Ton van Reen gedicht: oog om oog, tand om tand
Ton van Reen
oog om oog, tand om tand
op de dag dat ik werd geboren
bestookten duitse stukaas ons dorp
mijn twee jaar jonge zusje
werd onder een vallende muur bedolven
ik heb haar nooit gezien
toch kan ik me haar goed herinneren
ze was gekleed in een wit bolerootje
toen ze onder het puin vandaan was gehaald
was het helemaal rood
haar gezicht met de zachte wangetjes
was in elkaar geslagen
als een rotte appel
de andere finesses
zal ik u besparen
maar ik kan u verzekeren
dat ik dit verhaal
uitvoerig en meer dan duizend maal
uit de mond van mijn moeder heb gehoord
het hoeft u dan ook niet te verwonderen
dat ik ooit in mijn leven
tot de tanden bewapend
over onze oostelijke grenzen zal trekken
om een bloedbad aan te richten
want ook ik ben niet anders dan elk ander dier
oog om oog
tand om tand
Uit: Ton van Reen, Blijvend vers
Uitgeverij De Contrabas, 2011
ISBN 9789079432462, 144 pagina’s, paperback
kempis.nl poetry magazine
More in: Reen, Ton van, Ton van Reen