Novalis
(Friedrich von Hardenberg, 1772–1802)
Hymnen an die Nacht 6
Sehnsucht nach dem Tode
Hinunter in der Erde Schooß,
Weg aus des Lichtes Reichen,
Der Schmerzen Wuth und wilder Stoß
Ist froher Abfahrt Zeichen.
Wir kommen in dem engen Kahn
Geschwind am Himmelsufer an.
Gelobt sey uns die ewge Nacht,
Gelobt der ewge Schlummer.
Wohl hat der Tag uns warm gemacht,
Und welk der lange Kummer.
Die Lust der Fremde ging uns aus,
Zum Vater wollen wir nach Haus.
Was sollen wir auf dieser Welt
Mit unsrer Lieb’ und Treue.
Das Alte wird hintangestellt,
Was soll uns dann das Neue.
O! einsam steht und tiefbetrübt,
Wer heiß und fromm die Vorzeit liebt.
Die Vorzeit wo die Sinne licht
In hohen Flammen brannten,
Des Vaters Hand und Angesicht
Die Menschen noch erkannten.
Und hohen Sinns, einfältiglich
Noch mancher seinem Urbild glich.
Die Vorzeit, wo noch blüthenreich
Uralte Stämme prangten,
Und Kinder für das Himmelreich
nach Quaal und Tod verlangten.
Und wenn auch Lust und Leben sprach,
Doch manches Herz für Liebe brach.
Die Vorzeit, wo in Jugendglut
Gott selbst sich kundgegeben
Und frühem Tod in Liebesmuth
Geweiht sein süßes Leben.
Und Angst und Schmerz nicht von sich trieb,
Damit er uns nur theuer blieb.
Mit banger Sehnsucht sehn wir sie
In dunkle Nacht gehüllet,
In dieser Zeitlichkeit wird nie
Der heiße Durst gestillet.
Wir müssen nach der Heymath gehn,
Um diese heilge Zeit zu sehn.
Was hält noch unsre Rückkehr auf,
Die Liebsten ruhn schon lange.
Ihr Grab schließt unsern Lebenslauf,
Nun wird uns weh und bange.
Zu suchen haben wir nichts mehr –
Das Herz ist satt – die Welt ist leer.
Unendlich und geheimni?voll
Durchströmt uns süßer Schauer –
Mir däucht, aus tiefen Fernen scholl
Ein Echo unsrer Trauer.
Die Lieben sehnen sich wohl auch
Und sandten uns der Sehnsucht Hauch.
Hinunter zu der süßen Braut,
Zu Jesus, dem Geliebten –
Getrost, die Abenddämmrung graut
Den Liebenden, Betrübten.
Ein Traum bricht unsre Banden los
Und senkt uns in des Vaters Schooß.
Novalis poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, Novalis, Novalis
Dichtwedstrijd: Doe Maar Dicht Maar
& Jonge Dichter des Vaderlands 2014
Doe Maar Dicht Maar organiseert jaarlijks een poëziewedstrijd voor jongeren uit het voortgezet onderwijs. De wedstrijd wordt afgesloten met een festival waarbij de winnaars hun gedicht op het podium voordragen, naast professionele dichters en (muzikale) acts.
Naast de wedstrijd en het festival brengt Doe Maar Dicht Maar lesmateriaal uit en helpt scholen met het organiseren van activiteiten op het gebied van poëzie.
De wedstrijd Doe Maar Dicht Maar
Doe Maar Dicht Maar is een landelijke dichtwedstrijd voor schoolgaande jongeren tussen de 12 en 19 jaar. Alle jongeren mogen meedoen. Je hoeft dus niet een briljante schrijver te zijn of ervaring met dichten te hebben. Ook hoef je niet per se een ‘klassiek’ gedicht te schrijven, maar mag je bijvoorbeeld ook een rap of een songtekst maken. Kortom, wees creatief en laat jouw fantasie de vrije loop!
De honderd beste gedichten winnen een plek in de ‘Doe Maar Dicht Maar’ dichtbundel. Daarnaast krijgen de tien beste dichters een uniek cadeau met hun gedicht erop.
Wil jij graag (weer) meedoen? Stuur jouw gedichten hier in! Gedichten insturen kan tot uiterlijk 15 februari 2014. Wie weet win jij wel een plekje in de dichtbundel!
De wedstrijd:De Jonge Dichter des Vaderlands
Het Poëziepaleis en partner Poetry International zoeken de JDDV: een bijzonder poëzie- en podiumtalent tussen de 15 en 18 jaar. Niet alleen schrijvers van ‘klassieke’ poëzie komen in aanmerking, ook met sms-gedichten, rap- en songteksten kun je meedoen aan de verkiezing.
Als Jonge Dichter des Vaderlands:
– word je voor een jaar benoemd,
– schrijf je minstens drie keer per jaar een gedicht naar aanleiding van een speciale gelegenheid of actuele gebeurtenis,
– treed je op tijdens poëzie- en jongerenfestivals als Poetry International, het Wintertuinfestival en Doe Maar Dicht Maar,
– doe je verslag van je activiteiten en gedichten via de website/twitter/facebook,
– krijg je coaching van de Dichter des Vaderlands,
– krijg je onder meer een masterclass internationale poëzie tijdens Poetry International,
– krijg je zakelijke begeleiding van het Poëziepaleis.
In 2014 zal er weer een nieuwe Jonge Dichter des Vaderlands worden gekozen. Heb jij serieuze dichtambities en ben jij op zoek naar een opstapje in de poëziewereld? Schrijf je dan in voor de verkiezing van Jonge Dichter des Vaderlands!
# website POËZIEPALEIS over: Doe Maar Dicht Maar & Jonge Dichter des Vaderlands
Over het Poëziepaleis
Het Poëziepaleis is hét landelijke aanspreekpunt voor iedereen die meer wil weten over poezie voor en door kinderen en jongeren. Het Poëziepaleis organiseert o.a. de wedstrijden Kinderen en Poëzie voor basisscholen en Doe Maar Dicht Maar voor het voortgezet onderwijs, verzorgt workshops en masterclasses, produceert lesmateriaal, publiceert dichtbundels en coacht jonge dichters. Het Poëziepaleis is productiehuis, kenniscentrum, ontmoetingsplek en vraagloket.
fleursdumal.nl magazine for art & literature
More in: Art & Literature News, Children's Poetry, The talk of the town
Maison de la Poésie Paris
FESTIVAL PARIS EN TOUTES LETTRES
4ÈME ÉDITION DU 9 AU 17 NOVEMBRE
Paris en toutes lettres devient cette année le festival de la Maison de la Poésie et de son quartier. Un festival littéraire fondé sur les échappées : entre les genres littéraires et les formes artistiques, entre les lieux et la géographie parisienne.
Paris en toutes lettres s’inscrit naturellement dans cette Maison qui revendique l’éclectisme et la liberté, l’hybridation et la fusion entre les genres. Une scène littéraire qui veut à la fois donner la parole aux auteurs, accueillir leurs projets, prêter une attention à l’actualité littéraire et à celle du monde, attiser la curiosité des lecteurs.
Maison de la Poésie
Passage Molière
157, rue Saint-Martin – 75003 Paris
M° Rambuteau – RER Les Halles
# website Maison de la Poésie Paris
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, POETRY ARCHIVE
William Butler Yeats
(1865-1939)
PRESENCES
This night has been so strange that it seemed
As if the hair stood up on my head.
From going-down of the sun I have dreamed
That women laughing, or timid or wild,
In rustle of lace or silken stuff,
Climbed up my creaking stair. They had read
All I had rhymed of that monstrous thing
Returned and yet unrequited love.
They stood in the door and stood between
My great wood lectern and the fire
Till I could hear their hearts beating:
One is a harlot, and one a child
That never looked upon man with desire.
And one, it may be, a queen.
William Butler Yeats poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive Y-Z, Yeats, William Butler
Lizette Woodworth Reese
(1856-1935)
That Day you came
Such special sweetness was about
That day God sent you here,
I knew the lavender was out,
And it was mid of year.
Their common way the great winds blew,
The ships sailed out to sea;
Yet ere that day was spent I knew
Mine own had come to me.
As after song some snatch of tune
Lurks still in grass or bough,
So, somewhat of the end o’ June
Lurks in each weather now.
The young year sets the buds astir,
The old year strips the trees;
But ever in my lavender
I hear the brawling bees.
For me the jasmine buds unfold
And silver daisies star the lea,
The crocus hoards the sunset gold,
And the wild rose breathes for me.
I feel the sap through the bough returning,
I share the skylark’s transport fine,
I know the fountain’s wayward yearning,
I love, and the world is mine!
I love, and thoughts that sometime grieved,
Still well remembered, grieve not me;
From all that darkened and deceived
Upsoars my spirit free.
For soft the hours repeat one story,
Sings the sea one strain divine;
My clouds arise all flushed with glory —
I love, and the world is mine!
Lizette Woodworth Reese poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive W-X, CLASSIC POETRY
Ton van Reen
DE GEVANGENE XXV
`De man huilt’, zei de asman. Een van zijn reuzenplanten is vandaag doormidden gebroken, net toen de processie van Kruppa voorbijkwam, omdat Leo feest had. Daarom was hij binnengekomen. Hij dacht dat er wel koffie zou zijn, al was het een doordeweekse nacht. Leo had toch feest vandaag! De twintigste verjaardag achter de ruit! Man, dat was wat!
`Er is geen koffie’, zei Leo. Hij lachte hoog. Het klonk vals. Het was anders bedoeld.
`Ik moet opstaan’, zei Leo. `Ik heb het verleden begraven. Ik moet met de toekomst beginnen. Ik kijk in de kast. Het uniform is weg. De mieren hebben het opgevreten, er nesten van gebouwd om in te jongen. Misschien hangt er wat anders in de kast dat voor de toekomst is en dat ik zal kunnen dragen.’
`Ik kan beter gaan’, zei de asman. `Als er geen koffie is.’ Hij zei het als excuus.
`Ik wil wel koffie maken’, zei het meisje.
Met z’n drieën dronken ze daarna koffie. De asman vertelde dat er reigers boven de Libertystraat hingen. Die waren bezig de daken onder te spuiten met een of ander vuil dat niet weg te krijgen was.
Toen ze weggingen uit het huis van Leo en ze de straat overstaken, had de asman nog verteld over hotel Eden. Van studenten die er altijd kwamen en zich de meneren van de universiteit lieten noemen. Eigenlijk hadden die meneren andere dingen te doen dan vrijen onder de bomen in het park van hotel Eden.
Zou de asman weten dat zij het meisje was uit hotel Eden? Dat hij dat uitgerekend aan haar vertelde? Die heren studenten zouden liever niet studeren. Liever zouden ze een meid uitkleden. De studenten hadden gelijk, volgens de asman, de meid niet. Maar wat wist zo’n asman over het verdienen van geld en over het dier in een man! Er kwamen inderdaad veel studenten in hotel Eden. Ze hadden geld te veel en tijd over. De meeste klanten waren echter handelsreizigers. Lui die met allerlei spullen langs winkels trokken en er geld aan verdienden. Ze kwamen met gladde directeurssmoelen, dronken bier en wilden niet weten dat ze op weg naar hotel Eden de reclameborden achter de autoruiten weg hadden gehaald. Om er vooral uit te zien als een gewone directeur en niet als een handelsreiziger. Ze kwamen af op de lichamelijke warmte van een meid.
Voordat ze het huis verliet, keek ze voor de laatste maal naar buiten. Ze zag dat de asman midden in de straat stond, de benen wijd geplant, de armen in de lucht. Het leek of hij aan zijn armen hing. Schreeuwde hij? Ze zag zijn mond bewegen als de bek van een vis. Zou de straat water zijn? Was de asman vis geworden?
Je moest een vis als de asman zien schreeuwen!
De straat was geen water. De straat stond droog. Alleen de asman was anders geworden. Dat schaadde het gezicht van de Libertystraat. Je kon rustig zeggen dat de asman de ziel van de Libertystraat was. Hij hoorde op het asvat te zitten van de familie F., zodat niemand aanstoot aan hem kon nemen.
(wordt vervolgd)
fleursdumal.nl magazine
More in: - De gevangene
Maartje Korstanje
METAMORFOSES
tot en met 4-05-2014
Museum Jan Cunen Oss
In het Museum Jan Cunen in Oss vindt de eerste museale solopresentatie van beeldhouwster Maartje Korstanje (1982) plaats. Haar sculpturen, die overwegend in karton zijn vervaardigd, bevinden zich in het gebied tussen abstractie en figuratie. Korstanje heeft een fascinatie voor de natuur die duidelijk herkenbaar is in haar werk: figuren doen associaties oproepen met bijvoorbeeld prehistorische dieren, insecten en skeletten. Tegelijkertijd zou je er fantasiewezens of monsters in kunnen herkennen.
Mijn inspiratie haal ik uit een oude dierenencyclopedie ( . . . ). Het staat vol met zwart-wit afbeeldingen waardoor je vormen goed ziet. Mijn werk is eigenlijk een optelsom van vormen, die mij fascineren. De sculpturen zijn geen herkenbare dieren want de onderdelen zijn zo gefragmenteerd en op ongewone manieren met elkaar verbonden dat een ander beeld ontstaat dan dat we kennen. Ik vind het fijn als mensen naar mijn werk kijken en allerlei associaties hebben, daarom gebruik ik ook geen titels.
Korstanje gaat intuïtief te werk, zonder vooropgezet plan of voorstudies creëert ze aldoende haar beelden. Toeval speelt daarbij een belangrijke rol. Ze gebruikt vooral ‘arme’ materialen als karton, behanglijm, Polyurethaan (PU) schuim of kunststof. Het resultaat is betoverend, de behandeling van de materialen geven de beelden grote uitdrukkingskracht. Kleine stukken karton die losjes over elkaar heen zijn aangebracht geven het oppervlak een levendig karakter. Kortstanje speelt ook met contrasten in haar materiaal. Hoogglanzende, gladde, gekleurde onderdelen van epoxy contrasteren sterk met het matte, bruine karton. Ook heeft ze bijvoorbeeld wel eens een kartonnen sculptuur aan de binnenkant met bladzilver bekleed.
De tentoonstelling zal een overzicht bieden van Korstanjes werk van de afgelopen jaren. Daarnaast zal ze speciaal voor de tentoonstelling een ruimtevullende sculptuur vervaardigen.
# meer informatie website museum jan cunen oss
fleursdumal.nl magazine
photo jef van kempen
More in: Art & Literature News, Maartje Korstanje, Sculpture
Charles Cros
(1842-1888)
Testament
Si mon âme claire s’éteint
Comme une lampe sans pétrole,
Si mon esprit, en haut, déteint
Comme une guenille folle,
Si je moisis, diamantin,
Entier, sans tache, sans vérole,
Si le bégaiement bête atteint
Ma persuasive parole,
Et si je meurs, soûl, dans un coin
C’est que ma patrie est bien loin
Loin de la France et de la terre.
Ne craignez rien, je ne maudis
Personne. Car un paradis
Matinal, s’ouvre et me fait taire.
Charles Cros poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive C-D, Cros, Charles
VPRO boeken met Jannie Regnerus & Huub Oosterhuis
zo 3 november 2013
Een roman schrijven over een moeder met een doodziek kind is moeilijk. Zeker als jij zelf die moeder ooit bent geweest. Schrijfster en beeldend kunstenaar Jannie Regnerus heeft het toch gedaan. In haar roman ‘Het lam’ beschrijft ze hoe een vrouw zich staande probeert te houden tegenover het leed van haar ernstig zieke kind.
Theoloog, dichter, liedschrijver, ex-jezuïet en voormalig priester Huub Oosterhuis is deze week tachtig jaar geworden. Bij die bijzondere gelegenheid verscheen Arthur, koning van een nieuwe wereld, een poëtische hervertelling van de Arthurlegende. En er verscheen een biografie over hem: De paus van Amsterdam, opgetekend door journalist Marc van Dijk.
Deze uitzending van VPRO boeken wordt a.s. zondag 3 november uitgezonden, om 11.20 uur op Nederland 1.
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Art & Literature News
Gottfried Keller
(1819–1890)
Nachtfahrer
Es wiegt die Nacht mit himmelweiten Schwingen
Sich auf der Südsee blauen Wassergärten,
Daraus zurück wie Silberlilien springen
Die Sterne, die in tiefer Flut verklärten.
Wie ein entschlummert Kind an Mutterbrüsten
Ruht eine Insel selig in den Wogen:
So weich und weiß ist um die grünen Küsten
Die Brandung rings, ein Mutterarm, gezogen.
Ich wollt, es wär mein Herz so dicht umflossen
Von einem Meer der Ruhe und der Klarheit
Und drüberhin ein Himmel ausgegossen,
Des einz’ges Licht das Sonnenlicht der Wahrheit!
Und schöne Menschen schlafen in den Büschen,
Wie Bildwerk in ein Blumentuch gewoben;
Was ein erstorbnes Auge kann erfrischen,
Das hat ein Gott hier sorglich aufgehoben. –
Ein Blitz – ein Krach! – die stille Luft erzittert,
Dicht wälzt ein Rauch sich auf gekräustem Spiegel –
Ein Wasserdrache, der den Raub gewittert,
So naht es pfeilschnell mit gespreiztem Flügel!
Wach auf, wach auf, du stiller Menschengarten!
Gib deine Blüte hin für Glaskorallen!
Sieh, deines unschuldvollen Fleisches warten,
Du sanftes Volk, Europas scharfe Krallen!
Die Anker rasseln und die Segel sinken.
Wie schneidend schallt das Wort der fremden Ferne!
Vielhundert Bleichgesichter lüstern blinken
Im fahlen Schein der trüben Schiffslaterne.
Zuvorderst aus des Schiffes schwarzen Wänden
Ragt schwärzer in der giererfüllten Rotte
Der Christenpriester, schwingend in den Händen
Das Marterholz mit dem gequälten Gotte.
Gottfried Keller poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive K-L, Keller, Gottfried
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature