New

  1. Ask me no more by Alfred Lord Tennyson
  2. Keith Douglas: How to Kill
  3. Christine de Pisan: Comme surpris
  4. Conrad Ferdinand Meyer: In der Sistina
  5. Emma Lazarus: Age and Death
  6. William Blake’s Universe
  7. Natalie Amiri & Düzen Tekkal: Nous n’avons pas peur. Le courage des femmes iraniennes
  8. Much Madness is divinest Sense by Emily Dickinson
  9. Death. A spirit sped by Stephen Crane
  10. Song: ‘Sweetest love, I do not go’ by John Donne
  11. Michail Lermontov: Mijn dolk (Vertaling Paul Bezembinder)
  12. Anne Bradstreet: To My Dear and Loving Husband
  13. Emmy Hennings: Ein Traum
  14. Emma Doude Van Troostwijk premier roman: ¨Ceux qui appartiennent au jour”
  15. Marriage Morning by Alfred Lord Tennyson
  16. Christine de Pisan: Belle, ce que j’ay requis
  17. Marina Abramović in Stedelijk Museum Amsterdam
  18. Spring by Christina Georgina Rossetti
  19. Kira Wuck: Koeiendagen (Gedichten)
  20. Paul Bezembinder: Na de dag
  21. Wound Is the Origin of Wonder by Maya C. Popa
  22. Woman’s Constancy by John Donne
  23. Willa Cather: I Sought the Wood in Winter
  24. Emma Lazarus: Work
  25. Sara Teasdale: Evening, New York
  26. Freda kamphuis: ontrecht
  27. Ulrich von Hutten: Ein Klag über den Lutherischen Brand zu Mentz
  28. Julia Malye: La Louisiane (Roman)
  29. Late, Late, so Late by Alfred, Lord Tennyson
  30. DEAR AWKWARDNESS tentoonstelling AVA NAVAS in PARK
  31. A Wintry Sonnet by Christina Georgina Rossetti
  32. Les oies sauvages par Guy de Maupassant
  33. Thomas Hardy: Snow in the Suburbs
  34. Claude McKay: To Winter
  35. Les quatre saisons – L’hiver par Charles Cros

Categories

  1. AFRICAN AMERICAN LITERATURE
  2. AUDIO, CINEMA, RADIO & TV
  3. DANCE & PERFORMANCE
  4. DICTIONARY OF IDEAS
  5. EXHIBITION – art, art history, photos, paintings, drawings, sculpture, ready-mades, video, performing arts, collages, gallery, etc.
  6. FICTION & NON-FICTION – books, booklovers, lit. history, biography, essays, translations, short stories, columns, literature: celtic, beat, travesty, war, dada & de stijl, drugs, dead poets
  7. FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor's choice, etc.
  8. LITERARY NEWS & EVENTS – art & literature news, in memoriam, festivals, city-poets, writers in Residence
  9. MONTAIGNE
  10. MUSEUM OF LOST CONCEPTS – invisible poetry, conceptual writing, spurensicherung
  11. MUSEUM OF NATURAL HISTORY – department of ravens & crows, birds of prey, riding a zebra, spring, summer, autumn, winter
  12. MUSEUM OF PUBLIC PROTEST
  13. MUSIC
  14. PRESS & PUBLISHING
  15. REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS
  16. STORY ARCHIVE – olv van de veestraat, reading room, tales for fellow citizens
  17. STREET POETRY
  18. THEATRE
  19. TOMBEAU DE LA JEUNESSE – early death: writers, poets & artists who died young
  20. ULTIMATE LIBRARY – danse macabre, ex libris, grimm & co, fairy tales, art of reading, tales of mystery & imagination, sherlock holmes theatre, erotic poetry, ideal women
  21. WAR & PEACE
  22. ·

 

  1. Subscribe to new material: RSS

Sara Bidaoui gedicht: TIENERMOEDERS

foto: harrie janssens

Sara Bidaoui

TIENERMOEDERS

 

ik heb lopen dreinen

als nooit tevoren

verbergend met een koude blik

de schaamte

weggeslikt

zonder haar rustig te consumeren

het ziet het daglicht toch nog niet

voor ik haar onder ogen moet komen

zolang ik zwijg horen we haar niet

                              maar dan zal ze nooit bestaan

Onze route staat nergens aangegeven, en de dagen zullen

als uren over elkaar heen vallen, het besef zal me bedelven

me de adem doen ontnemen, het zweet me doen uitbreken

de omgeving die ik in slaap had gesust zal wakker worden

achter mij zal alles worden opgeheven

                              zullen ze haar welkom heten?

en ik vergeet steeds dat ik de toekomst weer opnieuw bedenken moet

de oude nog in mijn hoofd   -denk ik-

dat alles nog zal moeten beginnen zoals ik het had opgeschreven

maar de wereld is al een tijdje niet alleen de mijne meer

en zal snel de onze zijn

                               kunnen we dit samen aan?

maar voor dat zo ver is

en ik haar aan een cluster van vonnissen moet uitleveren

weet ik dat  ik mijn pantser moet opgeven

mijn zwaktes moet toegeven

mijn ontzetting moet verteren

en haar misschien eerst zelf moet zien

te leren accepteren

 

Sara Bidaoui,  2012

kinderstadsdichter Tilburg in 2010

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive A-B, Bidaoui, Sara, Kinderstadsdichters / Children City Poets

Johnny van Doorn: Dendermonde 63

Photo credit: © René Alphenaar- All rights reserved

Johnny van Doorn

‘Johnny the Selfkicker’

(1944 – 1991)

Dendermonde 63

 

Voor een Vlaams cultureel café

Waar ik een expositie zal openen,

Wordt ons Volkswagenbusje met

Minstens 25 inzittenden door

De plaatselijke Wouten tot

Staan gebracht & in de tussen-

Tijd dat er rechtsomkeert

Naar het bureau wordt gereden

Wordt de nu gevaarlijke Pot

Door alle aanwezigen snel

Verorberd of in de bilspleet

Gestopt. Triomfantelijk wordt

Met ons de hoofdverdachte

(ivm 5 kilo Marihu -dat is tijm,

Stramonium, laurier etcetc)

Aan fouillering en verhoor

Onderworpen. Op de vraag hoe

Ik wel heten mag, antwoord ik

Johnny the Selfkicker &

Spijtig betreurt men dat

The Electronic Jezus (dat ben ik ook!)

Niet aanwezig is &

De oerdomme vertoning zet

Zich voort: als men mijn zakken

Beklopt roep ik schertsend Kijk

Voor De Zekerheid Eens In M’n

Tokus (plat Vlaams voor kont) &

Een deskundige uit Brussel

Wordt opgebeld om snel per taxi

Over te komen & men toont hem

Meteen bij aankomst een gevonden

Stukje kattebrood (dat hij

Gewichtig met een heetgemaakt

Zakmesje onderzoekt):

Waarbij hij verrast constateert

Mijne Heren Dit Is De Befaamde Hasjies!!

 

Johnny van Doorn (Johnny the Selfkicker) poetry

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive C-D

JACE van de Ven: De zee bij Schijndel

JACE van de Ven

De zee bij Schijndel

 

Jan van Amstel ging de vlinders achterna

liep door liesgras, biezen, langs wilgen en brem

zag vlierbloesems als donderkoppen opdoemen

in bosranden en lag in het fluitenkruid bij de Aa

 

daar als de boeg van een galjoen verheft

de havik zijn hakhoofd en entert een bosduif

alarm alom, dan alleen een snavel ‘hak, hak, hak’

verentooi ontploft en hangt als zeilen in distels

 

op het water dat golfstroom speelt in een bocht

schijnt de zon en allerlei kleuren meanderen mee

toch ziet Jan precies hoe naast wat groens doodstil

en dodelijk de snoek als een fregat voor anker ligt

 

dan hoort hij de wind die als schuim op golven

door de populieren rolt, die de zilte zelfkant van de

bladeren laat kabbelen en ruisen en ruisen opnieuw

hij luistert, Jan van Amstel, luistert en huivert

 

wie door de zee wordt geroepen, moet gaan…

 

Jan van Amstel was een zeventiende eeuwse zeeheld die in Schijndel begraven ligt.

© 2009 JACE van de Ven

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive U-V, Ven, Jace van de

Hans Hermans Natuurdagboek: Voeu (Victor Hugo)

Victor Hugo

(1802-1885)

Voeu

 

Si j’étais la feuille que roule

L’aile tournoyante du vent,

Qui flotte sur l’eau qui s’écoule,

Et qu’on suit de l’oeil en rêvant ;

 

Je me livrerais, fraîche encore,

De la branche me détachant,

Au zéphyr qui souffle à l’aurore,

Au ruisseau qui vient du couchant.

 

Plus loin que le fleuve, qui gronde,

Plus loin que les vastes forêts,

Plus loin que la gorge profonde,

Je fuirais, je courrais, j’irais !

 

Plus loin que l’antre de la louve,

Plus loin que le bois des ramiers,

Plus loin que la plaine où l’on trouve

Une fontaine et trois palmiers ;

 

Par delà ces rocs qui répandent

L’orage en torrent dans les blés,

Par delà ce lac morne, où pendent

Tant de buissons échevelés ;

 

Plus loin que les terres arides

Du chef maure au large ataghan,

Dont le front pâle a plus de rides

Que la mer un jour d’ouragan.

 

Je franchirais comme la flèche

L’étang d’Arta, mouvant miroir,

Et le mont dont la cime empêche

Corinthe et Mykos de se voir.

 

Comme par un charme attirée,

Je m’arrêterais au matin

Sur Mykos, la ville carrée,

La ville aux coupoles d’étain.

 

J’irais chez la fille du prêtre,

Chez la blanche fille à l’oeil noir,

Qui le jour chante à sa fenêtre,

Et joue à sa porte le soir.

 

Enfin, pauvre feuille envolée,

Je viendrais, au gré de mes voeux,

Me poser sur son front, mêlée

Aux boucles de ses blonds cheveux ;

 

Comme une perruche au pied leste

Dans le blé jaune, ou bien encor

Comme, dans un jardin céleste,

Un fruit vert sur un arbre d’or.

 

Et là, sur sa tête qui penche,

Je serais, fût-ce peu d’instants,

Plus fière que l’aigrette blanche

Au front étoilé des sultans.

 

uit: Victor Hugo, Les orientales

Hans Hermans Natuurdagboek september 2012

≡ Website Hans Hermans

kempis.nl poetry magazine

More in: Hans Hermans Photos, Hugo, Victor, Victor Hugo

Joep Eijkens: Een mooie Cultuurnacht in Tilburg

Een mooie Cultuurnacht in Tilburg

Natuurlijk heb ik op zaterdag 27 oktober niet alle 70 acts bezocht, net zo min als alle 50 locaties waar wat te doen was. Hooguit 10 procent heb ik gezien (en gehoord) en dat was wat mij betreft al genoeg om te spreken van een mooie Tilburgse Cultuurnacht. ‘s Middags zag ik al iets van de voorbereidingen op het zonovergoten Willemsplein waar vreemde grote rode vogels startklaar hingen en waar sierlijke meisjes met donkere vlerken paradeerden op hoge stelten.

Maar het begon natuurlijk pas echt na het vallen van de duisternis. Dansgezelschap T.R.A.S.H. zorgde met een aantal skaters voor een merkwaardige openingsact in de Hall of Fame in de Spoorzone. Op een steenworp afstand gaf  De Kwekerij Theaterproducties een preview van het project ‘De Fluisterende Stad’. En toen daarna gekozen moest worden uit diverse vervolgroutes viel de keuze op de Lange Nieuwstraat en directe omgeving.

Maskers

In de voormalige kapel van de Clarissen speelde Projekt Rakija, dit jaar op het Gipsyfestival  winnaar van de BalkanBlues Contest. “Als nu de zusters uit hun graf zouden kunnen oprijzen en hun kapel zouden betreden”, dacht ik.  “Ze zouden van schrik voor de tweede maal sterven.” Hoe anders was de sfeer in de voormalige Tarcisiusschool, beter bekend als ateliercomplex Superstedeke. Bij de ingang van het deels verduisterde gebouw  kreeg men een soort mijnwerkerslamp om daarmee op ontdekkingsreis te gaan. Nooit zoveel Afrikaanse maskers en beeldjes bij elkaar gezien als bij Paul Bogaers – het deed me denken aan het helaas verdwenen Missiemuseum dat Tilburg ooit rijk was.

Varkens

Na een tijdje geluisterd te hebben naar de Tilburgse stadsdichter Esther Porcelijn vervolgden we onze weg in de Nieuwlandstraat. Die vierde als het ware zijn eigen Cultuurnacht met de meest uiteenlopende voorstellingen, performances en miniconcertjes in winkels en bij de bewoners thuis. Om een kleine, licht chauvinistische greep te doen: in Luycks Gallery zong Veronika Eijkens chansons van onder anderen George Brassens en eigen repertoire, bij Kees de slager stond een hoop volk zich voor de etalage te vergapen, kijkend naar een spiernaakte man in de koeling en bij banketbakker Van Vlerken (een stukje de Heuvelstraat in) zorgde Fardou Keuning voor een mooi tableau vivant van een rijkelijk bedeelde vrouw die de borst gaf aan haar poppenkinderen. Laatstgenoemde performances  maakten deel uit van het kunstproject ‘mEAting varkenslab’ – net zoals, vermoed ik, de varkens die we op weg naar jazzpodium Paradox tegenkwamen in de Tuinstraat (nog wel in het pand waar vroeger het weekblad ‘Roomsch Leven’ zat).

Bguti

In Paradox vond wat mij betreft – mijn zus daargelaten natuurlijk – het hoogtepunt van de Cultuurnacht plaats. Hier trad de geweldige Nijmeegse bassist Pieter Douma met zijn Bguti Orchestra op. Een schitterende groep, 9 man en 1 vrouw sterk, met virtuozen als Wolter Wierbos, Morris Kliphuis en Michiel Braam.

Zo vitaal en aanstekelijk als Douma en de zijnen speelden, zo bedacht klonk daarna het gitaarspel van het Tilburgse gelegenheidskwartet 4 x 6, bestaande uit Bram Stadhouders, Jacq Palinckx, Aart Strootman en Frank Crijns.

En toen werd het tijd om door de middernachtelijke koude naar het Willemsplein te gaan voor de slotact. Veel spektakel met prehistorische monsters, donkere wezens op stelten, een wreed ogende heerseres, roodglanzende reuzevogels en een soort koningin die zich op een wereldbol weg liet voeren naar de duisternis van de nacht.

Joep Eijkens photos & text

fleursdumal.nl magazine

More in: Joep Eijkens Photos

William Shakespeare: Sonnet 150

William Shakespeare

(1564-1616)

THE SONNETS

 

Sonnet 150

O from what power hast thou this powerful might,

With insufficiency my heart to sway,

To make me give the lie to my true sight,

And swear that brightness doth not grace the day?

Whence hast thou this becoming of things ill,

That in the very refuse of thy deeds,

There is such strength and warrantise of skill,

That in my mind thy worst all best exceeds?

Who taught thee how to make me love thee more,

The more I hear and see just cause of hate?

O though I love what others do abhor,

With others thou shouldst not abhor my state.

If thy unworthiness raised love in me,

More worthy I to be beloved of thee.

 

kempis.nl poetry magazine

More in: -Shakespeare Sonnets

Nieuwe poëziebundel GVDKU van Freda Kamphuis

Vormgeving: Barends & Pijnappel

Nieuwe poëziebundel GVDKU van

Freda Kamphuis

Vers van de artistieke pers is bij Uitgeverij Voetnoot in Antwerpen onlangs het eerste exemplaar van de nieuwe poëziebundel GVDKU van Freda Kamphuis gepresenteerd en gevierd en nu ook te koop en te bestellen. Zegt het voort: “GVDKU“.

Het is een fraai vormgegeven bundel geworden waarin een afwisselende en vooral ook speelse selectie van Freda’s poëtische werk is opgenomen. Ter illustratie zijn er ook een aantal visuele poëtische werken in opgenomen. GVDKU is haar officiële debuut.

 

Auteursfoto: Winfred Evers

Citaat uit Nieuwsbrief 17 van uitgeverij Voetnoot:

GVDKU is dan ook een speeltuin geworden, waarin heel veel mag. Zoals gedichten bouwen van woorden, die niet alleen door hun inhoud veelzeggend zijn, maar ook door hun bijzondere vorm. En haiku’s schrijven, die alleen over zichzelf gaan, waardoor je naar de werkelijke inhoud maar moet raden.”

GVDKU is onder redactie van Andrea Voigt uitgegeven bij uitgeverij Voetnoot in Antwerpen. De uitgevers Anneke Pijnappel & Henrik Barends richten zich met name op uitgave van bijzondere, zelf vormgegeven boeken met vertaalde literatuur, proza, poëzie, fotografie en beeldende kunst.

GVDKU telt 64 pagina’s, is 12 x 20 cm groot en kost € 16.

ISBN 978 90 78068 938

Bestellen moet niet maar mag altijd, via: ≡ www.voetnoot-publishers.nl     (Klik op ‘poëzie’ en ‘naam’ voor informatie en bestelformulier)

Werk van Freda Kamphuis ook op KEMP=MAG te vinden:  ≡ Gedichten Freda Kamphuis

≡ LINK naar persoonlijk blog met werk van Freda Kamphuis

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive K-L, Kamphuis, Freda

In Memoriam Nanne Tepper (1962-2012)

news z

In Memoriam Nanne Tepper (1962-2012)

In 1995 kwam Nanne Tepper (1962) stormachtig de Nederlandse literatuur binnen met zijn roman De eeuwige jachtvelden, over de liefde tussen een broer en zus. Teppers stilistische bravoure werd ogenblikkelijk opgemerkt in de literaire kritiek, die hem bejubelde als een Groningse Nabokov. Zijn boek werd bekroond met de Anton Wachterprijs. Daarop volgden de roman De vaders van de gedachte (1998), de novelle De avonturen van Hillebillie Veen (2002) en de bundel met losse stukken De Lijfbard van Knut de verschrikkelijke (2008).

Tepper publiceerde in NRC Handelsblad, Algemeen Dagblad, Dagblad van het Noorden en Het Parool, en hij schreef cd-recensies voor muziekkrant Oor.

 

De laatste jaren van zijn leven werd Tepper geplaagd door ernstige depressies. Vorige week besloot hij niet langer te willen leven. Tepper is afgelopen woensdag in kleine kring, conform zijn eigen wens, gecremeerd. Hij is 50 jaar geworden.

Bron: Uitgever Bezige Bij

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive S-T, In Memoriam

Ton van Reen: De Moord X

 

Ton van Reen

DE MOORD X

Het rook allesbehalve fris in de bus. Een lucht van oude vrouwen, stof en papieren zakken met inhoud uit de winkels van de voor goed geld vrij­gevige Lichtstad Kork. En naar benzine stonk het.

De chauffeur van de bus had een grof belijnd gezicht. Niet opvallend. Eerder gewoon. Toch had het iets ver­schrikkelijks. Er hing iets dreigends in de bus. Iets dat terug was te brengen tot de grove lijnen in het gezicht van de chauffeur. Er past veel in de grove lijnen van een chauffeurs­gezicht. Nee, ik had er geen behoefte aan ge­zich­ten te zien.

De bus trok hortend op. Leek de mo­tor te verlie­zen. Wat helemaal niet zo’n bezwaar was. Van Kork naar Oeroe daalde de weg aan één stuk door zodat de bus er toch wel zou komen. Het zou wel be­zwaarlijk worden op de terugweg. Ik heb meege­maakt dat de bus van Oeroe tot Kork in de eerste versnel­ling reed. Of er wat haperde aan de ver­snellingsbak wist ik niet. Het gaf te denken over de toestand en het onderhoud van de bus. En over het sterke stijgen van de weg. Zou de bus haar route hebben langs het Woud van Tubbs, dan zou ze in zo’n korte tijd niet zo sterk hoeven te stij­gen.

Voor me zat een wat oudere man. Hij had een vuile nek. Veel oudere mannen hebben dat. Blijk­baar zijn hun armen tekort geworden om tot hun nek te reiken. Voortdurend neu­riede de man. Hij had littekens in zijn nek. Had dus eerder in deze bus gezeten. Was als gewonde van het front ge­haald door deze bus. Had aan de bus zijn leven te dan­ken. Bleef uit dank op en neer rijden tussen Kork en Oeroe.

We waren Tepple al gepasseerd. Het Tepple van de forensen en van de nazaten van een of ander soort adel. Of adel te verdienen viel door van iemand af te stammen! Alsof dat respect verdiende! Er waren wat misverstanden in de we­reld!

We reden langs het Lange Rak, richting Wrak, toen de oude man aan de noodrem trok. Met een schok stond de bus stil. Ze was dat nog gewend uit de oorlog. De chauffeur was wit van woede. Er was geen aanlei­ding om aan de noodrem te trekken. Er waren voor­schriften voor een nood­rem in een bus. De chauf­feur kende ze nauwelijks. Van het publiek werd wel ver­langd dat het deze voor­schri­ften kende. Er was geen aanleiding. Niemand was aangereden. Ook waren we geen halte voorbij­gereden zonder te stoppen. Er liep geen vee over de weg. Niemand was bezweken aan het gerammel van de bus. Toch had de man het nodig gevonden aan de noodrem te trekken.

De chauffeur liep naar de man toe. Driftig.

‘Eruit! De bus uit. Voorschriften zijn er niet om ermee te spotten.’

‘Ja,’ zei de man, ‘ik weet het wel, maar hier is het gebeurd! Hier was het front! Die van ons lagen tot aan Tepple en die van de andere vader­landen hielden alles tot en met Borz en Wrak bezet. Hier tussen Tepple en Wrak was het front.’ Hij wees met een vaag armgebaar naar de heu­vels, het Lange Rak en de huizen langs de rivier. ‘Dat was het front. Hier is het gebeurd,’ zei de man. ‘Toch was het een rustig front tussen Tepple en Wrak. Het landschap was te mooi. De soldaten werden hier rustig. Ze begrepen niets meer van het moorden. Ze beperkten zich ertoe elkaar te bespi­oneren langs de rivier en in de huizen langs het Lange Rak. Soms dronken ze met elkaar. Alleen de partiza­nen hadden geen respect voor het front. Ze groeven land­mijnen in de wegen. Toen ik hier langskwam, verkleed als burger, om eens te gaan horen wat de vijandelijke soldaten van de vrede dachten, vloog ik de lucht in.’

(wordt vervolgd)

kempis.nl poetry magazine

More in: - De moord

Freda Kamphuis: Boventoon

 

Boventoon

 

Traag bewegen mieren, mugjes

voor immense ondergaande zon, hebben fietsers

geen idee van figureren, met hun ruggetjes zo krom.

 

Oranje gloeien daken op verkleinde boerderijtjes

oranje fluiten vogels van wat ooit groen weiland was

oranje buigen wilgen richting onderstromen vol met zwart.

 

Freda Kamphuis

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive K-L, Kamphuis, Freda

Lewis Carroll: Echoes

Lewis Carroll

(1832 — 1898)

Echoes

 

Lady Clara Vere de Vere

Was eight years old, she said:

Every ringlet, lightly shaken, ran itself in golden thread.

 

She took her little porringer:

Of me she shall not win renown:

For the baseness of its nature shall have strength to drag her

down.

 

“Sisters and brothers, little Maid?

There stands the Inspector at thy door:

Like a dog, he hunts for boys who know not two and two are four.”

“Kind words are more than coronets,”

She said, and wondering looked at me:

“It is the dead unhappy night, and I must hurry home to tea.”

 

Lewis Carroll poetry

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive C-D, Carroll, Lewis

Esther Porcelijn: Godvergeten Ironie

foto jef van kempen

Esther Porcelijn

Godvergeten Ironie

 

Je mag het wel benoemen

Maar je mag het niet zíjn

 

Je mag er wel om lachen

Maar je mag het niet willen

 

Je mag het wel afgrijselijk vinden

Maar je mag je er niet in verdiepen.

 

In een café praten heren over politiek.

Er wordt gestampt en gefoeterd

geproest en verloederd.

Maar niemand ziet de poster

op de achtergrond

in oranje, blauw en wit

waar iedereen precies

aan gekluisterd zit.

 

Zolang je maar

dingen zegt als:

“ze naaien ons toch wel!”

Met een grijns

en met een biertje.

En: “maarja.. ach”

of: “als het maar gezellig is!”

 

Zolang je dat maar zegt

ben je er tenminste

geen onderdeel van.

Hoef je niet bang te zijn

dat iemand echt

een goede vraag stelt.

 

Zolang je het parodieert

ben je het niet.

 

Esther Porcelijn poetry

stadsdichter Tilburg, 2012

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther

« Read more | Previous »

Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature