Or see the index
Nexus-lezing
30 oktober 2011
Ismail Serageldin
Knowledge and Memory in Alexandria
A Bridge between Islam and Europe
Zestien eeuwen geleden ging in Egypte de legendarische Bibliotheek van Alexandrië in vlammen op. De grootste verzameling wetenschappelijke, filosofische en letterkundige teksten uit de oudheid viel ten prooi aan verwaarlozing, vervolging en verwoesting. De geest waaruit de bibliotheek ontstaan was, leefde echter voort en zou de grondslag vormen voor alle bibliotheken, universiteiten en musea nadien. De Bibliotheek van Alexandrië is uitgegroeid tot een begrip dat synoniem is voor intellectuele vrijheid, tolerantie en wetenschappelijke nieuwsgierigheid. De grote traditie van het Europees humanisme is ondenkbaar zonder de kennis en beschaving die in Alexandrië hun oorsprong of bestemming vonden. Van het opnieuw bijeenbrengen van die kennis en het laten herleven van die geest van beschaving in onze tijd heeft één man zijn levenswerk gemaakt: Ismail Serageldin, oprichter en directeur van de Nieuwe Bibliotheek van Alexandrië.
De hypermoderne Nieuwe Bibliotheek van Alexandrië, die haar deuren opende in 2003, ontstond door schenkingen uit de collecties van grote bibliotheken in Europa en Amerika en door schenking van zeldzame manuscripten uit de Arabische wereld. De Bibliotheek biedt onderdak aan diverse (vak-)bibliotheken, acht wetenschappelijke onderzoekscentra, vier musea, verscheidene conferentiezalen, een planetarium en een serverruimte waar permanent een kopie van het wereldwijde internet wordt bijgehouden. Met meer dan 1 miljoen bezoekers per jaar staat de Bibliotheek symbool voor het groeiend zelfbewustzijn, ook in intellectueel en democratisch opzicht, van de Arabische wereld, waar Ismail Serageldin geldt als gezaghebbende stem van de rede. Zijn pleidooi voor islamitisch liberalisme, vrijheid van meningsuiting, tolerantie, geweldloosheid en kritisch rationalisme bestempelt hem tot dé Arabische Verlichtingsdenker van dit moment, die de hoopvolle blik van de hele wereld op zich gericht weet.
Ismail Serageldin (Egypte, 1944) studeerde natuurkunde aan de Universiteit van Caïro. Na de verdediging van zijn proefschrift aan Harvard University, in 1972, trad hij in dienst van de Wereldbank, waar hij van 1992 tot 2000 als een van de vice-presidenten werkzaam zou zijn. Serageldin stond aan de wieg van het Global Water Partnership, was universiteitshoogleraar in Wageningen, heeft meer dan zestig boeken op zijn naam staan en ontving talloze academische onderscheidingen. Zijn naam zal voorgoed verbonden blijven aan de huidige humanistische renaissance in Alexandrië.
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book Lovers, BOOKS. The final chapter?, Nexus Instituut
Ton van Reen
oog om oog, tand om tand
op de dag dat ik werd geboren
bestookten duitse stukaas ons dorp
mijn twee jaar jonge zusje
werd onder een vallende muur bedolven
ik heb haar nooit gezien
toch kan ik me haar goed herinneren
ze was gekleed in een wit bolerootje
toen ze onder het puin vandaan was gehaald
was het helemaal rood
haar gezicht met de zachte wangetjes
was in elkaar geslagen
als een rotte appel
de andere finesses
zal ik u besparen
maar ik kan u verzekeren
dat ik dit verhaal
uitvoerig en meer dan duizend maal
uit de mond van mijn moeder heb gehoord
het hoeft u dan ook niet te verwonderen
dat ik ooit in mijn leven
tot de tanden bewapend
over onze oostelijke grenzen zal trekken
om een bloedbad aan te richten
want ook ik ben niet anders dan elk ander dier
oog om oog
tand om tand
Uit: Ton van Reen, Blijvend vers
Uitgeverij De Contrabas, 2011
ISBN 9789079432462, 144 pagina’s, paperback
kempis.nl poetry magazine
More in: Reen, Ton van, Ton van Reen
Nederland leest
V.U.R.R.U.K.K.U.L.L.U.K.
Vanmorgen is de leesbevorderingscampagne Nederland Leest gestart vanuit de Openbare Bibliotheek Amsterdam. Het boek dat centraal staat dit jaar is Het leven is vurrukkulluk van Remco Campert. In aanwezigheid van de auteur, Philip Freriks, ambassadeur van Nederland Leest, en Alma Mathijsen, Campertfan en -kenner, is de campagne op ludieke wijze geopend.
De twaalf letters uit vurrukkulluk zijn op manshoogte nagemaakt, gesigneerd door Campert en daarna elk naar een bibliotheek in één van de twaalf provincies verzonden. Vanaf vandaag wordt Het leven is vurrukkulluk in een oplage van 719.750 exemplaren verspreid onder leden van de openbare bibliotheken in geheel Nederland.
Nederland Leest-tournee
Vanavond vindt ook de première plaats van de Nederland Leest-tournee. Vrijdagavond 21 oktober is Remco Campert in Theater De Stoep in Spijkenisse met Philip Freriks en Jan Mulder, 5 november in Bibliotheek Groningen en 13 november in BplusC/Het Leidse Volkshuis in Leiden met Freriks en Ronald Giphart en 15 november in Vrijhof Cultuurcentrum in Enschede met Freriks en Annejet van der Zijl. De tournee is geproduceerd in samenwerking met de plaatselijke openbare bibliotheken.
Nederland Leest op Nederland 2
Tijdens Nederland Leest (21 oktober t/m 18 november) lezen bekende en onbekende Nederlanders elke dag na middernacht op Nederland 2 een fragment voor uit Het leven is vurrukkulluk. Zelf leest Remco Campert in deze NTR productie het eerste hoofdstuk en de laatste pagina voor, gevolgd door onder anderen Kitty Courbois, Frans Weisz, Hadassah de Boer en Bennie Jolink. Cultura24 zendt vanaf 21 november het voorgelezen boek integraal uit in vier uitzendingen van een uur.
Andere Tijden uitzending verplaatst: De Andere Tijden (NTR/VPRO) uitzending van 22 oktober, ‘Vurrukkulluk was die tijd’, is vanwege het nieuws over Kadhafi verschoven naar zaterdagavond 29 oktober.
21-10-2011
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book Lovers, - Book News, Archive C-D, Campert, Remco, Remco Campert
Charles Dickens
Literatuur als bron van kennis
We kennen Charles Dickens als chroniqueur van het negentiende-eeuwse Engeland, met steeds opnieuw uitgegeven en verfilmde werken als Oliver Twist, Hard Times en Bleak House. Zijn eigen leven leest ook als een roman, doorspekt met figuren die verwant zijn met personages uit zijn werk.
Het vroege werk van Dickens, waarin hij de ellende van gevangenissen en armenhuizen tot in detail beschreef, had een enorme impact op de Engelse maatschappij. Ook nu nog levert het lezen van die boeken belangrijke inzichten over de inrichting van de maatschappij en hoe die inwerkt op individuele levens. Later schreef Dickens meer autobiografisch. Met een kritische maar zachtaardige pen beschreef hij de mens, niet alleen als persoonlijkheid, maar ook juist in zijn sociale rol. Artsen, juristen, dominees, maar ook historici en sociale wetenschappers kunnen daar veel van opsteken. Daarom wordt volgens het klassieke ideaal van de academie literatuur lezen aanbevolen. Juist kennis van cultuur en geschiedenis kan onze blik scherpen.
Prof. mr. Jan Lokin (Rechtsgeschiedenis, UU) toont in vier lezingen over het werk van de Engelse schrijver Charles Dickens hoe literatuur kan werken als bron van mensenkennis en begrip van de wereld.
Programma
DINSDAG 11 OKTOBER
Het leven van Dickens
DINSDAG 18 OKTOBER
De vroege werken
DINSDAG 25 OKTOBER
Latere romans
DINSDAG 1 NOVEMBER
Engeland, Amerika en Kerstmis
fleursdumal.nl magazine
More in: BIOGRAPHY, Charles Dickens
Schrijfster Hella S. Haasse overleden
Amsterdam, 30 september 2011
Gisteren is in haar woonplaats Amsterdam de schrijfster Hella S. Haasse na een kort ziekbed overleden. Zij werd drieënnegentig jaar.
Hella S. Haasse werd in 1918 geboren in Batavia. Na een korte toneelcarrière begon ze tijdens de Tweede Wereldoorlog te schrijven. Oeroeg(1948), haar prozadebuut, betekende haar grote doorbraak.
In de jaren die volgden bouwde zij een indrukwekkend en monumentaal oeuvre op, dat bestaat uit historische romans (zoals Het woud der verwachting en De scharlaken stad), documentair-historische romans (zoals Mevrouw Bentinck en Heren van de thee), Indische romans (Oeroeg en Sleuteloog) en contemporaine romans (als De wegen der verbeelding en Fenrir).
De literaire kern van haar oeuvre beslaat meer dan twintig romans, een verhalenbundel, vijf autobiografische boeken en enkele essaybundels. Daarnaast schreef zij talloze toneelstukken en liedteksten.
Haar werk wordt in negentien landen in vertaling uitgegeven.
Hella S. Haasse werd bekroond met de Constantijn Huygensprijs, de Annie Romeinprijs, de P.C. Hooftprijs, de Dirk Martensprijs en tweemaal de Publieksprijs. Voor ‘de artistieke en menselijke waarde van haar veelzijdige oeuvre’ ontving zij in 2004 uit handen van koningin Beatrix de prestigieuze Prijs der Nederlandse Letteren.
Op haar uitdrukkelijke verzoek vindt de uitvaart van Hella S. Haasse in besloten familiekring plaats. Over enkele maanden zal er een voor het publiek toegankelijk programma georganiseerd worden waarin haar oeuvre centraal staat.
Er is gelegenheid het condoleanceregister te tekenen bij uitgeverij Querido, Singel 262 in Amsterdam. De uitgeverij is geopend op werkdagen van 9.00 uur tot 18.00 uur.
Bron: Uitgeverij Querido
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive G-H, Hella Haasse, In Memoriam
Hillering Lotgebrand
Over de brieven van Annie M.G. Schmidt
Stel: uw blindedarm moet eruit. U gaat naar het ziekenhuis en neemt plaats op de operatietafel. De chirurg zegt tegen u: deze ingreep heeft geen geneeskundige pretenties. U zet het natuurlijk op een lopen en gaat naar een echte dokter. Maar wat doet u als u in een boek met historische documenten van een literator leest: dit boek heeft geen literair-historische pretenties? Hard weglopen misschien niet, maar mijn advies zou zijn: kritisch lezen en voorzichtig gebruiken.
Het boek waarover ik het wil hebben is Liefs van Annie. De mooiste brieven van Annie M.G. Schmidt, verschenen bij uitgeverij Querido ter gelegenheid van de honderdste verjaring van de geboortedag van de schrijfster, die leefde van 1911 tot 1995. In de inleiding van Schmidt-biografe Annejet van der Zijl staat het: ‘hoewel geprobeerd is Liefs van Annie zo zorgvuldig mogelijk samen te stellen, heeft deze bundel geen wetenschappelijke of literair-historisch pretentie. Het doel was de lezer nog een keer te verrassen, te amuseren en te ontroeren met het veelzijdige talent en de unieke persoonlijkheid van een van Nederlands grootste schrijvers.’ Dat ‘nog een keer’ snap ik niet, want ik geloof niet dat er eerder zo’n brievenboek is verschenen, maar het klopt wel dat het boek veel prachtige en interessante brieven en leuke foto’s bevat, en bovendien facsimile’s van brieven.
Een afbeelding is er bijvoorbeeld van een, op 11 december 1955 geschreven briefje aan Liesbeth en Otto Montagne. We zien een, neem ik aan, verkleinde afbeelding van een vel kladpapier, waarvan een deel is afgescheurd. De brief is met de schrijfmachine geschreven en door Schmidt met een pen ondertekend. De hoofdletter O springt. We zien dat de briefschrijfster vaak voor en na komma’s, punten en andere leestekens een aantal spaties zet. Annie schrijft ook een beetje ouderwets, naar huidige maatstaven gerekend tenminste. De brief gaat over de aanstaande kerstvisite van de ontvangers van het briefje: ‘Komen jullie dus Zaterdag? Daar rekenen we op, tenzij jullie het te lang vindt en bang bent dat je Zondagmorgen al tegen het plafond vliegt van ellende en verveling.’ We zien dus ook dat Schmidt de dagen van de week met een hoofdletter schrijft, en dat kon nog net, want de nieuwe spelling, waardoor dat niet meer moest, werd eind 1955 ingevoerd. Maar ze schrijft vooral leuke zinnen, en dat is wat deze brieven zo aantrekkelijk maakt: ‘Als jullie met de trein komen, zal Dick je met de Citroen komen halen. Als je met de helicopter komt ook.’
Van deze brief hebben we dus een facsimile, maar ook een gedrukte tekst. Hierboven citeerde ik uit de afbeelding, maar in de gedrukte tekst ziet de zin na ‘Komen jullie dus Zaterdag?’ er als volgt uit: ‘Daar rekenen we op, tenzij jullie het te lang vinden en bang zijn dat je zondagmorgen al tegen het plafond vliegen van ellende en verveling.’ Weg dus de karakteristieken die deze brief tot een document van Annie M.G. Schmidt uit de jaren vijftig maken. Ook de ‘helicopter’ moest er aan geloven: die is gemoderniseerd tot ‘helikopter’. Waarom is dit? De ‘Verantwoording’ achterin het boek legt niet uit waarom er zo fors moest worden ingegrepen. Er staat alleen: ‘Gekozen is de brieven aan de huidige spelling aan te passen.’ Maar ‘jullie het te lang vindt’ veranderen in ‘jullie het te lang vinden’ heeft niets met spelling te maken. ‘In de tekst is zo min mogelijk ingegrepen’ noemt de verantwoording dat en gaat vrolijk verder: ‘De opmaak is geüniformeerd, de interpunctie is gecorrigeerd en aangevuld waar nodig (bijvoorbeeld bij het ontbreken van een punt aan het eind van een zin, en het toevoegen van komma’s). De alinea-indeling is zoveel mogelijk gehandhaafd. Schrijf- en typefouten zijn verbeterd, evidente spelfouten zijn gecorrigeerd. De spelling van namen is gelijkgetrokken.’ Zo min mogelijk ingrepen? Maar nog altijd vele malen meer dan een uitgave met literair-historische pretenties zou doen. Want dat doet een wetenschappelijke editie: behoedzaam met de teksten van een auteur omgaan.
Ingrijpen had een redacteur overigens wel moeten doen in de kromme zinnen in de ‘Verantwoording’, zoals die tussen haakjes in het citaat hiervoor. Nog meer kroms. De manier van annotateren in dit brievenboek wordt met deze zin verklaard: ‘In de noten worden waar dat relevant geacht wordt namen van personen en hun eventuele onderlinge relaties toegelicht, alsmede namen van periodieken, gezelschappen of instanties; persoonlijke en historische gebeurtenissen.’ Wat is de functie van die puntkomma? Een duidelijk verantwoordelijke voor deze rare zinnen is overigens niet aan te wijzen. Inleidster Annejet van der Zijl heeft, zoals uit haar voorwoord blijkt, wel een hand gehad in de keuze van de brieven, maar ‘Eindselectie en annotatie waren in handen van uitgeverij Querido, samen met Flip van Duijn.’ Van Duijn is de zoon van Annie M.G. Schmidt.
Over die annotatie valt het een en ander op te merken. Prettig zijn de vele verhelderende citaten uit brieven die de selectie niet hebben gehaald. Voor een aantal voetnoten is serieus informatie gezocht, voor weer een aantal minder serieus, en voor een ander deel is er met de pet naar gegooid. Minder serieus noem ik de voetnoten die min of meer letterlijk van Wikipedia zijn overgenomen. Op p. 299 van het boek komt ‘professor Sickbock’ voor. De voetnoot hierbij in het boek: ‘Professor Joachim Sickbock is een personage uit Tom Poes, geschreven en getekend door Marten Toonder. Hij is een kwaadaardige professor en een geit.’ Wikipedia zegt: ‘Professor Joachim Sickbock is een stripfiguur uit de Nederlandse stripreeks Tom Poes, […] geschreven en getekend door Marten Toonder. Hij is een kwaadaardige professor en als dierensoort een geit.’ Behalve overgeschreven is dit feitelijk onjuist: Marten Toonder was geen geit.
Op p. 308 wordt het woord ‘hillbilly’ uitgelegd: ‘Met Hillbilly’s werden in de VS armere en lager opgeleide personen uit heuvelachtige plattelandsgebieden aangeduid.’ Wikipedia zegt: ‘Hillbilly is een pejoratieve term waarmee in de Verenigde Staten armere en lager opgeleide personen uit het Appalachengebied werden aangeduid. Later verspreidde de term zich naar een meer algemene aanduiding van arme laag opgeleide personen uit heuvelachtige plattelandsgebieden.’ Op p. 208 wordt Erich Kästner een ‘Duitse schrijver, dichter en cabaretier’ genoemd, net als op de Nederlandse Wikipedia. De Duitse versie daarvan maakt duidelijk dat de informatie daar door de Nederlandstalige wikivuller verkeerd is begrepen: Kästner schreef voor het cabaret. Wat dit soort overschrijverij aangaat: Duitse ministers worden voor dergelijke bronloze overnames de laan uitgestuurd.
Bij veel annotaties in die boek vraag ik me af: voor wie zijn ze eigenlijk geschreven? Wil ik uitgelegd krijgen dat Schmidt met ‘pliessiegent’ politieagent bedoelt? Voor wie is de voetnoot bedoeld dat de NSB een ‘omstreden rechtse’ organisatie was, die ‘in deze crisisjaren grote aanhang verwierf’? En wat moeten we, ook in de categorie nationaal-socialisme, met de mededeling dat een kennis van Schmidt Adolf Hitler beschouwde ‘als de verpersoonlijking van het fascisme dat Europa in de jaren in zijn greep kreeg’? Hebben we hier te maken met de – zelden zo toepasselijke – Jip en Janneke-toon? Denken de voetnotenmakers dat deze brieven én hun voetnoten worden gelezen door de lezertjes van Pluk van de Petteflet? Maar dan moet je die lezertjes ook uitleggen wat ‘mazout’ is en ‘double bill’ en ‘brouille’.
De voetnotenmakers vinden het relevant ons te vertellen dat Louis Davids in 1936 ‘als spil van het Nederlands amusement [gold]’, Simon Carmiggelt ‘gold destijds als een van de populairste schrijvers van Nederland’, Wim Kan en Corrie Vonk waren een ‘[i]n die jaren al heel bekende cabaretier en zijn vrouw’, Piet Muller ‘genoot enige bekendheid als redacteur van Opwaartsche Wegen’ en Adriaan Roland Holst was een ‘bekende dichter’. Bij de meeste andere mensen moet de lezer zelf uitzoeken of ze bekendheid genoten of niet. Wanneer Schmidt in Frankrijk een paardenrace bezoekt lopen daarin twee dieren van ‘Ali Khan’ mee. In de voetnoot krijgen we wel een gecorrigeerde spelling van deze Prins Aly Aga Khan geboden en het feit dat hij getrouwd was met de filmster Rita Hayworth, maar waardoor hij zelf enige bekendheid genoot wordt niet meegedeeld.
Er staan ook voetnoten in dit boek die meer vragen oproepen dan beantwoorden. Die over Els Hendrix bijvoorbeeld. Op p. 66 staat deze voetnoot: ‘Els Hendrix was een collega […]. Met haar en haar toekomstige man Dick van Dien zou Annie levenslang bevriend blijven.’ Maar op p. 189 staat: ‘Els en Dick van Dien behoorden nog steeds tot de beste vrienden van Annie’. Dat ‘nog steeds’ maakt me nieuwsgierig: wat is er dan gebeurd, en kwam het desondanks weer goed? Maar dat wordt ons niet verteld. Nog zo’n verwarrende voetnoot: in een brief aan tekenares Fiep Westendorp wordt gerefereerd aan ‘narigheid in Laren’. De uitleg is deze: ‘Margot had een huis in Laren, en er waren problemen met de bewoners, die bij haar afwezigheid de dieren in en rondom haar huis verzorgden.’ Wie Margot is en wat haar relatie is met Fiep moet je onthouden hebben uit een eerdere brief, want een nadere aanduiding of een verwijzing is er niet. Bovendien: hoe zit dat met dat huis? Margot woont blijkbaar in haar eigen huis in Laren, want ze heeft er dieren en is wel eens afwezig. Maar die dieren worden verzorgd door ‘de bewoners’. Wonen die in datzelfde huis? Vanwege die vage voetnoot wil ik het allemaal weten, hoewel het voor de brief, en dus ook voor mij, onbelangrijk is. Heldere annotatie zorgt dat de lezer tevreden is.
Twijfelachtige noten zijn er ook, en die gaan over joden en homo’s. Homo’s komen nogal eens voor in dit boek, en dan zijn het vaak vriendjes of levenspartners van Wim Sonneveld. Maar waarom moet er bij een vriend van Schmidts zoon Flip ook worden vermeld dat hij homoseksueel is, zonder dat dat een rol speelt in de brief? Omdat hij van beroep balletdanser was? Van dezelfde categorie is de typering van het warenhuis Gerzon als een joods warenhuis, terwijl dat in de betreffende brief geen enkele rol speelt. En idem de toelichting bij Shulamith Firestone: een ‘joodse, in Canada geboren, radicale feministe’. Waarom dat ‘joodse’? Omdat het zo’n duidelijk joodse naam is? (En waarom ‘in Canada geboren’? Omdat dat zo op Wikipedia staat.) Gloria Steinem is blijkbaar geen duidelijk joodse naam, want zij is in de voetnoot die aan haar gewijd is gewoon een ‘Amerikaanse feministe’, zonder vermelding van haar joodse achtergrond. Nog een joodse kwestie: in 1933 schrijft Schmidt aan haar moeder dat ze een boek van Siegfried van Praag aan het lezen is (‘een bekend joods schrijver’). ‘In de leeszaal [van de bibliotheek waar Schmidt werkt; JG] komt vaak een broer van hem, zo lelijk, net een aap en een groot mispunt erbij.’ Een zin die wat mij betreft geen enkele aanleiding geeft tot deze voetnoot: ‘Siegfried van Praag was beslist geen lelijke man. Moeten we deze opmerking duiden als “alledaags antisemitisme”? Dat was in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog gemeengoed in Nederland.’ Ten eerste: Schmidt vond niet Siegfried van Praag een lelijke man en een mispunt, maar diens broer. En ten tweede: wordt Schmidt hier niet door haar zoon (want die schreef de voetnoot, neem ik aan) beschermd vanwege iets dat ze vermoedelijk niet eens bedoelde?
Voetnoten in alle soorten en maten dus: accurate, twijfelachtige, onduidelijke, gemakzuchtige. Nattevingerwerk zit er ook bij, zoals die over auto’s – en ik geef toe: dat is een persoonlijke hobby van ondergetekende. Van de voetnotenmakers duidelijk niet, maar ze doen wel alsof. De noot bij ‘eend-camionelle’ vermeldt: ‘Flip had een lichtblauwe bestel 2CV (deux-chevaux, in de volksmond “lelijk eendje”).’ Ten eerste wordt ons het merk (Citroën) van dit type onthouden, en bovendien heet zo’n ding een camionette, met t’s, niet met l’s. En een redacteur had wel een streepje tussen ‘bestel’ en ‘2CV’ mogen zetten. Schmidt schreef overigens in 1960 voor Citroën Nederland het liedje ‘Het lelijke eendje’, en dat zou ik er, zeker als ik met de Franse slag voetnoten aan het maken was, zeker bij hebben verteld. Nog meer verkeerde auto’s, nu die van Annie M. G. Schmidt zelf. Ín een brief uit 1969 vermeldt ze een rit naar haar huis in Frankrijk in een ‘Spider’. De voetnoot corrigeert deze Fiat 850 cabriolet ten onrechte in een ‘Spyder’. Drie jaar later, in 1972, is de Fiat ingeruild voor een Peugeot, en wel, zo vertelt de noot, een 306 cabriolet. Maar die kwam, zo is op Wikipedia te vinden, pas in 1994 op de markt. Het zal een 304 zijn geweest. Dit gaat, zal menigeen zeggen, over niks, dus waar maak je je druk om. Maar dan wil ik, als de regel is dat we er bij het maken van een boek met de pet naar mogen gooien als we vinden dat het over niks gaat, die regel ook in de verantwoording zien.
Azijnpisserij? Zeker. Eén voetnoot gaat zelfs over azijn. In 1950 schrijft Schmidt aan haar nieuwe levenspartner Dick van Duijn: ‘Eigenlijk moest ik in de azijn duiken’, en dat moet natuurlijk worden toegelicht. De voetnotenmakers concludeerden, zo vermoed ik, in een andere, niet-gepubliceerde brief dat het om een receptenboekje ging dat ze samen met Riek Lotgering-Hillebrand voorbereidde. (Een voetnoot over haar had, met dank aan Wikipedia, kunnen luiden: ‘Een destijds enige bekendheid genietende voedingsdeskundige.’) Maar Schmidt noemde Lotgering-Hillebrand in de niet-gepubliceerde brief blijkbaar, omdat ze haar niet kon uitstaan, schertsenderwijs ‘Hillering Lotgebrand’. En de voetnoot en het register noemen deze dame dus: ‘Hillering Lotgebrand’. Geen belletje ging rinkelen bij de voetnotenmakers, geen azijnpisser in de buurt om onraad te ruiken.
Maar het zijn prachtige brieven.
Jan Gielkens
fleursdumal.nl magazine
More in: Annie M.G. Schmidt, Archive S-T, Jan Gielkens, The talk of the town
Nieuwe facsimile-editie
unieke boekjes van Lucebert
Het Stedelijk Museum presenteert in samenwerking met De Bezige Bij de officiële lancering van de facsimile-editie van een aantal unieke boekjes van Lucebert.
Lucebert maakte in de periode rond 1950 voor vrienden een aantal prachtige boekjes met gedichten, tekeningen en collages. Zeven boekjes, die zijn ondergebracht in de collectie van het Stedelijk Museum en in privécollecties, verschijnen eind september in een schitterende facsimile-editie. Wat de boekjes extra bijzonder maakt is dat ze samen zevenentwintig nooit eerder gepubliceerde gedichten bevatten.
Op zondagmiddag 25 september zal deze bijzondere uitgave worden gepresenteerd in het Stedelijk Museum, de plek waar Lucebert in 1949 zijn entree maakte als deelnemer aan de beroemde Cobra-tentoonstelling die directeur Willem Sandberg initieerde. Ook is dit de historische plek waar Lucebert in 1954 gekleed als Keizer der Vijftigers zijn troonrede wilde uitspreken, en waar hem en zijn gevolg uiteindelijk de toegang werd ontzegd.
Remco Campert nam destijds de rol van hoveling op zich en zal nu bij de iconische trap van het Stedelijk een voordracht houden.
Lucebert (1924-1994) wordt beschouwd als een van de grootste Nederlandstalige dichters en beeldend kunstenaars. Hij ontving de Constantijn Huygensprijs, de P.C. Hooft-prijs, de Prijs der Nederlandse Letteren en de Jacobus Van Looyprijs voor dubbeltalenten.
Locatie: Eerste verdieping en café Stedelijk Museum Amsterdam
Tijd: 15.00 – 16.30 uur
Entree: Gratis met geldig entreebewijs voor het museum
Het Stedelijk presenteert in samenwerking met De Bezige Bij de officiële lancering van de facsimile-editie van unieke boekjes van Lucebert. Remco Campert houdt een voordracht op de trap
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book Lovers, - Book Stories, Archive K-L, Lucebert, Lucebert
Prinses Máxima nam
Alle gedichten van Borges
in ontvangst
Op 21 september heeft Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima der Nederlanden het eerste exemplaar van Alle gedichten van de Argentijnse dichter Jorge Luis Borges in ontvangst genomen, uit handen van de vertalers Maarten Steenmeijer en Barber van de Pol. De overhandiging vond plaats in het woonhuis van Prinses Máxima, De Eikenhorst.
Jorge Luis Borges (Buenos Aires, 1899 – 1986) verwierf vooral wereldfaam met zijn verhalen, verzameld in De Aleph en andere verhalen. Hij geldt als de belangrijkste Zuid-Amerikaanse prozaschrijver van de twintigste eeuw.
Toch zag hij zichzelf in de eerste plaats als dichter. Met name in de laatste dertig jaar van zijn leven schreef hij graag poëzie. Vanaf de jaren veertig raakte hij langzamerhand blind. Hierdoor was hij tijdens het schrijven niet alleen veel meer aangewezen op zijn geheugen en op kortere geschriften, ook gaf poëzie hem de mogelijkheid persoonlijker te zijn dan proza.
Een groot deel van zijn poëzie is nooit in Nederlandse vertaling verschenen. In Alle gedichten is voor het eerst al zijn poëzie opgenomen, in het Nederlands en in het Spaans, ongeveer vijfhonderd gedichten in totaal. Vertalers Barber van de Pol en Maarten Steenmeijer werkten enkele jaren intensief met elkaar samen om deze vertaling tot stand te brengen.
Jorge Luis Borges verwierf pas wereldfaam toen hij al 61 jaar oud was. Op die leeftijd, in 1961, werd hem, samen met Samuel Beckett, de Prix Formentor toegekend, en vanaf die tijd verschenen zijn verhalen in vertaling overal ter wereld, ook in Nederland.
Hij werd een van de boegbeelden van uitgeverij De Bezige Bij, die zijn beroemdste verhalenbundel, De Aleph, vele malen herdrukte. Het paradoxale is dat Borges zichzelf niet in de eerste plaats als prozaschrijver zag, en ook niet als essayist (hij schreef schitterende essays, waarvan er ook vele in het Nederlands zijn uitgegeven), maar als dichter. Vooral in de laatste dertig jaren van zijn leven schreef hij graag poëzie, niet alleen omdat hij langzaam blind werd en tijdens zijn schrijven veel meer op zijn geheugen en dus op kortere geschriften aangewezen was, maar ook omdat gedichten hem de mogelijkheid gaven persoonlijker te zijn dan hij zich in zijn proza meende te kunnen veroorloven.
Slechts een klein deel van zijn poëzie werd tot nu toe in het Nederlands vertaald. In Alle gedichten zijn voor het eerst al zijn gedichten in Nederlandse vertaling bijeengebracht – een mijlpaal.
Jorge Luis Borges – Alle gedichten
Uitgeverij De Bezige Bij, september 2011
gebonden met leeslint en stofomslag, 1246 pagina’s, 21,5 x 13 cm
ISBN 9789023464617, verkoopprijs € 59,90
De Nederlandse vertaling is van Barber van de Pol en Maarten Steenmeijer
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Borges J.L., Jorge Luis Borges
Gedichtendag 2012
donderdag 26 januari 2012
Thema 2012
Stroom is ritme, flow, een vloeiende en ongrijpbare beweging van A naar B, dankzij een teveel aan de ene of een tekort aan de andere kant. Stromen kunnen uit woorden bestaan, uit lading, gedachten, uit informatie, stoffen of dingen. Stromen verbinden plekken op deze wereld en brengen mensen bij elkaar. Of juist niet. ‘Stroom’ is er altijd en overal. Daarom biedt het thema volop aanknopingspunten voor poëzieprogramma’s, wedstrijden, poëzielessen en andere Gedichtendagprojecten op donderdag 26 januari 2012.
“ik geloof in een rivier
die stroomt van zee naar de bergen
ik vraag van poëzie niet meer
dan die rivier in kaart te brengen”
Remco Campert
Voor ons dagelijks comfort vormt stroom de basis: elektrische stroom verlicht onze huizen en laat onze computers zoemen. Dankzij olie en gas hebben we het warm en drinkwater stroomt onze huizen binnen. Energiestromen gebruiken is goed, ze verspillen niet. Door groeiende ecologische aandacht weten we dat de aarde geen onuitputtelijke energiebron is. Gelukkig zijn water en wind alternatieve bronnen van energie die altijd stromen.
Stroom is meer dan luxe en comfort: het is de kernbeweging die leven mogelijk maakt. Bloed stroomt door onze aderen en voedt lichaam en geest. Met zuurstof bijvoorbeeld, door sapstromen in bomen en planten in de lucht gebracht. Ons brein stuurt ons op zijn beurt met minuscule stroompjes aan en laat uit gedachten stromen van woorden ontstaan.
Woordenstromen en gedachtestromen vloeien samen tot ideeën en principes: stromingen in artistieke, wetenschappelijke of politieke zin. Hele mensenmassa’s brengen ze op de been, of het nu om demonstraties of feestelijkheden gaat. Ze komen samen – of ze botsen.
De poëzie laaft zich aan al deze stromen. Ze drijft erop mee of gaat er met kracht tegenin. Raakt de doorgang versperd, dan loopt de druk op, met een stroomversnelling aan gedichten tot gevolg. Gedichten die de spanning bij de dichter ontladen en de batterij van de lezer opladen. Stroom inspireert. Alles stroomt.
Joke van Leeuwen schrijft Gedichtendagbundel
Bij een nieuwe Gedichtendag hoort traditiegetrouw een nieuwe Gedichtendagbundel. Die komt dit keer van de veelzijdige hand van dichter, schrijfster, illustrator en performer Joke van Leeuwen. De bundel die in grote oplage verschijnt, is op Gedichtendag voor een klein bedrag in de boekhandel te koop. Eerdere Gedichtendagbundels kwamen o.a. van Toon Tellegen, Hugo Claus, Gerrit Kouwenaar, Eva Gerlach, Judith Herzberg, Rutger Kopland en Remco Campert. De Gedichtendagbundel is een uitgave van Querido en Poetry International.
Joke van Leeuwen (Den Haag, 1952) studeerde in Antwerpen en Brussel grafische technieken aan de kunstacademie en geschiedenis aan de universiteit van Brussel. Ze is veelzijdig: ze schrijft proza voor kinderen en volwassenen, poëzie, ze is illustrator, maakt theaterprogramma’s en treedt op als performer.
Ze ontving voor haar werk vele prijzen, waaronder de Theo Thijssenprijs in 2000 voor haar kinderboeken en de C. Buddingh’-prijs voor haar dichtbundel Laatste lezers (1994). Er volgden meer bundels, zoals Vier manieren om op iemand te wachten en Wuif de mussen uit (2007). De laatste bundel werd genomineerd voor de VSB Poëzieprijs. In 2002 publiceerde zij de roman Vrije vormen. In de bundel Hoe is ‘t staan de gedichten uit haar tijd als stadsdichter van Antwerpen verzameld. In 2010 ontving Joke van Leeuwen de prestigieuze Gouden Ganzenveer voor haar oeuvre.
≡ Meer info website gedichtendag
fleursdumal.nl magazine
More in: Literary Events, Remco Campert
‘Uitgebeende gedichten’ van Theo Verhaar
en het Handboek der Jeugd
Wat hebben De Jeugd van Tegenwoordig en Theo Verhaar gemeen? Ze hebben een link met de negentiende eeuwse dichter Robert Browning: less is more. De Jeugd van Tegenwoordig, de coverstars van de nieuwe Passionate Magazine, vertellen over hun rapteksten die ontstaan door woorden te stelen, woorden aan elkaar te plakken en dialecten te vergroten. Aanleiding is het verschijnen van het Handboek der Jeugd met hun verzamelde teksten.
Theo Verhaars poëzie kenmerkt zich door ‘uitgebeende gedichten’ met een filosofische inslag. Erik Brus schrijft over Theo Verhaar naar aanleiding van het onlangs verschenen Alle gedichten. Astrid Lampe wijdt een persoonlijk essay aan haar in 1999 overleden dichtersvriend.
Herman Brusselmans schrijft over de Vlaming, gezien door andermans ogen. Dit beeld blijkt niet al te vleiend te zijn, maar ook de niet-Vlaming heeft zo zijn gebreken. Merijn de Boer, Jasper van Buren en Hassan Bahara dragen bij met verhalen, Myrte Leffring met gedurfde poëzie. Op de vooravond van zijn nieuwe roman Alles kan kapot schrijft Martijn Knol over zijn favoriete songtekst: ‘Schijt aan regels’ van Mooi Wark.
Literariteiten en online recensies: Voor de liefhebbers van Literariteiten is het vernieuwde Passionatemagazine.nl een uitkomst. Elke woensdag brengt schrijfster Hanneke Hendrix actuele, grappige of originele wetenswaardigheden over de hedendaagse literatuur. Bovendien is de redactie gestart met het plaatsen van online boekrecensies voor eenieder die op de hoogte wil blijven van de trends in de literatuur en nieuwe boeken voorgeschoteld wil krijgen die het lezen écht waard zijn.
Passionate Magazine is een eigentijds magazine dat je op een journalistieke en niet-elitaire manier op de hoogte houdt van proza, poëzie, columns, strips, recensies, events en meer. Vind ons ook op Facebook en Twitter!
Passionate Magazine
Juli/Augustus 2011
Jaargang 18, nummer 4
Abonnement: € 35 (6 edities) Losse verkoop: € 6,95
Passionatemagazine.nl
Facebook: Passionate Magazine
Twitter: #Passionatemag
Losse verkoop: verkrijgbaar bij de betere boekhandel en online op passionatemagazine.nl
fleursdumal.nl magazine
More in: Lampe, Astrid, Magazines
The real ‘Papa’ Ernest Hemingway
The Hemingway Look-Alike Society
The Hemingway Look-Alike Society is much more than a bunch of “portly gray bearded old men”. Several years ago the society sought a way to honor the name of Ernest Hemingway while at the same time seeking a higher purpose for this wonderful group of bearded men who gather together every July. Thus the Hemingway Look-Alike Scholarship program was developed to provide students attending Florida Keys Community College a helping hand.
Last year, the HLAS scholarship fund raised close to $23,000, bringing the goal closer of building an endowment fund which will provide scholarships for many years to come.
Website
≡ HEMINGWAY LOOK-ALIKE SOCIETY
Matt Gineo – Papa Hemingway 2011
Charles Bicht – Papa 2010
David A. Douglas – Papa 2009
Tom Grizarrd – Papa 2008
Larry Austin – Papa 2007
fleursdumal.nl magazine
More in: Ernest Hemingway
Eva Rovers schrijft biografie Boudewijn Büch
De Werkgroep Biografie Boudewijn Büch is trots dat zij Eva Rovers bereid heeft gevonden om de biografie van Boudewijn Büch te schrijven.
Rovers (1978) schreef eerder de veelgeprezen biografie De eeuwigheid verzameld. Helene Kröller-Müller (1869-1939), waarop zij onlangs promoveerde aan het Biografie Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen en waarvan inmiddels de derde druk is verschenen. Rovers was gastredacteur van het Oxford Journal of the History of Collections en is redacteur van het Biografie Bulletin. Momenteel is zij als docent verbonden aan de universiteiten van Utrecht en Groningen.
De gezamenlijke erven staan achter de keus en geven haar exclusief toegang tot de archieven. Het bestuur van de werkgroep bestaat uit Frits Barend, Klaas Koppe en Hans Renders. Voorzitter Frits Barend: “Boudewijn Büch liet ons weten dat hij zeer verguld is met de keuze van zijn biografe.”
Boudewijn Büch (foto jef van kempen)
√ Website Biografie-instituut Universiteit Groningen
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Art & Literature News, Boudewijn Büch
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature