wanhoop. Later werd hij verzorgd door zijn vrouw en schoonzuster, met als enig houvast het tijdschrift, dat na zijn dood in de handen van fascisten roemloos ten onder ging.
In Willem Kloos (1859-1938). O God, waarom schynt de zon nog! beschrijven Peter Janzen en Frans Oerlemans het turbulente en vaak tragische leven aan de hand van talloze nieuwe feiten en vele, dikwijls niet eerder gepubliceerde foto’s. Ze rekenen af met de hardnekkige mythe dat Kloos de ontwerper was van zijn eigen grootheid en werpen een nieuw licht op zijn obsessieve verlatingsangst. Ook schenken ze uitgebreid aandacht aan zijn aftakeling in de jaren negentig en zijn opname in een psychiatrische kliniek, waar hij werd onderworpen aan elektrotherapie.
Historicus Peter Janzen en neerlandicus Frans Oerlemans publiceerden veelvuldig over de Beweging van Tachtig, onder andere in De Parelduiker. Zij promoveerden beiden op leven en werk van Willem Kloos.
Willem Kloos (1859-1938)
O God, waarom schynt de zon nog!
Auteur(s): Peter Janzen & Frans Oerlemans
Vormgever: Brigitte Slangen
ISBN 9789460043222,
gebonden, 16 x 24 cm,
rijk geïllustreerd, deels in kleur,
408 pagina’s, 2017
Uitgeverij Vantilt
€ 29,50
Samen met de biografie verschijnt een heruitgave van Kloos’ iconische Verzen uit 1894.
Deze zachtsgezegd opmerkelijke bundel begint met een lofzang op de liefde en eindigt met de beruchte scheldsonnetten, waarin Kloos zijn vrienden van het eerste uur tot op het bot fileert.
Verzen werd op slag voor een hele generatie een bijna heilig boek. Deze heruitgave van de eerste druk biedt de mogelijkheid om kennis te nemen van klassieke sonnetten waarvan de eerste regels deel uitmaken van ons collectief bewustzijn: ‘Ik ben een God in ’t diepst van mijn gedachten’, ‘De Zee, de Zee klotst voort in eindelooze deining’, ‘De boomen dorren in het laat seizoen’ en natuurlijk ‘Ik ween om bloemen in den knop gebroken’.
Willem Kloos
Verzen
Vormgever: Marc Vleugels
168 pagina’s
paperback – 2017
ISBN 978 94 6004 323 9
Uitgeverij Vantilt
€ 19.95
‘Het is de verfrissende afwezigheid van ironie, relativering en gelatenheid die ze nu nog authentiek maakt. Mooi uitgegeven, ook.’ Aleid Truijens, de Volkskrant
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, - Book Stories, Archive K-L, Art & Literature News, BIOGRAPHY, DEAD POETS CORNER, Kloos, Willem, LITERARY MAGAZINES
Acht Jahre verbrachte der österreichische Schriftsteller Stefan Zweig (geb. 1881) im Exil. Einen Tag nach der demütigenden Durchsuchung seiner Villa am Salzburger Kapuzinerberg hatte er am 20. Februar 1934 Österreich verlassen und lebte zunächst in London, ab Sommer 1939 zusammen mit seiner zweiten Frau Lotte Altmann (geb. 1908) im englischen Kurort Bath.
Das Provisorium befristeter Certificates of identity endete für beide erst im Frühjahr 1940, als sie Britische Staatsbürger wurden – ihre Pässe enthielten jedoch den Stempel »alien enemy«, was deutlich auf die Herkunft aus einem verfeindeten Staat verwies. Als die Zweigs schließlich Ende Juni 1940 nach New York und weiter nach Rio de Janeiro aufbrachen, hielten deutsche Truppen schon seit 10 Tagen Paris besetzt. Auch für Großbritannien war die Lage bedrohlich geworden: Wegen eines Luftalarms mussten Lotte und Stefan Zweig in der Nacht ihrer Abfahrt zeitweise den Schutzkeller ihres Hotels in Liverpool aufsuchen.
Im Herbst und Winter 1940 bereisten die Zweigs Brasilien. Schon im Sommer 1936 war Zweig dort wie ein Star gefeiert worden und hatte seine Eindrücke voller Dankbarkeit geschildert. Doch seine neue Hommage, »Brasilien. Ein Land der Zukunft«, zog nunmehr kritische Stimmen auf sich: Zweig hatte ausgeblendet, dass der Brasilianische Präsident mittlerweile diktatorisch regierte, Parteien und Gewerkschaften verboten waren, missliebige Journalisten im Gefängnis saßen und die Einwanderung von Juden künftig verhindert werden sollte.
Wenige Wochen vor seinem 60. Geburtstag bezog Zweig zusammen mit seiner Frau ein bescheidenes Haus in der brasilianischen Stadt Petrópolis, landeinwärts von Rio de Janeiro, »ein kleiner Semmering, nur primitiver, so wie anno 1900 das Salzkammergut«. Im provinziellen Abseits überarbeitete Zweig seine Erinnerungen »Die Welt von Gestern« und schrieb »etwas Neues«, die »Schachnovelle«. Als er am 21. Februar 1942 auf dem Postamt von Petrópolis drei Typoskripte der Novelle abschickte, hatte Brasilien die diplomatischen Beziehungen zu Deutschland bereits abgebrochen. Deutsch galt fortan als Feindsprache und durfte in der Öffentlichkeit nicht mehr gesprochen werden, auch das Mitführen deutscher Drucksachen war verboten.
In der Nacht zum 23. Februar nahmen Lotte und Stefan Zweig eine Überdosis Veronal. Entgegen ihrem letzten Willen, auf dem jüdischen Friedhof in Rio de Janeiro beerdigt zu werden, erhielten sie am 24. Februar 1942 ein Staatsbegräbnis in Petrópolis.
Entkräftet vom heimatlosen Wandern im Exil, nimmt Zweig in seinen beiden zuletzt entstandenen Werken Abschied von seiner geistigen Heimat. In seinen autobiographischen Erinnerungen, »Die Welt von Gestern«, beschwört er das alte Europa, die Weltoffenheit und kulturelle Sphäre seiner Heimatstadt Wien. In der »Schachnovelle« hingegen gestaltet er die grauenvollen Geschehnisse jener Barbarei, die den Traum von einem geeinten, zivilisierten Europa radikal zerstörte. Dem Protagonisten der Novelle, dem Anwalt Dr. B., ist zwar die rettende Flucht ins Exil gelungen. Doch bei der Überfahrt von New York nach Argentinien ist von einer Ankunft in einem sicheren Hafen nicht die Rede. Vielmehr wird Dr. B. von seinen traumatischen Wiener Erlebnissen überwältigt.
»Die Welt von Gestern« und die »Schachnovelle« stehen als exemplarische Werke des Exil-Autors Stefan Zweig im Zentrum der Ausstellung, für die zahlreiche Manuskripte, Typoskripte und persönliche Dokumente Zweigs aus amerikanischen und israelischen Archiven einbezogen werden konnten. Auch Teile der Autographensammlung, die Zweig Ende 1937 der Österreichischen Nationalbibliothek übereignete, sind hier erstmals zu sehen. Dankbarkeit Österreichs hat Zweig für seine Großzügigkeit nie erfahren – im Gegenteil: Seine Bücher wurden am 30. April 1938 auf dem Salzburger Residenzplatz vom nationalsozialistischen Mob verbrannt. In der Ausstellung ist dazu ein nach dem Krieg aufgenommenes Radiogespräch mit Zweigs erster Ehefrau Friderike, die später in den USA lebte, zu hören.
Die »Schachnovelle« ist die einzige Erzählung Zweigs, in der er zeitgenössische politische Verhältnisse darstellt. Mit den Szenen, die im ehemaligen Wiener Grand-Hotel »Métropole« spielen, hat Zweig den Opfern des Nationalsozialismus ein Denkmal gesetzt – in diesem beschlagnahmten Hotel hatte seit Ende März 1938 die Gestapo-Leitstelle Wien ihren Sitz. Ein großes Modell des »Métropole« wird in der Ausstellung gezeigt, und in Film- und Tonausschnitten berichten Rosa Grossmann und Bruno Kreisky stellvertretend für viele andere, die dort gefoltert und gedemütigt wurden, von ihren Erlebnissen.
Neben Ausschnitten aus dem 1960 produzierten Film »Schachnovelle« (mit Curd Jürgens und Mario Adorf) sind auch von Zweig benutzte Schachbücher, Teile der handschriftlich bearbeiteten Typoskripte und die ersten Buchausgaben der Erzählung zu sehen. In einem bewegenden brasilianischen Dokumentarfilm kommen noch Zeitzeugen Zweigs, darunter sein Verleger Abrahão Koogan, zu Wort.
Auch Zweigs Freundschaft mit Sigmund Freud, sein Engagement für die Gründung des europäischen PEN-Clubs in den USA, seine Hilfsbereitschaft für jüdische Flüchtlinge werden in der Ausstellung eindrucksvoll dokumentiert, die anlässlich des 75. Todestages Stefan Zweigs neu konzipiert wurde.
Im Begleitprogramm werden im August und Anfang September dienstags und donnerstags abends besondere Verfilmungen von Werken Stefan Zweigs in den Ausstellungsräumen gezeigt. Ab Mitte September wird das Programm mit Lesungen und Vorträgen fortgesetzt.
Eine Ausstellung des Theatermuseums Wien und des Stefan Zweig Zentrums Salzburg im Literaturhaus Berlin
27.7. bis 24.9.2017
Di – Fr: 14 – 19 Uhr
Sa, So: 11 – 19 Uhr
Kurator: Dr. Klemens Renoldner, Stefan Zweig Zentrum Salzburg
Gestaltung: Peter Karlhuber, Wien
In der Ausstellung erhältlich:
„Ich gehöre nirgends mehr hin“ Stefan Zweigs Schachnovelle, 2017
Hardcover, 19×24 cm, 80 S.
ISBN 978-3-900088-80-4
Zahlr. Abb., 17.- Euro
Literaturhaus Berlin
Fasanenstraße 23
10719 Berlin
Tel. 030/887286-0,
e-mail: literaturhaus@literaturhaus-berlin.de
website: http://www.literaturhaus-berlin.de/
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, - Book Stories, Archive Y-Z, Art & Literature News, Chess in literature, DEAD POETS CORNER, FDM in Berlin, Museum of Literary Treasures, Stefan Zweig, Zweig, Stefan
What is the price of poetry? An examination of how the deaths of great poets have shaped our culture’s distorted sense of poetry.
From Chatterton’s Pre-Raphaelite demise to Keats’ death warrant in a smudge of arterial blood; from Dylan Thomas’s eighteen straight whiskies to Sylvia Plath’s desperate suicide in the gas oven of her Primrose Hill kitchen or John Berryman’s leap from a bridge onto the frozen Mississippi, the deaths of poets have often cast a backward shadow on their work.
The post-Romantic myth of the dissolute drunken poet – exemplified by Thomas and made iconic by his death in New York – has fatally skewed the image of poets in our culture. Novelists can be stable, savvy, politically adept and in control, but poets should be melancholic, doomed and self-destructive. Is this just a myth, or is there some essential truth behind it: that great poems only come when a poet’s life is pushed right to an emotional knife-edge of acceptability, safety, security? What is the price of poetry? In this book, two contemporary poets undertake a series of journeys – across Britain, America and Europe – to the death places of poets of the past, in part as pilgrims, honouring inspirational writers, but also as investigators, interrogating the myth. The result is a book that is, in turn, enlightening and provocative, eye-wateringly funny and powerfully moving.
Michael Symmons Roberts‘s sixth collection of poetry, Drysalter, was the winner of both the Forward Prize and the Costa Poetry Prize in 2013. He has published two novels, and is Professor of Poetry at Manchester Metropolitan University.
Paul Farley is the author of four collections of poetry and has won the Forward Prize for Best First Collection, the Whitbread Poetry Award and the E. M. Forster Award.
Edgelands, co-written with Michael Symmons Roberts, received the Royal Society of Literature’s Jerwood Award and the 2011 Foyles Best Book of Ideas Award and was serialised as Radio 4 Book of the Week.
The Deaths of the Poets
Michael Symmons Roberts & Paul Farley
ISBN : 9780224097543
Hardback, 400 pages
February 2017
Publisher: Random House Children’s Publishers UK
fleursdumal.nl magazine
More in: - Archive Tombeau de la jeunesse, - Book News, Art & Literature News, DEAD POETS CORNER, Galerie des Morts, POETRY ARCHIVE, Sylvia Plath
Eén van de scherpzinnigste en opvallendste hedendaagse auteurs doet na diepgaand onderzoek verslag van de laatste levensdagen van Susan Sontag, Sigmund Freud, John Updike, Dylan Thomas, Maurice Sendak en James Salter. Het levert een aantal fascinerende en uiterst originele overwegingen op over de eindigheid van het leven.
In Het uur van het violet kiest Katie Roiphe voor een onverwachte en bevrijdende benadering van een onderwerp waar niemand omheen kan. Ze gaat na hoe de laatste levensdagen waren van zes grote denkers, schrijvers en kunstenaars en hoe zij omgingen met de realiteit van de naderende dood, of, zoals T.S. Eliot het noemde: ‘het avondlijk uur dat Huiswaarts gericht is en de zeeman thuisbrengt’.
We maken kennis met Susan Sontag, die, wanneer ze voor de derde keer de strijd tegen kanker aangaat, worstelt met haar engagement met het rationele denken. Roiphe neemt ons mee naar de kamer in het ziekenhuis waar de 76-jarige John Updike, nadat hem de slechtst mogelijke diagnose is meegedeeld, een gedicht begint te schrijven. Ze schept een levendig beeld van de twee weken durende, bijna suïcidaal overmatige inspanning die culmineerde in de totale instorting van Dylan Thomas in het Chelsea Hotel. Ze schetst voor ons een moedgevend portret van Sigmund Freud die, nadat hij het door de nazi’s bezette Wenen is ontvlucht, in zijn Londense ballingschap het dwangmatige roken van sigaren voortzet waarvan hij weet dat het zijn aftakeling zal verhaasten. En ze toont ons dat Maurice Sendaks geliefde kinderboeken doordesemd zijn van het feit dat hij zijn leven lang geobsedeerd was door de dood, al was dat niet altijd evident.
Het uur van het violet staat vol met intieme en verrassende onthullingen. In de laatste daden van al deze creatieve genieën worden we geconfronteerd met moed, passie, zelfbedrog, zinloos lijden en onovertroffen toewijding. Door de laatste levensdagen van deze grote auteurs te beschrijven in indrukwekkende, niet-sentimentele termen helpt Katie Roiphe ons om de dood moedig onder ogen te zien en er minder bang voor te zijn.
Katie Roiphe
Het uur van het violet
Grote schrijvers in hun laatste dagen
Vertaald uit het Engels door Anne Jongeling
Uitg. Hollands Diep
Paperback, 352 p.
ISBN: 9789048836420
€ 19.99 – Januari 2017
# Meer informatie op website Hollands Diep
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Art & Literature News, DEAD POETS CORNER, DICTIONARY OF IDEAS, Galerie des Morts, Susan Sontag, Thomas, Dylan, TOMBEAU DE LA JEUNESSE - early death: writers, poets & artists who died young
Eva Rovers: Boud
Het verzameld leven van Boudewijn Büch
Eva Rovers schreef eerder de veelgeprezen biografie van kunstverzamelaar Helene Kröller-Müller, De eeuwigheid verzameld. Hiervoor ontving zij onder meer de Erik Hazelhoff Roelfzema Biografieprijs.
Goethe, Mick Jagger, eilanden, dodo’s en eeuwenoude boeken: Boudewijn Büch liet Nederland kennismaken met de meest uiteenlopende onderwerpen en wist met zijn aanstekelijke enthousiasme literatuur en geschiedenis even toegankelijk te maken als popmuziek. Als kind had hij al ontdekt dat hij met verhalen in staat was het leven naar zijn hand te zetten. Uit atlassen, poëzie en rock & roll bouwde hij een eigen wereld op en sleurde daarin iedereen mee met wie hij sprak. Dat bezorgde hem invloedrijke vrienden, toegang tot de literaire wereld en heel veel aandacht. Maar zijn betoverende verhalen brachten hem ook talrijke demonen, die hij zijn leven lang moest bevechten.
Eva Rovers kreeg exclusief inzage in Boudewijn Büchs persoonlijke archief, met dozen vol brieven, foto’s en dagboeken. Daarmee begon een reis door een leven dat even onwaarschijnlijk als fantastisch was; een leven dat Büch transformeerde tot een literair spel met feit en fictie, dat hij tot de uiterste consequentie doorvoerde en dat jaren na zijn dood culmineerde in een grande finale.
Na het overlijden van Boudewijn Büch in 2002 is in talloze boeken, krantenartikelen, opiniestukken, interviews en televisieprogramma’s geprobeerd het leven van dit fenomeen te vangen. Verreweg de meeste aandacht ging uit naar Boudewijn Büch de mystificateur, de man die aan de werkelijkheid niet genoeg had en daarom een parallel universum schiep.
Na zijn dood was er nauwelijks aandacht voor de rol die Büch de voorgaande twee decennia had gespeeld binnen de culturele wereld. Door het literaire establishment werd hij weggezet als straatschoffie dat ook eens een boek had gelezen. Deze biografie laat zien dat Büch meer was dan een fantast. Hij was iemand die een breed en jong publiek wist te interesseren voor onderwerpen die op het eerste gezicht weinig sexy lijken. Op aanstekelijke wijze liet hij zien dat een mens geen stoffige professor hoeft te zijn om van geschiedenis of poëzie te houden. Hij was een culturele alleseter, die zijn loopbaan als dichter begon en als televisiepersoonlijkheid eindigde. In de tussenliggende jaren werkte hij met evenveel plezier aan columns voor Penthouse en Nieuwe Revu als voor NRC Handelsblad. Hij beschreef de wereldliteratuur in het literaire tijdschrift Maatstaf om vervolgens in het VARA-programma Büch de nieuwste publicaties door de studio te smijten als deze hem niet bevielen. Dankzij deze veelzijdigheid en het scala aan podia waarmee Büch zijn voorkeuren wereldkundig maakte, wist hij bij een breed publiek de interesse voor literatuur, geschiedenis en poëzie nieuw leven in te blazen.
‘Voor Büch waren leven en literatuur onderdeel van dezelfde caleidoscopische verzameling, waar hij naar hartenlust facetten aan toevoegde zodat er telkens nieuwe verbindingen ontstonden. Zijn brieven en dagboeken waren onlosmakelijk verbonden met de interviews die hij gaf, de boeken die hij schreef en de programma’s die hij maakte. Met ieder boek, ieder gedicht, ieder interview en met iedere column, brief en dagboekpassage lijkt hij gewerkt te hebben aan zijn eigen totaaltheater: de Comédie Büchienne.’
Eva Rovers
Boud
Het verzameld leven van Boudewijn Büch
Omvang 608 p.
Gebonden
Druk 1 verschenen op 11-11-16
Uitgeverij Prometheus
isbn 9789035137424
€ 29,90
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Archive A-B, Art & Literature News, AUDIO, CINEMA, RADIO & TV, Boudewijn Büch
Nobelprijswinnaar Imre Kertész (1929 – 2016) overleden.
Imre Kertesz is op 31 maart 2016, op 86-jarige leeftijd, overleden in zijn geboorteplaats Boedapest. De Hongaarse schrijver kreeg in 2002 de Nobelprijs voor de Literatuur.
Kertész werd in 1944 (hij was toen 14 jaar) door de Duitsers vanwege zijn Joodse afkomst naar het concentratiekamp Auschwitz gebracht. Van daar werd hij naar het concentratiekamp Buchenwald overgebracht. In 1945 werd Kertész uit dat laatste kamp bevrijd.
Na de oorlog werd hij schrijver en vertaler van onder meer Canetti, Freud en Nietzsche. De Holocaust staat centraal in Kertész’ eigen werk. Tot zijn belangrijkste boeken behoren ‘Onbepaald door het lot’ en ‘Kaddisj voor een niet geboren kind’.
Kertész stelde vragen die in Hongarije niet op prijs werden gesteld: “Ook tien jaar na de val van het communisme is er nog geen solidariteit ontstaan met de vermoorde Hongaarse joden. Onlangs had een naaste medewerker van premier Orbán het weer eens over het `Jodenvraagstuk’.”
Beknopte biliografie
Kaddisj voor een niet geboren kind. Vertaling: Henry Kammer, 1994. Uitgever Van Gennep, Amsterdam.
Onbepaald door het lot. Vertaling: Henry Kammer, 1995. Uitgever Van Gennep, Amsterdam.
Het fiasco. Vertaling: Henry Kammer, 1999. Uitgever Van Gennep, Amsterdam.
Ik, de ander. Vertaling: Henry Kammer, 2001. Uitgever Van Gennep, Amsterdam.
Dagboek van een galeislaaf. Vertaling: Henry Kammer, 2003. Uitgever Van Gennep, Amsterdam.
Sporenzoeker. Vertaling: Henry Kammer, 2004. Uitgever Van Gennep, Amsterdam.
Liquidatie. Vertaling: Mari Alföldy, 2004. Uitgever De Bezige Bij, Amsterdam.
(Met Péter Esterházy:) Een verhaal, twee verhalen. Vertaling: Robert Kellermann en Henry Kammer, 2004. Uitgever De Arbeiderspers, Amsterdam.
De verbannen taal. Vertaling: Mari Alföldy, 2005. Uitgever De Bezige Bij, Amsterdam.
De samenzwering. Vertaling: Henry Kammer, 2005. Uitgever De Bezige Bij, Amsterdam.
Dossier K. Een onderzoek. Vertaling: Mari Alföldy, 2007. Uitgever De Bezige Bij, Amsterdam.
In memoriam Imre Kertész (1929 – 2016)
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, DEAD POETS CORNER, In Memoriam, Kertész, Imre
Eduardo Hughes Galeano (Montevideo 1940–2015) was een Uruguayaans journalist en schrijver. Zijn bekendste werken zijn Las venas abiertas de América Latina (1971 vert. Aderlating van een continent) en Memoria del fuego (1986). Galeano vermengt in zijn boeken fictie, journalistiek en geschiedschrijving. Hij geldt als een van de belangrijkste Zuid-Amerikaanse schrijvers.
Na een militaire staatsgreep in 1973 belandde Galeano in de gevangenis en later moest hij Uruguay ontvluchten. In 1985 keerde hij terug naar Montevideo.
Eduardo Galeano overleed op 13 april 2015 op 74-jarige leeftijd aan longkanker.
Beknopte bibliografie:
Los días siguientes (1962)
China, Crónica De Un Desafío (1964)
Guatemala: Occupied Country (1967)
Su majestad el fútbol (1968)
Las venas abiertas de América Latina (1971)
Memoria del fuego (1982–1986)
Mirrors: Stories of Almost Everyone (2009)
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, BOOKS. The final chapter?, DEAD POETS CORNER, In Memoriam
Bonnie Elizabeth Parker
(1910 – 1934)
The Street Girl
You don’t want to marry me honey,
Though just to hear you ask me is sweet;
If you did you’d regret it tomorrow
For I’m only a girl of the street.
Time was when I’d gladly have listened,
Before I was tainted with shame,
But it wouldn’t be fair to you honey;
Men laugh when they mention my name.
Back there on the farm in Nebraska,
I might have said yes to you then,
But I thought the world was a playground;
Just teeming with Santa Claus men.
So I left the old home for the city,
To play in its mad, dirty whirl,
Never knowing how little of pity,
It holds for a slip of a girl.
You think I’m still good-looking honey!
But no I am faded and spent,
Even Helen of Troy would look seedy,
If she followed the pace I went.
But that day I came in from the country,
With my hair down my back in a curl;
Through the length and the breadth of the city,
There was never a prettier girl.
I soon got a job in the chorus,
With nothing but looks and a form,
I had a new man every evening,
And my kisses were thrilling and warm.
I might have sold them for a fortune,
To some old sugar daddy with dough,
But youth called to youth for its lover,
There was plenty that I didn’t know.
Then I fell for the ‘line’ of a ‘junker’,
A slim devotee of hop,
And those dreams in the juice of a poppy;
Had got me before I could stop.
But I didn’t care while he loved me,
Just to lie in his arms was a delight,
But his ardour grew cold and he left me;
In a Chinatown ‘hop-joint’ one night.
Well I didn’t care then what happened,
A Chink took me under his wing,
And down there in a hovel of hell —
I laboured for Hop and Ah-Sing
Oh no I’m no longer a ‘Junker’,
The police came and got me one day,
And I took the one cure that is certain,
That island out there in the bay.
Don’t spring that old gag of reforming,
A girl hardly ever goes back,
Too many are eager and waiting;
To guide her feet off of the track.
A man can break every commandment
And the world will still lend him a hand,
Yet a girl that has loved, but un-wisely
Is an outcast all over the land.
You see how it is don’t you honey,
I’d marry you now if I could,
I’d go with you back to the country,
But I know it won’t do any good,
For I’m only a poor branded woman
And I can’t get away from the past.
Good-bye and God bless you for asking
But I’ll stick out now till the last.
Bonnie (from Bonnie & Clyde) Parker poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive O-P, Archive O-P, Bonnie and Clyde, Bonnie Parker, CRIME & PUNISHMENT
Bonnie Elizabeth Parker
(1910 – 1934)
Outlaws
Billy the Kid and Clyde Barrow
Billy rode on a pinto horse
Billy the Kid I mean
And he met Clyde Barrow riding
In a little gray machine
Billy drew his bridle rein
And Barrow stopped his car
And the dead man talked to the living man
Under the morning star
Billy said to the Barrow boy
Is this the way you ride
In a car that does its ninety per
Machine guns at each side?
I only had my pinto horse
And my six-gun tried and true
I could shoot but they got me
And someday they will get you!
For the men who live like you and me
Are playing a losing game
And the way we shoot, or the way we ride
Is all about the same
And the like of us may never hope
For death to set us free
For the living are always after you
And the dead are after me
Then out of the East arose the sound
Of hoof-beats with the dawn
And Billy pulled his rein and said
I must be moving on
And out of the West came the glare of a light
And the drone of a motor’s song
And Barrow set his foot on the gas
And shouted back, ‘So long’
So into the East, Clyde Barrow rode
And Billy, into the West
The living man who can know no peace
And the dead who can know no rest
Bonnie Parker
Outlaws — Billy the Kid and Clyde Barrow
Billy rode on a pinto horse
Billy the Kid I mean
And he met Clyde Barrow riding
In a little gray machine
Billy drew his bridle rein
And Barrow stopped his car
And the dead man talked to the living man
Under the morning star
Billy said to the Barrow boy
Is this the way you ride
In a car that does its ninety per
Machine guns at each side?
I only had my pinto horse
And my six-gun tried and true
I could shoot but they got me
And someday they will get you!
For the men who live like you and me
Are playing a losing game
And the way we shoot, or the way we ride
Is all about the same
And the like of us may never hope
For death to set us free
For the living are always after you
And the dead are after me
Then out of the East arose the sound
Of hoof-beats with the dawn
And Billy pulled his rein and said
I must be moving on
And out of the West came the glare of a light
And the drone of a motor’s song
And Barrow set his foot on the gas
And shouted back, ‘So long’
So into the East, Clyde Barrow rode
And Billy, into the West
The living man who can know no peace
And the dead who can know no rest
Bonnie Parker poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive O-P, Archive O-P, Bonnie and Clyde, Bonnie Parker, CRIME & PUNISHMENT
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature